J.E.J. Hilhorst
Het gegeven dat de Pijnenburgergrift of Praamgracht 750 jaar geleden werd gegraven ontleen ik uit de geschiedschrijving van Baarn door T. Pluim.
In 1239 had Bisschop Otto III als landvorst aan het Kapittel van St. Jan te Utrecht verlof verleend tot het graven van een vaart lopende van hun venen aan de Vuursche naar de Eem. Langs deze vaart werd de afgegraven turf over de Eem en de Zuiderzee naar Holland enz. vervoerd.
Ds. J.J. Bos schrijft als volg:
..."En de op dat die voorn, heeren van Sint Jan huere voorsz goed en te beter gebruycken, en de die torff daer in gedolven, daer ? mieren mochten, soo heeft Bisschop Otto (III, van Holland, de 36ste bisschop) van Utrecht, (van 1233 tot 1249), int jaer ons heeren 1239, denselven heren van Sint Jan vergunt, ende gegeven, dat sij maecken mochten eenen watergang in de Veenen, naest gelegen heuren bosche geheeten die Vuers, ende dat sij deselve watergang leyden mochten bij Soest, boven en beneden, daer hem des van noode docht tot in die Eem" .
Ook verleende hij hun het recht van Schouwing ten eeuwige dage.
Na verloop van anderhalve eeuw bleek de Praamgracht niet meer aan de nieuwe eisen te voldoen daar ook het Soesterveen in exploitatie kwam. Daarom gaf in 1389 de bisschop Floris van Wevelinkhoven vergunning tot het uitdiepen en verbreden van de gracht en wel aan Evert Reyners zoon van Lodesteyn, Rutger Jacobszoon, Hendrik Nolen en Johan de Goede: "uit hun venen in het gerecht van Zoes achter Zoesenghe", zo vervolgt Pluim zijn beschrijving.
Zij verkregen tevens het recht.de benodigde grond te onteigenen. Van Rootselaar geeft echter aan dat den XII dage in Augusto 1398 Frederick van Blankenheym vergunning geeft tot het maken van een gracht in de Soester Veenen uitkomende in de Eem. Het recht tot onteigening is als volgt weergegeven.
"Voort soe moegen sy alsoe veel schutten setten in der graften voornt ende te vermaecken als hem dat goet duncket tot hoere oirber sonder eenich wederseggen van ymant, voort alsulck lant als sy gehoefden totter voorn graften het sy wal ofte sloot, dat mogen sy copen om die weerde nae lantgange daer dat erve gelegen is, en sal hem nu tot geenre tyt yement mogen weren noch weygeren, Ende soe wes lant dat sy niet en copen alse redelyck is, alsoe dattet yemant verwillen (?) woude dat sullen sy gelden tot ons Maerschalckx seggen in der tyt ende totter buuren seggen in der tyd aen beyde zyden die daeraen winnen noch Verliesen en mogen nae den lantgange als voornt is, Ende of die bueren verwillen (?) wouden, ende en woudent mitten Maerschalck niet seggen, Soe mag onse Maerschalck of een ander die wy of onse nacomelingen Bischoppen te Utrecht dat bevelen van onze heerlyckheyt wegen metten meesten hoop van der bueren seggen of alleen".
Het extract uyt het Leenregister van d'Abdye van St. Pauwels inhoudende de goederen, daer die van Lockhorst met beleent syn geweest, vermeldt nog dat in het jaar 1325, Heer Adam van Lockhorst vercoft heeft aan Sweder van Abcoude, Ridder, dat gerechte van Soest ende Heese, also als hy deselve van den Godshuyse van St. Pauwels te leen hielt. Deze belening beschrijft onder meer: " Voert van de nieuwe graft aen de Ridderveenen tot aen des Proost gerecht van St. Johans by der Vuyrse, ende tot aen die sloote daer die scheydinge gaat tusschen Soestlant ende Soestremaeth tot Barnevelt."
Ds. Bos daarover: "Mij dunkt, er blijft geen twijfel over, of met "Soestlant" en "Soestremaeth" wordt bedoelt het bouwland en het weiland onder Soest, en met "Barnevelt" het Baarnsche velt.
De Pijnenburgergrift of Praamgracht herinnert ons aan een stukje historie van Soest, waarin met turf geld was te verdienen. Tegen 1750 raakte het veen grotendeels uitgeput, maar de naam "Soesterveen" met zijn zeldzame planten, bleef.
Nu - ruim 200 jaar nadien -i s het Soesterveen in een relatief kort tijdsbestek grotendeels bebouwd met flatwoningen en laagbouw. Dit stukje Soest geeft nog maar weinig herinnering aan het "rijke" stukje verleden van ons dorp.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.