Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Woonplaats Soest - tussen wil en dank

Hugo Schaaf

De titel is niet geheel juist: een klein deel van de besproken personen ging met plezier naar Soest, maar voor allen gold dat ze niet vrijwillig Soest als woonplaats kozen, maar gedwongen werden door omstandigheden of door de eisen van een of andere autoriteit.
Indien boerenknechten uit andere plaatsen voor seizoenarbeid of langer dienstverband in Soest kwamen werken, dan zouden zij de eersten zijn die in dit verhaal passen. Wat is over deze tijdelijke inwoners bekend? Hebben enkelen zich ter plaatse gevestigd of zijn ze allen weer verder getrokken? Pas na 1914 kan men spreken van duidelijk afgebakende groepen van mensen die - onverwacht en ongepland - voor korte of lange tijd Soest als woonplaats moesten accepteren.


"Albertsdorp"te Soesterberg waar Belgische vluctelingen 1914-1918 waren ondergebracht


De Eerste Wereldoorlog bracht Belgen, die gevlucht waren voor de Duitse bezetting van hun land en hoewel de meesten in het kamp in Amersfoort terecht kwamen, vestigden anderen, die het zich financieel veroorloven konden in Soest of elders.
Ik denk aan de beminlijke Prof. Minnaert, die in een brief vermeldt dat hij meer dan eens samen met mijn vader, van de halte Nieuweweg komend, over de Bosstraat gelopen was. Prof. Minnaert zou later bekend worden door zijn werk bij de Sterrenwacht in De Bilt. Een andere naam was Hinderdael, die aan de Kolonieweg, dicht bij de spoorwegovergang, een kleine drukkerij had in een modern, laag gebouw, wit gepleisterd en met een plat dak.
Een andere, kleinere groep Belgen kwam na 1918 de grens over, zij waren wegens hun pro-Duitse activiteiten niet gewenst in eigen land.
 

Sanatorium Zonnegloren gelegen tussen de dennenbossen

Met de bouw van Sanatorium Zonnegloren kwam een regelmatige stroom van nieuwe, onvrijwillige Soestenaren, TB patiënten, voor wie Soest maar al te vaak het laatste adres zou worden.

Er moeten duizenden brieven en prentkaarten vanuit Zonnegloren verstuurd zijn. In de 70-er jaren kwam ik vaak op het Prentkaartenarchief van de heer Zilver in Amsterdam, die aan de Keizersgracht een klein kantoortje had met meer dan 1 miljoen kaarten.
Voor Soest waren zelfs twee schoenendozen gereserveerd; een groot deel bestond uit kaarten die door patiënten van Zonnegloren verstuurd waren. De teksten waren meestal optimistisch :

"Lieve Vader en Moeder, Ik ben hier nu al weer zes weken en al 4 pond aangekomen "

Zonnegloren, dat midden in de dennebossen lag, bracht Soest de reputatie een gezonde plaats te zijn en op advies van artsen kwamen nu ook andere longlijders in Soest wonen. Een van hen, Frans Verbeek uit Rotterdam, was een begaafd pianist die aan asthma leed en kort na 1940 met zijn moeder op Heideweg 14 kwam wonen, naast de fam. De Man, bij de hoek van Heideweg en Duinweg.
De vrouw van Felix Ortt was directrice geweest van het kindertehuis "Zandbergen" in Amersfoort en zij hield levendig contact met haar pleegkinderen, waarvan enkelen ook in Soest kwamen wonen. In de hongerwinter van 1944-1945 kwamen twee van hen bij de fam. Ortt op Bosstraat 12 in huis. Later kregen zij een huis toegewezen en zo kwamen Wim en Truus de Vries ook op de Heideweg te wonen, aan de oneven zijde, het kan nummer 7 geweest zijn, het was het rechterdeel van een dubbel huis.
Ook Wim had asthma en nadat Frans Verbeek in 1950 gestorven was, overleed ook Wim enige tijd later aan deze kwaal.


Herstellingsoord Trein 8.28 aan de Kolonieweg

In dit verhaal passen ook de enigen die met plezier naar Soest leken te komen, de "bleekneusjes" die in het Koloniehuis van de Stichting "Trein 8.28" de zomermaanden doorbrachten en vaak te zien waren op weg naar de duinen. Ook in Vosseveld was een tehuis van deze stichting. Kinderen die voor langere tijd in Soest geplaatst werden, woonden in een tehuis in het midden van de Eigendomweg. Blijkbaar werd daar een moderne aanpak van de kinderzorg toegepast, de kinderen gingen naar plaatselijke scholen en toen onze klas van de Van der Huchtschool een toneelstukje instuderen wilde, konden we repeteren in dit tehuis. Een van de inwoners die ik me herinner, was Marjo Lorjé.
Op de Klein Engendaalweg woonde Zuster Manders die ook een paar kinderen in huis had, maar of ze alleen voor vakanties daar waren of voor langere tijd is me onbekend.
Terug in de tijd naar een andere groep die door politieke omstandigheden hun eigen land verlaten moesten: de meest Joodse vluchtelingen uit Duitsland na 1932. Enkelen van hen verbleven als "paying guest" bij de fam. Rink op Bosstraat 18. Een van hen was Lena Sternefeld, die in mij een aandachtig toehoorder vond voor haar liedjes en verhaaltjes, waarvan ik wel niets verstaan zal hebben, maar dat maakte het juist zo fascinerend!
De onrust van deze jaren spitste zich toe met de staat van oorlog tussen Duitsland en Engeland. De mobilisatie van het Nederlandse leger voerde ook militairen naar Soest, doe o.a. hun intrek namen in de Van der Huchtschool, zodat wij verhuizen moesten naar het gebouw van de Katholieke school aan de Steenhoffstraat en later naar het Kasteeltje op de Eng.
Na mei 1940 kreeg een grotere groep militairen, nu Duitse, Soest als woonplaats toegewezen, misschien zelfs soldaten afkomstig uit het Duitse Soest. Hun aanwezigheid vormt een verhaal apart, maar hoewel zij de grootste groep tijdelijke inwoners vormden, zal er wel het minste over bekend zijn, tenzij iemand in Duitsland onderzoek verricht heeft en de vroegere plaatsgenoten naar hun ervaringen heeft gevraagd. Een van hen heeft in elk geval een blijvende indruk achtergelaten in de vorm van een dochter.
Later in de oorlogsjaren zijn onderduikers en misschien ook geallieerde vliegers korte of langere tijd in Soest geweest, terwijl er altijd wel enige evacuees het inwonertal verhogen kwamen.
Een andere groep die zich op medisch advies plotseling in Soest bleek te bevinden, was die van patiënten van de Willem Arntzhoeve in Den Dolder. "Rustige" patiënten en kinderen met Down's Syndroom werden tegen geldelijke vergoeding geplaatst bij gezinnen die wel wat extra inkomen konden gebruiken.
Het was, zoals meer van deze systemen uit die tijd, een methode waarbij de betrokken patiënt geen enkele mening of stem had en dat makkelijk leiden kon tot onbedoeld of bedoeld misbruik.
Op de Nieuweweg kwamen we vaak een tengere man tegen, die altijd heel beleefd zijn hoed afnam voor mijn moeder. Ook was er een vrouw met wit haar die altijd te vinden was op één van de zitbanken in de gemeente, of het nu Soest-Zuid of Soestdijk was.
Of deze zwerflust deze vrouw eigen was of dat ze 's morgens min of meer de deur werd uitgezet, bleef een onbeantwoorde vraag.
Een andere patiënt was te vinden in Café De Viersprong op de hoek van Birkstraat en Eikenlaan, een oud rustiek café met een eveneens oude waardin (mw. Flierman??) die ook nog een groene papegaai in het café had.
In 1938 belandde zij in een ziekenhuis in of bij Utrecht en mw. Beijen van Eigendomweg 14 en haar dochter hielden het huishouden gaande. Zij hadden ook een groene papegaai, waar ik dol op was en het was dan ook een verrassing dat Lorre II, die niet als vriendelijk bekend stond, mij met vreugde begroette.
Op een Zondag gingen we met de huisgenoot, blijkbaar in een huurauto met chauffeur (dat zal wel van TAK geweest zijn, die net om de hoek op de Eikenlaan zijn garage had) naar het ziekenhuis voor een bezoek.
Onderweg werd de man onrustig en wilde de auto uit, blijkbaar dacht hij dat we hem naar een inrichting terug wilden brengen. Met wat moeite werd hij gekalmeerd en de reis ging verder.
Wat betreft Trein 8.28 nog een opmerking.
Als uitleg voor de naam wordt gezegd dat het idee opkwam bij vaders van bleekneusjes die met de trein van 8.28 uit Amsterdam kwamen. Ik heb echter altijd gehoord dat het FORENSEN, meestal welgestelde heren waren, die, op een ochtend filosoferend over hun bevoorrechte leef- en woonsituatie, het initiatief namen om kinderen uit de grote steden te laten genieten van een totaal ander en gezonder milieu.
Deze uitleg lijkt ook logischer, want de vaders van zulke kinderen zullen wel niet op een zo late tijd in de trein gezeten hebben of in de stemming geweest zijn om te filosoferen.
De stichting heeft zoveel jaren gefungeerd, dat er zeker uitgebreide gegevens over e.e.a. zullen bestaan. Als die ergens te vinden zijn, dan kan dit een boeiend verhaal opleveren, vooral als ook de ervaringen en meningen van de kinderen zelf achterhaald kunnen worden. Die zullen zeker gevarieerd en verrassend zijn!
Over de min of meer vrijwillige inwoners van na 1945 schrijft hopelijk iemand anders eens een stuk.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto