Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Herinneringen van een slagersjongen op Soest

R.J. van Lierop

"Zeventig jaar geleden zei je vader wel waar je kon gaan werken. Dus werd ik van het boerenbedrijf naar een slagerswinkel gestuurd. Tegenover café 'De Grote Slok' van nu zat op de hoek van de Langestraat in Amersfoort een zaak van ome Cor. Hij noemde het de 'Delftsche Slagerij' en ik kon er als 14-jarig jochie wel aan de slag.

Op de boerderij was het al flink aanpakken geblazen. Eerst om 05.00 uur op om de koeien te melken en dan op de klompen naar school in Hooglanderveen. Het slagersvak is in al die jaren al even hard ploeteren geweest, lange dagen en vaak tegen een mager loon. Toen ik op Soest kwam bij de slagerij Henk van de Berg verdiende ik fl. 12,- in de week.

EEN GULDEN

Je kon wat extra's vangen door 's avonds na je werk bij een boer een koe te slachten. Ik ging dan op de Kooiweg daar achter bij de Melm zowat, bij ene Hilhorst op de boerderij nuchtere kalveren slachten. Daar kreeg je dan een gulden voor, dat was heel wat, want van thuis mocht ik maar twee kwartjes van mijn hele loon houden. En als je het hart hebt dat je er thuis wat van zegt hou ik die gulden weer in, zei Van der Berg.
Vergeet niet, dan fietste ik dus in het donker langs de spoorlijn over het grint naar het andere Melm. Bij het viaduct richting Amersfoort ging ik dan bij boer Fijnegeer het erf over. Na de slacht gauw op weg naar de het werk in de slagerij.

HYPNOTISEUR

Veel vertier was er niet in die dagen. Ik zat op een toneelclub in de 'Gouden Ploeg' repeteren en ook optredens. Vergeet nooit die keer toen er een hypnotiseur in het programma zat. Mensen in trance kropen het toneel af en gingen op handen en voeten uit een bakje melk slobberen. Eentje werd na een glas water zo dronken als wat en de laatste stunt was de hele zaal mensen die de gevouwen handen niet meer los kreeg. Moest wel later van die gezellige club af, was niet R.K. dat vond de pastoor dus niks.

Mijn baas noemde me altijd Rudolf, en Rinus van Asch de opa van de huidige slagers op Soest, noemde me Roel. Hij was de meesterknecht en daar leerde je dan als aankomend slager het meest van. Toen was er nog geen Slagersvakschool en bij elke baas leerde je wel wat. Eenmaal zelf in een eigen slagerswinkels in de weer, bleef Ik zeggen dat je van je knechten ook wat kunt leren.

'SOEPIE'

Mijn baas werd in Soest 'Soepie' genoemd, hij kreeg die bijnaam omdat hij elke klant een beetje poulet en schenkel voor het maken van een lekkere soep aanprees. 'Nog een soepie mevrouw?' 'Ja doe maar'. Dan wist mijn baas wel wat er afgewogen kon worden. En zo heette de zoons Joop van de Berg die net voorbij de Torenstraat een slagerij had, ook 'Soepie' en in Soesterberg zat Kobus 'Soepie' eveneens met een slagerij.

Voor de tijd van de slachthuizen, werden de beesten bij de boer of de slagerij geslacht. Ook op Soest, naast de Petrus en Pauluskerk staat nu een snackbar, maar daarachter is rechts nog een schuur te zien. Daar brachten de boeren de koeien, die dan eerst in een hok bij het aanpalende café van Frits Heeremans werden gestald. Mijn baas had 's morgens, soms met z'n T-Fordje, in de omgeving een koe gekocht die de boer later op de fiets bracht.

Toen ik later zelf koeien ging kopen, gaf slager Bos van de Koninginnelaan me de tip om naar Eemnes te gaan. Daar aan de Wakkerendijk zat Frans Stalenhoef en daar zei Bos tegen: 'Je hebt geld zat, je moet deze man eens wat koeien krediet geven.' Want ik kocht van de grossier wel varkens maar die lagen veels te veel af (kon je veel van weggoien red.). Ze waren ook wel dik gevreten of ik kreeg een vette. Ik kon ze niet vooruit betalen, dus veel praatjes kon je niet hebben.

GEVAARLIJK

Het doden van een beest heb ik nooit graag gedaan. Als het maar goed en snel gebeurt had ik er geen moeite mee. Ik was altijd blij als het beest dood was, dan gaf ik er niks meer om.

Mijn baas zette dan voor de eigenlijke slacht een masker op de koe. Als je dan met een hamer op een pennetje sloeg ging er een 6 mm. kogel door z'n kop. Een keer liep het net goed af, want het was toch wel gevaarlijk werk hoor.

Een koe sloeg met z'n kop het masker weg. De kogel ging af en vloog precies tussen ons door tegen de muur. Een stuk steen vloog uit die muur en schampte de nek van Henk van de Berg. 'Rudolf, Rudolf, is het erg? Is het erg?' Gelukkig was er niet meer te zien dan een rode plek.

Varkens werden met de 9 mm. buks neergeschoten. Gewoon zo, poff. Maar als je kort bij een varken komt dan vliegt die rond, dus die moet je rustig benaderen. Langzaam naar dat beest toelopen dat met de oren voor zijn ogen hangend voor je staat en dan goed richten. Negen van de tien keer lukte dat wel.

KATROL

Ja, en daar stond je dan. Moest je als knul van amper achttien in je eentje een hele koe slachten. Piet Majoor, waar ik in '33 in Soesterberg met een eigen slagerij naast zijn bakkerij ben gaan zitten, hielp me even bij het ophijsen. Piet werkte als bakkersknecht bij Arie van der Breemer, die had tegenover Van de Berg een bakkerszaak, links naast het huidige museum Oud Soest.

Alleen kreeg je 1200 pond aan koeievlees natuurlijk niet omhoog. Dus met de achterpoten aan de katrolhaken, en dan de huid eraf, darmen en zo eruit en doorhakken zogezegd. Zware klus was dat.

In die tijd werd er door slagersverenigingen en commissies gepraat over de bouw van een abbatoir. Het Rijk en de keuringsdienst hadden beslist dat het thuislachten niet meer mocht. Toen werd er op de Lange Brinkweg een timmerfabriek gekocht. Ik kocht daar altijd zaagsel voor de rokerij achter de slagerij aan de Steenhoffstraat.

WOONHUIS

Voor aan de straat zat bij die timmerfabriek een gewoon woonhuis, dat is helemaal dichtgemetseld. Want daarachter moest het koelhuis komen, in de fabriek zelf kwam de betegelde slachterij met rails en dergelijke en in de bijgebouwen kwamen de noodslachtplaats, afvalberging, inzoutafdeling voor darmen en huidenbergplaats.

Het slachthuis werd eigendom van de Soester slagervereniging en nadat het financieel niet meer op te brengen was nam de gemeente Soest het over.

En dan ging je naar veel slagers om wat vlees te halen of te brengen, net gelijk wie tekort kwam. Op de Julianaiaan zat er een, Bokma de paardeslager op de Beukenlaan en Beemer vlakbij Nieuwerhoek, Jan Laseur op de Molenweg.

Na mijn opleiding bij slagers hier in de buurt en elders begon ik in Soesterberg een eigen zaak. Uiteindelijk eindigde ik met een slagerij in Baarn, waar ik nu met mijn 84 jaar nog drie keer in de week 's ochtends vroeg de huidige eigenaar help. Want m'n vak blijft m'n hobby."

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto