Ton Hartman
Onderlaatst vertelde een buurtgenoot mij dat hij bij voorbereidende werkzaamheden voor de bouw van een hooiberg op een explosief stuitte.
De EOD heeft het explosief een mortiergranaat, meegenomen en onschadelijk gemaakt. Om ramptoerisme, souvenirjagers en vertraging in de bouwwerkzaamheden te voorkomen is er toen geen media aandacht aan gegeven. Aangezien we dus bijna 75 jaar na de Tweede Wereldoorlog nog steeds geconfronteerd kunnen worden met die oorlog toch wat historische achtergronden.
Situatie
Na D-day en de Slag om Arnhem besloot het Duitse opperbevel om de al gedeeltelijk afgebroken Grebbelinie weer te herstellen. Voorbij Amersfoort volgt de Grebbelinie het tracé van rivier de Bern en dus is Soest daarmee onderdeel van deze verdedigingslinie. De polders aan de oostzijde worden geïnundeerd (onder water gezet) bij dreigend oorlogsgeweld. De Duitsers gaven de linie de naam Pantherstellung en de organisatie Todt voerde onderhouds- en verbeteringswerkzaamheden uit. Voor deze werkzaamheden werden ook Soester mannelijke inwoners geronseld en als dwangarbeiders ingezet, voornamelijk rond Hoevelaken. Zij kregen vanuit het gemeentehuis een oproep, merkwaardig want na de roof van het bevolkingsregister in mei 1943 zou dit bestand in een sloot aan de Wieksloot verstopt liggen (zie dit blad Zomer 1991 en Zomer 2016). Onder de dwangarbeiders was ook Piet Bosboom (1925-2019), zie het Herfstnummer 2012 van dit blad.
Het toezicht in Hoevelaken, waar de meeste werkzaamheden gedaan moesten worden, was vrij minimaal zodat verschillende jongemannen er ook wel tussenuit piepten. Toen de slag om Arnhem definitief gestreden was hergroepeerden het Duitse leger zich meer achter de Grebbelinie. Aan het einde van de Peter van den Breemerweg kwam een groep Hermann Goring manschappen en werden onder andere ingekwartierd op de boerderijen aldaar.
Ook op het boerderijtje van Hendrik Hoonhorst, dat stond aan de P. v.d. Breemerweg met het
huidige nummer 23. Het gezin, wat toen al als markant omschreven kon worden, bestond uit vader, moeder en de twee zoons Geurt en Berend. Geurt was voor de Arbeidseinsatz naar Duitsland getransporteerd, gezien zijn geringe capaciteiten was hij daar op een boerderij tewerkgesteld. Na de oorlog duurde het nog geruime tijd voordat hij weer naar Nederland terugkwam, hij werd blijkbaar niet erg gemist. Berend was te jong voor Arbeidseinsatz en kon ook thuisblijven in verband met landbouwverlof.
Wanneer wordt een mortiergranaat gebruikt
In april 1945 vonden er aan de overzijde van de Eem schermutselingen tussen de Duitse en Canadese troepen plaats. Het lijkt erop dat er ook vanaf de Soester kant geschoten werd. Dit zou heel goed kunnen met de pas gevonden munitie, maar om daar meer duidelijkheid over te krijgen de volgende vraag: waar en wanneer worden deze mortiergranaten gebruikt? Van de heer R.T. Sietsma, documentair informatiespecialist bij het Nederlandse Instituut voor Militaire Historie, onderdeel van het Ministerie van Defensie, kreeg ik het volgende antwoord: "Betreffende de werking van een mortier kan ik u vertellen dat deze artilleriestukken worden gebruikt voor vuursteun aan de eigen troepen met indirect vuur. Dit laatste betekent dat er wordt gevuurd zonder direct zicht op de vijand: mortieren zijn dan ook zogenoemde steilbaanwapens, die met een (steile) boog schieten. Dankzij het steilbaanvuur zijn zij zeer geschikt om doelen te bestoken die moeilijk bereikbaar zijn voor zogenoemde vlakbaanwapens, zoals kanonnen. De reikwijdte van een mortiergranaat is afhankelijk van het type, gewicht, grootte en de munitie."
Uit deze informatie blijkt dus wel dat deze munitie doelgericht bij dit boerderijtje aan de P.v.d. Breemerweg was opgeslagen.
Waarschijnlijk zullen er vanaf de Soester zijde van de Eem mortiergranaten over de Eem afgevuurd zijn, recent is er in de omgeving van de Boelenhoefseweg in Hoogland nog
een mortiergranaat aangetroffen. Dat na de capitulatie de munitie niet erg zorgvuldig opgeruimd is kunnen we min of meer lezen in het boek "Afgemarcheerd" van Ronald Polak. De Duitse troepen moesten zelf hun wapens en munitie naar de verzameldepots brengen.
Na de oorlog
De familie Hoonhorst hervatte het boerenleven na de oorlog, na het overlijden van de ouders zetten de broers Geurt en Berend het bedrijfje bijna ongewijzigd voort. Er werden alleen aanpassingen gedaan als het echt niet anders kon. Zo werd er pas in 1980 een melkkoeltank gehuurd toen de zuivelfabriek geen melk in melkbussen wilde ophalen. Dit was op meer plekken in Soest het geval maar de familie Hoonhorst had zelfs nog geen elektriciteitsaansluiting en daar waren ze zeker uniek in. Met de buurpraatjes pochte Berend weleens over vissen in de Eem met behulp van mortieren. Schouderophalend hebben mijn vader en ik de verhalen aangehoord en met een korrel zout genomen. Dat er nu dan toch nog munitie ontdekt is was toch wel een verrassing, maar achteraf ook verklaarbaar want de gebroeders Hoonhorst hebben nooit wat opgeruimd. Na het overlijden van de broers Geurt (192?-1991) en Berend Hoonhorst (1929-1990) is het boerderijtje verschillende malen verkocht. Elke eigenaar heeft weer veranderingen aangebracht maar het plekje waar pas het explosief gevonden is was onberoerd gelaten.
Gelukkig is alles goed gegaan maar als met het bouwrijp maken de mortiergranaat verkeerd geraakt was had het toch tot desastreuze gevolgen kunnen leiden, bijna 73 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog.
23
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.