door wijlen ds J.J. Bos
Op de "Nieuwe Kaart van de Kwartieren van Eemland en 't Overkwartier in 't Sticht van Utrecht", in den "Tegenwoordigen Staat der Vereenigde Nederlanden", deel XII, (Utrecht), 1772, komt De Paltz nog niet voor; hoogstwaarschijnlijk was toen alles nog heide. Dien naam draagt echter thans een stuk grond boven op den Soesterberg, 34 meter boven A.P., daar waar de Amersf oortsche Berg, naar de zijde van De Bilt, reeds sterk aan het verloopen is. Dat stuk grond is gelegen, rechts van den straatweg van Soest naar Soesterberg, misschien 20 minuten gaans van het Station Soest van den Centraal Spoorweg. Het is groot 66 B.05.R.20E. Het was in 1847 grootendeels driest, heide, akkermaalsbosch, en dennenbosch, door wallen, met dat hout beplant, van het heideveld afgescheiden. Toen stond er toch nog een huis op, blijkbaar vroeger een boerenwoning, maar op dat oogenblik bewoond door twee arbeidersgezinnen, ieder met een hoekje aardappelland en een moestuintje. Men verhaalde in die dagen dat er vroeger, met goeden uitslag, het boerenbedrijf op uitgeoefend was, zoodat rogge en boekweit, met wagens vol van daar te Amersfoort aan de markt konden worden gebracht. Waarschijnlijk waren die vroegere, misschien tevens de vroegste, bewoners Duitschers, (Paltzers) , en heeft geheel het terrein van hen dien naam gekregen. Toen de Heer A. de Wilde, eigenaar van Pijnenburg, waartoe in dien tijd ook De Paltz behoorde, op 15 Juni 1860 dat Landgoed in veilig bracht, was de dubbele daggelderswoning reeds afgebrand en gesloopt. Dit perceel, N° 35 tot 39 van den Catalogus, werd gekocht door Jonkheer Jacob Philip Albert Leonard Ram, voor de som van ƒ 8.200,-. Hij liet er al spoedig een groot heerenhuis op bouwen, alsmede eene tuinmanswoning, en een stal met koetshuis. Ook werd er een moestuin aangelegd, en werden er lanen en bosschen geplant, bouwland gereed gemaakt, en alles zoo goed aangevat, dat het goed, in betrekkelijk weinige jaren, eene schoone en welige buitenplaats werd.
Hoe lang De Paltz in het bezit van Jhr J.Ph.A.L. Ram gebleven is, kan ik niet juist zeggen, maar zeker is het dat in 1880 Jonkheer L. Rutgers van Rozenburg eigenaar was. Deze zette het aangevangene werk op eene onbekrompene wijze voort. Boomen en heesters ontwikk- Iden zich, op die hooge gronden, op inderdaad merkwaardige wijze; en daarenboven verbond de Heer Rutgers de Plaats met den straatweg van Soest naar Soesterberg, door van de Gemeente Soest den grond aan te koopen voor eene breede laan, waarin een grindweg, met opgaande boomen en struiken aan weerszijden. Verder versierde hij den ingang van deze oprijlaan door het plaatsen van twee zware keien, van welke de eene, met macht van paarden en menschen, uit het Soesterveen daarheen is gesleept. De Paltz is tegenwoordig inderdaad een liefelijk plekje, met de schoonste vergezichten naar alle zijden.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.