G. Staalenhoef
De heer Heupers schreef over dit veerhuis:
"Een van de oudste woonhuizen in Soest - zo niet het oudste - is het café - annex boerderij - veerhuis, staande op de Kleine Melm te Soest op de linkeroever van de rivier de Eem. De muurijzers in de voorgevel vormen samen het jaarcijfer 1681." [1]
Het zal de lezers niet ontgaan zijn dat ik een voorstander ben van het publiceren van gegevens welke bekend zijn over de geschiedenis van Soest. Maar het regelmatig afdrukken van dezelfde tekst vind ik iets te veel van het goede. Zo trof ik de complete tekst uit 1681, waarin Jacoba Victoria Bartholotti van den Heuvel over het veerhuis een afspraak maakt met het gerecht van Soest, drie keer aan. [2] Op grond van de inhoud van deze afspraak kan de indruk ontstaan dat de eerste behuizing op de Nieuwe Melm in 1681 is verrezen, doch dit blijkt niet juist te zijn. Gegevens over vroegere en latere bewoners hebben wij dank zij de Eemlandse Klappers kunnen achterhalen. [3] Op 13 december 1648 trouwt te Soest de weduwnaar Dirk Pelen, wonende op de "Nije Melm onder Soest", met Marritgen Aelt Simonsdr., van Nijkerk (E.K. 14/69). Zijn eerste huwelijk is nog niet gevonden; evenmin is bekend of Dirk kinderen had.
In de "Uitsettinghe van het huijsgelt" (1644-'45) wordt Dirk Pelen vermeld. [4]
Op deze lijst staat twee plaatsen eerder Jean Cordozo, van wie bekend is dat hij toen op Bleijendaal woonde, of althans de eigenaar was. [5]
Enkele plaatsen verder worden op de lijst genoemd de gebroeders Thonis, Jan Thonisz en Hendrick Jan Thonisz die toen op "Het Klooster" woonden. [6]
Bezien wij een kaart van Soest van ca. 1900 dan blijkt dat de Korte Melmweg (thans Eemstraat) vlak bij Bleijendaal begint en ook Het Klooster in de nabijheid is gelegen. Het is dus vrijwel zeker dat Dirk Pelen reeds ca. 1645 op de Nieuwe Melm woonde en dat er toen dus een woonhuis stond. Wanneer wij nu weten dat de eiqenaar van Bleijendaal werd aangeslagen voor 16 gulden en de beide broers op Het Klooster voor resp. 10 en 9 gulden terwijl Dirk Pelen slechts 1 gulden behoefde te betalen, dan is het wel duidelijk dat het geen buitenplaats of kapitale boerderij zal zijn geweest!
Of er in 1645 ook reeds een herberg werd gedreven is niet zeker doch de heer Cornelissen de Beer vond een vermelding uit 1669 waarin wordt genoemd: Hendrick Jansz van Claarwater, waerdt aan de Nije Melm. De familie van Klaarwater woonde in 1669 reeds minstens enkele jaren op de Nieuwe Melm want bekend is dat Hendrik Jansz van Klaarwater en Conelisje Cornelisdr., echtelieden, wonende aan de Nije Melm, kopen van Meijns Thonisz de Raadt en zijn familie: "de vrijen eigendom van een huijs, hoff ende hofstede, staande en gelegen aan de pape-steegh"; 16 februari 1667. [7]
Van dit echtpaar zijn drie dochters bekend:
1. Jaapje/Jacobje Hendrikse, gehuwd voor 1685 met Jan Gijsbertse Post (zie E.K. 13/96);
2. Annetje Hendrikse, gehuwd voor 1698 met Teunis Meijnse de Raadt (zie E.K. 13/90) en
3. Jannetje Hendrikse, gehuwd voor 1702 met Teunis Jacobse Vaak, ook genaamd van Logtenstein (zie E.K. 13/118).
Vele Soesters kunnen een van deze echtparen tot hun voorouders tellen.
In 1681 vindt dan de inmiddels reeds vermaarde bijeenkomst op Heuvelendaal plaats. [8]
Lezen wij de tekst nog eens na dan kan de conclusie worden getrokken dat op dat moment (zomer 1681) het huis onbewoond was.
"..vermits het tegenwoordigh een ijdel ende leedigen plaets is...
soo haest aldaer ...eenige luyden sullen komen te woonen....
dat de weert ofte Herbergier dewelcke ...sal comen te wonen.."
Jacoba stelde het Gerecht voor dat zij "genegen was om op de nieuwe Melm te timmeren en oock een herberg te maecken". Het Gerecht gaat ermede akkoord "dat haer E. naer haer Contentement een bequame Herbergh ...mach stellen."
Niet duidelijk wordt of Jacoba reeds eigenaresse was van de oude behuizing en van de grond wa eyne melm f: - 10 -
1688 Uts.a voor de huyzinge opde stortplaats de kleyne melm f: - 10 -
Het is echter niet te verwachten dat Jacoba (geb. 1639) reeds in 1645 huisgeld moest betalen. Hopelijk bestaat nog eens de mogelijkheid het originele stuk te raadplegen.
Voorts blijven er vragen over het betalen van het Logijsgeld.
"...waer voor bij haer Ed. niet meer int Logijsgelt sal betalen voor den tijdt van twaelf naestvolgende jaeren ieder jaer de somme van seven gul tien stuyvers, welcke jaeren haer aanvanck sullen nemen.."
als er nieuwe bewoners komen. Aan wie zal Jacoba dat betalen? En wat betekent "niet meer"? Betaalde zij vroeger meer of is zij bang voor (in moderne termen) tariefsverhoging of inflatie? Zal zij na die 12 jaar niets meer betalen?
Kennelijk verwachtten zowel Jacoba als het Gerecht profijt bij een florerende herberg:
"..ende het selve bij die van Gerechte OOCK is verstaen ende gelet op het voordeel int toecomende van het Dorp.."
Of er kort na 1681 reeds een nieuwe herbergier is komen te wonen is nog niet bekend. Wij moeten tot ca. 1715 wachten voordat wij nieuwe bewoners kunnen aanwijzen.
In juli 1697 trouwen te Hamersveld:
Peter Meusz, jongeman, wonende op Sandtbrinck, geassisteerd door zijn broer Steven Meusz en Hendrickje Gijsberts, jongedochter van het Heetveld, wonende op Sandtbrinck, bijgestaan door haar zwager Jan Ghijsbertse (E.K. 4/82).
Te Hamersveld wordt een zoon van Petri Meuwisse (de moeder staat niet vermeld) gedoopt: (E.K. 2/48)
Bartholomaeus, 2 november 1698 "Engendaal prope Soest"
Vervolgens worden te Soest zeven kinderen van Pieter Meuwisse en Hendrikie Gijsberse gedoopt: (E.K. 13/90)
Bartholomeus 7 maart 1705 dpg. Marie Dirks (en)
Gijsbertie 7 maart 1705 dpg. Geijsbertie Aelte
Annitie 5 maart 1708 dpg. Geijsbertie Aelte
Gijsbert 25 juli 1710 dpg. Geijsbertie Aelte en
Bartholomeus 25 juli 1710 dpg. Martie Peeters
Maria 7 januari 1713 dpg. Geijsbertie Aelte
Bartholomeus 5 juli 1715 dpg. Utie Jans
Bij Maria staat toegevoegd Kort End en bij het jongste kind: Klijnen Mellim. Hieruit kan worden afgeleid dat dit gezin omstreeks 1713/ 1715 naar de Kleine Melm is verhuisd. Mogelijk is Peter Meeuwisse kort na 1715 overleden, want in 1717 wordt te Soest gedoopt Wilmpie, natuurlijke ("onwettige") dochter van Teunis (zonder nadere aanduiding) en Hendrikie Gijsbers aan de Klijn Mellim (E.K. 13/132). Vrijwel zeker is de kraamvrouw de weduwe van Peter Meeuwis.
Een van de (niet met name genoemde) dochters van Peter Meeuwis en Hendrikie schenkt het leven aan een tweeling, die op 31 maart 1729 te Soest wordt gedoopt met als namen Béèrent en Meuwis. De vader heet ook Beerent; meer is over hem niet bekend want de kinderen zijn uit een "onwettige" relatie geboren. (E.K. 13/129 en 13/131). Het is te voorbarig om aan te nemen dat Gijsbertje of Maria de moeder was van deze tweeling.
Want hoewel de doop niet is gevonden was er minstens nog een dochter; het volgende heeft op haar betrekking:
Te Soest worden tussen 1729 en 1744 zeven kinderen gedoopt van Gijsbert, zoon van Wijert Aertse en Jannigie Gijsbers, en Geertie, dochter van Peter Meuwissen en Hendrikie Gijsbers. Als hun "adres" wordt genoemd: "die de tol heeft op Soestdijk" (E.K. 13/124. [10]
In 1745 wordt nog te Baarn gedoopt een zoon van Gijsberti Weijers en Gertrudis Piters (E.K. 11/126).
Ik twijfel er niet aan dat de volgende huwelijksvermelding betrekking heeft op Peter Meeuwisse's dochter Annetje (1708).
Hendrik Heijmense Kuyper, wonende te Soest, met zijn vader Heijmen Hendrikse Kuijper en Annetje Peters, wonende op de Melm onder Soest19/1-4/2-1731 (E.K. 14/59). [11]
Van dit echtpaar (de vader wordt ook wel Hendrik Tijmense genoemd) worden tussen 1733 en 1741 vijf kinderen gedoopt.
Bij alle vijf staat de vermelding: Klijn Mellim (E.K. 13/57 en EK 13/117)
Resumerend kan worden gezegd dat op de Nieuwe of Kleine Melm hebben gewoond :
1645-1648 Dirk Pelen
1667-1669 Hendrik Jansz van Klaarwater en zijn gezin
1681 onbewoond
1715 Peter Meeuwisse met zijn echtgenote Hendrikje Gijsbertse
1715-1741 Hun dochter Annetje Peterse, sinds 1731 echtegenote van Hendrik Heijmense Kuijper. Hun vijf kinderen zijn daar geboren.
Was Jacoba Victoria Bartholotti kennelijk eigenaresse van het veerhuis, later werd dat de Hervormde diaconie. In 1828 werd door de diaconie het veerhuis verkocht aan een zekere Mengs Hornsveld
Nadien verwisselde het talloze malen van eigenaar en even zo vaak van veerman.
In 1965 fungeerde Willem van de Heuvel ("Zwarte Willem") als veerman . [9] Om de geschiedschrijving zo volledig mogelijk te maken stellen wij het op zeer hoge prijs indien onze, vooral oudere, lezers in hun herinnering willen putten en met name gegevens (hoe gering ook) over het veerhuis uit de laatste 50 jaar willen doorgeven aan de redactie.
Noten:
[1] Maandblad Oud Utrecht, 38 jrg. (1965) blz. 50
[2] Maandblad Oud Utrecht, 38 jrg. (1965) blz. 50/54 E. Heupers, Beeld van Eemland (1968), blz. 15 Van Zoys tot Soest, 7e jrg. (1986), nr. 1, blz. 1/2
[3] Eemlandse klappers zijn uitgaven, verzorgd door de heer J.H.M. Putman, waarin de dopen en huwelijken per plaats en per gezin worden weergegeven. Deze klappers worden geciteerd als (E.K. deel/bladzijde). De beide delen inzake de dopen en de huwelijken van Soest (E.K. 13 en 14) bevinden zich in de bibliotheek van onze vereniging.
[4] "Uitsettinghe van twee halve Jaren Huijsgelt over Soest gedaen, verschenen Victoris 1644, ende Paschen 1645, bedragende jaerlix een duijsent dartich gulden vijftijen Stv./Opten 12en Juny 1645" (Oud-archief Gemeente Soest, nr. 124). Enige jaren geleden vernam ik dat het Oud-Archief van Soest was overgebracht naar het Rijksarchief te Utrecht doch daar (toen) niet kan worden geraadpleegd.
[5] Zie de artikelen over Bleijendaal in: Van Zoys tot Soest, 3e jrg. (1982) nr. 3, blz. 9/12; 4e jrg. (1983) nr. 2, blz. 15/18 en nr. 3, blz. 5/9.
[6] Zie de artikelen over de familie van 't Klooster in: Van Zoys tot Soest, Ie jrg. (1980) nr. 1, blz. 11/12 en nr. 2, blz. 9/11.
[7] RAU-Recht. Arch. nr. 1144, deel 21 fol. 32/32 vs). Vraag: Waar lag de "pape-steech"?
[8] Over Heuvelendaal en over Jacoba Victoria Bartholotti van den Heuvel zal binnenkort worden gepubliceerd.
[9] Maandblad Oud-Utrecht 37e jrg. (1964) blz. 13/20.
[10] Waarschijnlijk wordt hier de tol bedoeld welke bij het voormalige Hotel Trier was gelegen.
[11] Een zuster van Hendrik Heijmense trouwt eveneens te Soest: Claas Hoogstraat, jongeman van en wonende te Zeist, met zijn vader Hendrik Hoogstraat en Geertruy Hijmense Kuyper, jongedochter, van en wonende te Soest, met haar vader Hijmen Hendrikse Kuyper; 16 april 1741 (E.K. 14/10).
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.