Herinneringen van een Soester Pauselijke Zouaaf XI

Peter van Doorn

Hiervolgend de laatste bijdrage van onze plaatsgenoot Peter van Doorn, die ruim honderd jaar geleden als Zouaaf in het leger van de Kerkelijke staat diende. Na de slag bij Mentana in 1867 keerde hij in 1868 met verlof naar huis terug.
Redactie

DE REIS NA SUBIACO
Den twintigste November kwam er van het raport af dat wij weder moesten vertrekken uit Rome met onze kompanie
Wij vertrokken des smorgens om acht uren den een en twintigste en kregen om elf uren groote rust bij een huis dat geheel alleen stond tusschen de bergen en waar zij wijn verkogten daar können wij een glas wijn gaan drinken als wij wilden en kregen wij een stukje kaas
Toen wij daar een uur vertoefd hadden moesten wij weder op maceeren en kwamen des avonds om zes uren in de Stad Tivoli, maar wij kwamen niet in de Stad maar bleven in een nabij liggend Klooster dat digt bij de Stad lag
Dat Klooster was bestrooid met strooi waar wij op moesten slapen en des smorgens ontwaakt zijnde moesten wij om zeven uren weder vertrekken. Wij liepen de Stad door en toen wij er buiten waren liepen wij tusschen de groote steenrotssen en gedurig hoorde wij een bruissend water dat uit de bergen kwam vloeijen toen wij een uur of vier geloopen hadden kregen wij groote rust en de kok welke voor ons uit was had daar in een huis soep gekoot voor ons en die was gereed toen wij daar aankwamen
Toen wij daar een uur vertoefd hadden liepen wij weder verder op en toen wij op een half uur afstands van de Stad Subiaco waren kwamen ons de burgers al afhalen met brandende fakkels in de hand en met een groot geschreeuw Via de Zouaven en toen wij voor de poort van de Stad kwamen stond een schoon muziek van de burgers ons af te wachten en duizende menschen en ieder riep zoo hard hij maar kon oud en jong Viva de strijders van Mentana en het muziek begon te spelen en speelde zoo lang wij in onze kozarne waren en wij liepen onder een poort door die zoo mooi gemaakt was met bloemme en palm en allerlei strikken van zij en waarop geschreven stond met groote letters Viva Pius Negen en de weg was bestrooid met bloemen als de Paus er onder door had moeten loopen dan had het niet deftiger kunnen zijn
Wij werden daar geplaatst in een groote kozarne waar schoone bedden waren en alles naar den aard Wij hadden het daar heel goed en de menschen waren goed voor ons Ik heb daar ook nog iets gezien in die Stad, toen wij daar twee dagen waren had er eene groote plechtigheid plaats voor ons. er werdt een deftige Mis gedaan door een Kardinaal en een uitvaart er bij voor onze overledene broeders van Mentana en daar moesten wij alle bij tegenwoordig zijn. een zeer groote plechtigheid voor ons ook heb ik daar het Klooster van den Heilige Benedictus weze bezigtegen, het welke een groot half uur van de Stad verwijderd ligt
Daar heb ik de rots gezien waar hij in geleefd heeft daar is nu een groot klooster op gebouwd.
En die rots zoud gij zeggen hangt zoo gevaarlijk dat hij moet vallen maar als een Mirakel blijft hij staan Ik heb ook de plaats gezien waar de duivels de Heiige Benediktus in de doorne hebben geleid en die doorne zijn dadelijk in bloemen veranderd De bloemen stonden te bloeijen toen ik daar was, het zijn van de schoonste bloemen, welke men bedenken kan, en het Klooster is zeer zeer schoon op zich zelve.
Voor eenige jaren hebben de Briganten het ook al eens geplunderd daar is het geen beter van geworden maar tegenwoordig is er een groote wacht welke daar nu altijd blijven

HET VERTREK NAAR ROME

De vierden December moesten wij weder vertrekken naar Rome er kwamen anderen Zouaven ons aflossen Wij vertrokken des smorgens om vier uren en kwamen om negen uren in de Stad Vico Varo aan een zeer armoedig Stadje wij werden daar geleid naar een kerk waar wij moesten blijven tot daags daarna er werdt daar voor ons soep gekookt en des namiddags rats en des avonds kropen wij maar weder bij mekaar in het strooi
Des smorgens op gekomen zijnde kregen wij eerst koffij en moesten om zes uren weder vertrekken En schoonen kerk heb ik nog gezien te Vicovaro daar heb ik in gezien een Mirakeleus beeld de Paters zeide ons dat er al verscheidene Mirakelen gebeurd waren Ik heb er ook veel krukken en dergelijk zien hangen van lammen die daar hunne genezing hebben bekomen ik heb er ook nog een Heilige onder een Altaar zien leggen de beenen allemaal nog goed gesloten in elkaar er werdt gezegd dat dezelve in de Katekombe gevonden was
Nu wij vertrokken des smorgens om zes uren en kwamen om negen uren te Tivoli aan alwaar wij de geheele dag gebleven zijn 
Ik heb daar vier schoone kerken gezien die zeer mooi zijn bijna zoo schoon als in Rome, ook was de Stad zeer schoon op zichzelve zeer schoone winkels heb ik daar gezien van kleederen stoffen enz Daags daarna den zevenden zijn wij opgetrokken naar Rome en kwamen dienzelfde avond in Rome aan
Van de feesten welke ik voor en na Nieuwjaar heb bijgewoond te Rome zal ik u hier maar niets van melden want van een geheel jaar heb ik de feesten in mijn vorige bladzijden gemeld en die feesten en plechtigheden zijn ieder jaar het zelfde dus acht ik het onnoodig daar nog meer van te melden daar gij het beminde lezer in de vorige bladzijde lezen kunt.