W.H.A. Klein
De uitleg over de herkomst van de naam "De Drie Ringen" van de oude dorpsherberg van Soest is in het algemeen, dat het de drie gerechten van Soest voorstelde, t.w. die van de Paulus Abdij, de Heren van Abcoude en de Graven van Holland. Volgens Heupers stelde het de Heilige Drievuldigheid voor. Het bezoek aan de "Open Monumentendag" te Amersfoort 1990 leverde een aanwijzing waar de juiste verklaring gevonden kon worden.
Op genoemde "open dag" kon o.a. het gerestaureerde pand aan Kleine Spui 18 bezocht worden. Voorheen was dit pand een van de vele stadsboerderijen die er in Amersfoort waren. Thans na de restauratie is hierin een brouwerij gevestigd. Het bier wordt er ambachtelijk gebrouwen, zoals eertijds in de ruim 350 brouwerijen die er in de 17de eeuw in Amersfoort.waren. Als naam werd gekozen "De Drie Ringen", het merk van een der grootste brouwerijen uit die tijd. Van die brouwerij waren na afbraak van de panden de beide gevelstenen met het embleem aan het museum Flehite geschonken. Een van die stenen is nu ingemetseld in de gevel van de nieuwe brouwerij.
Bij navraag over de relatie van de naam van de brouwerij en de oude dorpsherberg in Soest werd verwezen naar het resultaat van het archiefonderzoek door L. van Hoorn-Koster in het tijdschrift Flehite. Hieruit blijkt dat de herberg in Soest deel uitmaakte van het bezit van de brouwerij "De Drie Ringen", die gevestigd was aan de Korte Gracht. Gezien deze nauwe relatie volgt een kort overzicht van de geschiedenis van de brouwerij en wat hierdoor over de geschiedenis van de herberg in die periode bekend is.
Van oorsprong waren de bierbrouwerijen in Amersfoort in het begin van de 14de eeuw huisbrouwerijen met een geringe produktie. Het bier va'n Amersfoort was van zeer goede kwaliteit door het goede water dat gebruikt werd en de kwaliteit van de hop die in Amersfoort en omgeving geteeld werd. Het bier werd al spoedig geëxporteerd naar Holland, Gelre en Friesland. De exportkwaliteit, "koyte" genaamd, werd streng gecontroleerd door het stadsbestuur. De produktie steeg en de bierbrouwerijen werden al spoedig de belangrijkste bedrijfstak in Amersfoort. Hierdoor werd het bierbrouwersgilde het grootste en machtigste gilde van de Stad.
De meeste brouwerijen waren gevestigd aan de Korte Gracht en de Lange Gracht. De brouwerij "De Drie Ringen" was gevestigd op de hoek van de Korte Gracht en het Peterseliesteegje, thans de De Drie Ringensteeg genaamd. Het pand er naast was het woonhuis voor de brouwer en zijn gezin. Beide stonden op de plaats van de huidige panden Korte Gracht 15, 17 en 19. Het was ruim een eeuw lang een van de grote brouwerijen van Amersfoort. De oudste vermelding in het gemeentearchief stamt uit 1621 toen de brouwerij en het woonhuis in het bezit kwamen genaamd, werd streng gecontroleerd door het stadsbestuur. De produktie steeg en de bierbrouwerijen werden al spoedig de belangrijkste bedrijfstak in Amersfoort. Hierdoor werd het bierbrouwersgilde het grootste en machtigste gilde van de Stad.
De meeste brouwerijen waren gevestigd aan de Korte Gracht en de Lange Gracht. De brouwerij "De Drie Ringen" was gevestigd op de hoek van de Korte Gracht en het Peterseliesteegje, thans de De Drie Ringensteeg genaamd. Het pand er naast was het woonhuis voor de brouwer en zijn gezin. Beide stonden op de plaats van de huidige panden Korte Gracht 15, 17 en 19. Het was ruim een eeuw lang een van de grote brouwerijen van Amersfoort. De oudste vermelding in het gemeentearchief stamt uit 1621 toen de brouwerij en het woonhuis in het bezit kwamen van de broers en zusters van Schadijk. Zij hadden deze reeds geruime tijd bestaande brouwerij door vererving verkregen. Op 7 februari 1621 verkochten zij alle gebouwen met inventaris aan de brouwer Evert Simonsz van Velsen en zijn vrouw Haesgen Rijcx; de koopsom bedroeg 1400 gulden. De herberg in Soest, die volgens informatie van de gemeente Soest in 1580 gebouwd is en die de naam "De Drie Ringen" droeg, of volgens Heupers in dat jaar die naam kreeg, moet deel uitgemaakt hebben van deze transactie. Volgens Heupers is het gebouw van de herberg ouder en was voordien genaamd "In het wapen van Gaesbeeck". In 1645 overleed Evert Simonsz van Velsen. Zijn echtgenote zette het bedrijf voort, doch was in 1655 genoodzaakt het bedrijf te verkopen. De koper was Gerrit van Bornbergen en Emmerentiana Aerts van Rijn, zijn echtgenote. In 1674 overlijdt Gerrit Bornbergen en bleef zijn echtgenote met 6 kinderen achter.
Zij kwam echter uit een brouwersgeslacht en zette het bedrijf met kracht voort zodat het goed floreerde. Hierdoor kon zij geld beleggen in onroerend goed, panden en grond. Uit de huwelijksgiften die zij haar kinderen meegaf blijkt dit.
Zoals alle grote brouwerijen bezat zij een aantal huizen waarin een tapperij gevestigd was. Deze werden verpacht met de uitdrukkelijke voorwaarde dat daar geen ander dan het "Drie Ringen" bier verkocht mocht worden. Verkoop van ander bier had opzegging van het huurcontract tot gevolg. Uit een oude acte blijkt dat zij o.a. de herberg bezat "waar de Moreaen uithangt" in de Teut te Amersfoort. Deze werd in 16 81 verhuurd aan Claes Cham voor de duur van 3 jaren. De huurprijs was 58 gulden per jaar, te voldoen in 4 termijnen.
Uit de huwelijksgiften die Emmerentiana haar kinderen meegaf blijkt o.a. welk onroerend goed zij in Soest bezat. Bij het huwelijk van haar tweede dochter in 16 83 kreeg deze o.a. een stuk land in de Hooge Birckt onder het gerecht Soest.
Aanvankelijk voelde geen van haar zoons ervoor de leiding van het bedrijf over te nemen. Zoon Johannes was de avontuurlijkste, en monsterde aan op een schip naar Indië. Tot opluchting van zijn moeder kwam hij heelhuids terug.
Hij trad in 1696 in het huwelijk met de dochter van oud-burgemeester van Amersfoort dr. H. Schut en besloot zijn moeder bij te staan in het bedrijf. Ook dochter Maria, die ongehuwd gebleven was, hielp mee in de brouwerij. Om de toekomst van Maria veilig te stellen schonk haar moeder haar in 1698 het toekomend deel van haar vaders nalatenschap. Dit was:
de herberg "daar de Drie Ringen uithangen" met de erbij behorende tuin gelegen bij de kerk in Soest, alsmede een daar tegenover gelegen huis waarin een bakkerij gevestigd was. Voorts de herberg "De Moreaen" in de Teut te Amersfoort. Voorts de twee huisjes achter de brouwerij in het Peterseliestraatje en nog een perceel grond in Baarn. De herberg de "Drie Ringen" was toen verhuurd aan Thomas Carsse, en er rustte nog een last van 1200 gulden op.
Maria verkocht na twee maanden de herberg voor 1600 gulden aan drie Utrechtenaren: Corneiis Wijckersloot, Johannes de Wilde en Gerrit Bosch. In 1704 overleden twee der eigenaren, waarna de erfgenamen samen met Johannes de Wilde besloten de herberg te verkopen aan de brouwer Assuerus van Dijk, eigenaar van de brouwerij "De Lelie", gevestigd aan de Langegracht 31 te Amersfoort. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat de nieuwe eigenaar de naam veranderde naar zijn merk "De Lelie". Waarschijnlijk deed hij dit niet daar het toen al zeer slecht ging met de brouwerij "De Drie Ringen" en deze zoals aangetoond zal worden spoedig ophield te bestaan.
In 1700 werd de brouwerij aan de Korte Gracht verkocht aan Gerard Morray en Johan Tiens. Deze trachtten de brouwerij te continueren door deze te verhuren. Het werd geen succes zodat naar een andere bestemming voor de gebouwen moest worden omgezien.
In 1706 kochten Pieter en Arend van der Meersch voor 2400 gulden de gebouwen en begonnen er een zeepziederij. Voor hun bedrijf bleven zij de naam "De Drie Ringen" voeren. De lotgevallen van de zeepziederij zullen hier niet gevolgd worden, daar dit niets te maken had met de herberg. De gebouwen kwamen in 1824 ten slotte in bezit van de Israëlitische Gemeente te Amersfoort. Deze verhuurde de panden voor opslag van goederen, totdat van 1867 tot 1892 het postkantoor van Amersfoort erin gevestigd was. De ruimte werd te klein en dus verhuisde het postkantoor naar een nieuw pand aan het begin van de Korte Gracht. De eigenaren besloten toen in 1892 de oude panden te slopen. Er werden drie woonhuizen gebouwd aan de Korte Gracht, de nummers 15, 17 en 19. Bij de afbraak van de oude gebouwen werden de twee gevelstenen met het embleem van "De Drie Ringen" aan het in 1878 gestichte Museum Flehite geschonken. Zoals reeds vermeld werd er één hiervan in de gevel van de nieuwe brouwerij geplaatst, de andere in de nieuwbouwwoningen op de hoek van de Drie Ringensteeg en de Muurhuizen.
Uit het voorgaande blijkt dat de oude Soester herberg haar naam ontleende aan de brouwerij, die eigenaar van het pand was in de 17de eeuw.
In welk jaar deze brouwerij in het bezit kwam van de herberg is nog niet achterhaald.
Op het uithangbord aan het huidige pand staat 1580. Volgens de informatie van de gemeente zou dit het bouwjaar zijn. De herberg moet echter veel ouder zijn, zij ligt immers in de kern van het dorp aan de doorgaande verkeersweg van Hilversum naar Amersfoort (zie "van Zoys tot Soest" 9de jaargang nr. 1 1988). Ook Heupers vermeldt een oudere naam voor de herberg t.w. "In het Wapen van Gaesbeeck". Daarom lijkt 1580 het jaar van een herbouw of van de naamsverandering bij de verkoop van het pand aan de Amersfoortse brouwerij.
Een ander punt dat nog opheldering vraagt is de brouwerij die er geweest zou zijn in het pand achter de kerk tegenover de herberg.
Dit zou de brouwerij "de Posthoorn" geweest zijn. Dit lijkt zeer onwaarschijnlijk. Immers in Amersfoort was een brouwerij "De Posthoorn" aan de Lange Gracht 23. Dus is het waarschijnlijker dat er een herberg van dien naam in het pand was.
Deze is later door "De Drie Ringen" opgekocht om de concurrent kwijt te raken. Een andere reden die het zeer onwaarschijnlijk maakt dat er een brouwerij in Soest was in de 16de eeuw, is het privilege dat de stad Amersfoort sinds 1388 had voor het brouwen van bier. Dit privilege werd in 1531 nog eens bevestigd door Karel V. Het gaf Amersfoort een monopolie voor bier brouwen in Eemland. Telkens als iemand een brouwerij begon zoals o.a. in de Vuursche, Pijnenburg en Eenmes, trad, op verzoek van het stadsbestuur van Amersfoort, het Provinciaal bestuur op en liet de brouwerij sluiten. Allengs was het privilege niet meer te handhaven en rond 1670 werd niet meer opgetreden tegen brouwerijen in Eemland. Daarbij komt dat het steeds slechter ging met de verdiensten in de bierbrouwerij en in Amersfoort steeds meer brouwerijen hun bedrijf staakten. Zo was er in 1768 nog maar 1 brouwerij: "Het Klaverblad". Deze sloot in 1895 haar poorten.
Zo blijven er steeds vragen over als men in de oude geschiedenis van Soest duikt. Het is te hopen dat er spoedig begonnen kan worden met de bestudering van het oude archief van Soest nu dit zo mooi overzichtelijk in het nieuwe Raadhuis is ondergebracht.
Geraadpleegde bronnen:
- Flehite 19e jaargang No 3 en 4 december 1988.p42 "De Drie Ringen" aan de Korte gracht, L van Hoorn-Koster.
- Zeven eeuwen Amersfoort, p.4 2 e.v. "De Bierbrouwerij" H. Halbertsma.
- "Soest en Soesterberg in oude ansichten", E. Heupers. Soest
- Rondom de Oude Kerk, B.J. van Os. Uitgave VVV Soest.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.