Jan de Mos
Jaap Nooder vestigde zich in 1920 in Soesterberg als vleeschhouwer.
Naast zijn goed lopende slagerszaak vervulde hij een actieve rol in het dorpsleven. Hij werd lid van de vrijwillige brandweer en in 1926 commandant. Hij werd ook bestuurslid van "Soesterberg 's Bloei ", de lokale vereniging voor vreemdelingenverkeer, in 1930 werd hij voorzitter. Verder was hij medeoprichter en jarenlang bestuurslid van het Soester Natuurbad. Hij kwam ook op voor de belangen van Soesterberg in de lokale politiek. Aanvankelijk als lid van de Partij Onafhankelijk Soesterberg, vanaf 1931 als raadslid namens de SDAP en vanaf 1946 tot zijn aftreden in 1949 namens de Lijst Nooder. Verder was hij in vele commissies actief kortom een zeer actieve en betrokken Soesterberger.
Herkomst familie Nooder
De familie No(o)der is oorspronkelijk afkomstig uit Hoorn. We kijken een paar generaties terug. Evert Nooder (1752-1811) trouwde in 1779 met Aartje Groot. Uit dit huwelijk kwamen vijf kinderen voort. De jongste, Klaas Nooder (1794-1835), was enige tijd muzikant en trouwde in 1816 met Elisabeth Vergenst, dienstmaagd en kroeghoudster uit Bronsheim (Brunssum, nu Parkstad) in Limburg. Wellicht had hij daar opgetreden. Zij vestigden zich in Hoorn en kregen zeven kinderen (de eerste al kort na het huwelijk). Dochter Catharina Elisabeth Nooder (1819-1891) was werkzaam als dienstbode, werd ongehuwd zwanger en beviel in 1847 in Gorinchem van zoon Hendrik. Zij kwam met de kleine weer terug naar Hoorn en trouwde later met Barend van Enk. Hendrik Nooder (1847-1936) werd timmerman en trouwde in 1872 met Elsje Appel. Na haar overlijden hertrouwde hij in 1890 met Willempje Visser. Uit het eerste huwelijk vier kinderen, waaronder Jacob (Jaap) Nooder (1878-1966).
Jaap Nooder vestigde zich in Dordrecht als vleesschouwer en trouwde in 1904 teEdammet schippersdochter Wilhelmina (Mien) Schagen (1882- 1949). Uit dit huwelijk werden drie zoons geboren, allen in Dordrecht.
De oudste zoon, Hendrik Jan Nooder (1905), werd veearts en trouwde in 1931 te Zeist met slagersdochter Gijsbertha van Scherpenzeel (1908). Hendrik Jan was ook enige tijd waarnemend directeur van de N.V. C.J. van Scherpenzeel, exploitatie van slagerijen te Zeist.
De tweede zoon, Willy Nooder (1909), trouwde in 1934 te Zeist met Huberta Hugolina de Kruijff (gescheiden in 1941). Willy haalde al in 1927 zijn slagers vakdiploma, maar volgde zijn vader niet op. Hij werd reiziger/vertegenwoordiger bij Bruynzeel en ging na zijn pensionering studeren voor arts. Een oude wens van hem.
De jongste zoon, Jean Nooder (1915-1944), trouwde met Nicosina Theodora Klok. Hij kwam op 8 maart 1944 om het leven bij een zwaar bombardement van de Amerikaanse 9th Air Force op Fliegerhorst Soesterberg.
Jaap Nooder de vleeschhouwer
Jaap Nooder was van beroep vleeschhouwer toen hij op 17 juli 1900 een uitstapje maakte en in dienst trad van Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen als leerling aantekenaar-weger (van vracht) met als standplaats Dordrecht. Op 26 augustus 1901 ging hij met onbetaald verlof wegens oproep voor militaire dienst. Op 1 april 1903 kwam hij weer in dienst bij de spoorwegen als aantekenaar-weger. Dat duurde tot 9 april 1903, toen werd hij niet eervol ontslagen wegens dienstweigering. Dat was tijdens de bekende grote spoorwegstakingen van 1903: "Gansch het raderwerk staat stil, als uw machtige arm het wil." Jaap Nooder was van de dienstplicht lichting 1898. Hij werd in augustus 1901 en, na zijn ontslag bij de spoorwegen, in 1904 in Dordrecht opgeroepen voor werkelijke dienst als verlofganger der Nationale Militie, als sergeant van het 7e regiment Infanterie. Hij pakte daarna zijn oude vak weer op en vestigde zich in Dordrecht als spekslager. Daarnaast had hij enige tijd een handeltje in luxe honden.
Hij bood 2 prachtige Duitsche staande jachthonden te koop aan. In 1909 werd hem een Hinderwetvergunning verleend voor "rookerij van vleesch en spek aan de Dubbeldamscheweg". Daarna begon hij een rund- en varkensslagerij.
In 1920 verkocht hij zijn zaak in Dordrecht om in Soesterberg een nieuwe zaak te beginnen. Zijn ouders komen ook mee naar Soesterberg en zijn vader wordt in 1927, het jaar van oprichting, secretaris van de vereniging "Het Zeister Tooneel". Jaap Nooder huurde een pand aan de Zeisterstraatweg 25c (nu Rademakerstraat) van J. de Goede (woonde ernaast op 25d). Eigenaardig is dat J. de Goede in oktober 1922 vergunning had gekregen voor de oprichting van een rund- en varkensslagerij. Deze aanvraag moet haast wel zijn gedaan door De Goede ten gunste van zijn huurder Nooder.
In De Soester van 25-8-1923 lezen we het volgende: "Een prachtexemplaar: Door den slager Jaap Noorder te Soesterberg werd dezer dagen op de Nationale Landbouwtentoonstelling te Nijkerk een koe aangekocht. Het pleit toch zeker wel voor levering van eerste kwaliteit vleesch als men zulke prachtexemplaren durft aan te koopen." Daarna in advertentie: "As 't mot, dan mot 't! Dik vet rookspek 45 ct. pond bij Jaap Nooder, Soesterberg tegenover Huis ten Halve." Van lieverlee wordt het assortiment uitgebreid en wordt hij runder- en varkensslager.
Voor Nooder was er al een slager in Soesterberg gevestigd, J. van den Berg aan de Rademakerstraat 9a. Daar kwam in 1933 nog een derde bij, R.J. van Lierop, aan de Postweg 39. Zijn winkel werd op 16 november 1940 door een bom volledig vernield.
In De Eembode van 29-11-1940 lezen we daarover: "Mooi staaltje van gemeenschapszin: Slager J. Nooder te Soesterberg heeft zijn door een bominslag zoo zwaar getroffen collega R.J. van Lierop, gedurende de tijd, waarin een noodwinkel wordt opgetrokken, zijn werkplaats ter beschikking gesteld."
Het vlees gaat in de oorlog op de bon. De Zeister Courant 7-6- 1941: Maandag van 3 tot 5 uur: Vrijbankvleesch, voor de nummers 1001 t/m 1084 bij slager Nooder Soesterberg. Geldige bonnen meebrengen. Idem 19-7-1941: Rundvleesch, bonnen 1136 tot 1200. Hij stopt per 1 januari 1942 op 63-jarige leeftijd met zijn bedrijf en verkoopt zijn zaak (inventaris en goodwill) aan zijn getroffen collega van Lierop. Hij verhuisde daarna naar de Veldmaarschalk Montgomeryweg 39. De winkel blijft de rest van de oorlog leeg staan. In 1947 begon N. Waltmann, die Huis ten Halve had verkocht, er een slijterij annex kroegje.
Jaap Nooder brandweercommandant
Jaap Nooder meldt zich bij zijn komst in Soesterberg al snel aan als lid van de vrijwillige brandweer. In 1926 volgt hij de heer J.Putman, uitbater van Huis ten Halve, op als commandant. Hij probeert direct het materieel te verbeteren.
Het stoort hem dat er nog steeds geen motorwagen is voor bluswerkzaamheden. Om de politiek onder druk te zetten plaats hij op 18-2-1929 een ingezonden brief aan B&W van Soest. Het leidt niet direct tot resultaat, de ambtelijke molens draaien langzaam: gebrek aan prioriteit en geld. Het zal nog tot 1932 duren voor er een motorwagen wordt besteld, die in 1934 daadwerkelijk wordt opgeleverd. Nooder is in 1931 raadslid geworden en moet dan zijn voorzittersfunctie overdragen aan Antonius (Antoon) Tammer, bakker, en per 1 maart 1933 ook zijn functie van commandant. Hij is nog wel aanwezig op 13-12-1933 wanneer Burgemeester Deketh een schaalmodel van de eerste "ladderwagen" overhandigt aan de heer S. Smits van de vrijwillige brandweer.
Jaap Nooder Soesterberg's Bloei
Nadat Soesterberg in 1910 haar reputatie had gevestigd als bakermat van de Nederlandse luchtvaart nam ook het toerisme toe. Lokale ondernemers hadden ter stimulering hiervan de vereniging Soesterberg's Bloei opgericht (de lokale VVV). Een actieve vereniging die ook politiek van zich liet horen. Nooder werd daar ook lid van. In 1926 verspreiden zij een circulaire waarin wordt gemotiveerd zich af te scheiden van Soest en aansluiting te zoeken bij Zeist. Behalve de geografische ligging werd door mede-initiatiefnemers, eigenaren van buitenplaatsen, de gemeentelijke belastingdruk aangevoerd. Die was in Zeist beduidend lager dan in Soest, en men zag er weinig voor terug. De afscheiding ging na uitvoerig beraad, ook in het provinciaal bestuur, uiteindelijk niet door.
In 1929 organiseerden zij grote feesten ter gelegenheid van het 900-jarig bestaan van de gemeente Soest. Een van de sprekers was Jaap Nooder namens de Soesterbergse verenigingen. In 1930 werd er op 2 en 3 juli op het landgoed de Oude Tempel een groot zangconcours gehouden waarvoor 45 verenigingen waren aangeschreven, met maar liefst 2145 zangers. In 1930 volgt Jaap Nooder de al even actieve G.J. Grootewal, eigenaar van een technisch bureau, op als voorzitter van Soesterberg's Bloei. In datzelfde jaar organiseert Soesterberg's Bloei een tweedaagse Autotocht naar de wereldtentoonstelling in Brussel. Het vervoer zal geschieden met de grote autobus van de heer Leguit. In augustus werd er een grote tentoonstelling georganiseerd voor handel en industrie (HINTOS) op het voormalige voetbalveld aan de Sportweg. Dat werd een succes ondanks de tegenwerking van de autoriteiten. De burgemeester bleef weg omdat het attractie terrein te groot van opzet was, hij verbood ook de verloting van de prijzen bij een sterrit waar 300 automobilisten aan hadden meegedaan, omdat daarvoor geen vergunning was aangevraagd.
De feestgangers vermaakten zich met gratis koffie en thee van Douwe Egberts en konden met de KLM een rondvlucht maken. De minister gaf januari 1934 alsnog toestemming voor de verloting van de hoofdprijs: een DKW-auto, luxe Meisterklasse 1934.
De gelukkige winnaar was J.G. Geitenbeek uit Soesterberg, chauffeur bij een kolenhandel.
Nooder en het Soester Natuurbad
Nooder was als raadslid van de SDAP vanaf 1931 initiatiefnemer voor de bouw van een Natuurbad tussen Soest en Soesterberg. Een van zijn drijfveren was dat Soesterberg een badhuis ontbeerde (zie hierna in zijn rol als raadslid). Mede-initiatiefnemer was C. Sevenhuijsen, ingenieur van de Utrechtse Waterleiding Maatschappij en verbonden aan het Waterleidingbedrijf Soestduinen en lid van de Brandraad van de gemeente Soest (wonend aan de Banningstraat 1, later Veldm. Montgomeryweg 7). Nooder was de politicus en Sevenhuijsen de technicus. De politieke invalshoek was ook extra werk voor de vele werklozen, het werd een project in het kader van de werkverschaffing.
Sevenhuijsen zag in een zwembad direct naast "zijn" waterleidingbedrijf een nuttige bestemming voor het doelloos wegvloeiende koelwater van zijn bedrijf. Het openluchtbad aan de Banningstraat — nu Van Weerden Poelmanweg — werd in 1933 gerealiseerd en op 17 juni geopend.
De heer Grootewal spreekt in een raadsvergadering in 1933 zijn verbazing uit dat collega raadslid Nooder, als initiatiefnemer van het Soester Natuurbad, is gepasseerd voor een plaats in het stichtingsbestuur. Die zou hij alsnog krijgen van 1933-1949, daarna werd hij gedelegeerde van het bestuur van de Stichting Beheer Natuurbad. Na succesvolle jaren en verbouwingen liep het aantal bezoekers geleidelijk terug. Wegens exploitatieproblemen (het was niet meer kostendekkend) is het Soester Natuurbad uiteindelijk in 1990 gesloten. Op het terrein staat nu hetHilton RoyalPark hotel en luxeappartementen en er is een golfbaan.
Jaap Nooder het raadslid
Jaap Nooder was al jong politiek actief Actievoeren leidde in 1903 tot zijn ontslag bij de spoorwegen. In 1915 had hij zich al kandidaat gesteld voor de SDAP voor de gemeenteraadsverkiezingen in Dordrecht. In 1916 was hij 2e secretaris van de SDAP in Dordrecht. Na zijn verhuizing naar Soesterberg stelde hij zich in 1927 kandidaat bij de gemeenteraadsverkiezingen voor de lijst Soesterberg's Belang: 1 G.J. Grootewal, 2 A. Mulder, 3 J. Nooder, 4 G.A. Koppen, 5 J. de Ridder, 6 W.J. Fijlstra, 7 C. Kastelein, 8 J.H. Liscaljet. Lijsttrekker Grootewal werd dat jaar gekozen tot raadslid. In 1930 wordt Nooder alsnog gekozen tot raadslid voor de partij Onafhankelijk Soesterberg. Daarna een lange periode namens de SDAP, van 1931 tot 1946. In juni van dat jaar laat hij schriftelijk weten niet meer in relatie te staan tot de PvdA en daarom bedankt als lid van de raad. Hij stelt zich vervolgens verkiesbaar op de Vrije Lijst Soesterberg (Lijst Nooder). Over zijn politieke loopbaan is veel te verhalen, hij was in elke vergadering nadrukkelijk en soms fel aanwezig. Een kleine greep hieruit:
Tot Slot
Nooder was behalve een goede slager een zeer betrokken persoon die zich jarenlang met hart en ziel als sociaaldemocraat heeft ingezet voor de Soesterbergse gemeenschap. Lang niet alles is over hem en zijn activiteiten gezegd. Hij was vanaf 1940 ook nog voorzitter van de V & AVSoesterberg en lid van tal van lokale comités. In zijn vele toespraken opende hij zoals geschreven: "zijn sluizen van welsprekendheid". Ook zijn vrouw zette zich in als vrijwilligster voor het dorp. Zij beheerde vanaf begin 1925 het magazijn van het Groene Kruis. Nadat hij in 1949 weduwnaar was geworden beëindigde hij zijn politieke loopbaan. Hij verhuisde in 1953 naar de Moerbessenberg 54.
Hij overlijdt op 10 februari 1966, 87 jaar oud. In de tijd van Nooder waren er drie slagerijen in Soesterberg, nu geen enkele meer.
Bronnen
• Het artikel is vooral gebaseerd op krantenartikelen, notulen van raadsvergaderingen en informatie van Dik Top.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.