Gijs van Brummelen
Het waren in de vorige eeuw voor de arbeidende klasse kommervolle tijden. Kinderen moesten al vroeg uit werken, vaak extern als knechtje of dienstmeisje, voor wat geld om de noden van het gezin mee te helpen dragen. Vele moeders konden nauwelijks brood en kleding kopen. Het gevolg van al die ellende was een toenemend drankmisbruik. Misschien meer in de grote steden, maar ook in Soest was de drank een probleem van de eerste orde, vooral de mannen keken te vaak en te diep in het glaasje. De uitzichtloze situatie van geen werk en inkomen deed vele huisvaders in die tijd hun verantwoordelijkheid verliezen. Hun drinken sleepten hele gezinnen mee in een neerwaartse spiraal van ellende. Daar moest een reactie op komen. Het gebruik van sterke drank moest aan banden worden gelegd, daar was iedereen het over eens. In mei 1881 greep de toenmalige regering eindelijk in. De Tweede Kamer nam in dat jaar met ruime meerderheid, 68 stemmen voor en 7 stemmen tegen, het wetsvoorstel van de minister van Justitie, Modderman, aan. Vele kamerleden hebben toegegeven dat de nieuwe drankwet niet bij machte zou zijn het alcoholisme geheel uit te roeien maar het was een stap in de goede richting. De verkoop van sterke drank zou in het vervolg beperkt worden en liefst teruggedrongen door een vergunningstelsel. Belangrijkste regels van de nieuwe drankwet waren de volgende. Het aantal lokaliteiten zou worden gekoppeld aan het aantal inwoners. Het werd strafbaar aan kinderen onder de 16 jaar sterke drank te verkopen en ook aan lieden die al in kennelijke staat verkeerden mocht de kastelein geen drank meer schenken. De vergunninghouder was voortaan verantwoordelijk voor het gedrag van zijn clientèle. Men kreeg een jaar de tijd om vergunning aan te vragen. Ook in Soest moest iedere logementhouder, kroegbaas of wie ook maar sterke drank verkocht, binnen een jaar een vergunning aanvragen. Deze aanvragen werden opgetekend in wat officieel heet "Register der vergunningen tot verkoop van sterke drank in het Klein" van de Gemeente Soest.
In mei 1882 stonden er 28 vergunninghouders ingeschreven, 24 in Soest en 4 in Soesterberg. Let wel: het ging om lokaliteiten waar alleen sterke drank (jenever) werd geschonken en ook wel los verkocht van boven de 15% alcohol. Wijn en bier werden buiten beschouwing gelaten. Alle vergunninghouders gaven op dat zij ook op zondag drank verkochten. De vraag of zij drank verkochten tussen zaterdagavond en maandagochtend beantwoordden allen met "ja". Verder gaven alle vergunninghouders op hoeveel jenever zij per jaar schonken of als losse verkoop omzette. We kunnen uit al dat cijfermateriaal vrij nauwkeurig berekeningen maken over de situatie in Soest. Het dorpje Soest telde in die jaren om en nabij de 3700 inwoners. Omgerekend op het aantal lokaliteiten kwam dat neer op één café per 135 inwoners of verder omgerekend op één café op 27 gezinnen. De totale hoeveelheid drank die volgens opgave werd omgezet kwam bijeengeteld op ruim achttienduizend Kan sterke drank per jaar, of wel 5 liter sterke drank per inwoner (1 Kan = 1 liter).
Of het vergunningstelsel mede heeft bijgedragen het drankmisbruik terug te dringen valt te betwijfelen. We drinken nog evenveel alleen minder in het café, we zijn echte thuisdrinkers geworden. Van de toen 28 geregistreerde lokaliteiten met vergunning uit 1882 zijn er anno '94 nog maar 4 over en deze zijn dan nog nauwelijks herkenbaar als café uit die jaren.
Café Soestdijk, 't Luikje, verder wat nu restaurant De Korte Duinen bij Avia is en restaurant 't Zwaantje in Soesterberg. Het café als plaats om een borreltje te drinken en als ontmoetingsplaats voor gezelligheid en verzetje is verdwenen. Het bekende café van Geurtje Sukel op de Lanstraat of dat van Driekus Butzelaar op de hoek van de Korte Brink bestaat niet meer. Iemand die de sfeer van het oude café nog heeft geproefd vertelde mij laatst. "Bij "Driekus over plank" zoals het café van Butzelaar werd genoemd kwamen na de begrafenis de koetsiers vaak nog even een borreltje pakken. Eén van hen zei altijd "Wie drinkt bederft, wie niet drinkt sterft. Beter teveel gedronken en bedorven als niet gedronken en gestorven", en dan schoof hij het lege glaasje nog maar weer eens richting kastelein.
Over cafés en kroegen van Soest zullen wij u in volgende afleveringen van Zoys tot Soest meer vertellen.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.