Bart Makken
Onderstaand artikel van de hand van Bart Makken troffen wij aan in het "Katholiek Nieuwsblad" van vrijdag 3 augustus jl.
Aangezien wij menen, dat ook de kring van onze leden voor dit onderwerp belangstelling heeft, geven wij met toestemming van de auteur en de redactie van K.N. het hele artikel graag aan u door.
ZURE REGEN KNAAGT HET HARDST AAN MONUMENTALE KERKGEBOUWEN
door Bart Makken
De Nederlandse monumenten zijn gedurende vele eeuwen prooi geweest van verwaarlozing, nieuwe inzichten en onzorgvuldigheid. Veel verdween nodeloos, veel werd zonder reden vernield, soms zelfs verkocht.
De geschiedenis van de Nederlandse monumentenzorg nodigt bepaald niet uit tot optimisme. Tegenwoordig is het besef algemeen, dat het erfgoed bescherming verdient. Niettemin heeft zich een nieuwe vijand aangediend: de luchtverontreiniging in de vorm van "zure regen". Is er nog kruid gewassen tegen de teloorgang van onze monumentale kerkgebouwen? Uit recente metingen van het Nationaal Meetnet voor Luchtverontreiniging van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne in Bilthoven blijkt, dat de luchtverontreiniging in Nederland sinds 1980 met eenderde is teruggelopen. Voor een deel is dat puur geluk. De afgelopen jaren waren de winters zacht en stond de wind gunstig. Het overige is wijsheid: de elektriciteitscentrales en industrieën maken meer en meer gebruik van zwavelarme brandstof en zuiveren hun rookgassen.
NATUURSTEEN
Op bakstenen gebouwen heeft de zure regen weinig vat. Daarover beschikten onze voorouders echter aanvankelijk niet, en toen ze het al wel hadden bedacht, volstond dit materiaal niet voor de diverse functies. Voor versieringen en beeldhouwwerken bleven zij grijpen naar natuursteen. Bij gebrek aan binnenlandse steengroeven moest dit allemaal worden ingevoerd, vooral uit Duitsland en Frankrijk.
In die landen is het gebruik van één soort in één gebouw vrij algemeen. In Nederland werden diverse soorten in één gebouw verwerkt. Zo is bijvoorbeeld de Sint-Janskathedraal van 's-Hertogenbosch opgebouwd uit ruim tien verschillende soorten natuursteen. Niet alleen reageren zij verschillend op de verontreiniging, maar ook op elkaar.
Volledigheidshalve zij opgemerkt, dat een deel van de vernietiging van kunstwerken moet worden toegeschreven aan andere factoren, zoals weersomstandigheden. Ook aangekoekt vuil en stof, verkeerde reinigingsmiddelen, optrekkend grondwater, strooizout, micro-organismen en trillingen hebben een noodlottige uitwerking. Droevig genoeg moet aan dit lijstje ook vandalisme worden toegevoegd.
Zure regen heeft het met name begrepen op de uitstekende delen, zoals beelden, versieringen, spuiters, pinaxels en kruisbloemen, richels en lijsten. De aantasting wordt vaak vergemakkelijkt door, al dan niet later aangebrachte ijzeren verankeringen. Door roestvorming zet het ijzer uit, waardoor de steen gaat scheuren. Het "uitvreten" geschiedt dan tevens van binnenuit.
Vooral kalksteen en kalkhoudende zandstenen zijn erg gevoelig. Marmer kan weinig meer hebben, maar heeft voor onze monumenten het voordeel, dat dit in Nederland slechts in geringe mate is gebruikt. De verontreiniging bestaat uit korsten op steen, die snel herkenbaar zijn aan hun door stof en vuil veroorzaakte zwarte kleur. Voor wie erop let: ze zijn met het oog waarneembaar en ogen als mos. Deze korsten zijn bikkelhard, veel sterker dan de steen waaraan ze hechten, en op den duur vallen ze af. De steen is dan afgeschilverd, waarna een nieuwe korstlaag ontstaat, die de zaak nog erger maakt. Met name bij profileringen en ornamenten is de fnuikende werking goed te zien: de contouren verdwijnen in z'n geheel. Alles wat uitsteekt, breekt af of verliest diepte.
Ook kalkrijk voeg- en pleisterwerk wordt aangetast door de zure regen. Als het bindmiddel tussen de stenen loslaat, is het lot van de stenen gemakkelijk te voorspellen. Dat deze ellende van recente datum is, blijkt onder andere uit het rapport over de kwaliteit van de steensoorten, dat gebruikt is bij de restauratie van de Bossche Sint-Janskathedraal. Het uit 1956 daterende geschrift kwalificeert de steensoort "St. Joire" als uitstekend. Twee decennia later moest de steensoort vanwege de zeer slechte conditie, overal worden vervangen.
VOORKOMEN
De gebrandschilderde ramen komen er in ons land nog vrij genadig af. Het meeste glas-in-lood is van vrij recente datum, en is van een zodanige samenstelling, dat het niet overgevoelig is. Bovendien zijn de gevolgen van de zure regen hier wel bijtijds onderkend, zodat de noodzakelijke maatregelen konden worden genomen, voor de uitwerking funest was. De zure regen slaat tegen de ruiten en laat daarop een wit laagje achter. Dit heeft de uitwerking van schuurpapier. Het etst het glas, waardoor verbleking optreedt. Bij tijdig ingrijpen kan deze laag worden verwijderd. Om herhaling te voorkomen wordt aan de buitenzijde, en bij de fameuze Goudse glazen ook aan de binnenzijde, een nieuwe beglazing aangebracht. Deze houdt tevens de schadelijke i nulnpri van weer en wind teaen.
Ook luidklokken en beiaarden ondervinden de schadelijke gevolgen van de zure regen, met het gevolg dat zij vals gaan klinken. Papier, leer (boekbanden) en textiel lijden eveneens onder deze verontreiniging.
ANTWOORD
Het antwoord op de vraag of er kruid is gewassen tegen de ondergang van onze monumentale kerken, is tweeledig. Centraal daarbij staat de vraag, wat precies onder behoud moet worden verstaan. Behoort daar ook de vervanging van een getrouwe kopie toe? Veel aangetaste materialen moeten in hun geheel worden vervangen, zoals het meeste beeldhouwwerk van de Bossche Sint-Janskathedraal, en de beiaarden van de Nieuwe Kerk in Delft en het Paleis op de Dam. In sommige gevallen kan bijtijds tot bescherming worden overgegaan: het impregneren van luidklokken en het "inpakken" van gebrandschilderd glas. De zogeheten "monetaire" schade aan het erfgoed beloopt jaarlijks tussen de 15 en 30 miljoen gulden. Herstel van de schade is in zekere zin dweilen met de kraan open.
De tweede, en uiteraard werkelijke oplossing, ligt in het aanpakken van het probleem van de zure regen zelf. In de praktijk betekent dit ontzwaveling van de rookgassen van elektriciteitscentrales en raffinaderijen, en beperking van de uitstoot van stikstofdioxyden.
Loodvrije benzine en een katalysator om de uitlaatgassen te reinigen zijn noodzakelijke bijdragen. De ammomakproduktie zal eveneens drastisch moeten worden verminderd. Pas als deze maatregelen op tenminste Europese, maar beter mondiale, schaal zijn getroffen, is er inderdaad kruid gewassen tegen de teloorgang van onze monumentale kerkgebouwen.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.