Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Herinneringen aan de Soester Pauselijke Zouaaf VI

Peter van Doorn

In de hierna volgende bijdrage uit het dagboek van Peter van Doorn, bezoekt hij een hospitaal in Rome. Maar dan trekt "onze Kompanie" plotseling ten strijde want de troepen van Garribaldi rukken op en verschillende dorpen en steden bij Rome zijn al ingenomen. October 1867. Het voorspel van de beroemde slag bij Mentana gaat beginnen.
Redactie

Iets over het hospitaal San Spirito
Het Hospitaal San Spirito digt bij de St. Pieter gelegen, is het grootste en aanzienlijkste van Rome.
Toen ik de hoofdpoort van dit ontzaggelijk gebouw binnen ging, stond ik aanstonds voor een zeer prachtig Altaar, aan beiden zijde breiden zich de lange breedte, en hooge vleugels van het gebouw uit zoo dat de zieken uit hunne legersteden op het Altaar kunnen zien, en dagelijks de H. Mis bijwonen.
Monsiegneur l'albe notre hospital grandiose vous étonne! zoo sprak een der liefde zusters tegen mij, toen ik verbaasd over den grooten aanleg een blik naar de ruime zalen sloeg en den indruk van dit gezigt niet kon verbergen. Zij toonde zich dadelijk bereid mij in het hospital rond te lijden, doch moest de uitvoering door van eenige oogenblikken vertragen daar zich op dat oogenblik onverwachts een zieke ter verpleging aanmelden zonder vooraf van zijnen komst eenige kennisgeving gedaan te hebben, werdt hij liefderijk opgenomen! en men vroeg nog naar Godsdienst nog naar woonplaats, en zijn legerstede was ter nauwernood in gereedheid of een der geneesheeren, die in het hospitaal hunne woning hebben stond bij hem om de noodige middelen voor te schrijven.
Nooit komt hier eenzieken te vergeefs om hulp vragen zelfs wanneer er hevige besmettelijken ziektens heerschen, houd het hospitaal voldoende plaats ruimte over
Ofschoon het gemiddeld getal 800 bedraagd, kunnen er evenwel 2000 lijders ter verpleging te gelijk worden aangenomen, het beddegoed is zeer rein en al het overrige zoo zindelijk dat er zelfs voor de keurige hollanders niets te wenschen zou overblijven Daar de gewelven hoog en de lokalen ontzaggelijk groot zijn, blijft de lucht zuiver frisch, en gij vergeet dat 800 zieken uw omringen
Aan het hospitaal is behalve de uitgebreiden Apotheek, een Anatomien museum verbonden, een ander gedeelte van het gebouw is tot ziekenhuis voor Militairen ingerigt.

De veldslag bij Verola
Den zestienden October zijn wij vertrokken uit Rome om een veldslag te gaan leveren tegen de Gardibaldianen onze bestemming was nu Montelibrette wij vertrokken dan den 16 October des smorgens heel vroeg en liepen in een togt door tot Monterotonde alwaar wij des avonds in donker aankwamen. Wij werden daar geplaatst in een zeer groot kozerne en wij waren met 800 man bij elkaar het duurde wel een uur eer dat wij alle geplaatst waren en toen wij allen geplaatst waren kregen wij verlof om de Stad in te gaan en wat te gebruiken daar wij ook heel blij om waren want wij hadden den geheelen dag geloopen en niets gehad dan een stuk droog brood, wij gingen daar in een wijnhuis, komadeerde daar wat wijn en dergelijk om te eten Wij aten en dronken daar zco lang wij ons genoegen hadden en toen gingen wij naar de kozarne om eennigzins een weinig te rusten, onze slaapplaats was daar op kamers maar zoo op de steenen, nu wij konden daar wel op slapen door dat wij zeer vermoeid waren.
Eer dat wij ons ter rust begaven werdt er gezegd van onze Oversten dat wij des smorgens om zeven uuren weder moesten vertrekken, na Montebibrette hopende daar de vijand te zullen aantreffen, toen wij des smorgens ontwaakt waren dronken wij eerst koffij, en toen moesten wij vertrekken wij verzamelde met onze geheele troep bij elkaar op de groote plaats en toen trokken wij gelijk de Stad uit, toen wij een uur buiten de Stad waren was het zeer moeijelijk voor ons om te gaan dat zoude nog wel gegaan hebben maar wij hadden een kanonstuk bij ons en daar was het zeer moeijelijk voor om daar te komen daar moesten wij gedurig wel een half uur op wachten Zij spanden er vier paarden voor en vier ossen en nog können zij het er bijna niet doortrekken, dus kunt gij wel denken dat het een moeijelijke weg was, het was ten minstens des na middags vijf uren eer dat wij te Montelibrette aankwamen, doch de vijand was er niet.
Wij bleven daar des nachts maar niet in de Stad, wij moesten buiten de Stad gaan kampeeren, om dat er in de Stad geen plaats was voor ons alle, wij gingen dan buiten de Stad op een berg onze tent opslaan, en toen werdt er soep gekookt! toen wij die gebruikt hadden gingen wij onder onze tenten om wat te gaan rusten, er wierdt een groote wacht uitgezet, die moesten waken en er werdt ook weder gezegd dat wij den volgende dag weder moesten vertrekken Wij zullen verhaalde onze Kolonel welke ook maar bij ons onder de tent lag morgen Garribaldi een presentje gaan brengen, wij stonden des smorgens op verkloemd van de kou, en nat van de koude nevels welke over de gebergte heen trokken, wij kregen des smorgens geen koffij maar om zeven uren kregen wij soep omdat wij nog een verre reis voorhanden hadden

Want er werdt gezegd dat Garribaldi in de Stad Nerola was en dat wij hem daar een bezoek zoude brengen, om 8 uur vertrokken wij weder en daar wij nog al een schoone weg hadden stapten wij nog al zoo spoedig voort en kwame om elf uren bij de Stad, toen wij nog een half uur van de Stad verwijderd waren zagen wij de Garribaldiaansche vlag op het fort wapperen en er werdt aan ons gekommadeerd van de randsels af te leggen, nu wij gooiden den ransels van onze rug en toen wij een kwartier verder kwamen begonnen zij op ons te schieten als of het kogels regende het was den dag van den 18 October En wij regelde ons langs een berg alwaar wij goed de rigting hadden om op hun te schieten en het kanon dat wij bij ons hadden werdt juist gerigt op het fort waar zij in zaten en het trof zoo juist dat wij de toren welken er opstond bijna doormidden schoten en door het aanhoudende schieten dat wij deden gaven zij het in den tijd van een uur al over en trokken wij met volle vreugde kreeten, en met een groot geschreeuw van leve Pius Negen de Stad binnen en namen 14 6 Garribaldiaanen gevangen er werdt een groote wacht gezet voor het fort waar zij in zaten omdat zij er des nachts moesten blijven.
Toen de slag afgeloopen was gingen wij onze randsels weder ophalen en wij waren er nog geen kwatier mede weggeloopen of er wierdt weder van onze hoornblazers kozarm geblazen tot een teeken, dat zij de vijand weder zagen, maar dat was toch zoo niet het waren troepen van Piemon welken langs de grenzen trokken. Nu wij gingen weder voort tot zoo lang wij op een hoogen berg kwamen daar moesten wij weder kampeeren omdat er voor allemaal geen plaats was om in de Stad te wezen toen wij onze tenten gespannen hadden zouden wij dan de Stad ingaan om te zien of wij niets te eten konde krijgen doch er was niet veel te krijgen voor ons want de vijand' had er bijna alles uitgeplunderd er was dus niets meer over als kaas en wijn brood was er ook niet meer maar met een geluk hadden wij zelf nog brood bij ons en hoor eens wat wij verder deden Onze Kolonel zijn paard was doodgeschoten, en wij vilden dat paard af en sneden het vleesch eraf en gingen het braden tot zelf rijke jongens welke bij ons waren hebben er van gegeten en ik durf u verzekeren dat het in zulk een tijd zeer goed is om te gebruiken en eer het avond was lag er niets meer van het paard als de botten en het vel, zoo schoon hadden wij het opgegeten, er werdt ook dien namiddag nog soep gekookt voor ons wij hadden nog vleesch bij ons uit Rome hetgeen wij mede gedragen hebben, en ook nog koffij toen wij de soep gegeten hadden gingen wij slapen
Des smorgens om zeven uren stonden wij op en er was al koffij voor ons gekookt toen hoorde wij ook eerst hoeveel dooden en gekwetsten of er van ons en van de vijand waren er waren van de kant van de vijand maar drie dooden en vijf gewonden en van onze kant een dooden en drie gewonden Des smorgens om zeven uren was er apel voor ons om weder te gaan vertrekken wij werden op een grooten weg geplaatst op twee gelederen met het bajonet op het geweer om reden dat wij de Garribaldiaanen welke wij gevangen genomen hadden naar Rome moesten vervoeren
Toen wij daar een half uur zooten naasten bij gestaan hadden kwamen de Karbiniers met hun tusschen de bajonetten de Stad uittrekken toen dit allemaal geregeld was namen wij de mars aan en niet regt te weten waarheen, toen wij zoover geloopen hadden dat wij voorbij de Stad Montelibrette kregen wij behoefte aan rust en werdt aan de gevangenen brood wijn en kaas gegeven en aan ons niets als een beker wijn alhoewel wij nog brood genoeg bij ons hadden, en kaas durfden zij ons niet te geven om reden dat wij te groote dorst zouden krijgen.

Toen wij daar een uur gerust hadden moesten wij alweer vooruit, en toen hebben wij doorgeloopen tot aan het Stacion te Monterotonde toen wij nog een uur van Monterotonde verwijderd waren werden de fakkels aangestoken omdat het te donker werdt om te macheeren en toen wij voor de Stad kwamen, stond de geheelen Stad met volk bijna buiten en allen schreeuwde met groot geluid leve Pius Negen en wij hoopte dat wij in de Stad zoude blijven, daar wij zoo vermoeid waren dat wij bijna niet meer konde overal vielen de jongens neder van vermoeidheid, dat kunt gij wel nagaan de Garribaldiaanen welke niets te dragen hadden als een deken om haar schouders konden niet meer loopen van vermoeidheid hoe moest het dan met ons zijn met eene zwaren randsel op onze rug en een geweer ook was het dien dag regenachtig zoo dat onze randsels telkens zwaarder werdt.
Wij kwamen dan des avonds om tien uuren aan het Stasion te Monterontonde aan, en om elf uren waren wij alle er eerst in, de spoor reed in den tijd van een uur naar de Stad Rome. Toen wij uit de spoor kwamen konden wij bijna allen niet loopen van vermoeidheid en verstij fdheid en wij moesten ons zelve nog maar zoo goed houden als wij eennigzins konden omdat wij de gevangenen naar de gevangenis moesten brengen. Het was één uur toen wij weder in onze oude kozarne waren ik kon des snachts bijna niet slapen van vermoeijenis. Wij hadden toch dien dag zeventien uren achtereen gemaseerd.

De Revelutie te Rome
Toen hebben wij nog al rust gehad tot den 22 October toen brak de Revelutie te Rome uit des avonds om 8 uren met het springen van een arooten Kozarne Genaamd Sint Historie maar dat heeft de Revelutionaars dien avond leelijk mislukt zij meende de geheele Kozarne in de lucht te laten springen maar er sprong maar een gedeelte, er zaten vier tonnen met kruid onder en drie waren er van nat geworden de goede God heeft het zeker niet gewild dat de geheele Kozarne sprong en vernield werdt en wat het ook nog was des voormiddags was juist de kompanie vertrokken op patroelie welke net op de plaats legden waar des avonds de Kozarne verpletterde de muziekanten waren er nog in die hebben het ook bijna alle met haar leven moeten bekoopen er kwamen er niet niet veel nog levend onder uit maar toch nog een enkelde er lagen ook nog twee burgers onder welke juist gevallig de Kozarne voorbij gingen er lig ook nog een man onder welke nog een klein kind aan zijn hand had
Het gaf een vreesselijke dreun toen hij sprong er waren in de nabijheid al de glazen gesprongen en het geheele gebouw was uit een gescheurd van de dreun Wij moesten des avonds allemaal in de wapens, en trokken al de straaten door of wij ook van die mannen zagen, maar er liep bijna geen mensch op straat zoo hebben wij acht dagen doorgebragt alle nachten in de wapens .

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto