Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Van wie bin jie der een; iets over de werkgroep Genealogie

Onderlaatst heeft de Werkgroep Genealogie zich bezonnen op haar toekomst, want voor iedere werkgroep of commissie is het goed om te reflecteren. De werkgroep is tot de conclusie gekomen dat het doel hetzelfde kan blijven: de leden zetten samen hun speurtocht voort naar de voorouders van Soester families. Wel hebben wij geconstateerd dat de middelen en mogelijkheden daartoe sinds de oprichting van de werkgroep rigoureus veranderd zijn.

Inleiding
Genealogie ofwel voorouderonderzoek is al zo oud als de mensheid zelf, maar dat we allemaal van Adam en Eva zouden afstammen wordt toch niet al te letterlijk meer genomen. Zodra er schrifttekens ontstaan, zijn er aantekeningen over voorouders gemaakt. In de westerse wereld zal de adel begonnen zijn met de heraldiek en de wapenemblemen, het gewone volk stelde zich tevreden met patroniemen. Individueel zullen veel mensen aantekeningen hebben gemaakt, maar wanneer is dat min of meer in samenwerking met anderen van start gegaan? Met andere woorden: wanneer is de genealogie in onze contreien begonnen?

Eemland en Soest
Misschien moeten we de kloostergemeenschappen, die meer dan duizend jaar geleden in Soest al grondbezit hadden, als voorlopers van de Werkgroep Genealogie beschouwen. De naam Soest zou voor het eerst in een document uit het jaar 1028 genoemd zijn. Op dat moment waren er al veertien hoeven (boerderijen) in Soest in het bezit van de Sint Paulusabdij en van het Sint Vitusklooster te Elten. Netals Keulen en Aken zijn deze boerderijen niet op één dag gebouwd. De boerderijen waren via het leenstelsel aan 'horige' boeren in gebruik gegeven. Deze boeren moesten een gedeelte van hun oogst afstaan aan de abdij en dit werd geadministreerd met behulp van een kerfstok. Bij overlijden moesten de erfgenamen van al hun bezittingen een Heerwade aan hun landheer geven, dus ook via deze traditie kunnen weer genealogische verbanden worden gelegd.

De toenmalige dorpsgerechten en waterschappen maakten eveneens gebruik van genealogische gegevens. Voor belastingheffing hield men registers bij en daarin werden aantekeningen gemaakt van overlijden en vererving. Dit gebeurde ook ten behoeve van de bestuurders, want toen al was het niet de bedoeling dat één familie het dorp of waterschap zou besturen. Notarissen zijn beroepsmatig al lang bezig met genealogie, want hoe verdeel je anders een erfenis? In dat verband kunnen we Barend Costerus betitelen als de eerste bekende Soester genealoog: in 1677 begon hij namelijk een kleine notarispraktijk in de Kerkebuurt van Soest [1]. Men denkt vaak dat er iemand in een familie is geweest die als een fanatieke EinzelOnger als eerste genealogisch onderzoek heeft gedaan naar de stamboom van de familie, maar met deze informatie kunnen we dat mooi relativeren.

In verenigingsverband
De twee Gilden die Soest nu nog rijk is, kunnen we beschouwen als verenigingen waar de genealogie toegepast werd en wellicht wordt.
Bij het Groot Gaesbeeker Gilde was het gebruik dat de oudste zoon na het overlijden van zijn vader diens `kaper' (kovel) mocht opeisen. Hij hoefde zich dan niet in te kopen en trad in de rechten en plichten van zijn vader. Zijn eventuele broers moesten zich echter wel inkopen om lid te worden. Ik schreef al het woord 'wordt', want onlangs sprak ik Adrie Kuijper die van deze eeuwenoude traditie gebruik wil maken op dit principe van overerving. Of zijn betovergrootvader al lid was valt te betwijfelen. Zijn betovergrootvader was dokter Frans Kuijper (1808- 1878), geen geboren Soester, maar als huisarts zo ingeburgerd dat de bevolking hem wel als burgermeester zag zitten.

Eén van zijn zonen, Frans C. (1839-1912), maakte een opmerkelijke switch, hij werd landbouwer aan het KerkpadNZ.Later was hij meer dan twintig jaar wethouder der gemeente Soest. Naar hem is deEC. Kuijperstraat vernoemd. Zijn achterkleinzoon Adrie Kuijper woont op dezelfde boerderij waar zijn overgrootvader het boerenbedrijf had.

Een andere traditie van het Gilde die tot genealogische aantekeningen leidde, was het inkopen van weduwen met een 'emmer bier'. Waarom zouden deze weduwen de behoefte hebben om lid te worden van het Gilde? Waarschijnlijk was het Gilde toch een sociale gemeenschap waar zij bij aangesloten wilden blijven. Voor een enkele weduwe zal het mogen pachten van de Gildslanderijen een reden geweest zijn. Voor de meeste weduwen zal deelname aan de teermaaltijd de aanleiding zijn geweest om zich in te kopen. Men zou nu juist verwachten dat er enige compassie met deze weduwen zou zijn, maar blijkbaar dachten ze daar vroeger heel anders over. Tegenwoordig is het gewoonte dat de man al bij een enigszins bestendige relatie zijn partner inkoopt. En het moment dat de dames zelfstandig lid kunnen worden zal niet ver weg liggen. Wat onveranderd is gebleven is dat de teermaaltijd nog steeds als een sociaal hoogtepunt wordt beleefd.

De doop-, trouw- en begraafboeken
De simpelste genealogische geschriften zijn natuurlijk de doop- en trouwboeken. Pastoor en dominee schreven maar wat graag dopelingen en huwelijken in, want toen ook al gold: 'hoe meer zielen, hoe meer vreugd'. Dit adagium wordt nog steeds gebruikt door "De Kerk van Jezus Christus van der Heiligen der Laatste Dagen", beter bekend als de kerk van de Mormonen. Ook al ben je een paar eeuwen geleden overleden, in hun tempel van het eeuwige leven kan je verenigd worden met je familie. Het wordt dan nog wel even zoeken, want inmiddels schijnen de registers de namen van drie miljard personen te bevatten.

De begraafboeken zijn in dit verband een bron van onduidelijkheid. De ene kerk hield namelijk systematisch de boeken met overledenen bij, de andere kerk noteerde echter alleen de datum van betaling van de aankoop van het graf voor later. Die datum werd daarna soms geïnterpreteerd als datum van overlijden. Sommige genealogen denken een keihard bewijs in handen te hebben als zij een grafsteen met naam en jaartal in een kerk ontdekken. Een mooi voorbeeld is de grafsteen van molenaar Willem Smits (1749-1820) in de Oude Kerk van Soest. Hij had ter meerdere eer en glorie van zichzelf alvast een mooie grafsteen laten plaatsen 'Anno 1789' op het priesterkoor van de kerk, maar is uiteindelijk te Lage Vuursche overleden en aldaar begraven [2]. Dan is de grafsteen van Geurt Hilhorst wel wat relativerender, er staat een inscriptie op die volkomen duidelijk is:

GEURT HILHORST

"Het Kan Den Mens Geen Kwaat
Of Hy In 'T Graf Verrot
Als Maar Syn Ziele Leeft
En Heeft Genae By God"

Geurt Hilhorst (ca. 1656-1745) heeft talloze nazaten waarvan vele nog in Soest en omgeving wonen. In het vervolg van dit artikel is beschreven hoe u kunt checken of hij ook tot uw voorouders behoort.

De betekenis van Napoleon Bonaparte
Als grootste stimulans van de genealogie in Europa kunnen we de invoering van de Burgerlijke stand door Napoleon beschouwen. Niet dat genealogie zijn doel was, maar de nauwsluitende registratie van de bevolking zou hem en zijn bureaucraten inzicht gaan geven in het aantal soldaten dat hij kon rekruteren uit de bevolking. Dankzij de invoering van deze Burgerlijke Stand zijn vrijwel alle geboorten, huwelijken en overlijdens vanaf 1811 geregistreerd. Hoewel vele namen al jaren als familienaam gehanteerd werden, heeft hij ook de verplichting opgelegd om deze als achternaam te gaan gebruiken. Sindsdien is bijvoorbeeld een typisch Soesterse achternaam als Van Hofslot consequenter in gebruik geraakt, alhoewel de toenmalige stamvader Pieter Gerritse zelf deze naam amper gebruikte [3].

Pauselijke dispensatie
Trouwen met familieleden was binnen de Rooms-Katholieke kerk aan strengere regels onderhevig dan voor de Burgerlijke Stand of de Nederlandse Hervormde kerk. Daarmee werden de pastoors onbedoeld gebombardeerd tot echte genealogen. Om de graad van verwantschap tussen bruid en bruidegom te ontdekken was een vraag naar wederzijdse ouders onvoldoende, ook de grootouders moesten bekend zijn. Vroeger kwamen ook tweede huwelijken regelmatig voor. Oorzaak was meestal niet echtscheiding, maar veel vaker het overlijden in het kraambed.
Pastoor Willem Steenhoff schijnt vanwege veelvuldige verzoeken om pauselijke dispensatie aangeschreven te zijn door aartsbisschop Zwijssen. Steenhoff's antwoord luidde dat de oorzaak niet lag in de medische redenen, maar in het feit dat de boerenfamilies bij voorkeur op erfrechtelijke gronden binnen familiekringen de huwelijkskandidaten zochten.

Gezicht van de Werkgroep Genealogie
Vanuit de redactie van dit blad was de vraag of we de werkgroep een 'gezicht' konden geven, en natuurlijk willen wij daar graag aan voldoen.
Maar zoals uit het voorgaande blijkt zijn er al heel lang genealogen actief in Soest. De enige 17de-eeuwse inwoner van Soest waarvan een portret bekend is, is dominee Henricus van Harlingen. Voor de 19de eeuw is de keuze wel wat ruimer, de fotografie kwam toen tot ontwikkeling. Naast de al genoemde pastoor Steenhoff moeten we zeker dominee J.J. Bos aanhalen, die in zijn manuscript over de geschiedenis van Soest ook enkele genealogische aantekeningen heeft gemaakt.

Naar een echte "Werkgroep Genealogie"
Volgens de overlevering was de heer Jo Hilhorst een eerste gangmaker in het verzamelen van genealogische gegevens. Hij was de vader van de wat bekendere historici Jan H.M. en Jos G.M. Hilhorst. Deze twee broers hebben het standaardwerk "Soest, Hees en De Birkt" geschreven, een boek waarin ook vele genealogische gegevens tot en met de 16de eeuw zijn verwerkt.

Inmiddels zijn we dan al in de jaren zestig van de vorige eeuw aangeland. Er ontstond een Werkgroep Eemland, waarin naast Soesters ook inwoners uit de omliggende gemeenten in Eemland participeerden. In 1980 werd in Soest de Historische Vereniging opgericht. De oprichting van een historische kring of vereniging was niet exclusief voor Soest: in Baarn en Eemnes vond dit al eerder plaats, maar ook in Leusden en Hoogland was dit het geval, zij het wat later.

Niet toevallig zijn dit de plaatsen waar de Rooms-katholieke boerenfamilies nauw verwant waren en waar ook de werkgroepleden vandaan kwamen. De huidige Werkgroep Genealogie (Soest) is een voortzetting van de groep Soesters die daarin actief was. Het noemen van namen is een precaire bezigheid, vergeten we niet de 'stille werkers'? Toch noemen we enkele namen in de wetenschap dat we niet volledig zijn en het wel of niet noemen geen waardeoordeel is! In alfabetische volgorde schieten ons de namen van Peter van den Breemer (Vosseveldlaan 21), Gérard Derks, Piet van Elteren, Jan Hilhorst (kaasboerderij De Staelenhoef), Johan (J.E.J.) Hilhorst, Joke van Kleinwee-van den Dijssel, Richard van Logtestijn, Wim Routers,Gerard Staalenhoef, Antoon Tammer en anderen te binnen. Afgesproken werd om onderling genealogische gegevens uit te wisselen. Het is nauwelijks meer voorstelbaar dat dit gebeurde zonder de hulp van computers en internet.

De eerste stap was meestal afhankelijk van het geloof. Protestanten konden vaak een blik in de familiebijbel werpen om enkele generaties terug te gaan, katholieken hadden meestal een kleine verzameling bidprentjes. Maar dit waren nooit officiële bronnen en daarvoor moest een bezoek aan het gemeentearchief gebracht worden. Omdat veel families afkomstig waren uit de vroegere boerenstand en redelijk nauw verwant zijn, kon door uitwisseling van gegevens veel dubbelwerk worden voorkomen. Ook werden op veel gemeentearchieven de boeken van de Burgerlijke Stand geïnventariseerd door vrijwilligers; voor Soest is WimRoutershiermee menig uur bezig geweest.

Het was niet te voorzien, maar met de komst van de computer en digitalisering moesten weer veel van deze gegevens opnieuw ingevoerd worden. Met behulp van internet en bijbehorende genealogieprogramma's kon iedereen zijn stamboom publiceren. Velen doen dat op correcte wijze en er was een particuliere website die voorzag in een duidelijke behoefte. In deze website, opgezet door één van de trouwe leden van de werkgroep, Dick van Fulpen, waren de meeste gegevens verwerkt die door de voormalige en huidige leden zijn opgezocht. Maar zoals elke genealoog weet, komt er aan elk genealogisch geïnteresseerd leven een einde. Meestal door overlijden maar soms ook door desinteresse. Het zou zonde zijn dat daarbij waardevolle gegevens verloren gaan of onbeheerd gaan zwerven op het internet.

De huidige werkgroep heeft dit jaar besloten om onder de vlag van de Historische Vereniging Soest/Soesterberg te beginnen met een centrale database, waarin genealogische en nauw verwante informatie te raadplegen is op internet. Daartoe is er een drietal beheerders met ruime ICT-ervaring aangesteld: Dick van Fulpen, Stef de Kruijf en Gerrit Woertman. De andere leden van de werkgroep zijn bewerkers: Marijke Benschop-van denBremer,Henk Hagen, Hans van Hees, Henk Kok, Wim Routers,Henk Valkenet, Joke en Piet de Vries-Pureveen en de schrijver van dit artikel. Het professionele onderhoud gebeurt door een internetbedrijf en de kosten worden dan ook door de vereniging gedragen. Deze website is een onderdeel geworden van de verenigingswebsite en bereikbaar via de webpagina www.hvsoest.nl.
Daarna doorklikken op "stambomen" en onderaan deze pagina op "open de database". U kunt ook rechtstreeks via deze link contact leggen: https://stambomen.hvsoest.nl/humogen/

Wat heeft de Werkgroep Genealogie tot stand gebracht?
Op het moment van het schrijven van dit artikel zijn 92735 personen opgenomen in de database. Deze maken deel uit van 33607 gezinnen. Wel dient opgemerkt te worden dat er mogelijk wat personen en gezinnen dubbel voorkomen of dubbel geteld zijn. Welke gegevens bij de personen vermeld zijn is geheel afhankelijk van de invoer van de 'bewerkers', maar we kunnen constateren dat veel gegevens, die al in de vorige eeuw herontdekt zijn, wel bewaard zijn gebleven in de huidige database. U moet daarbij denken aan notariële akten, bevolkingsregisters en basale gegevens als aantekeningen van overlijden. Recente overlijdens van minder dan 50 jaar geleden mogen om privacyredenen niet bekend gemaakt worden door de overheid. Begrijpelijk maar ook hinderlijk, want wij kunnen er toch vanuit gaan dat mensen die meer dan 120 jaar geleden geboren zijn niet meer leven. Lezers die de bovengenoemde website raadplegen komen ook wel de vermelding Naam gefilterd' tegen van personen die al driehonderd jaar niet meer onder ons zijn. Hierbij is de naam of overlijden niet juist ingevoerd of aangevinkt.

Toekomst
Er zullen amateur-genealogen zijn die menen dat een verenigingswebsite met een genealogische link een overbodige luxe is: via internet zijn immers veel gegevens kosteloos te vinden. Toch moeten we daarbij aantekenen dat de gegevens die via de website van de officiële archieven, zoals Het Utrechts Archief (HUA) en Archief Eemland, door vrijwilligers zijn ingebracht, niet altijd foutloos zijn. In het voorgaande is alleen nog gesproken over de boeken van de Burgerlijke Stand, daarnaast zijn er op allerlei websites ook gegevens uit de doop-, trouw- en begraafboeken te vinden. Notariële archieven zijn ook een prachtige genealogische bron en voor mij dikwijls een aanleiding om de bewoningsgeschiedenis van boerderijen te gaan beschrijven. Het zou ontzettend jammer zijn als bij een generatiewisseling vele persoonlijke herinneringen verloren gaan.
Anderzijds moeten sommige gebeurtenissen tot rust komen voordat ze openlijk gepubliceerd mogen worden. De praktijk zal nog vele vragen oproepen, een simpel gegeven als waar loopt de genealogische geografische grens van Soest? Daar heeft de werkgroep wel een mening over: er moet toch een relevante link zijn met Soest. Nu hoeft een familie een tak niet af te zagen omdat die zich elders gevestigd heeft, maar wij willen van de website ook geen weeshuis maken van families waarvan toevallig een geboorte in Soest plaatsgevonden heeft.

Moet genealogisch onderzoek in verenigingsverband plaatsvinden?
Mijns inziens is enige collegialiteit en solidariteit met elkaar en vroegere vrijwilligers op zijn plaats. Anders verworden wij als genealogen toch einzelgänger in onze hobby. Het is ondoenlijk om alleen alle informatie te vergaren maar ook zonde om deze informatie niet te verspreiden.

Een bijzondere vondst in de Burgerlijke Stand tot besluit

Het korte maar bewogen leven van Gerardina Bertha Donker

Dit artikel wil ik besluiten met een voorbeeld van een vondst in de archieven van de Burgerlijke Stand, die we nu als alleraardigst kunnen omschrijven, maar niet in de bovengenoemde database opgenomen zal worden. Een stamboom bestaande uit een persoon betekent namelijk niets. Toch is het een gegeven uit de archieven dat diep tragische achtergronden kent:

In de gehele negentiende eeuw is er in de gemeente Soest maar één kind te vondeling gelegd; enkele bijzonderheden lezen we in onderstaande geboorteakte. De originele akte is wel rommelig geworden, want in de standaard voorgedrukte tekst moest een geheel andere tekst geschreven worden [4]. Verder is er veel ambtelijke tekst die nauwelijks leesbaar is, dus u moet het met een samenvatting doen:

Heden de 31ste januari achttienhonderd drie en zeventig is voor mij ondergetekende ambtenaar van de Burgerlijken Stand der gemeente Soest in de secretarie verschenen Jannetje Tammel oud vier en veertig jaren, van beroep arbeidster huisvrouw van Gerrit van Dijk, wonende alhier die mij vertoonde een kind van het vrouwelijk geslacht, klaarblijkelijk pas geboren, hebbende geen merkbare teekenen, oogen blaauw, haar donker, overigens welgevormde ledematen, geheel naakt en gewikkeld in enen witten katoenen lap waaromheen lap van reeds gebruikte geruiten wollen stof en tenslotte een nieuw basijnen blaauwen lap welke stukken door mij ondergetekende ambtenaar nauwkeurig onderzocht zijn en bevindend te hebben geene bijzonder deze teekenen hoe genaamp. De comparante verklare het hiervoren omschreven kind in dezelfde omwinsels te hebben gevonden in een haag op den straatweg op de Birkt binnen de gemeente toen zij heden middag omstreeksch twee en een half uur als aan voorbij ging en daar drie onbekenden passeerde die daarna hunne weg vervolgden daarop is opmerkzaam gemaakt Den tas is opengemaakt en dit kind te hebben opgenomen en om hetzelfve mij te kunnen vertonen terwijl hetzelve op verzoek van mij ambtenaar zal worden om derwijl bij dit kind als eenige aanwijzing is gevonden een stuk post papier waarop de woorden - Rooms katholiek - geboren heb ik hetzelve de namen gegeven van Gerardina Bertha Donker van al hetwelk ik dit proces-verbaal opgemaakt en in het geboorte register dezer gemeente ingeschreven in tegenwoordigheid van David Anthonie Rutgers oud acht en dertig jaren, van beroep secretaris en Pieter Johannes van den Broek rijksveldwachter enz.

De eerstvolgende vergadering van het college van Burgermeester en Wethouders op 4 februari 1873 was Gerardina wel het belangrijkste gespreksonderwerp voor dit college. Kortweg werd besloten om Gerardina uit te besteden. Daarvoor werd tien gulden en een pak kindergoed gereserveerd, wat het college weer wilde verrekenen met de Commissie van Weldadigheid. Twee weken later stond Gerardina weer op de agenda: aan 'vrouw Brouwer' werd besloten een bedrag van 15 gulden en 25 en een halve cent te betalen voor goederen ten behoeve van de vondelinge.

Gerardina opnieuw gespreksonderwerp in het college van B & W van Soest
Drie maanden later is zij andermaal onderwerp van bespreking: Jan Brouwer is ziek geworden (of zijn vrouw?) en Gerardina Bertha Donker kan daar niet langer blijven. Nu zal Frans van Hees of vrouw Roeten gevraagd worden doch er wordt door de voorzitter (de burgermeester) nog gezocht naar `eenige goede huisgezinnen om alsdan daaruit een keuze te kunnen doen'. Nu moet men wel bedenken dat er weinig 'goede huisgezinnen' geneigd zijn om een vondeling op te nemen. Men vermoed dat de zuigeling door grote problemen van de moeder te vondeling is gelegd. Zou zij tot inkeer kunnen komen en het kind weer opeisen?
Als de moeder wel wilde dat het kind in de Rooms-katholieke religie opgevoed werd, dan had zij het kind beter bij de kerk of het klooster kunnen afgeven of neerleggen. Bij de katholieke bevolking was het moreel ontzag voor pastoor Steenhoff groter dan voor burgermeester jonkheer Martini van Geffen.De laatste had nog eens het nadeel dat hij pas benoemd was en de bevolking en de mores daarvan amper kende. Recentelijk had Steenhoff de plaatselijke schoolstrijd in zijn voordeel beslist.

Mijn inschatting is dat er geen 'goede huisgezinnen' gevonden zijn die puur op liefdadigheidsbasis het kind wilde opvangen. In de bevolkingsregisters van Soest uit die tijd staan genoeg kinderen als bestedeling van de stad Amsterdam ingeschreven, bijna allemaal bij arbeidersgezinnen die waarschijnlijk de vergoeding wel konden gebruiken om te voorzien in hun levensonderhoud. Weer een maand later besloot het college tot een aanvulling van het budget met 5 gulden voor uitrusting. Dit was de laatste vermelding in de notulen van het college van B & W van Soest [5].

Baarn
Op 11 oktober 1873 verschenen de arbeiders Gijsbert Driessen (37 jaar) en Hendrik Boering (24 jaar) voor wethouder H. Pen te Baarn met [6] de droeve mededeling dat Gerardina Bertha Donker die morgen om 11 uur overleden was. Beiden stelden zich voor als bekenden van de zuigeling. Hoewel Gerardina niet in het bevolkingsregister van Baarn is ingeschreven kunnen we ervan uitgaan dat de eerstgenoemde de pleegvader was. In de akte stond verder dat het kind in Baarn woonde en zeven maanden geleden gevonden was in Soest. Derhalve waren de geboorteplaats van het kind en de namen der ouders onbekend.

In het bevolkingsregister van Baarn zijn we de vondelinge niet meer tegengekomen. Mogelijk zijn de kosten van de begrafenis nog wel ergens terug te vinden in de archieven. Gijsbert Driessen (1836-1921) was gehuwd met Gijsbertje Schoonoord (1835-1920) (bij haar huwelijk kon zij niet haar handtekening zetten omdat zij daar onervaren in was) en gezien hun kinderloze huwelijk vanaf 1865 een ideaal opvanggezin. Het echtpaar woonde in wijk A in het huis met nummer 177 waar Gijsbert's ouders ook al woonden. Netals Gerardina Bertha Donker was het echtpaar Driessen van de Rooms-katholieke religie.
Daarmee besluiten we dit artikel met de constatering dat genealogie niet alleen voorouderonderzoek is, maar ook sociale en geografische aspecten bevat om het levendig te maken.

NOTEN
[1[ Soest en Soesterberg in de zeventiende en achttiende eeuw. G.J.M. Derks en W.H. Heurneman.
[2] Van Zoys tot Soest, Graven in de Oude Kerk, Ton Hartman m.m.v. werkgroep genealogie, winter 2006-2007, 27 jrg. nr. 3 blz. 23 t/m 32.
[3] De familie Van Hofslot, G.J.M. Derks m.m.v. werkgroep genealogie, gepubliceerd in dit blad winter 2002, 23ste jrg. Nr. 3, blz. 14 t/m 28
[4] Archief Eemland gemeente Soest akte 6 d.d. 31-01-1873, met dank aan Henk Valkenet voor het mede helpen transcriberen van deze akte.
[5] Archief Eemland gemeente Soest Notulen College B & W 1873
[6] Archief Eemland gemeente Baarn akte 45 d.d. 11-10-1873.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto