Willem Frederik George Lodewijk, Prins van Oranje, onze latere Koning Willem de Tweede, was al op heel jeugdige leeftijd opperbevelhebber van ons nationale leger.
Geboren in 1792, leefde hij tijdens de Franse overheersing in ballingschap in Engeland en in Duitsland (1795-1813).
Hij was meer krijgsman dan staatsman en in 1815 wordt hij beroemd als "de held van Waterloo". De troepen van Napoleon worden bij Quatrebras verslagen, mede door zijn strategische bekwaamheid en moed. Nederland is dankbaar, want de pas verworven vrijheid (1813) is zeker gesteld en er wordt te Soestdijk, aan het einde van de laan tegenover het Paleis een gedenknaald opgericht als blijvende herinnering aan de heldendaden van onze geliefde Prins Willem.
Maar de gevierde Prins krijgt nog meer. Het dankbare Nederland schenkt hem "Het domein van Soestdijk, in bewoonbare staat en gemeubileerd". Het Paleis wordt geheel gerestaureerd en met twee vleugels uitgebreid.
In 1816 treedt Prins Willem in St. Petersburg in het huwelijk met de Russische Prinses Anna Paulowna en op 21 Mei 1818 betrekken zij het geheel vernieuwde Paleis Soestdijk.
Al op 16 Juni 1818 wordt door de nieuwe bewoners van het paleis en in Baarn en in Soest een Commissie benoemd, die opdracht krijgt bepaalde sommen geld door het Prinselijk Paar ter beschikking gesteld, te beheren en te besteden voor de behoeftigen uit de beide dorpen. De tekst van deze "Instelling van de Commissie van weldadigheid" laten wij hieronder volgen.
Redactie.
AIzoo wij door het daarstellen eener inrichting van weldadigheid in de beide gemeentere van Baarn en Zoest het heilzaam oogmerk trachten te bereiken om niet alleen door het verleenen van onderstand van allerlei) aart in de behoeften der nootleidende Ingezetenen tot deze beide Dorpen behoorende te voorzien, maar ook om door het geven van werk het uitdeelen van Levensmiddelen het toebrengen van nodige hulp ingeval van ziektens als anderzints de armoede te voorkomen het bedelen te beletten en algemeen welvaart in goede zeden te verspreiden.
Zoo zijn wij voornemens jaarlijks eene zekere somme gelds tot dit doeleinde af te zonderen welkers beheering wij zullen toevertrouwen aan een in elk dezer beide Gemeentens daartoe door ons te benoemene Commissie die hunne werkzaamheden zullen moeten inrichten en regelen naar aanleiding in de navolgende voorschriften opgegeven.
Instructie voor de Heeren de Commissie zullende uitmaken ter bestuuring der gelden hetwelke wij jaarlijks zullen bestemmen ter ondersteuning van de behoeftigen en noodlijdende van alle Godsdienstige gezindheden welke als ingezetenen der beide Dorpen Baarn en Soest bekend en opgeschreven staat
1st Hoofdstuk
Art. 1
De Commissie zal op een geschikte plaats een magazijn aanleggen tot het gereed hebben van kleeding stukken van eerste noodzakelijkheid zoowel voor mannen, vrouwen als kinderen als ook van wolle Dekens Matrassen Stroo-zakken Lakens etc. bijzonderlijk bestemd voor behoeftige kraamvrouwen zieken of door andere toevallen als door bekomene wonden etc. aan hunne Legersteeden gebundene kranken/welke stukken alle zooveel mogelijk van een bijzonder merk zullen voorzien zijn/mitsgaders van Brand, Aardappelen meel of brood en verdere Levensmiddelen om die voor niets of een verminderde prijs naar den aart der behoeften voornamelijk geduurende het winter Saisoen uit te deelen van welke aankoop en uitdeelingen behoorlijk Register zal worden gehouden.
Art. 2
In het zooveel mogelijk verschaffen van werk aan de behoeftigen zoo door het spinnen wolkammen naaijen van Hembden breijen van kousen klompen maken en al ander bedrijf welke de Commissie voor de belangens hunner administratie noodzakelijk oordeeld.
Art. 3
In het doen geven van onderwijs aan behoeftigen kinderen in het lezen schrijven cijfferen het spinnen breijen naaijen of te eenig ander bedrijf van landbouw of huishoudkundig belang.
Art. 4
In het verzorgen van zieken en kraamvrouwen door hun voor niets door een geneesheer te doen behandelen de nodige medicamenten kleeding en legging te verschaffen ja zelfs des noods deze en geene versterkende middelen en geld te doen uitdeelen.
Art . 5
In het aanmoedigen der vaccine hetwelk door de daartoe bestemde Doctor of Chirurgijn om niets zal worden verrigt bovendien zal men zelfs aan de kinderen der bedeelden welke alzoo gevaccineerd zullen worden, eene gratificatie of douceur uitreiken van eene drie gulden of iets ter waarde van dien.
Art . 6
In het ondersteunen met geld aan kraamvrouwen zoo als bepaald is bij art. 4 en aan zoodanige huisgezinnen welke buiten hunne schuld het zij door ziektens brand sterven van vee ais anderzints in ongelukkige en behoeftigen omstandigheden gekomen zijn en zich schamende hunnen armoede te doen kennen door een tijdige hulp tot vorige welstand kunnen terug gebragt worden / en aan de zulken welke door hooge jaren of te door zwaare famillien niet in staat zijn om hun onderhoud te verdienen doch moet in 't algemeen in de uitdeeling van geld met veel omzichtigheid te werk gaan worden daar de ondervinding geleerd heeft hier dikwijls zeer groote misbruiken uit voortvloeien.
Art . 7
Daar zomwijlen de bij het vorige artikel bepaalden te verleenen onderstand aanmerkelijk zal moeten wezen zoo zal ons vooraf daarom trend een voordragt worden aangeboden met opgave der benodigde somden aart der behoefte en de toestand der kas, ten einde ons goedvinden te bekomen ter ondersteuning van zodanige ongelukkige en zal de Commissie intusschen door gewoone bedeelingen in hunnen eerste behoefte voorzien.
Art . 8
Zoo onverhoopt door groote duurte zwaare koude besmettelijke ziektens Brand Sterven van vee als anderzints het getal der ongelukkigen vermeerderde en de in het jaar gegevene somme gelds niet toereikende mögt zijn ter ondersteuning der behoeftigen zal ons door de Commissie met aangeving der oorzaak rapport worden ingezonden ten einde naar omstandigheid hier jn zoo veel mogelijk te voorzien.
2de Hoofdstuk
Art . 1
Het fonds welke wij ten voorsz einde hebben bestemd zal blijven onder administratie van een Commissie van vijf personen voor elke gemeente dewelke daarvoor verantwoordelijk zijn ten einde het zelve te besteden overeenkomstig de oogmerken en bedoelingen bij de Instructie voorschreven.
Art . 2
Voor de Gemeente van Baarn benoemen wij als leden van de Commissie de Heeren
T. Pen (schout)
G.T. Elias
P.C. de Roth
L.L.H. Gaukes (predikant)
W. van der Worp (pastoor)
Voor die van Soest de Heeren
G. Stein van Hensbroek (schout)
A. Peitama
T.P. Offerman
P. Altendoorn l'Allemand (predikant)
J.M. Dashorst (pastoor)
Art. 3
Aan de Commissie van Baarn zal tegen behoorlijke garantie voor de loop van een jaar worden terhand gesteld de somma van vijftienhondert Guldens en aan de Commissie van Soest tot hetzelfde einde de somma van Tweeduizend vijfhondert guldens.
Art. 4
De Commissien zullen zich dadelijk onledig houden met het zamenstellen van een Reglement van hunne huishoudelijke en administrative werkzaamheden en zulks ons ter goedkeuring aanbieden.
Art. 5
Alzoo het nogthans geenzints onze intentie is dat dit fonds immer zal vermengt worden met de diaconie of armen kassen veel min dat degeene welke thans uit die kassen onderstand genieten of bedeeld worden alleen ten lasten van dit fonds komen maar wij veel eer vertrouwen dat die gewoone bedeelingen door de armbestuuren uit hunnen kassen steeds met dezelfde ijver en naauwkeurigheid zullen worden voortgezet zijnde eigentlijk ons oogmerk wel ook om het lot van de bedeeld wordende armen door de uitreiking van benodigdheden te verbeteren doch voornaamentlijk om arbeidzaamheid en vlijt onder de behoeftige volks klasse aan te kweken door hun zoodanig werk te verschaffen als hunne omstandigheden en krachten toelaten en die geene van dezelve welke ondanks dit alles door onvoorziene ongelukken lichaamsgebreken ziektens zwaare huishoudens vergevorderde jaren in hunne pogingen te leur gesteld worden in tijde door gepaste onderstand tegemoet te komen ten einde altoos nog te trachten hun boven de eigentlijke bedeeld wordende armenstand te verheffen.
Art. 6
Alhoewel deze inrichting alzoo geheel afgescheiden blijft van de verschillende armbesturen in deze gemeentens en dus deze hunne gewoone bedeelingen als tot dusverre heeft plaats gehad behoren voorttegaan en wij willen dat zonder aanzien van het welke godsdienstige gezindheden behoren de waarlijk noodlijdende worden te hulp gekomen zoo wordt de Commissie aanbevolen om zich met de verschillende armbestuuren in zoodanig verband te stellen dat zij instaat gesteld worden om door verkrijging van goede berichten de waarlijke armen en deugdzaame ongelukkige van de Luije en slechte bedelaar te leeren kenne en onderscheiden en dus het voorname doel van deze onze instelling de armoede te weren welvaart en deugd te bevorderen worde bereikt.
Art. 7
Elke Commissie zal zich te zamen of wel bij deputatien uit hun midden zoo dikwijls begeven in de woningen der door hun bedeeld wordende personen zich van der zelver huishouding werkzaamheden mits gaders van het behoorlijk gebruik der ontvangenegoederen en Levensmiddelen verzekeren en zien of er nog een of ander middel voor handen blijft om den ongelukkigen te hulp te komen.
Art. 8
De Commissien van Baarn en Soest zullen wederkerig elkander de gevraagde illucidatien geven en alhoewel elk afzonderlijk werkzaam zijnde zoo veel mogelijk op een gelijken voet hunne administratie houden en zich al het geene mede deelen wat zij vermeenen tot het algemeene nut kan bijdragen.
Art. 9
Wij verwachten van de Commissien alle drie maanden verslag van hunne verrigtingen en jaarlijks een algemeene rekening van ontvangst en uitgaven terwijl alle deze stukken geüjkmede alle buiten gewone Rapporten, voordragten, aanvragen etc aan den Colonel Ducaijlar zullen worden ingezonden die daar op ons goedvinden zal inwinnen en de Commissien onze besluiten zal bekend maken.
Art. 10
Indien de Commissie het onderling on eens mögt zijn over het regt verstand van eenig artikel dezer instructie of te over eenig ander punt zal het different aan ons ingezonden en beslist worden. Alzoo wij aan ons de opperdirectie van deze inrichting reserveeren zoo behouden wij aan ons om deze algemeene Instructie en nadere bepalingen zodanig te alteseren en te ampliceren als wij in het vervolg zullen vermeenen te behooren terwijl wij overtuigd houden dat elk der benoemde leden onze weldadige bedoeling regt zult doen wedervaren en alzoo krachtdadig zullen mede werken ter bereiking van het ons voorgestelde doel en in deze hunne benoeming een blijk zullen vinden van onze welwillendheid en vertrouwen op hunne maatschappelijke deugden en alzoo met ijver en trouw werkzaam zullen wezen ter uitbreiding van het geluk en welvaart in deze Gemeentens.
Gegeven in het Paleis te Soestdijk den zestien den junij dezes jaar 1818
Anna Pawlowna Grootvorstin van Rusland Princesse van Oranje
Anna Paulowna, grootvorstin van Rusland
Zie aanvulling op dit artikel gepubliceerd in Herfstnummer 1987
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.