door wijlen ds J.J. Bos
Eerder verschenen:
Het klooster Mariënhof in de Birckt I
Het klooster Mariënhof in de Birckt II
Het klooster "Mariënhof" in de Birckt III
Eer de Bircktenaars echter zich in de stad vestigden, had de stedelijke regeering hun het volgende vergund: "Schout, Burgemeesters, Schepenen en de Raedt der Stadt van Amersfoort op seekere versoeken aan haarluyden, van wegen den Prior en gemeen Convent van den Bircke, nopende haer translatie binnen Amersfoort gedaen, hebben den voorsz. van den Byrkt tot Goodts Eeren, vermeederynge en de tot welvaeren der gemeen Stadt voerverhaelt geaccordeert en de accorderen denselven bij desen, sulke puncten als hier navolgende zijn: In den ij ersten dat zij voorn. Heeren en Conventualen sullen hebben en genijeten alle alsulke vrijheden van acchijse als ander Cloesteren binnen den voersz. Stadt genijetende zijn. Item dat die Werkluijden van den voorsz. Religiösen ofte Convent gedurende den tijd en de soelank als sij sullen behoeren haer nieuwe Convent te timmeren, oick vrij sullen wesen.
Item dat sij Werkluij den van buij ten te werk sullen mogen stellen onbecroent den Gilde, tot discretie van den Schout ende beijden Burgemeesteren in elke tijd wesende, gedurende den tijd van haer Tijmmeringe als voeren. Ende sullen moegen betimmeren die halve Steege ter Haechwert, ende ook haer Cloostermuur setten over dat Kleijn Gragtgen op den Stadt Singel lintrecht van salige Wolter Buijsen nacomelingen Camere, na dat Haechbrugetken toe, bij alsoe dat sij gehouItem van onderhouden van den Cingelmuur nevens 't Cloesterken van de Celsusteren noch wesende, sal 't voergem. Convent van den Birckt of ontlast wesen in alder mathen als die voirz. Susteren geweest zijn. Ende sullen moegen hebben een Sluetel van den Boem aen Sint Joris Brugge ende die Cingel mit haer Convents Waegen te rijden en besijden nae behoeren.
Item of tot eenigen tijden gevijell dat die Stad soude moegen eenige generaal Schattinge behoeven uijt te setten, in sulken gevalle en sal 't voergem. Convent van den Birkt nijet meer of hooger beswaert worden dan 't Convent van S. Jans binnen den voorgem. Stadt. Ende die voorgem. van de Birkt worden gehouden, haar tijmmerijnge twee roijen lank altijt te setten van der pij laars van den boegen der Stadt mueren.den werden die muere en de 't water loepende duer der Stadt alsoe mit eennen steennen Sluijse of diergelijke te leijden doer den Sijngel, ofte anders beter dat het voergenoemde waeter mede sijn schuet hebben mag wederuit kleijn Gragtgen, streckende na dat Wet en voerts nae den Observanten en de Gasthuijs op 't Spoije.
Item was arue Huijsen ofte Hoven dat die voergem. van den Birckt sullen behoeren tot den tijmmeringe haer Convents als voirsz. dat sal die Stadt haer toelaeten te moegen hebben, in alder maeten als of die Stadt selver behoerende waer, achtervolgende de Ordonnantien, ende 't voorsz. Convent voerts voerden in alien naer haeren vermoegen als behoerlijk zal zijn. Actum den sevende dach Decembris Ao. 1546,"
Dienten gevolge hebben de Bircktenaars dan ook op die plaats een nieuw Klooster gebouwd, dat zij , naar hun vroeger Klooster in de Birckt, ook het "Convent Marienhof" hebben genoemd, het van tijd tot tijd vergrootende en uitzettende, zoodat zij niet van de minsten waren te achten. Toch is hun werk niet geheel voltooid, gelijk men, ten tijde van Abraham van Bemmel, nog in de gaanderijen kon zien. Maar zij hebben daar ook niet lang gewoond, waan hun Convent, in 1578 al verzwakt zijnde tot 10 personen, is in 1610, door het overlijden van Servaas van Wijk, den laatsten Conventuaal, geheel uitgestorven, waarop in 1611 het Weeshuis daarin is overgebracht.
In de "Notae et Observationes ad auctorem incertum", van Matthaeus (Matthaeus, Rerurn Amorf. Script., bl. 408) vond ik nog enkele aanteekeningen, die betrekking hebben op de laatste jaren van het bestaan van het Klooster Marienhof, in Amersfoort; ter wille van de volledigheid laat ik ze hier volgen: "Op ten 12 Januar, 1606 is in den Heere gerust ons Eerwaerde Pater Heer Jan Gout Regulier van 't Convent van Marienhove binnen Amersfoort. Hij is geweest den eersten Regulier, die onse Convent tot een Pater gehadt hebben. Hij heeft 't selve bedient omtrent derde half jaer. Hij heeft den Susteren besproken 't sestich gulden eens, die sij minlick mit malcanderen deijlden, ende een rouwmaeltijt begeert gedaen te worden uijt sijn goet, sijn siele moet in der euwichheijt rusten. Den 4 December 1606 is in den Heere gerust onse Eerw. Mater Maria Gerrits, die met ons den Heere gedient heeft 69 jaren, ende is Procuratrix geweest omtrent 50 jaren, ende Mater 14 jaren.
D'Heere wil haer de euwige ruste geven. Amen.
Naer het afsterven van Sal. Heer Jan Goudt is van de Susteren aangenomen tot Pater Heer Johan van Langeveit, d'welcke na dat hij omtrent 20 jaren den Susteren hadde gedient heeft door sijn ouderdom en de impotentie sijn aangenomen officie opgeseijt.
Naer hem is Anno 1627, versocht tot Pater des voorsz. Convents Mr. Willem Bloem Pastoor van Amersfoort om de Susters alle geestelijcke hulpe te doen welck sijn Eerw. door begeerte van den Eerw. Heere den Prior Commissaris ende der Susteren heeft aangenomen."
Alvorens nu de geschiedenis van het uitgestorven "Marienhof", te vervolgen, moet ik nog een paar opmerkingen, het verledene betreffende laten voorafgaan en wel: in de eerste plaats deze: In eenen Schouwbrief van Bisschop Florens van Wevelickhoven, op de Schouwe van den Nieuwen Eemdijk, onder den Polder "De Slaage", d.d. 5 Maart 1393, wordt onder de verantwoordelijken genoemd: "Het Convent van Marienhove met S. Aechten", en dan tweemalen: "die Birckt met S. Aechten".
Daar de Broeders van S. Andrieskamp eerst in 1420 het Klooster in de Birckt betrokken, en eerst in 1395 begonnen werd met het inrichten van een Fraterhuis te Amersfoort, is het mij niet duidelijk of de uitdrukking "die Birckt" ook al "Marienhof" te Amersfoort bedoelt, of eenvoudig een plaatsnaam is, die met S. Aechten, te Amersfoort, verbonden wordt, omdat de eigenaar van die gronden, Hendrik Kamerman, met de Zusters van S. Aechten, ook eene vertakking van Windesheim, in eenige betrekking stond. (Groot Utr. Plac. boek. II. , bl. 186) in de tweede plaats: Of het recht der Bircktenaars op vrijdom van "alle contributien, ende bijsonder van den stuvergelt", waarop zij zich op 7 December 1541 beriepen, wel zoo vast stond, mag betwijfeld worden, als men acht geeft op het Besluit, d.d. 20 Maart 1512, van Frederik van Baden, Bisschop van Utrecht, de Prelaten der vijf Godshuizen, de Ridderschap van het gansche Nedersticht, de Burgemeester van Utrecht, dat er dit jaar, en verder nog twee jaren een "gemeenhuijsgelt" zal geheven worden in het Nedersticht van Utrecht, en dat ook de Kloosters in en buiten Utrecht hieraan mede betalen zullen, waaronder genoemd wordt: "Item die van Soest's jaars achten halven Rijnsgulden current" (Groot Utr. Plac. boek I, blz. 68, enz.). En ook als men let op de Ordonnantie, die op 7 Augustus 1532 van den Graaf van Hoogstraten uitging op het "Stuijversgeld" en "nieuw Huijsgeld", dat door vele dorpen niet betaald werd (Groot Utr. Plac. boek I, blz. 265).
Met betrekking tot de bezittingen en inkomsten van Marienhof, is onze wetenschap beperkt tot de Lijst, die wij vinden bij H. F. van H. (eussen) en H. van R. (ijn), in hunne "Historien van 't Utrechtsche Bisdom" (v. Heussen en v. Rijn, a.w. Dl. II, blz. 30). Zij is blijkbaar opgemaakt nà 1547, en vóór 1610; ja, misschien reeds vóór 1578, ten minste in een tijd dat het Convent zelf nog 5 morgen bouwlands, 8 dammaten weiland, in de nabijheid van Amersfoort gelegen, gebruikte; en daarbij van pachters ontving, 40 mud rogge, 41 mud weit, 46 mud haver, 3 vat boter, 19 hameien, en 1 lam. Zij zeggen "Dit konvent had groote inkomsten, dewelke in de volgende Nederduijtsche lijst staan uijtgedrukt":
De stad Amersfoort geeft jaarlijks 5-0
1 Stuk lands gelegen in Amersfoorder Enghe, 2-0
1 Erf gelegen in de Geregte van Amersfoort, geheten Hilhorst, 61-19
4 Morgen lands, ibid.; dit gebruijkt het Convent selfs.
1 Morgen lands gelegen aen de oude gragt buijten Amersfoort, gebruijken het self. Aen losrenten, 18-15
Des Convents principale goederen en erven gelegen in Bercht, 200-0
En 30 Mudden Rogge, Weijt, Haver, 2 vat Boter en 12 Hameien.
Nog een erf in de Berckt, 100-0
1 Mudde Weijt, 1 vat Boter, 3 Hameien en 1 Lam.
1 Erf aldaer gelegen, 50-0
1 Erf aldaer, 60-0
Item 2 Hameien.
Het derde deel van een erf aldaer, 9-10
Een meulen huijsken en eenige perceelen lands aldaer, 60-00
Een campje lands aldaer, 10-00
Een stuk lands aldaer genaemt Pijclsland, 14-00
Een stuk boulands aldaer, 15-00
Een ackermans Hofstede, gelegen in 't Veen, tot Hees, 31-0
Een erf genaemt Renselaer, gelegen in Woudenburgh, 106-0
Aldaer een erf genaemd Vlas-tuijn, 150-0
Item 4 mudden Roggen en 4 mudden Weijt.
Ibidem een erf genaemt Lauwerrice, 112-0
4 Mudden Rog, 4 mud Weijt, 16 mud Haver.
Ibid. een erf genaemt Dashorst, 64-0
Een erf gelegen onder Scherpenseel, 140-0
2 Mudden Rog, 2 mudden Weijt, 2 Hameien.
Een erf gelegen onder Eembrug genaemt bloemenbergh, groot 32 Dammaet, 100-0
Aldaer 33 dammaet lands, 181-10
Ibid, ook 4 smaelland, 59-10
6 en drie vierde in de Haer, 30-0
4 Dammaet in de Burgemaet, 24-0
8 Dammaten in Eemland: die gebruijkt het Convent selfs.
5 Dammaten in de Slaegh, 50-0
9 Dammaten in Seldert, 40-0
8 Dammaten ibid. 58-16
1758-19
De aangehaalde schrijvers hebben dus inderdaad, voor dien tijd niet te veel gezegd; boven alles wat zij in natura genoten, mocht een inkomen van 1758 gulden en 19 stuiver toen belangrijk heeten. Ik heb de Lijst nauwkeurig afgeschreven, maar doe opmerken dat de optelling niet uitkomt; ook door vergelijking van de Lijsten in de 7e en de 8e uitgave, heb ik de fout niet kunnen ontdekken.
Met de woorden: "Nu is het een overgroot Weeshuis", besluiten van Heussen en van Rijn hun bericht aangaande het Convent Marienhof, waarin de Bircktenaars uitstierven. En zóó is het; in 1611 is het gebouw Burger-Weeshuis geworden (v. Bemmel, a.w., blz. 342). In Amersfoort was in 1552 een Weeshuis opgericht, gevestigd aan den Singel, op den hoek van het S. Aechten-straatje, in de wandeling genaamd "Het Bagijnhof " , doch dit gebouw was langzamerhand te klein geworden, waarom aan "de Vaders en Regenten van dat Huis, in antwoord op hun schrijven van 1610, bij Besluit van het Stedelijk Bestuur van 8 Mei 1611, medegedeeld werd, dat het verzoek, om hun Gesticht naar Marienhof over te brengen, was goedgekeurd, en dat zij voortaan, "uijt den inkoomen van denselven Convente vierhonderd ponden van veertig grooten Vlaams 't pond jaarlijks, ende nog gelijke vierhonderd ponden jaarlijks uijt den inkommen van den Convente van S. Jan, al tot svulagemente van den voornoemde Arme Weeshuijse, zouden ontvangen. En heden ten dage is het nog Burger-Wees - huis. Alléén heeft de Stad, vroeger en later, belangrijke gedeeltes van den grond, langs den Zuidsingel, of zelve met huizen bebouwd, die zij verhuurt, of als bouwgrond aan anderen verkocht, wat natuurlijk zeer tot voordeel strekte van de fondsen van het Gesticht.
Het opzicht over, en de administratie van de bezittingen van Marienhof, werd reeds in 1598 aan eenen Superintendent opgedragen, teneinde daarvan aan de Conventualen, tot hun onderhoud, uitkeering te doen (v. Bemmel, a.w. blz. 180). Later werden er twee Rentmeesters aangesteld, één voor de Mannen-kloosters St. Jan en Mariënhof en één voor de Vrouwen-kloosters S. Agatha, S. Agneta, en S. Barbara. Nadat alle Conventualen uitgestorven waren, is het inkomen dezer Gestichten gebruikt, voor de tractementen der Predikanten, en der Onderwijzers bij de Latijnsche Scholen, te Amersfoort.
Alzoo stonden dan de bezittingen van Marienhof, sedert 1598, onder het beheer van, door de stad Amersfoort benoemde, Superintendenten en Rentmeesters, daaronder begrepen, "Des Convents principale goederen en erven, gelegen in Berckt", zooals ze worden aangeduid in de "Nederduijtsche lijst", hier boven vermeld. Zij zullen, van dien tijd af, wel verhuurd en verpacht zijn ten bate van de stad Amersfoort, en daartoe zal waarschijnlijk de kaart gediend hebben, die afkomstig is van eene familie, die van 4 Maart 1815 tot 23 September 1875 in het bezit was van de buitenplaats "Hofslot", en drie groote boerderijen, in de Birckt, waaronder het zoogenaamde "Lange Huijs", weleer het eigenlijke klooster Marienhof. Zij draagt ten opschrift: "Caerte van eenige Landen gelegen in de Birck competerende 't Convent van Marienhove, ende sijn groot bevonden als in ij der stuck geteijckent staet, en de hier besijden bij de naemen van elcken bruijcker mette leteren A.B.C, in summa aengewesen wordt. Gemeten ende Gecaerteert door J. van Diepenem". Een jaartal staat er niet op, doch in aanmerking genomen het letterschrift en de geheele teekening, zal de kaart wel vóór 1600 vervaardigd zijn.
De geheele bezitting wordt daar opgegeven groot te zijn: 186 Morgen. 3 Hond. 53 Roeden
Stegen, wegen, en wallen 5 5 0
Het Heetveld (de heide) met het (munniken)bosch 158 0 0
maakt 349 Morgen. 8 Hond. 53 Roeden
verdeeld onder 12 Bruijckers.
Aan den voet van deze kaart staat aangeteekend: Matheis bruijckt die Landen in desen geteijckent mette letter A
Jutgen int lange huij s gebruij ckt de Landen geteijckent B
Wulfer Willem ssz. bruijckt de Landen geteijckent mette letter C
De kinderen van Rentmeester Breecker bruijcken den Acker mette hegge D
Hendrick Aelbertssz. en de Wouter Willenssz. gebruijcken dat geteijckent is E
gebruijckt de Maet geteijckent mette letter F
gebruijckt die Maet geteijckent mette letter G
De Rentmeijster de Goijer bruijckt dat Maetgen geteijckent met H
Jacob Jansfz. gebruijckt de Landen geteijckent mette letter J
Henrick Aelbertssz. bruijckt K. daer van 't Convent 1/3 compt: (het is voor het 1/3 groot 2M.2H.84R.) K
de weduwe van gebruijckt dat geteijckent is L
Het Heetvelt int geheel met het Bosch geteijckent met M
Tusschen de eigendommen van het Convent lag, aan anderen toebehoorende, geheel in het noorden, aan de Eem, een stukje waarin geschreven staat: "Henrick Aelbertsfz. eijgen dammit". Dan, van het oosten naar het noorden, eene strook gronds , waarin geschreven staat, van de duinen tot wat nu de straatweg is: "Dit lant hout jhr. Reijnier van Olden Barneveld in Erffpacht"; en van den straatweg tot de Eem: "Hier gelanden de Erffgenamen van jhr Reijnier van Olden Barneveld". En verder, oostelijk van den Zwarteweg tot de Eem, twee strooken weiland.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.