Redactie
Al ver voor 1800 bestond er in Soest een "nachtwacht". Iedere nacht was er bewaking, verzorgd door een groep "weerbare" mannen, als voorloper van de later aangestelde politie. Deze "klepperwacht" heeft nog vele jaren gefunctioneerd. Zo wordt in 1823, dus na "de Franse tijd" door schout G. Steyn van Hensbroek, de eerste Burgemeester van Soest, onderstaand "Regelement" opnieuw bekrachtigd.
Reglement op het gaan van de Nacht of Stille Wachten, voor de Gemeente Soest, Provincie Utrecht.
Artikel Een.
De Nachtwachten worden verdeeld in vier Wijken, als volgt:
No. 1. Voor het Langeindt van Soestdijk tot de eene zijde van de Teutsteeg.
No. 2. Voor Middelwijk van de eene zijde van de Teutsteeg, tot de eene zijde van de Kerkebuurt, langs de Bakkerij van SMORENBURG.
No. 3. Voor het Korteindt van de Kerkebuurt, langs de Herberg de Drie Ringen, tot het Huis van JAN GERRITSE van DORRESTEIJN, en van daar dwars over de Straatweg, tot en met de Woning van HENDRIK BOSCH naar de Bunt.
No. 4. Voor de Bunt en de Birk, van het Huis van HENDRIK BOSCH, tot en met de Birk tegen Isselt.
Artikel Twee.
De Wachthebbende Manschappen zijn gehouden des Avonds ten tien Uren bij één te komen, die voor de Langeindt en Middelwijk aan de Teutsteeg; die voor het Korteindt en de Birk voor het Huis van WILLEM VISSER; welke Manschappen aldus van hunne Loopplaatsen beginnende, niet voor des Morgens ten vier Uren uit één mogen gaan. En zijn tevens gehouden elke Nacht vijf Omgangen in hunne Wijk te doen.
Artikel Drie.
De Wachthebbende Manschappen zullen geen Vuur of Licht, ten kosten der Gemeente genieten, maar zulks verkiezende, in hunne Woningen, eenige ververschingen mogen gebruiken, mits daartoe niet langer dan uiterlijk een half Uur wordt besteedt.
Artikel Vier.
Van het doen der Wacht zijn geene Ingezetenen hoe ook genaamd bevrijdt. Doch bejaarde Personen, en ongehuwde Vrouwen die een afzonderlijk Huis bewoonen, zullen verpligt zijn hunne Wachtbeurten door geschikte en weerbare Mannen ten hunne kosten te laten waarnemen.
Artikel Vijf.
Alle de gene welke verzuimen mogten hunne Wachtbeurt behoorlijk waartenemen, of door een geschikt Persoon te laten waarnemen, of op de Wacht ongeregeldheid plegen, zullen verbeuren eene Boete van drie Guldens, ten profij te van de Algemeene Armen dezer Gemeente, en daar en boven gehouden zijn, hun beurt op de Wacht te vervullen.
Artikel Zes.
De laatstwachtdoende Manschappen, zullen de daarop volgende Morgen, voor tien Uren, de Wachtlijst, Klep en Pieken onbeschadigd aan de op hen volgende Manschappen overleveren. Die welke hierin nalatig zijn, zullen de Wacht voor de te laat aangezegde Persoon moeten waarnemen, en daarbij moeten betalen de Boete van één Gulden.
Artikel Zeven.
De op de Wacht vermist wordende Lijsten of gebroken wordende Pieken of Kleppen, zullen door de laatstwachtdoende Manschappen moeten worden vergoedt. Ook zal niemand die de Wacht moet betrekken, een gebroken Piek of Klep aannemen, zullende anders verpligt zijn, die voor zijn eigen kosten te doen vernieuwen, en als den dader daarvan worden aangemerkt.
Artikel Acht.
De Wachtdoende Manschappen zullen zorgvuldig toezien, naar alle verdachte Personen, die zich, het zij op de publieke Weg, of elders vertoonen. Zij zullen de zoodanige in Arrest moeten nemen en in goede bewaring houden. En daar van den Dienaar der Justitie of den Veldwagter kennis geven, om verder naar den Burgemeester te worden overgebragt.
Artikel Negen.
De Wachthebbende Manschappen zullen bij voorkomende ongevallen in hunne Wijk, de overige Wachtdoende Manschappen door hunne Kleppen, daar van kennis geven, die als dan verpligt zullen zijn direct ter hulp toe te snellen. En bij het ontstaan van Brand alle de Ingezetenen bijzonder die in de nabijheid van den Brand woonachtig zijn terstond op te wekken, en daarbij Brand! moeten roepen. Als ook in de nabijheid van den Brand, Lantaarens met Brandende Kaarsen en Water-Emmers requireeren. Voorts dadelijk de Opperbrandmeester en alle andere Geëmploijeerden bij den Brandspuit als mede Burgemeester en Leden van het plaatselijk Bestuur daar van kennis geven. Ook zullen de Manschappen Wachthoudende in de Korteindt of Middelwijk terstond de Klok moeten Kleppen. Zullende voorschreven Manschappen na dit te hebben verrigt, zich weder naar hun Wijk moeten begeven tot het verder waarnemen van de Wacht.
Artikel Tien.
De Veldwagter en Dienaar der Justitie dezer Gemeente, worden bij deze door den Burgemeester gelast, van tijd tot tijd toe te zien, of de Wachthebbende Manschappen aan hunne pligt voldoen. Wanneer er Detachementen of Piquetten van de Schutterij des Nachts rondgaan, zullen de Wachthebbende Manschappen zich daarmede verstaan, en in geval van nood, elkander hulp verleenen.
Artikel Elf.
In elke Wijk zullen twee Wijkmeesters worden aangesteld, met kwalificatie om behoorlijke orde te houden in hunne Wijken over de Wachtdoende Ingezetenen. Zullende deze Wijkmeesters de Lijsten van de Persoonen in hunne Wijk woonachtig getrouwelijk en zonder aanzien van persoon opmaken.
Artikel Twaalf.
Wanneer de ingestelde Boete niet binnen drie dagen na de gepleegde overtreeding zijn betaald, of de gebroken en vermiste Kleppen, Pieken en Wacht-Lijsten niet zijn hersteld, zal zoodanig Persoon voor vier en twintig uren ten zijne kosten in Arrest worden genomen. En daar en boven de Boeten schuldig blijven te voldoen.
Aldus gedaan bij het Gemeente-Bestuur van Soest, op heden den een en dertigsten October 1800 vier en twintig.
(Is geteekend)
G. VAN STEUN VAN HENSBROEK.
RIJK STALENHOEF.
HENDRIK FLUIJT.
AS. TESSELHOFF.
JOHs. SMITS.
HENDRIK JANSE KOK.
WOUTER LOGTENSTEIJN.
P. BOUTER.
Voor Eensluidend Afschrift,
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.