Hans Kraal
In 1981 zou het voormalig busbedrijf Tensen vijftig jaar bestaan hebben. Helaas, de rode bussen hebben de halve eeuw niet gehaald. De vertrouwde Tensen-wagens zijn alweer zes jaar uit het Soester verkeer verdwenen en de gele C.N. Leylands zijn de opvolgers geworden. Voor 1931 werd de dienst Amersfoort-Baarn v.v. gereden door de firma Geerestein. In die jaren kostte een retourtje Keistad 40 centen en dat papierenstrookjeplaatsbewijs was nog doorlopend geldig ook. En dat was nog in de tijd dat men de hand opstak, als de bus naderde. Je stapte en route voor je eigen huis in en desgewenst ook nog wel uit. De rit was rechtstreeks, zonder overstappen en waarschijnlijk ondanks alle instapoponthoud, nog sneller dan in de tegenwoordige tijd met alle omwegen door buitenwijken.
Van tijd tot tijd zette de chauffeur z'n wagen langs de kant van de weg en ging dan eerst eens op z'n gemak kaartjes verkopen, dus geen "entreegeld", zoals nu, zij het dan met strippenkaarten. Later kwam er een conducteur in dienst en dat was de legendarische figuur Koppe. Hij was ooit nog werkzaam als koetsier op de paardetram, die een dienst reed van Soest naar 't station Baarn via de rijksweg en de Oranjeboom. De remise was op de plaats waar nu het Emmamonument staat. Koppe kende al z'n vaste klanten bij naam en toenaam en wist waar de reis heen was.
De dienst Amersfoort - Baarn werd in 't begin van het Tensen tijdperk nog uitgebreid met de lijn naar Soesterberg, welke eerst als route had: "achterom", waarmee oude Soestenaren bedoelden: over Nieuwstraat, Laanstraat, Beukenlaan en Nieuweweg naar de Kouwehoek, zoals daarmee destijds werd aangeduid de plaats hoek Eikenlaan - Birkstraat en alwaar overgestapt kon worden richting Amersfoort. Later werd de dienst Soesterberg uitgevoerd vanaf dit punt, waarbij dus "achterom" verviel en pas na de oorlog weer met een buslijn bediend werd. Terwijl de laatste jaren iedere ondernemer tracht zijn wagenpark uit oogpunt van bedrij fsefficiëntie zoveel mogelijk te standaardiseren, bestonden vroeger busbedrijven uit een zeer gevarieerde collectie automerken en zodoende ook carrosserieën. In de dertiger jaren had Tensen o.a. op de weg: 1 Chevroletbusje (Soesterberg) en enkele Engelse Guy's, Fords en een Belgische Minerva. Van het merk Guy reden er twee z.g. zeswielers, achter twee assen en in 't midden van de wagen twee langsbanken boven de wielen.
Het waren voor die tijd enorme bussen en toch maar voor 34 personen. Tegenwoordig zijn wagens voor zo'n vijftig passagiers heel gewoon. Een starre dienstregeling kende men niet. De aankomst- en vertrektijden werden bepaald door de dienstregeling van de NS, zodoende aansluiting gevend op de treinen in Amersfoort en Baarn. Het kon daardoor voorkomen dat er op bepaalde tijden twee verbindingen in één richting waren binnen een half uur, terwijl op andere uren van de dag er soms één rit per uur was.
De bus zorgde ook voor 't vervoer van de dagbladen, die uit Amersfoort meekwamen en bij de garage aan de Birktstraat door de "lopers" werden afgehaald. Daar was ook het punt, waar af en toe getankt werd en in die vroegere tijden was dat uitsluitend benzine, want de diesel was nog bezig met het ontgroeien van de kinderziekten. Pas na de oorlog kwamen bij Tensen de eerste diesels op de weg.
In de jaren '36 - '39 kwamen er wat modernere carrosserieën in bedrijf, waarbij het schuifdak z'n intrede deed. Bij mooi zomerweer deed de chauffeur het dak bijna over de hele wagenlengte open en dan zag je boven je hoofd de prachtige bladerenkoepel van de reeksen beuke- en eikebomen, die toen langs de hoofdweg stonden. Van deze imposante exemplaren is er vrijwel niet één meer over. Allemaal gesneuveld door ouderdom en dat wel in versnelde mate door gebrek aan zuurstof door het aaneengesloten wegdek van asfalt. Voor de oorlog kwam ook het toerwagenbedrijf tot ontwikkeling en de dagtochten naar Valkenburg en de Westerbouwing kosten ƒ 4,50 per persoon.
Een dagje naar de bollenvelden of bloeiende Betuwe was een zeer gewilde trip en vergde vaak wel drie bussen per keer. Wie reed er toen auto? Juist, alleen de upperten.
Is nu het drukke verkeer oorzaak van moeilijk tijdrijden, vroeger waren dat de boerenwagens, 's zomers vooral die met hooi waren beladen. En niet te vergeten de spoorbomen, 't Begon al meteen in Baarn, dan de van Weedestraat en in Amersfoort de Vlasakkers. In Soest gingen de bomen al dicht als Bello net uit Baarn was vertrokken. Als het te lang duurde, was er nog wel eens een NS employé, die de bomen voor de bus nog wel even open wilde doen, hetgeen weer moeilijkheden opleverde met de politie want de politiepost bivakkeerde in 't gemeentehuis en keek van daaruit precies op de overweg.
De chauffeurs hadden in die rustige tijden ook wel een streepje voor bij de politie. Iedereen kende iedereen "op Soest". Velen van de oudere Soesters zullen de namen van de stuurmannen uit die tijd zich nog wel herinneren: Van Riemsdijk, Gorlée, Stalenhoef, Tourné, van de Berg en Rouwendaal. En ook was er altijd nog een Geerestein. broer van de man, die het allemaal in de twintiger jaren begon. Als de trein in Baarn eens wat te laat was, dan werd er door deze mannen wel even gewacht op de passagiers en als deze om inlichtingen vroegen, dan werden die uitvoerig verschaft, men had de tijd! Haltes werden op verzoek afgeroepen en dat kon best zonder microfoon.
Toen er in het begin van die technische voorzieningen als eerste ontwikkelingen in sommige touringcars een radio kwam, was dat wel het toppunt van vernuft. Op een dag dat tijdelijk op de lijndienst zo'n luxe wagen moest worden ingezet, beklaagde een klant zich over de ritprijs, die toen net vijf cent verhoogd was, waarop de chauffeur antwoordde, dat het "met muziek iets duurder was".
In de jaren '38 - '39 en '40 nam Tensen de eerste Volvobussen in gebruik en die bevielen blijkbaar uitstekend, want het gehele wagenpark van ± 40 bussen bestond later uit dit merk. In de mobilisatie voor de oorlog *40 - '45 werden door de militairen Fordbussen gevorderd, waarbij Tensen ook twee V 8'en kwijtraakte. Van de toen 12 bussen gingen er enkele voorzien van persgascilinders in de mijnstreek rijden voor groepsvervoer. Twee wagens werden omgebouwd voor gewoon gasgebruik. Eén Volvo reed met een soort verhuiswagen als aanhang en daarin bevond zich een grote gaszak, die aan de gasfabriek in Amersfoort voor elke rit naar Baarn en terug gevuld werd en met deze inhoud die opdracht maar net kon vervullen. Een van de twee Guy zeswielers kreeg Touringcar VOLVO ± 1950 20 een enorme kist over de volle lengte boven op het dak. Daarin dan ook weer 'n gasreservoir.
Het aantal storingen was groot en wanneer we dan bedenken, dat deze twee wagens het gehele vervoer naar Amersfoort moesten verwerken, dan begrijpen we dat dit dikwijls ook nog een overbelading ten gevolge had.
Toch is Tensen de oorlog niet slecht doorgekomen wat betreft het materieel. Van de twaalf bussen waren er nog zo'n zeven overgehouden en deze kwamen spoedig weer op benzine terug. Het vervoer nam toen zo'n omvang, dat ze alle zeven nodig waren voor de lijndienst, temeer daar "achterom" naar Soesterberg ook weer in gebruik kwam. 's Morgens en 's avonds waren er vaak per dienst drie wagens nodig voor de forensen en scholieren naar en van Amersfoort, waarbij er dikwijls haast net zoveel passagiers stonden als er zaten. En het ging allemaal goed, er zijn praktisch nooit ongelukken van enige betekenis geweest.
In de vijftiger jaren kreeg Tensen ook nog een lijn naar Hilversum te verzorgen en in samenwerking met de N.M.B, ontstond er een dienst op Utrecht, waarin de lijn naar Soesterberg werd opgenomen. Er is zelfs nog een aparte lijn geweest van Baarn over de Lage Vuursche en dan via de Wieksloot over Hees naar Soest-Zuid, doch deze dienst heeft het niet lang volgehouden en veranderde spoedig in ritten Hees - Baarn vice versa. Wanneer we terugdenken aan de tijden rond de zestiger jaren toen het Soester busbedrijf tot z'n grootste bloei kwam en door overname van Dijkhuizen's onderneming ook nog het vervoer naar Spakenburg erbij ging horen, dan kunnen we ons moeilijk voorstellen, dat een jaar of tien later al het openbaar streekvervoer moest worden gesubsidieerd. De tijden van de grote welvaart waren aangebroken en daarin speelde de particuliere mobiliteit zo'n grote rol, dat de streekbussen alleen m de spitsuren nog wel eens geheel vol konden rijden. Totdat misschien m een nabije toekomst door de verkeerstoename onze wegen nog meer files zullen moeten verwerken dan nu al het geval is. Maar dat we het openbaar vervoer nog ooit weer rendabel zullen maken, nee, die tijd komt niet meer terug.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.