Redaktie
In ons vorige nummer, 8ste jg. no. 1, is de instelling in 1818 van de Commissie van Weldadigheid door Prinses Anna Paulowna behandeld. Niet alleen de zorg voor armen en zieken werd aan deze Commissie opgedragen, ook. het onderwijs moest worden gestimuleerd. Vandaar de onderstaande instructie voor de "Spin-, Brei- en Naai Scholen" van Soest in 1826.
Voor de aanvang van de lessen werd het gebed voorgeschreven, als ook de "Dankzegging" na afloop. En tijdens het naai- of breiwerk werd er door een der meisjes voorgelezen.
De inhoud van de bibliotheek was nog beperkt.
Voor de Spin, Brei en Naai Scholen
ter onderwijzing der kinderen van behoeftige Ingezetenen in de Gemeenten Soest, opgerigt met Onze goedkeuring, door onze Commissie van Weldadigheid in opgemelde gemeente en onder het bestuur van enz: = welke ingevolge Onze uitnoodiging, de directie daarvan, wel hebben willen op zich nemen.
Art. 1
De spin, brei en naaischolen zullen tot gemak der kinderen in twee wijken verdeeld worden, en zulks zoo lange, tot het ons zal behagen des wegens andere maatregelen te nemen. De Dames Directrices zullen de aanstellingen van de brei- en naaivrouwen hebben en dezelve in hunne functien kunnen suspenderen en desnoods, geheel afzetten. Wanneer de Dames Directrices de scholen bezoeken, zullen de naai- en breivrouwen dezelve met gepaste ondergeschiktheid behandelen, en alle mogelijke informatien geven. Zoo omtrent het gedrag der kinderen als van het huishoudelijk belang der Scholen.
Art. 2
De brei en naaivrouwen zijn verpligt, zorg te dragen dat hunne Scholen rein en ordelijk worden gehouden, als ook dat de Kinderen daarop zindelijk en wel gekleed verschijnen. Ook zullen zij voor het aangaan der School hunne handen moeten wasschen, te welken einde in elk der Scholen, steeds eene zindelijke handdoek aanwezig zal moeten wezen. De kinderen zullen moeten geleerd worden, zindelijk en ordelijk hun werk te verrigten en af te maken, en de school niet mogen verlaten, voordat elk hunner zijn werk behoorlijk geborgen of aan de Schoolvrouwen ter hand gesteld hebben.
Al de werken, op deze scholen verrigt wordende, zullen behalve met het merk, door de Commissie daarop te stellen, nog geletterd worden, met den eerste letter van den naam van zoodanig kind, welke hetzelve alleen of grootendeels afgewerkt heeft opdat hierdoor de vorderingen der kinderen kunnen blijken en alzoo ons doel worde beantwoord, dat dezelve in het breijen, naaijen en spinnen zoo verre onderwezen worden, dat in de kring waartoe zij worden opgevoed deze kundigheden hun Steed, tot een blijvende nut verstrekken en de kinderen alzoo tot een zedelijk gedrag, en alle huisselijke bekwaamheden worden opgeleid; redenen waarom ook aan de Schoolvrouwen, ten ernstigste wordt aanbevolen zorg te dragen, dat de kinderen niet vloeken of ongeoorloofde uitdrukkingen en onbetamelijken gesprekken houden; zullen de door de Dames Directrices hierop een wakend oog worden gehouden.
Art. 3
Dezelve vrouwen zullen de ouders van zodanige kinderen niet behoorlijk gedragende op hunne Scholen Komende, of zich onordentelijk gedragende, daarvan kennis geven, en aanmanen, om het onderwijs van hunne kinderen, door een vlijtige opkomst te helpen bevorderen. En wanneer de ouders: of hunne kinderen dit onderwijs moedwillig mogten verwaarlozen, daarvan aan de Dames Directrices kennis geven; zullen de ingeval zulks bestendig de schuld; der ouders is zoodanige huisgezinnen van alle ondersteuning van de Commissie van Weldadigheid verstoken zijn.
Art. 4
De kinderen welke in dagen van buitengewone drukte van veldarbeid voor hunne ouders nuttig kunnen zijn, zal men de vrijheid daartoe verleenen mits zulks een dag te voren aan de Dames Directrices verzoekende, en dat zij na de afloop van dat werk dadelijk weder ter school komen; en zullen de brei of naaivrouwen van die wederkomst dadelijk moeten kennis geven aan de Dames Directrices.
Art. 5
De naaivrouwen zullen gehouden zijn des maandags, dinsdags en woensdags van des middags ten twee uuren tot des avonds ten zes uuren School te houden op welke dagen mede onderwijs in het Spinnen zal worden gegeven. De breischolen zullen op gelijke uur worden gehouden van Maandag tot en met Vrijdag middag ingesloten zullende echter de kinderen welke reeds op het naaijen gaan alleen des donderdags en vrijdags verpligt zijn op de brei School te komen.
Art. 6
De genoemde vrouwen zijn verpligt naauwkeurig aantekening te houden, zoo van de betoonde vlijt der kinderen als van de verzuimde dagen of andere gepleegde ongeregeldheden. Er zullen tot dat einde zwarte borden in de Scholen worden opgehangen waarop nommers zijn gesteld en zal aan elk kind deszelfs nommer worden aangewezen bij welke nommers, de aantekeningen van goed of slecht gedrag dagelijks door de brei of naaivrouwen zullen moeten worden gevoegd en wekelijks aan de Dames Directrices worden opgegeven opdat deze de jaarlijksche belooning der kinderen daarna zullen kunnen regelen des niet te min zullen alle de meisjes eenige belooning voor hunne werkzaamheden verkrijgen doch zoodanig meisje het werk de meeste vlijt en leerzaamheid heeft betoond zal bij de jaarlijksche uitdeeling der prijzen de keuze daarvan worden overgelaten: die daarop volgt de tweede keuze en zoo vervolgens .
Art. 7
De brei en naaischolen zullen ten kosten van de Commissie van zit en voetbanken worden voorzien des winters zal aan elke school vijf ton turf worden gegeven tot verwarming van voornoemde Scholen zullende men altoos zorg dragen dat het onderwijs in goede luchtige gebouwen gegeven worden.
Art. 8
Aan de naai en breivrouwen wordt elk één jaarlijks tractement van ƒ 50,00 toegekend en aan de naaivrouwen voor verschotten van garen en band elk nog ƒ 10,00 genietende de naaivrouw welke te gelijk in het spinnen onderwijs geeft daar en boven nog ƒ 20,00 benevens aan elk hunne vijf ton turf als bij art. 7 staat omschreven.
Art. 9
Het zal aan de Dames Directrices der scholen vrijstaan om zodanige woning, welke voor het houden van onderwijs ongeschikt is, af te keuren zoodanig dat geenen wooningen of kamers door de brei of naaivrouwen zullen mogen worden bewoond of personen bij hen in te nemen dan met toestemming van de Dames Directrices.
Art. 10
Indien minder behoeftige of gegoede ingezetenen dezer Gemeente mogten wenschen, om ook hunne meisjes aan het op deze scholen te verkrijgen nuttige onderwijs te doen deelnemen zullen zij zich ten dien einde, aan de Commissie, moeten vervoegen en wanneer geene redenen om dat verzoek te weigeren bestaan zullen de Dames Directrices zoodanige meisjes op de scholen kunnen toelaten en de wijze bepalen, hoedanig de schoolvrouwen voor het te geven onderwijs schadeloos zullen gesteld worden daar ook aan zoodanige kinderen niet uit het fonds der Commissie, brei, naai en spinwerk zal mogen verstrekt worden.
Daar echter de vertrekken waar deze scholen gehouden worden niet groot zijn, en alzoo niet veel kinderen tegelijk kunnen bevatten zal het nimmer in aanmerking kunnen komen om ten kosten van de kinderen der minbehoeftigen of door Commissie bedeeld wordende ouders eenige andere kinderen op de scholen aan te nemen, daar zulks dan slechts zal mogen plaatshebben wanneer er ruim plaats genoeg in de vertrekken overblijft om behalve de behoeftige ook nog andere kinderen te plaatsen; want alhoewel het onze begeerten is om deze nuttigen inrichting de meeste uitbreiding te geven zoo blijft toch steeds onze hoofdbedoeling, om het lot der behoeftigen zoo veel mogelijk te verbeteren.
Art. 11
De kinderen van Ingezetenen welke op de voorschrevenen wijs toegang tot het onderwijs op deze scholen verkrijgen zullen niet kunnen deelen in de belooningen der prijzen bestemd voor de kinderen uit het fonds der Commissie van Weldadigheid, onderwezen wordende maar zullen de belooning van betoonde vlijt dezer kinderen hetzij uit de dorpskas hetzij uit een of ander fonds worden bekostigd. Overigens zullen deze kinderen, zich aan dezelfde bepalingen en onderschiktheid moeten onderwerpen, als ten aanzien der kinderen van behoeftige ouders bepaald is.
Art. 12
Er zal jaarlijks op den 2de Augustus, zijnde de dag der instelling dezer scholen en deze op een zondag komende op een daaraanvolgende dag, door de Dames Directrices der kinderen en zullen als dan de belooningen aan dezelve worden uitgereikt waarna het overige van dien dag in vermaak zal worden doorgebragt. Bij het verlaten der scholen zullen door de Dames Directrices attesten aan de meisjes worden afgegeven vermeldende den tijd geduurende welke zij het onderwijs genoten hebben, hunne gemaakte vorderingen en zedelijk gedrag en andere meer of minder goede hoedanigheid. Deze attesten zullen door de Commissie, of door een harer leden moeten geviseerd worden en van dezelven afschriften bij de Archieven der Commissie worden opgelegd.
Art. 13
De Dames Directrices zullen de naai en breivrouwen, door eenig geschenk in linnen, voor betoonde vlijt en goed gedrag kunnen beloonen naar goedvinden.
Art. 14
Ingevallen ééne of beide Dames Directrices door verandering van omstandigheden, ongenegen mögt wezen om zich langer met het Bestuur, over deze Weldadigheidsinrigting te belasten, zullen zij hiervan zoo tijdig mogelijk aan de Commissie, wel willen berigt geven, opdat zelve in staat gesteld worde, om met overleg deze Dames zoo mogelijk ons een voorstel te kunnen aanbieden om de alzoo openvallende plaats intijds te vervullen ten einde deze inrigting op eene duurzame wijs, steeds onder een doelmatig en nuttig opzigt verblijve. De Commissie aan welke wij deze instructie hiermede doen toekomen zal de Dames Directrices daarvan een Afschrift doen geworden terwijl wij ons voorts reserveeren om deze Instructie ten alle tijden zoodanig te veranderen als Ons, indertijd doelmatig zal voorkomen.
Soest den 17de Julij 1826. Is get: Anna
Voor Eensluidend Afschrift. De Commissie van Weldadigheid.
Gemeente Soest namens dezelve
Is get: G. Van Stein van Hensbroek
Bij het aangaan der School.
Goede God! wij danken u voor het voorregt, dat gij ons boven zoo veele kinderen geeft, om iets goeds te mogen leeren; leer ons in dit Uur, gehoorzaam en vlijtig ons werk verrigten, bewaar ons daarbij voor de zonden en zegen ons en alle onze weldoeners met uwe genade en Liefde, om Jezus wil Amen!
Dankzegging
Hemelschen Vader wij danken U van ganschen harte, dat gij ons op dezen dag zooveel onderwijs gegeven hebt. Leer ons U Liefhebben boven alles; het kwaad der zonden te vermijden; opdat wij goede kinderen en brave Christenen worden en alzoo tot vreugde zijn van alle die ons weldoen. Bewaar ons en allen die ons dierbaar zijn en vergeef ons onze zonden om Christus wil. Amen!
Titels der gelezen wordende boeken, door één der meisjes onder het verrigten van hunne naai of breiwerk Eelhart de menschenvriiend of gemeenzarnen onderrigtingen enz. in 1804 uitgekomen.
Zedekundige verhalen in Voorbeelden voor Huisgezinnen uitgegeven door de Maatschappij tot nut van 't Algemeen waarvan het 1ste stukje in 1808 uitgekomen. Wilhelmina Een handboek voor het vrouwelijk geslagt mede in 1808 uitgekomen .
Huisselijke zamenspraak over de Koepokinenting in 1806 uitgekomen.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.