door wijlen ds J.J. Bos
Groente-, Fruits- en Bloemkwekerijen
Er bestaat eene groote boomkweekerij, loopende evenwijdig met de Nieuwe (Baarnsche) Steeg, waarvan de ingang is aan den Koeweg (Achterweg), welke kweekerij behoort tot het Domein Soestdijk. Sedert hoelang die kweekerij daar is, öf sedert de dagen van Prins Willem III (1674), öf sedert Prins Willen IV (1749), öf sedert den Erfprins van Oranje, den lateren Koning Willem II (1815), is mij niet bekend, maar zeker is het dat ze in 1847 resds bestond, en altijd keurig in orde gehouden werd, door arbeiders van Soestdijk, onder het bestuur van den Boschbaas. Zij bestaat natuurlijk in de eerste plaats ten behoeve van het Domein Soestdijk, ofschoon er nu en dan ook wel aan particulieren wordt geleverd.
Reeds vóór 1847 woonde er een boomkweeker aan den Brink, tusschen de Nieuwe Steeg en het Lange Eind, die zijne kweekerij achter zijn huis had, dus in de richting van den Koeweg. De naam van den toenmaligen eigenaar is mij ontschoten, maar omstreeks het jaar 1850 verhuurde hij zijne kweekerij aan Frans van der Linden, die de zaak met goed gevolg voortzette en uitbreidde, tot dat de eigenaar, eenige jaren later, het bedrijf terug nam. Toen kocht van der Linden den grond, waarop "de stal van Kluppel", zooals men gewoonlijk die plaats aanduidde, stond, of gestaan had, richtte die in voor boomkweekerij, en zette dat werk voort tot ongeveer het jaar 1888, toen hij kwam te overlijden.
Intusschen had zich, in Januari 1887, de Heer G.A. Lodewijks alhier als Bloemist gevestigd, aan het Voetpad, niet ver van R.C. Kerk, en deze nam, in October 1888, ook de Boomkweekerij van de Weduwe van der Linden over. Het schijnt echter dat noch de bloemisterij, noch de boomkweekerij, aan de verwachting van den Heer Lodewijks beantwoordden, ten minste, hij verkocht in den jare 18.. alles publiek, en vertrok naar Amerika.
In 1889 vestigde zich te Soest, de Cultuur-Maatschappij "Zuider-Eng". Zij deed dat aan eenen weg, die, niet ver van Enghendaal, van Achter den Engh naar het Veen leidt, en particulier eigendom is, waarom hij dan ook gewoonlijk "De Eigendoms-steeg", of kortweg "Den Eigendom" genoemd wordt. Die Maatschappij had eene boerderij, aan die Steeg gelegen, met 9 Hectaren grond, of misschien nog meer, daartoe behoorende, aangekocht. Zij verbouwde het huis tot eene woning voor den Directeur, en liet den grond Ik tot l3? Meter diep omspitten. Zij beplantte dien grond met 904 appel- en 705 pereboomen, 113 morelle-, 39 pruime-, 38 kwee-, 20 mispel-, 32 perzike- en 4 abrikozeboomen, 18 wijnstokken, 7500 framboze- en 2750 bessestruiken, en 10.000 aardbezie-planten, terwijl nog ruim 200 appel- en pereboomen, voor latere beplanting, in de kweekerij aanwezig waren. De diep gespitte gronden werden, tot windkeering, met laagblijvende en opgaande houtwallen omringd, en eene schutting gemaakt van 160 M. lengte en 2 M. hoogte, welke aan de eene zijde beplant werd met perzike- en abrikozeboomen, en wijnstokken, en aan de andere zijde met morelleboomen; men had het voornemen die schutting later nog met 100 M. te verlengen. De Directeur, de Heer G. de Clerq, woonde, met zijn gezin, in het bovenvermelde huis. De groei der vruchtboomen beantwoordde aan de hoogste verwachtingen, en de smaak der vruchten, inzonderheid der frambozen, werd zeer geroemd. In Augustus 1891 begon men reeds plannen te maken, om aan de zaak te verbinden eene kleine inrichting, om frambozen, aardbeziën, en bessen, die men niet altijd zoo gereed tot goede prijzen verkoopen kon, te kunnen conserveeren.
Zoolang ik het werk der Cultuur-Maatschappij "Zuider-Eng" heb kunnen gadeslaan, moet ik erkennen, dat de gang der zaken mijne verwachting verre overtrof; en, naar ik hoor, gaat de onderneming nog altijd goed. De Heer de Clerq is, al sedert eenigen jaren, niet meer de Directeur. Hem is toen wel een vakman opgevolgd, en is "Zuider-Eng" in den eersten tijd nog wel eene "Cultuur-Maatschappij" gebleven, maar dit schijnt toch later veranderd te zijn, want op 14 Februari 1907 overleed op "Zuider-Eng", de Heer Jan Jacob Poort, en op 28 Mei daar aanvolgende werd dat goed, als zijn eigendomm, in het openbaar verkocht. Perceel 1 tot 4, (landhuis, boomgaarden, vruchten-kweekerij, en landbouws-woning), samen groot 40.41.10. H.A., werd gekocht door den Heer C. Rootvoets, te Hilversum, voor ƒ 19.000,-; en Perceel 5 en 6 (landbouwerswoning met tuin, boomgaarden, bouw- en weiland), samen groot 4.39.04. H.A., werd gekocht door den Heer J.M. Reuten, te Amersfoort voor ƒ 3520,-.
Natuurlijk waren er te Soest, ten allen tijde, nog een aantal andere bronnen van bestaan voor velen van hare inwoners, maar die toch geene aanspraak kunnen maken om te dezer plaatse vermeld te worden. Ik bedoel, waardigheden, bedieningen, betrekkingen, posten, ambten, beroepen, bedrijven, ambachten waarmede menigeen aldaar, voor zich en zijn gezin, geheel of gedeeltelijk, het dagelijksch brood won, maar die toch niet gezegd kunnen worden haren oorsprong in de Gemeente zelve te vinden, doch meer in het verband van die Gemeente met den Staat of de Kerk. Uit die oorzaak wordt van deze allen hier niet gesproken, maar wordt dit hoofdstuk, met de veertien daarin behandelde onderdeelen, gesloten.
Juni vochtig en warm
Maakt de boer niet arm
Regent het op St. Margriet (20 Juli)
Droogt het in zes weken niet
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.