Rene van Hal
Op zaterdagavond 30 augustus 1969 wijdde Bernardus Kardinaal Alfrink onder grote belangstelling de nieuwgebouwde kerkzaal van de HH Petrus en Pauluskerk in. Dat is de komende zomer dus 50 jaar geleden. In het weekend van 14 en 15 september zal hier uitgebreid aandacht aan worden besteed en worden tal van activiteiten ook als onderdeel van de Open Monumentendagen georganiseerd Het is op dit moment trouwens niet meer voor te stellen welke discussies er allemaal niet gevoerd zijn rondom de keuze van deze architectonische invulling van het besluit een nieuwe kerk te bouwen op deze historische plaats en de kritiek die dit ontwerp kreeg.
Wat vooraf ging
Na een grote onderhouds-/schilderbeurt midden jaren '50 van de 20ste eeuw van de uit 1853 daterende HEI Petrus en Pauluskerk lijkt de kerk bijna 10 jaar later al aan een grote renovatie toe. Het schilderwerk heeft niet de verwachte resultaten opgeleverd want al snel begon het te bladderen en viel de verf met vellen tegelijk van de muren. Er bleek echter meer aan de hand te zijn, want ook op andere onderdelen begon de tand des tijds te knagen. Na een uitgebreide inventarisatie bleek dat er zeker 400.000 gulden geïnvesteerd zou moeten worden in een kerkgebouw dat niet alleen dus vervallen bleek maar ook met zijn pilaren als zeer onpraktisch werd ervaren. Een nieuwe en grotere kerk bouwen was in verhouding veel goedkoper en duurzamer.
Schilderij van de in 1851 afgebroken kerk op de plaats van de huidige Petrus en Pauluskerk
Een actiecomité werd ingesteld om een goede besluitvorming voor te bereiden. Daarbij moet vermeld worden dat op 11 oktober 1962 in Rome op initiatief van Paus Joannes XXIII het 2e Vaticaans Concilie van start was gegaan. Daar ontstonden nieuwe ideeën over de wijze waarop de eucharistieviering zou moeten plaats vinden: deels in de volkstaal en een priester/celebrant die met zijn gezicht naar de kerkgangers in de viering voor moest gaan [1]. Dat leidde in het oude kerkgebouw al tot het plaatsen van een altaartafel tussen het bestaande altaar en de communiebank, waarbij de priester met het gezicht naar de kerk voorging in de viering.
Het actiecomité was al snel van oordeel dat afbraak van de oude kerk en nieuwbouw de beste opties zouden zijn. Nieuwbouw zou op het bestaande perceel kunnen plaats vinden, een perceel dat door de grote tuin achter pastorie en kerk voldoende ruimte bood en voordeliger zou zijn dan de kerk elders opbouwen, want daarvoor zou grond moeten worden aangekocht. In dat kader zijn wel verschillende locaties bekeken en overwogen, maar om financiële redenen niet verder uitgewerkt.
Ook de gemeente Soest was enthousiast over dit plan; zeker wanneer de kerk meer naar achter zou worden gebouwd omdat de bredere Dalweg die gepland stond, dan doorgetrokken kon worden naar de Lange Brinkweg en deze niet vlak langs de ingang van de kerk zou lopen. Een bredere weg voor de kerk langs was nl. noodzakelijk geworden, omdat in het verlengde van de Dalweg aan de Lange Brinkweg een nieuwe brandweerkazerne gebouwd zou worden. De gemeente Soest wilde nl. vanwege de aanleg van die weg, ook een dubbel woonhuis' kopen, dat aan de Steenhoffstraat (onderaan de Dalweg) stond, en eigendom was van de HH Petrus en Paulusparochie.
Interieur van de oude kerk (links) en het oorspronkelijke gebouw dat veel hoger was (rechts)
Waar men onvoldoende rekening mee gehouden had betrof de monumentenstatus van de HH Petrus en Pauluskerk. Kerk en toren waren beeldbepalend voor Soest. Dit leidde uiteindelijk tot het voorstel om de kerktoren te behouden en niet af te breken en de kerkzaal door nieuwbouw te vervangen, maar wel vanaf buiten een ongeveer gelijke uitstraling te geven. Deze optie had ook gevolgen voor de aanleg van de verbinding tussen de Steenhoffstraat en de Lange Brinkweg, omdat de weg niet direct langs de uitgang kon gaan lopen.
Na deze meer principiële discussies bleven er nog twee belangrijke zaken over die uitgewerkt moesten gaan worden, t.w. hoe de nieuwe kerk(zaal) er van binnenuit moest gaan zien en natuurlijk de financiering van deze nieuwbouw.
De inrichting van de kerk
Zoals al eerder aangegeven waren in de tijd dat de plannen voor de inrichting moesten worden uitgewerkt (1966/1967) ook de concretisering van de discussies over de wijze waarop de eucharistie gevierd moest gaan worden. Een van de belangrijkste wijzigingen was daarbij het feit dat het altijd belangrijke hoofdaltaar een volstrekt andere functie kreeg doordat de stap werd gemaakt naar het vieren rondom een altaartafel met een nauwere betrokkenheid van de kerkgangers. De liturgische commissie heeft dat veel hoofdbrekens opgeleverd, temeer omdat er nog weinig concrete voorbeelden in ons land aanwezig waren.
De opdracht die aan alle bij de nieuwbouw betrokken parochianen werd meegegeven werd als volgt geformuleerd: "Maak een nieuwe kerk die een waardige opvolger moet zijn van het oude, maar tevens bij de nieuwe liturgie moet passen." Het verwezenlijken van een architectonisch bevredigend compromis was een zware opgave, zo werd bij de opening aangegeven. Iedereen heeft zo zijn eigen gevoelens daarbij en vernieuwen is loslaten van het oude. De overgang van een kerkgebouw waarin pracht en praal vanuit de historie dominante aspecten zijn naar een kerkgebouw waarin de eenvoud van de ruimte tot gemeenschapszin moet leiden en meer een ontmoetingsplek is geworden, dat levert veel emotie op. Dat was ook een van de inspanningen van de bouwcommissie tezamen met de ontwerpers van Architectenbureau Leeuwenberg en Volders uit Utrecht.
De architectonische invulling van Ir. J.L. Volders werd uiteindelijk bewonderd. Dit nadat eerder al tekeningen de prullenbak in gingen omdat deze onvoldoende steun vonden. Het ontwerp van Volders voor de nieuwe kerkzaal kreeg instemming omdat hierin verschillende ornamenten uit het schip van het afgebroken driebeukige kerkgebouw een prominente plaats hadden gekregen. Zo kregen de preekstoel, het Maria-altaar, de kaarsenkronen en de godslamp een nieuwe rol in de kerk en werden delen van de oude communiebank aangebracht aan de afscheiding van de koorruimte, waarop ook de orgelpijpen een nieuwe plaats kregen.
Zelfs na 50 jaar biedt dit kerkgebouw nog steeds een eigentijdse en actuele functie bij de kerkelijke vieringen in de katholieke gemeenschap. Dit ondanks het feit dat er nog steeds parochianen zijn die het geen "echte" kerk vinden in vergelijk met de H. Familiekerk in Soest-Zuid.
De financiën
De afbraak en nieuwbouw van de HH Petrus en Pauluskerk hebben zo'n 600.000 gulden gekost. In november 1967 geeft de financiële commissie aan nog meer dan de helft ervan nodig te hebben uit bijdragen van parochianen. Al een jaar eerder werd aan de parochianen gevraagd om via de wekelijkse collecte bij de vieringen één gulden extra bij te dragen. Daarnaast werd gevraagd om giften en legaten. Verschillende parochianen waren bereid om een renteloze lening af te sluiten met de parochie en als sluitpost werd een 20-jaar lopende obligatielening met een rentepercentage van 4% uitgeschreven. De financiering kreeg men rond met daarnaast ook wat extra acties. Eén ervan was de grote Veiling op maandag 1 september 1969 van interessante en antieke inventarisstukken, zoals de engelenkopjes, bidstoelen en kaarsenhouders, die niet gebruikt zouden worden in de nieuwbouw. Met de opbrengst werd een deel van de kosten van de feestweek en de inventaris gefinancierd.
Feestweek van 30 augustus tot en met 7 september 1969
Rondom de ingebruikname van de nieuwbouw werd een Feestweek georganiseerd. Deze werd geopend met op zaterdagavond 30 augustus de officiële inwijding van de kerk door Bernardus Kardinaal Alfrink en aansluitend een feestelijke viering.
Op zondag 31 augustus waren er drie bijzondere vieringen en een uitgebreide tentoonstelling van oude prenten en boeken over Oud-Soest en speciale werkstukken gemaakt door leerlingen van de lagere scholen in de parochie.
Andere activiteiten in die week: de al eerder gememoreerde veiling, een filmavond, een feestmiddag voor de schooljeugd, een korenavond en een jongerenfeest.
De feestweek werd op zondag 7 september afgesloten met een speciale viering met Gilde-eer, georganiseerd door het Groot Gaesbeeker Gilde, die tevens de opening was van het Koningsschieten op het nabijgelegen complex van de brandweer.
Afsluitend
De periode rondom afbraak en nieuwbouw van de HH Petrus en Pauluskerk was voor veel parochianen een zeer intensieve periode waarin veel discussies werden gevoerd, acties moesten worden uitgezet om dit alles te realiseren zowel qua bouw als financiering.
In die tussenliggende periode moesten natuurlijk ook de reguliere parochieactiviteiten doorgaan, met name de kerkelijke vieringen.
Daarbij werd dankbaar gebruik gemaakt van de gastvrijheid die de Oude Kerk bood voor de vieringen op zaterdag en zondag als ook een kerkruimte die aan de Talmalaan in die periode op de hoek van de Pieter de Hooghlaan aanwezig was, waar gebruikt van kon worden gemaakt. Daarnaast waren in Soest in die jaren ook nog de H. Mariakerk in Soestdijk en de H. Familiekerk in Soest-Zuid als uitwijkmogelijkheden beschikbaar.
Tijdens het weekend van 14 en 15 september a.s. zullen in de HH Petrus en Pauluskerk verschillende activiteiten plaats vinden met als basis de viering van 50 jaar nieuwe kerkzaal.
----
Historie HH Petrus en Pauluskerk Soest:
1350-1580 In deze periode was de huidige Oude Kerk aan de Torenstraat een RK Kerk en vernoemd naar de HH Petrus en Paulus. Door de Reformatie op Kerstnacht
1580 werd deze kerk aan de katholieke eredienst onttrokken.
1692 Vanaf ongeveer dit moment beschikte de RK gemeenschap in Soest weer over een eenvoudig Godshuis.
1756 Het godshuis eveneens vernoemd naar de HH Petrus en Paulus werd uitgebouwd tot een kerkje en in latere jaren meer keren verbouwd en uitgebreid.
1836 De kerk werd uitgebreid met een torentje.
1853 Inwijding nieuwe door pastoor Steenhoff gebouwde kerk
1924 Grootschalige renovatie van de HH Petrus en Pauluskerk
1968-1969 Afbraak en nieuwbouw van de HH Petrus en Pauluskerk
2002 Uitbreiding HH Petrus en Pauluskerk met een Stiltecentrum
----
NOTEN
[1] Tot het Tweede Vaticaanse Concilie was het gebruik dat in een kerk aan vaak de Oostkant een altaar werd gebouwd waar tijdens de viering de priester met zijn gezicht op gericht was. Slechts voor de Preek ging hij naar de Preekstoel en richtte hij zich tot de kerkgangers.
[2] Dit dubbel woonhuis stond op Steenhoffstraat 36 en 38 en is in maart 1968 afgebroken. Tot 1965 was op nummer 36 de RK Bibliotheek gevestigd die in dat jaar is opgegaan in de Openbare Bibliotheek Soest en later op de Albert Cuyplaan is gevestigd. Voor enkele jaren totdat deze locatie was gerealiseerd, was de bibliotheek (tijdelijk) gevestigd in Huize Sint Jozef.
BRONNEN
• Publicaties in de Soester Courant
• Publicaties in het parochieblad van de parochie HHPettusen Paulus genaamd "Rotonde"
• Diverse stukken in de archieven van de Historische Vereniging Soest/Soesterberg
• Artikel uit de Uitgave "Archief van de geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht uit 1875" geschreven door prof. G.B. Brom.
• 1000 jaar Kerkgeschiedenis in de Provincie Utrecht; studenten onderzoeken religieus erfgoed; 2008. Uitgegeven door Landschap Erfgoed Utrecht
• Uit de geschiedenis van Soest — Deel 3; De Petrus en Paulusparochie. - door F.S.I. Knaapen. Uitgave van de "Historische Vereniging Soest".
• 300 jaar Parochie H.H. Petrus en Paulus; gevierd van 30 mei t/m 6 juni 1993.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.