Overgenomen uit: "Utrechtse biografieën, Het Eemland 2", levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Eemlanders uit 1999.
Auteur is M.C. Lansink
Wim Schimmel werd op 14 november 1918 in Soest geboren als zoon van Hendrikus Petrus Schimmel, landbouwer, en Alijda Anna van den Hengel. Op 12 september 1951 trouwde hij in Soest met Martha Petronella Johanna Hilhorst, eveneens afkomstig uit Soest. Het echtpaar kreeg vijf kinderen. Wim Schimmel overleed in Soest op 28 november 1996.
Gedurende vele jaren speelde Wim Schimmel een belangrijke en vaak bepalende rol in het openbare en verenigingsleven van Soest. Hij had een onverzettelijke aard, ma ar ook visie en altijd nieuwe ideeën met het vermogen daar vorm aan te geven. Zijn naam is onverbrekelijk verbonden met het Groot Gaesbeeker Gilde of Sint Aechten Schuttersgilde van Soest, waarvan hij 33 jaar ouderman (voorzitter) was en dat onder zijn leiding een niet weg te denken deel werd van het sociale en culturele leven van Soest.
Wim Schimmel werd geboren als het zesde kind in een gezin van tien. Zijn vader had een boerenbedrijf aan het Kerkpad in het oude Soest. Op zijn twaalfde ja a r verruilde de jonge Wim zijn ouderlijk huis voor een seminarie in Brabant om priester te worden. Voor hij twintig was brak hij zijn opleiding af en keerde na een korte studietijd in Wageningen voorgoed terug in Soest. In de jaren die volgden deed hij bij accountantsbureaus in Soest en Utrecht de beroepskennis op die hij gedurende de rest van zijn werkzame leven als chef de bureau bij het notariskantoor van Veeren en Elferink in praktijk bracht. In die hoedanigheid ontmoette hij veel inwoners van Soest. Mogelijk legde hij hier de basis voor het uitgebreide netwerk van contacten waaruit hij bij zijn bestuursbezigheden kon putten.
Tegelijkertijd zocht hij naar mogelijkheden om zich in zijn persoonlijke leven nuttig te maken voor de Soester gemeenschap. Van 1946 tot 1953 maakte hij voor de KVP deel uit van de gemeenteraad van Soest.
Hij was lid van de financiële en belastingcommissie, maar had zich nog niet ontwikkeld tot de markante Wim Schimmel die voortleeft in de herinnering van de Soestenaren, zoals blijkt uit het afscheidswoord van burgemeester S.P. baron Bentinck: 'De heer Schimmel, als agrariër, gaat ook de raad verlaten.... Hij is een stille figuur geweest, maar wanneer iets door hem in het midden werd gebracht, was het zeer wel overwogen en de Raad heeft met zijn opmerkingen zijn voordeel kunnen doen.'
In het begin van de jaren vijftig was hij korte tijd vrijwilliger in het reclasseringswerk. Maar een hulpverlener was hij niet. Zijn talenten,kwamen beter tot hun recht in het bestuur van het waterschap Lange Eindsematen en Soesterveen, waarvan hij sinds 1952 secretaris was. Op zaterdagen trok het bestuur naar buiten voor de schouw van de watergangen, waarna er in huize Schimmel vergaderd werd. Deze functie, die hij tot 1975 vervulde, bracht hem veelvuldig in contact met de bewoners van het gebied rond Soest, die verantwoordelijk waren voor het onderhoud van de watergangen. Ook was hij voorzitter van het schoolbestuur van de parochie Petrus en Paulus, dat door hem met de schoolbesturen van de andere Soester parochies werd samengesmeed tot de in 1969 opgerichte Stichting voor Katholiek Onderwijs Soest, waarvan hij tot 1979 voorzitter bleef.
Wim Schimmel is waarschijnlijk het meest bekend als ouderman van het Groot Gaesbeeker Gilde of Sint Aechten Schuttersgilde van Soest.
Aangenomen wordt dat het gilde in de vijftiende eeuw werd opgericht door Jacob van Gaesbeek, heer van Soest, die hier uitgestrekte bezittingen had. Hij schonk landerijen aan het gilde, uit welker opbrengst men jaarlijks zou kunnen 'teren' of feest vieren. In de jaren twintig van deze eeuw was het teren enigszins ontaard, waardoor het in een kwaad daglicht was komen te staan en de traditie werd verlaten. In de periode van crisis, oorlog en wederopbouw die volgde was er geen animo om hier verandering in te brengen. Het gilde leidde een slapend bestaan toen Wim Schimmel in 1947 lid werd.
In 1958 trad de toenmalige ouderman, die 36 jaar in functie was geweest, af. Wim Schimmel leek de aangewezen man om orde op zaken te stellen. De kleine boeren 'Achter de Eng' en de 'burgers' hadden hem en zijn capaciteiten leren kennen als gemeenteraadslid en waterschapsbestuurder. Ook had hij voldoende opleiding om enig overwicht te hebben en beheerste hij de kunst van het boekhouden.
Hoewel zijn moeder, die zich de vroegere teerdagen nog goed herinnerde, het hem afraadde, stemde hij er in toe het oudermanschap op zich te nemen. Met het in 1959 nieuw gekozen bestuur achter zich nam Wim Schimmel de opwaardering van het gilde ferm ter hand. Hij wilde het gilde weer een plaats geven in het Soester gemeenschapsleven en de bijna vergeten tradities nieuw leven inblazen. De oude gebruiken waren in 1560 opgetekend in een charter. Men besloot te beginnen met het vieren van het 400-jarig bestaan van dit charter en bij die gelegenheid de traditie van het koningschieten in ere te herstellen. Bij het koningschieten geniet het gildelid dat een houten vogel van een hoge paal naar beneden schiet een jaar lang de eer gildekoning te zijn. Ook werd een begin gemaakt met de heroprichting van het gildekorps, dat in de jaren daarna uitgroeide tot een in historische uniformen gestoken combinatie van tamboer-, hoornblazers-, schutters- en vendelierskorps en dat nog steeds een belangrijke rol speelt bij de presentatie van het gilde zowel in als buiten Soest.
Was het koningschieten die eerste jaren een vrijwel besloten gildeaangelegenheid die weinig aandacht trok, met ingang van 1975 werden rond het koningschieten gedurende vijf of meer dagen verschillende activiteiten georganiseerd waaraan door diverse Soester verenigingen werd meegewerkt. In de daarop volgende jaren groeiden de gildefeesten steeds verder uit tot een jaarlijks massaal gemeenschapsfeest in Soest, waarmee één van de doelstellingen van het gilde, het bevorderen van de gemeenschapszin, werd gerealiseerd. Op initiatief van Wim Schimmel zocht het Soester gilde contact met soortgelijke gilden elders in het land.
Omdat het Groot Gaesbeeker Gilde het enige gilde in zijn soort boven de grote rivieren was moest men daarvoor uitwijken naar Noord-Brabant. In 1970 sloot het zich aan bij de Kring Land van Cuijk, één van de zes kringen van de Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden. Bij de viering van het 950-jarig bestaan van Soest en het 550-jarig bestaan van het Groot Gaesbeeker Gilde in 1979 organiseerde het gilde de Vrije Gildedag van deze Kring. Zevenentwintig Brabantse gilden trokken onder het oog van vele belangstellenden in optocht door Soest.
De grote belangstelling die bleek te bestaan voor het verleden van Soest was voor Wim Schimmel aanleiding voor weer een nieuw initiatief. Met een aantal medestanders richtte hij achtereenvolgens de Stichting Oud Soest, die het Museum Oud Soest ging beheren, en de Historische Vereniging Soest op. Hij bleef bestuurslid van zowel de Stichting als de Vereniging tot hij in 1996 ziek werd. Tevens nam Wim Schimmel het initiatief om in 1987, het 600ste geboortejaar van Jacob van Gaesbeek, in Soest een landjuweel te organiseren. Het landjuweel is de grootste manifestatie van de gilden in Brabant. Hoewel hij niet graag delegeerde was het Wim Schimmel duidelijk dat de organisatie van een dergelijk evenement niet in één hand gehouden kon worden. Er werd een Comité Landjuweel Soest in het leven geroepen, dat, onder verantwoordelijkheid van het Groot Gaesbeeker Gilde, al in 1984 met de voorbereidingen startte. Het Landjuweel van Soest werd een groot succes met een programma van meer dan 40 activiteiten in 23 dagen.
De banden die vanouds bestonden tussen het gilde en de rooms-katholieke kerk in Soest waren verwaterd. Wim Schimmel, oud-seminarist en zeer betrokken katholiek, vond dat deze hersteld moesten worden. Na zijn aantreden als ouderman werden de pastoors van met name de parochie Petrus en Paulus nauwer betrokken bij de activiteiten van het gilde. Bij de inwijding van de nieuwe Petrus en Pauluskerk door kardinaal Alfrink in 1969 vond de eerste 'eucharistieviering met gilde-eer' plaats, waarbij het gildekorps de kerk binnentrok en extra glans verleende aan de viering. Eucharistievieringen werden opnieuw onderdeel van de gildefeesten en sinds 1977 werd speciale aandacht gegeven aan het vieren van de naamdag van St Agatha, bescherm- en naamheilige van het gilde. De verdiensten van Wim Schimmel voor de rooms-katholieke zaak werden ook in Rome opgemerkt.
Bij zijn afscheid van het schoolbestuur ontving hij al de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice. Toen hij in 1991 afscheid nam als ouderman werd hij door gildepastor Gerard van der Beek namens de paus tot ridder geslagen in de Orde van de H. Sylvester.
Ook de gemeente Soest liet zich op dit gebied niet onbetuigd. Op voordracht van de gemeente ontving Wim Schimmel in 1981 voor zijn vele verdiensten voor de Soester gemeenschap de erepenning in goud in de Orde van Oranje-Nassau en in 1991 de gemeentelijke erepenning. Waar Wim Schimmel de scepter zwaaide bleef dat niet onopgemerkt. Zijn stijl van leiding geven was solistisch en overheersend, wat wel eens aanleiding gaf tot verzet. Toch wist hij mensen aan zich te binden. Hij was bekwaam en beschikte over visie en een tomeloze inzet.
'De ouderman is een werkpaard', vond hij, een rol die hem wel paste.
Hoewel hij slechts met enige moeite ideeën van anderen als juist accepteerde, zag hij tijdens de laatste jaren van zijn oudermanschap in dat de assistentie die hij had gehad bij de organisatie van het landjuweel een vaste plaats moest krijgen bij het bestuur van het gilde. Voor hij in 1991 afscheid nam als ouderman zorgde hij er voor dat het gilde een eigen behuizing kreeg in het voormalige St Jozefhuis, waarin ook het Museum Oud Soest gevestigd is. In de jaren daarna bleef hij dagelijks actief als beheerder van het gildehuis.
In 1996 overleed Wim Schimmel. Het gildekorps van het Groot Gaesbeeker Gilde of Sint Aechten Schuttersgilde van Soest begeleidde hem op zijn gang naar het kerkhof en nam op deze wijze afscheid van de man die het gilde weer groot maakte.
Archivalia
GA Soest, burgerlijke stand, gemeentearchief Soest
Literatuur
Oral history
Gesprekken met mw. M.P.J. Schimmel-Hilhorst, W. Peters en R. van Hal, allen in Soest
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.