Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

De kraamkliniek van huize Nieuw-Marienburg

Rene van Hal

Afgelopen periode kwam de Historische Vereniging Soest/Soesterberg in het bezit van 3 plakboeken met geboortekaartjes en verschillende foto's. De plakboeken zijn van 1959 tot 1964 bijgehouden door de 28 april jl. overleden Agnes Goedhals. Zij heeft jarenlang als kraamverzorgster gewerkt in Huize Nieuw-Mariënburg [1]. De plakboeken geven een uitgebreid inzicht in het grote aantal kinderen dat in Huize Nieuw-Mariënburg in de periode 1959-1964 geboren is. Een mooie aanleiding om nog eens op zoek te gaan naar de bijzondere geschiedenis van deze kraamkliniek in Soest. Hierbij is de rol van de zusters van belang, die sinds 1905 in Soest wijkverpleging en bejaardenzorg werkzaam waren. Daarom wordt ook deze historie in deze bijdrage belicht.


Zijvleugel waarin de kaarmkliniek van Huize Mariënburg was gevestigd

Van Villa Klein-Mariënburg naar Huize Nieuw-Mariënburg
In het blad "Van Zoys tot Soest", jaargang 38 nummer 4 (Lente 2017) heb ik al een stuk van de historie van de congregatie Zusters Augustinessen van Delft (later Heemstede), hun komst naar Soest en de ontwikkeling van het Landgoed Nieuwerhoek tot Zorgcentrum Mariënburg beschreven. De zusters waren nadat zij zich vanuit België in 1888 hadden gevestigd, in Delft in verschillende plaatsen in Nederland actief in de gezondheids- en ouderenzorg. In december 1905 vestigden de eerste zusters zich op initiatief van het echtpaar Ordeman-Muller in Soest en gingen wonen in de villa van de familie Ordeman — Muller (Klein Mariënburg) aan de Van Weedestraat. Vandaar uit werden ze ingezet in de wijkverpleging, de voorloper van de huidige thuiszorg.

Hun werk was in eerste instantie gericht op de zorg aan hulpbehoevende bejaarden [2]. Omdat enkelen van hen 24-uurs zorg nodig hadden, kregen ook zij (tijdelijk) volledige verpleging aangeboden. Eerst in deze villa Klein-Mariënburg, die daarvoor werd uitgebreid met enkele kamers en een kapel. De constante vraag naar 24-uurs verblijf en de tomeloze inzet van de familie Ordeman-Muller leidden tot de aankoop van Villa Nieuwerhoek en de nieuwbouw van Nieuw-Mariënburg. Deze nieuwbouw kon begin 1920 in gebruik worden genomen. De zusters werden vanaf dat moment van daaruit ingezet in de ondersteuning van zorgbehoevende ouderen. Daarnaast bleven ze actief in hun oorspronkelijke taak, de wijkverpleging. Binnen Huize Mariënburg was sprake van zowel pensiongasten die een eigen kamer huurden (bijvoorbeeld priesters met emeritaat), als ook 24-uurs verpleging voor ouderen.

Overgang werkzaamheden zusters Mariënburg naar Kruisvereniging Het Wit Gele Kruis
De taken waarvoor de zusters naar Soest waren gekomen, namelijk de zorg voor zieken en bejaarden, werden beginjaren '30 overgedragen aan de in die jaren opgerichte Kruisvereniging "Het Wit-Gele Kruis Soest". De zusters die de wijkverpleging verzorgden, zusters Felicita en Theodomia, kwamen bij het Wit-Gele Kruis in dienst. Ze bleven wel wonen in Huize Mariënburg. Daar waren ze onderdeel van de kloostergemeenschap met een eigen moeder-overste.


Een impressie van de oude Villa Nieuwerhoek met links de nieuwbouw uit 1920 van Nieuw-Mariënburg

De taakstelling van de opgerichte kruisvereniging was veel breder dan de oorspronkelijke functie waarvoor de zusters werden ingezet. Tot de basistaken van de kruisvereniging behoorde ook de zorg voor baby's en kinderen (o.a. het begeleiden van geboorten, het organiseren van het consultatiebureaus). Voor de voortzetting van de inzet van de zusters voor de kruisvereniging was echter wel speciale toestemming van de aartsbisschop van Utrecht nodig. Bij het verlenen van die toestemming gaf de aartsbisschop aan dat hun rol voor de baby's en kinderen ook de zorg aan hun moeders zou moeten inhouden. Bovendien mocht hun inzet niet beperkt blijven tot de katholieke gezinnen, maar was deze ook voor gezinnen van alle gezindten. Wellicht dat de eerste tien jaren van Huize Nieuw-Mariënburg, en nog langer van de wijkverpleging, de zorg aan katholieke gezinnen wel een selectiecriterium is geweest. Anders zou dit niet expliciet zijn opgenomen in de toestemmingsbrief.

Ontwikkeling wijkverpleging en Huize Mariënburg vanaf de jaren '30
Vanaf 1931 werd de zorg in de wijkverpleging voor baby's, moeders, kinderen en gezinnen steeds uitgebreider. Door de positieve ervaringen met de inzet van de zusters, die 24 uur per dag beschikbaar waren, werden steeds meer gezinnen lid van het Wit-Gele Kruis en werd er een steeds groter beroep op deze zorg gedaan. Voordeel was natuurlijk dat de zusters die naar Soest kwamen al in een andere instelling van de zusters hun opleiding hadden gehad en ervaring hadden opgedaan. Ze kwamen o.a. uit een van de ziekenhuizen die door de zusters werden geëxploiteerd, zoals in Rotterdam (Franciscus) en Delft (Hyppolitus). Deze ziekenhuizen beschikten alle over een kraamafdeling, waar de zusters tijdens hun opleiding ook waren ingezet. Zij hadden een brede verpleegkundige ervaring, die in Soest zeer welkom was. Dit gold niet alleen voor de wijkverpleging, maar ook voor de verpleegzorg die in Huize Mariënburg werd geboden.

----

Uit de Jaarverslagen van het Wit-Gele Kruis
De jaarverslagen van het Soester Wit -Gele Kruis in 1933 en 1947 bevatten verschillende kengetallen over de activiteiten die door de wijkzusters (in die jaren Zusters van Mariënburg) werden uitgevoerd.
Hierna enkele van die kengetallen rondom de zorg aan baby's en kleuters. Daarin is een duidelijke groei te zien in de periode 1933-1947

1933 1947
Aantal kraamvrouwen/geboorten met zorg  46 159
Waarvan aantal gratis verzorgde kraamvrouwen  15 -
Aantal bezoekers (gezinnen) consultatiebureau  60  98
Aantal artikelen in bruikleen afgestaan 373 571

De uitleen van hulpmiddelen werd ook vanuit Huize Mariënburg verzorgd. De kraamvrouwen werden gemiddeld 10 keer bezocht.

----

Aangezien tot 1963 in Soest geen ziekenhuis en ook geen EHBO beschikbaar waren, werden slachtoffers van ongevallen vaak in eerste instantie overgebracht naar Nieuw-Mariënburg, waar ze werden verzorgd en waar een van de plaatselijke huisartsen de geneeskundige zorg verleende. Was deze te complex dan werd de patiënt alsnog overgebracht naar een ziekenhuis in de regio. De kennis en ervaring van de zusters kwamen dus goed van pas.

De zusters in de wijkverpleging konden in Soester gezinnen situaties signaleren, die extra zorg noodzakelijk maakten. In samenspraak met de huisartsen werden inwoners van Soest dan voor enkele dagen opgenomen op de verpleegafdeling, in sommige gevallen wel eens enkele weken. Huisartsen zorgden daarbij voor de medische zorg. Ook moeders met baby's werden (tijdelijk) opgevangen. Aan het eind van de oorlog en zeker net na de oorlog werd de omvang van juist deze behoefte groter. Evenals in de rest van Nederland vonden de meeste bevallingen nog thuis plaats met ondersteuning van een verloskundige en in veel gevallen gewoon de huisarts.

Uitleen van magazijnartikelen (hulpmiddelen)
Tot 1952 (toen het Wit-Gele Kruis een eigen wijkgebouw aan de Molenstraat aankocht) verzorgde met name zuster Mechthildis als zuster aan de poort de uitleen van (medische) hulpmiddelen. Deze waren in Mariënburg opgeslagen en werden door de zusters beheerd. Haar werkzaamheden werden tijdens een professiefeest in 1947 uitgebreid geroemd.

In de Soester Courant van 7 februari 1947 staat hierover het o.a. volgende geschreven:

"Als zuster van de poort had zij de zorg over het magazijn van het Wit-Gele Kruis en vooral als zodanig heeft zij talloze zieken aan verplegingshulpmiddelen geholpen en als zij niet kon helpen, wist zij toch waar de hulp te krijgen was. Zr. Mechtilda altijd rustig en vriendelijk, alsof zij overigens niets te doen had ... en toch, in huis is zij voor iedere bewoner de hulp in nood."

Het werk van de wijkzuster veranderde door de jaren heen en werd steeds uitgebreider, aansluitend op de ontwikkeling van de rol en functie van de kruisverenigingen. Naast het Wit-Gele Kruis (vanuit een katholieke signatuur) waren in Soest ook het Oranje-Groene Kruis (protestant-christelijk) en het Groene Kruis (algemeen) actief. Het WitGele Kruis in Soest maakte voor de wijkverpleging tot eindjaren '60 enkel gebruik van de zusters uit Huize Mariënburg. Pas vanaf die tijd werden ook niet-religieuzen als wijkzusters ingezet, met als eerste "leken"- wijkzuster Toos Bijlard. In de loop van de jaren '60 trokken de laatste zusters zich in Soest terug uit het Kruiswerk en werden alleen leken -verpleegkundigen voor het kruiswerk in Soest ingezet door het Wit-Gele Kruis.

Ontwikkeling en oprichting van een kraamkliniek bij Nieuw Mariënburg
De meeste zusters die in Nieuw-Mariënburg woonden werden ingezet voor de verzorging van de in het huis verblijvende bejaarden. Een klein deel van deze bewoners had in die tijd een eigen kamer. Dat waren voornamelijk pensiongasten. Enkele van deze kamers werden bewoond door emeriti-priesters. Het overgrote deel van de bewoners was echter zorgbehoevend.

De zusters woonden in Nieuw-Mariënburg en hadden een kleine cel op de zolderverdieping, waar ze ook sliepen. Ze hadden verder weinig tot geen privéleven, omdat ze 7 x 24 uur werden ingezet in het huis, zowel in de verzorging als in de keuken en huishouding.

----

Huize Mariënburg in oorlogstijd
De opvang en zorgverlening door de zusters van Mariënburg heeft in de oorlog onder druk gestaan. Op twee momenten waren grootschalige acties nodig. 
Net als vele duizenden Soesters werden in mei 1940 ook de zusters en de bewoners van Nieuw-Mariënburg geëvacueerd naar Noord-Holland waardoor ze buiten de gevechtslinies zouden verblijven. Gelukkig konden ze al weer na enkele dagen terugkeren naar hun vertrouwde plek.
Ontruiming van Huize Nieuw-Mariënburg gebeurde opnieuw in
november 1944. Toen werd het pand gevorderd door de Duitsers.
Niets van de inboedel mocht worden meegenomen. Deze keer werd in de directe nabijheid onderdak gevonden bij particulieren en bij de Gerharda Sebilla Verhoeven Stichting aan de Hellingweg.
Dit tehuis werd ook vrijgemaakt voor de opvang van evacués die vanuit Arnhem en omgeving naar Soest werden overgebracht. Op de Hellingweg werd een zgn. noodziekenhuis ingericht, aangezien Huize Mariënburg niet meer beschikbaar was als EHBO en eerste opvang.
Bovendien hadden vele evacués eveneens medische zorg nodig.
Zowel de huisartsen als de zusters van Mariënburg speelden een rol in de medische zorg en de kraamzorg voor de gezinnen die waren geëvacueerd.
Een maand na de bevrijding konden de zusters en de nog in leven zijnde bewoners terugkeren naar Huize Mariënburg. Maar niet nadat het pand grondig was schoongemaakt en voorzien was van nieuw behang en verf. De Duitsers hadden hier nogal huisgehouden en veel vernield. Huize Mariënburg vervulde nog enige tijd een rol als noodziekenhuis.
De Verhoeven Stichting aan de Hellingweg werd vrijgemaakt voor de opvang van de Canadese bevrijders.

----

Door de oorlogssituatie, een gebrek aan voedsel en de minder hygiënische omstandigheden, ontstonden er veel moeilijke gezinssituaties.
De wijkzuster kwam deze meer en meer tegen, en bood in samenspraak met de huisartsen aan baby's en moeders tijdelijk op te vangen in Mariënburg. Gezien de omvang van dit
probleem werd in 1947 besloten een aparte kraamafdeling in te richten. De oprichting van deze kraamkliniek heeft ervoor gezorgd dat er vele honderden kinderen in Huize Mariënburg werden geboren.

In de jaren '50 werd hiervoor zelfs een nieuwe vleugel gebouwd, een uitbouw aan de zijde van het mooie park met vijver. Tegelijkertijd werd ook de verpleegafdeling uitgebreid. Alhoewel
verschillende zusters van Mariënburg een kraamaantekening hadden, werden ook lekenverpleegsters aangetrokken en werden in Huize Mariënburg zelf ook opleidingen verzorgd. Twee leken-verpleegsters, die daar vele jaren hebben gewerkt en dus veel baby's in hun handen hebben gehad, waren Fien Vlam en Agnes Goedhals.

Voor de kraamkliniek waren 14 wiegjes en enkele couveuses beschikbaar.Wanneer er meer baby's werden geboren dan er wiegjes waren, werd snel een teil omgebouwd tot wiegje. Je kunt geboortes nu eenmaal niet uitstellen. De kraamvrouwen bleven met hun baby's in die tijd ook meer dagen (gemiddeld 10) in Mariënburg. Zo ontstonden er ook veel onderlinge contacten tussen de moeders. Bijzonder is wel dat zij niet alleen uit Soest kwamen, maar dat er ook moeders uit Baarn, Eemnes, Laren en Hilversum naar de kraamkliniek van Mariënburg kwamen. De kraamkliniek had in de regio een goede naam. 

 
De couveuse                                                                         Een teil omgebouwd tot wieg

Moeders en hun baby's werden prima opgevangen en begeleid. Dat dit ook zo werd gewaardeerd door de moeders blijkt wel uit het feit dat veel moeders na verloop van tijd hun kroost nog eens kwamen showen. Er bleven nauwe contacten bestaan tussen de zusters van Mariënburg en de kraamvrouwen.

In 1964 werd met pijn in het hart besloten de kraamkliniek te sluiten. Reden was dat vanaf oktober 1963 het Sanatorium Zonnegloren werd omgebouwd tot een volwaardig ziekenhuis met ook een kraamafdeling. De ruimten van de kraamkliniek werden omgezet in een verpleegafdeling. Al eerder was de EHBO-functie, die Mariënburg jarenlang verzorgde, voor de Soesters vervallen en werden verkeersslachtoffers rechtstreeks naar de ziekenhuizen in omliggende plaatsen gebracht, zoals Baarn en Amersfoort.

----

De plakboeken gemaakt door Agnes Goedhals De drie plakboeken, in het bezit van de Historische Vereniging Soest/ Soesterberg, bevatten vele honderden geboortekaartjes van in
Huize Mariënburg geboren jongens en meisjes. Daarbij treffen we ook bedankjes en foto's aan die tijdens het verblijf zijn gemaakt van moeder en/of baby met vaak een van de verzorgsters erop. 
De albums bestrijken de periode van 14 mei 1959 tot en met 14 mei 1964, toen de kraamkliniek werd gesloten. Wat opvalt is dat er ook verschillende foto's in het boek zijn geplaatst van een bezoek dat de moeder met haar kind na enige maanden en soms jaren weer aan Huize Mariënburg hebben gebracht. Er is duidelijk een band ontstaan tussen de moeder en de medewerkers van Huize Mariënburg. Het is trouwens een periode dat de kraamzorg grotendeels door leken werd verzorgd, alhoewel één van de Zusters Augustinessen hoofd van de
kraamkliniek was (als laatste zuster Photina). Ook andere zusters staan op de foto met baby's in hun armen.
Wanneer we de geboortekaartjes openslaan komen we heel veel bekende namen tegen. Allemaal baby's die nu tussen de 55 en 61 jaar oud zijn. Vanwege de privacy kunnen we hier geen namen noemen. Al met al zijn deze albums een mooi historisch document.

----

Afsluitend
De "Zusters Augustinessen van Delft", later "Zusters Augustinessen van Heemstede" genoemd, hebben vele jaren (1905-1978) een belangrijke rol in Soest vervuld op het gebied van bejaardenzorg maar ook van kraam- en wijkverpleging. Vele honderden kinderen zijn met hun zorg ter wereld gekomen en in de eerste dagen van hun leven begeleid.
Dat waren niet alleen kinderen van rooms-katholieke huize maar van alle gezindten. Dat gebeurde niet alleen aan personen die in Huize Nieuw-Mariënburg verbleven, maar meer nog zelfs aan personen in hun thuissituatie, in het gezin waar zij woonden. De zusters hebben op hun fiets, later op de bromfiets en vervolgens ook met de auto, heel wat kilometers in ons dorp afgelegd. In de periode tot ongeveer 1965 waren ze herkenbaar door de kleding die ze droegen.

Noten:
[1] Huize Nieuw-Mariënburg heeft door de jaren heen verschillende naamswijzigingen doorgemaakt; zoals Rustoord, Bejaardentrum en tegenwoordig Zorgcentrum. In dit artikel hanteren we vooral Huize Nieuw-Mariënburg. Deze naam verwijst naar het Birgitinessenklooster achter de Oude Kerk, die er in de 15e/begin 16e eeuw heeft gestaan.
[2] De terminologie van bejaarden is door de jaren heen ontwikkeld via ouderen naar senioren. Dat heeft vooral te maken met het tijdsbeeld en de vele maatschappelijke ontwikkelingen.

Bronnen
• Met hart en ziel; verleden, heden en toekomst van de Augustinessen van Heemstede; Herman Divendal; uitgegeven bij gelegenheid van het 75-jarigbestaan van de congregatie 27 juni 1963.
• Artikel in blad van Zoys tot Soest jaargang 38 nummer 4 (Lente 2017); Zusters Augustinessen van Heemstede.
• Archieven Historische Vereniging Soest/Soesterberg.
• Berichten en advertenties in de Soester Courant.

 

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto