Hofsteden in Soest; het Korte Eind III

Gerard Staalenhoef

Hofsteden in Soest, het Korte Eind I
Hofsteden in Soest, het Korte Eind II

In het winternummer 1980-'81 werd, bij het tweede artikel, een schilderij gereproduceerd van de hoek Ferdinand Huycklaan/Kerkdwarsstraat. [1]
Toen was nog niet te voorzien dat een jaar later, namelijk op 18 december 1981, op die lokatie de eerste eigen huisvesting van de Stichting Oud Soest officieel zou worden geopend.
In deze (toenmalige) Oudheidkamer was een overzicht opgesteld van een aantal vorige bewoners van de boerderij, waarvan het adres eerst was Achterweg 8 en thans Ferdinand Huycklaan 18. Van dit overzicht, dat zich wellicht nog ergens in het Museum Oud Soest bevindt, zijn destijds door mij een aantal gegevens overgenomen die hier mede zijn verwerkt.
In het eerste artikel over de bewoners van het Korte Eind wordt een verkoop uit 1671 besproken van een "huijsinge en hofstede" aan het "corte eijndt" waarbij als een van de belendenden wordt genoemd Henrick Peter Baerntsz, o.a. lid van het Gaasbeeksgilde in 1585. [1]
Inmiddels is bekend dat deze Henrick behoort tot de familie Roeten, een tak van de familie Schade of Schae. Henrick had vier kinderen, waaronder de dochter Petertje Hendrikse Roeten. Deze is twee keer getrouwd, eerst met Jan Aartse (Pot) en daarna met Gijsbert Berentse (Bouter). [2]
Uit haar tweede huwelijk heeft Petertje vijf kinderen:
1. Cornelia Gijsbertse, die in 1733 trouwt met Claas Segerse Schouten;
2. Maria Gijsbertse, die eerst trouwt met Isaak Jacobse, en zo de "stammoeder" wordt van alle dragers van de naam Stalenhoef of Staalenhoef; als weduwe hertrouwt zij met Gerrit Janse Kok;
3. Wilhelmus Gijsbertse, gehuwd met Maria Cornelisse, uit welk huwelijk vijf kinderen;
4. Bernhardus Gijsbertse, waarover hierna meer en
5. Jannetje Gijsbertse; gehuwd met Peter Cornelisse Ruygh.

De zoon Bernhardus Gijsbertse is gedoopt te Soest (R.K.) 1- 7-1705, hij trouwt in 1738 met Gerrigje Hendrikse Kok en hertrouwt, als weduwnaar, in 1766 met Gerritje Peterse Walraven.
Hij is kennelijk vóór 1786 overleden want op de lijst van inwoners uit 1786 staat onder nr. 60 vermeld "de weduwe van Barend Gijsbertse" als boerin met 5 personen en 1 "dienstbode". Haar buurman (op nr. 59) is dan Jacob Isakse Stalenhoef, boer. [3]
Op de kaart uit 1809, waarvan het Museum Oud Soest een copie heeft, staan alle Soester percelen weergegeven. De bijbehorende lijst geeft de oppervlakte, de eigenaar en het gebruik van elk perceel aan. Zo worden de erfgenamen van Barend Gijsbertsz Bouter, namelijk zijn kinderen Grietje, Gijsbert, Tijmentje en Pieter, alsmede Antje en Gerritje Logtestyn, dochters van zijn overleden dochter Petronella, vermeld als eigenaren van o.a. de percelen
469 weiland - 1 morgen - 90 roe en
470 bouwland - 2 morgen - 583 roe
Deze percelen lagen (voorzover mijn topografische kennis van Soest reikt) in het Korte Eind en ik vermoed dat op één van deze percelen de boerderij aan de Ferdinand Huycklaan 18 staat.
Van de kinderen van Barend Gijsbertse Bouter is in dit geval van belang de dochter Tijmentje of wel Thimothea, zoals zij werd genoemd bij haar doop te Soest op 27-3-1775. Tijmentje trouwt te Soest op 5-5-1815 met Adrianus Dirkse van den Dijssel.
Een zoon uit dit huwelijk, Bernhardus van den Dijssel, is geboren te Soest op 22-1-1818 en trouwt eerst (1852) met Gijsbertje van Hofslot en later (1865) met Jannetje Hendriks van 't Klooster. Deze Bernhardus verkrijgt van zijn oom (moeders broer) Gijsbert Bouter ca. 1848-'49 het merendeel van diens landerijen en betrekt de boerderij op de Achterweg 8 en heeft deze in 1857 gerestaureerd.
Kennelijk heeft de zoon uit zijn eerste huwelijk, Pieter van den Dijssel (1855-1901), deze boerderij geërfd, want diens weduwe Hendrika Willemse Kok heeft de boerderij ca. 1910 verkocht aan Dirk Wolfsen.
Daarna heeft hier de familie Van den Muijzenberg gewoond en in het recente verleden was er de Oudheidkamer gevestigd.

Noten:
[1] De eerdere afleveringen zijn geplaatst in "Van Zoys tot Soest", 1e jrg, nrs. 2 (blz. 13-14) en nr. 3 (blz. 2- 4 ).
[2] Inzake de familie Bouter is een uitvoerig overzicht samengesteld, waarbij mede dankbaar gebruik is gemaakt van gegevens die mede zijn verzameld door anderen, waaronder mevrouw J. van Kleinwee-van den Dijssel, die ook de familie Van den Dijssel uitvoerig heeft bestudeerd.
[3] Zie voor deze lijst "Van Zoys tot Soest" 9e jrg., nr. 3 (blz 2 t/m 8 ).