H.T. Prins
Over de bouwtijd bestaat nog geen zekerheid. Er wordt gedacht 1850. Oorspronkelijk was het huisnummer B 319 en gebouwd als pastorie van de oude kerk. Zeker is dat hier een paar dominees hebben gewoond. In het boekje "Soest Monumentaal" staat e.e.a. beschreven, maar ik beperk mijn verhaal maar binnen de tijd dat ik er woon.
Geboren en getogen in Den Haag, kwam ik na de oorlog naar Amersfoort. Ik werkte, toen nog vrijgezel, bij de nu zo in het nieuws gekomen fabriek "de Hapam", als gereedschapmaker. Toen ik solliciteerde zat de directeur handenwringend en klappertandend op zijn kantoor, het was maart 1947 en er was geen verwarming. Grappig is te vertellen dat alle machines werden aangedreven door één motor en de rest een labyrint van drijfassen en riemen.
Ik logeerde bij de bekende kuiper in de Hellestraat en na getrouwd te zijn, konden we een huis huren in Amersfoort, te zamen met mijn schoonouders (allen "Haginezen"). Pa Kooy was huisschilder in Den Haag, gaf daar de pijp aan Maarten en ging ook bij de Hapam werken, maar deed ook wat schilderwerk samen met de toenmalige eigenaar van ons huis in Soest. Deze had een schildersbedrijf en wilde dit huis gebruiken als schilderwerk in de winter voor zijn knechten. Deze schilder wilde het huis, toen bijna een bouwval, wel kwijt. Pa, met zijn nijverheidsacte schilderen, kunstkenner en grootgebracht op de boerderij in Noord-Holland, had er wel oren naar.
Het werd op mijn naam gezet en zo begon ons gezamenlijk verblijf in Soest in 1957.
Het werd bewoond door de Wed. v.d. Berg en een van haar zonen. Zij verhuisden naar een vertrek in de boerderij Kerkpad ZZ 3 (het wit gekalkte deel, zie Soest Mon. no. 13).
Gezien de bouwvalligheid raadde de gemeenteambtenaar ons aan het pand te slopen en er twee voor in de plaats te zetten. Daartoe ontbrak ons het geld en bovendien zag pa wel wat in de restauratie daarvan, dus aan de slagl
Het huis, zoals het er nu uitziet, is aan de buitenkant nog origineel, van binnen heeft het een metamorfose ondergaan.
Wij "buitenlanders", waren gespannen hoe we in Soest zouden worden ontvangen, goed of niet goed, het kon allebei! Hagenaars met een tussenlanding in Amersfoort?! (Roddels zeiden dat Soest in Amersfoort niet zo goed bekend stond.)
Wij zijn nog dankbaar voor de hartelijkheid, die we, nu 35 jaar geleden, van de toenmalige buren, de nog voltallige familie Hilhorst, ontvingen en die ons geholpen hebben in te burgeren. Pa, van huis uit een boerenzoon, voelde zich weer thuis !
Van het huis moest eerst het dak dicht, want het lekte overal. De oorspronkelijke blauwe pannen, die soms gebroken en andere vliezeldun waren werden vervangen door de rode. Dan de keuken.
Achter was een soort aanbouw en omdat deze 50 cm lager lag, niet vanuit de woning toegankelijk. Het dak was ingestort en de rest bedekt met planken en golfplaten. Ook werd een deel van de binnenluiken gebruikt vanuit de voorkamer.
Er was een washok en een waterput met een gietijzeren pomp en verder allerlei afscheidingen waar blijkbaar eens een varken heeft gelegen en kolen en fietsen. Buiten kippehokken en overal zinkputten, ook een klompenhok en een emmerrek.
Aan de andere kant woonde de heer de Graag, een oud-onderwijzer, die wat afgezonderd leefde. Zijn tuin, hij noemde dat een natuurtuin en de onze een cultuurtuin, was een woestenij. Er leefde rondom de vruchtbomen van alles, onkruid, vogeltjes, insecten, ratten, noem maar op. Maar de kinderen hebben er veel geleerd!
Nog staat als aandenken bij ons de grote conifeer, die mijn zoon toen als een klein boompje van hem kreeg. Verder was er een achteruitgang naar de Brinkweg.
Keren we tot de woning terug! Zoals gezegd met de keuken! Een hardstenen gootsteen stond op de afvoerpijp te wankelen, hangend aan een totaal verrot kastje. Grote zwarte spinnen heetten ons welkom. In het midden een houten tafel met daaromheen tot op het zand doorgesleten grijze plavuizen en een nis met daarboven een schoorsteen, waarin een oud gietijzeren fornuis.
In de schoorsteen een gietijzeren buis tot boven het dak. Vroeger is er blijkbaar ook in gerookt, worst of spek bewaard, want er zaten dwarsstangen in. Toen we een keer een stuk plaatijzer wilden weghalen regende het vogelskeletten. Jammer dat het witte tegelplateau erg kapot was. In de gewelfde kelder stond 20 cm water, het grondwater was toen nog zo hoog en is, na het aanleggen van de aardgasleiding in de Brink, aanzienlijk gezakt.
De plavuizenvloer van de keuken werd vervangen door een betonplaat. Hout om de keukenkastjes te maken kochten we bij de sloop, bij Wolfsen op de Veldweg en bij Nijhof te Baarn. Hier kochten we ook een granitoaanrecht (loodzwaar). De kelder werd met min of meer succes waterdicht gemaakt en toen kwam het licht.
De elektrische leiding bestond uit bituum-gewikkelde draden, die gewoon los hingen op isolatortjes. Hier en daar gingen ze door papieren buizen, die bij een muurdoorlaat voorzien waren van een koperen manteltje. Verbindingen zaten in procelein-doosjes . Het open marmeren stoppenbord was levensgevaarlijk (a). Zo werd de keuken enigszins bruikbaar.
Verder was het huis verdeeld in een grote voorkamer met een zwart geschilderde schoorsteenmantel. Schuin naar boven een tussen kasten ingebouwde schoorsteen naar de linker pijp op het dak (is nu afgesloten) en van een versiering voorzien. De andere schoorsteen is loos. Tegen het plafond, geheel op riet, een rococo-roset, die jammer genoeg beschadigd is. Hier was kennelijk eens gasverlichting!
Naast de grotere kamer een kleinere met een alkoof (het raampje zit er nog) .
Omdat het pand door twee families moest worden bewoond werd daar een tweede raam in dezelfde stijl (uit de sloop) bijgeplaatst.
In het midden loopt de gang met toen veel beschadigde plavuizen. Deze plavuizen, 20 x 20 x 4 cm, zijn gemaakt van aardewerkdelen in 4 verschillende kleuren en als een 8-kantige krans om een rad in elkaar gelegd, terwijl de hoeken een bladfiguur hebben. Ze zijn niet geglazuurd, (a)
Bij de restauratie bleek dat deze plavuizen waren gemetseld op hardstenen tegels van ± 50 cm vierkant. Deze zijn helaas verdwenen I
De wanden werden daarna ouderwets met witte tegels bekleed, evenals de kelder.
Boven was een grote slaapkamer en twee kleinere en een overloop. De draaitrap was halverwege afsluitbaar met een valluik waarmee de bovenverdieping werd afgesloten en dus warmte werd gespaard. De vloeren van de slaapkamers zijn van brede planken, vuren, die met ploeg en messing in elkaar liggen, van verschillende lengten en breedten. De dakbeschietingen zijn later aangebracht en kennelijk afkomstig uit de oude kerk. Markeringen door verflagen tonen toogvormige delen, die tegen dito balken gespijkerd zijn geweest.
Het verhaal gaat, dat deze kwamen na een brand in die kerk (1876?) .
De verbouwing begon met doorbraken te maken van de keuken naar de schuur en naar het opkamertje. Overal lagen de vloeren direct op het zand, veel verrot en vermolmd. Deze werden uitgegraven en van een betonplaat voorzien, waarop balken en een houten vloer.
De binnenluiken, eerst nog een poosje in gebruik, werden verwijderd en de eigenlijke 6-delige ramen gewijzigd, iets waar ik wel spijt van heb.
Bij de verbouwingswerkzaamheden kwamen overal met de hand gemaakte spijkers uit [a] in allerlei lengten.
Beschouwen we de voorgevel en beide zijgevels dan valt het op dat de afwerking mooi gaaf is. De groeven waarmee de immitatie-zandstenen zijn aangegeven zijn mooi rond gevormd in plaats van gewoon ingekrast en ook de overige motieven getuigen van een iets deftiger uitvoering.
Op het zadeldakje behoren gietstukken te staan, op de hoeken als bladmotief en in het midden vermoedelijk een schelp met figuurtjes zoals ook elders in de gevel is gemaakt. De beide hoekstukken zijn in de voortuin teruggevonden zij het ernstig beschadigd. Ik hoop deze eens te kunnen restaureren en de middelste opnieuw te maken. Ze zijn gemaakt van terracotta, mocht iemand mij daarbij behulpzaam willen zijn dan houd ik mij aanbevolen.
Het boekje "Soest Monumentaal" geeft wat de gevel betreft hierover ook nog wat aanwijzingen.
Toen later het huis voor dubbelbewoning te klein werd is het achtergedeelte vervangen door een modernere aanbouw met keukentje, woonkamer en slaapkamer, ten behoeve van de schoonouders. Dit gedeelte is, na hun overlijden, bewoond geweest door een jong echtpaar en daarna tot hobbyruimte. De keuken werd ook gemoderniseerd en toen later mijn vrouw overleed en "zuster Kitty" aan mijn zijde kwam werden de beide voorkamers tot één gemaakt. De vroegere alkoof bij de keuken gevoegd en een lift ingebouwd.
Om het huis is een siertuin en een moestuin. De beukenhaag, die naar mijn mening echt bij het huis hoort, is behouden gebleven en ook de luiken zijn nieuw.
Wij zijn dankbaar dat het gemeentebestuur dit pand als monument wenst te blijven behouden als beeldbepalend voor Soest.
Wij hopen dan ook dat eventuele latere bewoners dit streven van harte zullen steunen.
[a] Verschillende voorbeelden zi"in in het museum.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.