W.H.A. Klein
De Bunt en omgeving omstreeks 1900 Deel I (VZTS 1987-1)
De Bunt en omgeving omstreeks 1900 Deel III (VZTS 1987-3)
Ongeveer waar nu de Dr. 's Jacobstraat is, was een pad naar de boerderij van Hendrik van der Grift (35). Toen diens zoon Willem, die bij de PUEM werkte, ging trouwen, kocht deze in 1920 van zijn vader een stuk grond aan de Ossendamweg naast het Mollenkerkhof. Hij liet daarop toen een huis bouwen (36) dat als huisnummer 2a kreeg.
Het Mollenkerkhof (37) had nl. nr. 2 en nummer 4 was reeds uitgegeven. Met bezorging op nummer 2 heeft de postbode het zeker niet druk gehad! Bijgaande foto van 1930, geeft een goed beeld van deze kleine begraafplaats, die binnenmaats ongeveer 4 x 5 meter was. Los er van heeft nog een lijkenhuisje gestaan dat al lang geleden afgebroken werd.
Vermoed wordt dat het oorspronkelijk aangelegd is om terechtgestelden te begraven. In latere jaren, aan het einde van de vorige en begin van deze eeuw, werden er drenkelingen uit de Eem, zelfmoordenaars en zwervers begraven. De laatste die er begraven werd was een verdronken vrouw die in 1923 bij de Kleine Melm in het riet gevonden werd. Daar niet achterhaald kon worden wie zij was, sprak men van Riet van de Melm. Voorheen was er een poortje in de muur met twee openslaande deuren. Toen die deuren verrot waren, werd besloten de opening dicht te metselen.
Het Mollenkerkhof - 1930
In november 1986 kwam het Mollenkerkhof in het nieuws, toen bij graafwerkzaamheden beenderen gevonden werden op de plaats waar het gelegen had. Door de heer J.A. Bijl, verbonden aan het ROB (Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek), werd ter plaatse een onderzoek ingesteld. Hieruit bleek dat de recentere begravingen in kisten geschiedden.
Van de oudere begravingen werden losse botten en een schedel gevonden.
De kistbegravingen wijzen op NO-ZW situering met de hoofdeinden steeds naar de muur en meestal op ongeveer 80 cm diepte Ongeveer 1946-47 waren de muren zo vervallen, dat tot sloop besloten werd. Verkoop van de handgevormde stenen dekte de kosten ruim. Daar in verband met de wettelijke voorschriften de begraafplaats nog niet opgeruimd mocht worden, werd er toen een ligusterhaag met een prikkeldraadomheining omheen geplaatst. Bij de aanleg van de Kastanjelaan werd het terrein opgehoogd met ruim een meter zand.
De jongens uit de buurt gingen er graag "spoken" om voorbijgangers angst aan te jagen.
Ten aanzien van de naam is de overlevering in Soest, dat, toen de muur gereed was, de arbeiders een dode mol vonden en deze binnen de muur begroeven, opmerkend: "zo, de eerste mol is hier begraven." Volgens het etymologisch woordenboek stamt het woord "mollen" uit het bargoens en betekent "doden". Waarschijnlijk komt het uit de zigeunertaai: mulo - dood.
Op de foto is rechts het huis van W. van der Grift (36) en daar achter het huis van Teus van 't Klooster te zien (38), een broer van de kruidenier aan de "Koude Hoek".
Links, tussen het Mollenkerkhof en het spoor, loopt een sintelweg in het verlengde van de Buntweg, aan de overzijde van de Ossendamweg. Deze sintelweg is het begin van de Plasweg, die oorspronkelijk liep op de plaats waar nu de spoorlijn ligt.
De weg dankt zijn naam aan het boerderijtje "de Plas" dat aan het einde van deze weg, midden op de heide, lag. Hier woonde Garth Egberts, bijgenaamd "Garth van de Plas".
Om de akkers te beschutten tegen het dekzand van de duinen, werden zij aan elke zijde door een bosje beschermd, zoals duidelijk uit de topografische kaart blijkt.
Ten aanzien van een veenplas, waar de weg naar genoemd zou zijn, kan vermeld worden dat dit deel van de Soesterduinen volgens de ontvangen informatie zeer rijk was aan vennetjes, waar o.a. gentiaan en zonnedauw groeide. Door verlaging van het grondwaterpeil, veroorzaakt door de drinkwaterwinning, verdwenen vele vennetjes en de daarbij behorende flora en fauna.
De wandeling voert ons nu over de spoorbaan van de NCS, die in de beschreven periode nog onbewaakt was, zoals de meeste spoorovergangen. Er gebeurden daar dan ook nogal eens ongelukken, zoals wij lazen in het artikel van de heer Veenstra. Ook deze overgang eiste zijn slachtoffer: het was een militair van Soesterberg, die op zijn motorfiets in botsing kwam met de trein, waardoor zijn beide benen door de trein verbrijzeld werden. Zijn verloofde, die acherop zat, werd weggeslingerd. Zij bracht het er levend af, hij overleed aan zijn verwondingen.
Na de spoorbaan is links de Zwarteweg, door sommigen ook Boschweg genoemd, daar deze voerde naar het "Gemeente bosje" aan het einde van de weg. Sinds 1931 heet de weg Bosstraat, naar Ds. Bos, Nederlands Hervormd predikant te Soest, van 1847-1892.
Het deel van de Bosstraat voorbij de Den Blieklaan heette voorheen de "Koudhoornweg", daar deze uitkwam bij de boerderij "Koudhoorn" (zie topografische kaart). Deze boerderij was een van de oudste boerderijen van dit gebied. De oorsprong ervan ligt in de verkaveling van het Heeser- en het Soesterveen door de Paulus Abdij in 1399. Bij de loting werd deze eerste hoefslag toegewezen aan Jacob Lieboert met zijn gezellen (zie artikel "Hees" 5e jaarg. nr. 3). Van de kaart met de tiend-plichtige hoeven van Hoog en Laag Hees van 1898 blijkt dat toen de heer De Beer deze hoeve exploiteerde (zie ook eerdergenoemd art. "Hees").
Thans maakt dit gedeelte van Laag Hees deel uit van het landgoed Pijnenburg. De familie Insinger, eigenaar van het landgoed Pijnenburg, kocht nl. in 1865 het merendeel van de gronden van Laag Hees. Een ander stuk langs de Wieksloterweg is gekocht door Natuurmonumenten en heet thans "Op Hees".
We gaan weer terug naar het begin van de huidige Bosstraat en ontmoeten dan de volgende bewoners in de strook tussen de spoorbaan en de Bosstraat, dus links:
het Sigarenwinkeltje van Staring (52), met direct er naast het huis van de familie Visser (51). Dan volgen tegen het spoor liggend (vroeger de Plasweg zoals wij zagen) de woningen van de Bree (38) en Middelman (39). Aan de Bosstraat tegenover "Vredenhof", waarover later meer, van Asch (40) en Camper (41). Iets verder, tegenover de weg naar de Engendaalschool, familie Donselaar (42). Deze verhuurde kamers o.a. aan Belgische vluchtelingen in de periode 1914-18. Achter hun huis waren noodwoningen, waar o.a. woonden: Strumpel, Piet Klein en Knoops. Deze noodwoningen werden in 1930 afgebroken.
Na de woning van Donselaar begon toen het "Gemeente bosje" dat zich uitstrekte tot aan het begin van de Koudhoornweg.
Rechts van de weg ligt het gebied Engendaal. In 1908 kocht Lodewijk van Mierop een strook grond langs de weg van ongeveer 17 ha met o.a. de boerderij "01de Terp". Hij liet er woningen bouwen voor zichzelf en gelijk gestemden, de stichting van de "Rein Leven Beweging",
Lodewijk van Mierop had nl. een groot kapitaal geërfd van'zijn vader, doch was overtuigd anti-kapitalist.
Nu wilde hij dat geld ten goede laten komen aan anderen die met hem een betere leefgemeenschap wilden stichten.
De beweging was actief en zette zich in voor: de geheelonthoudersbond, de vegetarische beweging, de antirookbond, de kinderbond en de anti-vivisectiebeweging. Als een der eersten sloot zich Felix Ortt bij hem aan. Deze was tot die tijd particulier secretaris van Mevrouw van der Hucht, bestuurslid van de "Kinderbond". De heer Ortt werd belast met het uitwerken van de ideeën en het verzorgen van publicaties hierover. Om deze geschriften te drukken sloot zich nog een groot idealist bij hen aan, t.w. de heer Littooy.
Deze had een vaste aanstelling bij de Staatsdrukkerij en hij gaf dit verzekerde bestaan op om actief te zijn voor zijn idealen. Deze drie hadden de leiding van de beweging, het waren markante figuren, met een lange baard, puriteinen die een Spartaanse leefwijze voorstonden. De families van Mierop en Ortt woonden in het begin op "de Vredehof", thans Bosstraat 12 en 14 (43). De familie Littooy vestigde zich op Bosstraat 20, de Leeuwerik.
Engendaalschool aan de Bosstraat
Tussen deze woningen werd in opdracht van van Mierop door de aannemer van Donselaar de Engendaalschool, met er naast een internaat, gebouwd (45). In 1913 begon de school onder leiding van Juffrouw Telders. Het is uit deze beginperiode dat de bijgaande foto stamt. De leerkrachten van de school waren verplicht vegetariërs, geheelonthouders en niet-rokers. Het was een school op humanitaire grondslag.
Haar opvolger werd Meester A. van Asselt. In 1923 verhuisde de school naar het gebouw van de oude Nijverheidsschool op de Eng, waar nu de Openbare Bibliotheek is. Na het overlijden van Mevrouw van der Hucht kreeg de school een groot legaat. Hierdoor kon een nieuw schoolgebouw betrokken worden en wel aan de Paulus Potteriaan. Vanwege dit legaat werd toen de naam veranderd in "van der Hucht school". Thans is deze school aan de Valeriaanstraat gevestigd.
Deze school is het enige tastbare wat er van de "Rein Leven Beweging" over is.
De exploitatie van de bezittingen van de beweging werden ondergebracht in de Stichting "Christargia". Hiertoe behoorde de reeds genoemde boerderij "Olde Terpe" gelegen op de hoek van de Ossendamweg (thans Nieuweweg) en de Zwarteweg. Deze boerderij werd bewoond door de familie van Asselt. Boven de stal was de zolder tot woning ingericht en daar woonde de familie Hebbenaar. Naast de boerderij aan de Ossendamweg was een groenteteelt en fruitkwekerij bedrijf met een sterilisatiegebouw, waar de oogsten geweckt werden. De beheerder en zijn gezin woonden aan de Nieuweweg (53) in huize "Beukenhage". Hij was een volgeling van de "Rein Leven Beweging" en verlangde van echtgenote en kinderen dat zij zich aan de regels van deze beweging hielden. Zijn zoon kon zich maar moeilijk hierin schikken en liet zich daarom gaarne uitnodigen als op een der boerderijtjes geslacht was, om dan van een heerlijke vleesmaaltijd te genieten. In de oogsttijd verschafte het sterilisatiegebouw werkgelegenheid aan vrouwen en meisjes uit de omgeving, met het schoonmaken en snijden van groenten en fruit. Ook konden zij kanterellen zoeken in het eikenhakhout in de omgeving en verkopen voor de weck. Deze paddestoelsoort kwam toen nog veel voor in het Soester eikenhakhout. Hoofd van dit weckbedrijf was Juffrouw Kraaikamp, oudste dochter van boer Kraaikamp aan de Soesterbergsestraat. Helaas kon dit bedrijf niet rendabel gemaakt worden en ging het in 1915 failliet. Eén van de belangrijkste medewerkers was de heer Werkhoven. Een goed vakman, die na dit faillissement in de buurt een eigen kwekerij begon, doch' al spoedig verhuisde naar de hoek van de Engweg en de Lange Brinkweg. Dit bedrijf is ondertussen flink uitgebreid en nog steeds in bezit van de familie Werkhoven.
Naast het sterilisatiegebouw stond een identieke woning (54) als die van de familie Littooy waar de familie Duyzen woonde, die voorheen het tuinbouwbedrijf beheerde.
Tegenover de genoemde gebouwen was een klein fruitteeltbedriif "Pomona" (48).
Tussen de "01de Terpe" en "Vredehof" was een terrein dat niet tot Christargia behoorde. Hierop werd in 1908 in opdracht van Mevrouw Lambrechts-Vos een villa gebouwd die de naam kreeg van "Malva Hoeve" (49). De informatie is niet duidelijk, doch het schijnt dat Mevrouw Lambrechts pas later in de Malvahoeve kwam wonen en deze eerst verhuurd heeft aan Titsia van der Tuuk, schrijfster en vertaalster. Die woonde er met haar vriendin, Bisschop-Rozegaarde. Van Mevrouw Lambrechts dient nog vermeld dat zij schrijfster van kinderboeken was en ook enkele kinderliedjes op haar naam heeft.
Na Mevrouw Lambrechts en haar echtgenoot hebben op de Malvahoeve nog gewoond Mevrouw Lulofs en daarna nog Ds. Tours. Hierna is het een tehuis voor zwakzinnigen geworden. Voor hen is later nieuwbouw gepleegd aan de Birkstraat en verhuisde de naam Malvahoeve mee daarheen.
Malvahoeve in 1916
Op het terrein van Christargia, naast de Malvahoeve, werd een huisje gebouwd voor het echtpaar Houtman-Van der Es, toen deze zich bij de beweging aansloot (50), in 1928.
De beweging floreerde echter niet. In 1920 verhuisde de familie van Mierop naar Arnhem, waarna de heer van Mierop nog enkele jaren in Zwitserland philosophie ging studeren. De familie Ortt verhuisde ook, doch bleef in Soest.
Hun huis (43) (huisnr. 14) werd verhuurd aan Rinke Tolman die geen volgeling van de beweging was. In 43 (huisnr. 12) werd de boekhandel gevestigd.
De beweging viel geleidelijk aan uiteen en werd tenslotte opgeheven. De heer Littooy exploiteerde de drukkerij en bracht deze tenslotte over naar Soesterberg, waar zij nog bestaat.
Hiermede zijn wij aan het einde van onze wandeling in en om de Bunt. Hartelijk dank aan allen die zo vriendelijk en bereidwillig waren de gegevens te verstrekken om het begin van deze eeuw in de Bunt te doen herleven. Evenals bij de voorgaande artikelen worden reacties ter verbetering en aanvulling zeer op prijs gesteld. Deze zullen worden gebundeld en in een volgend nummer van ons blad worden opgenomen.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.