Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Soester straten schrijven geschiedenis I

G. Staalenhoef

SOESTER STRATEN SCHRIJVEN GESCHIEDENIS (I) door G. Staalenhoef

Onder deze titel zal regelmatig iets worden gepubliceerd.
Hierbij zullen niet alleen aan de orde komen de huidige straatnamen doch tevens namen die vroeger werden bebezigd.
Het begrip "straten" dient daarbij niet te nauw genomen te worden; ook lanen, wegen en stegen koment er sprake, terwijl ook veldnamen mogelijk een plaatsje krijgen in deze reeks.

Allereerst is het de bedoeling om de inwoners van Soest iets te vertellen over de straat waarin zij wonen; vervolgens om anderen de gelegenheid te geven aanvullingen te geven en tenslotte (maar dat is toekomstmuziek) om wellicht ooit eens te komen tot de uitgave van een volledig boekje.

Een alfabetische lijst van straatnamen laat zien dat men deze namen voor het overgrote deel kan indelen in bepaalde groepen. Te onderscheiden zijn b.v. het Koninklijke Huis, verzetstrijders, schrijvers, schilders, bekende inwoners van Soest enz.

Koninklijk Huis

Allereerst zijn een aantal straten genoemd naar vorstenhuizen:
Nassaulaan en -plantsoen; Oranjelaan, Meckelenburglaan en Waldeck Pyrmontlaan.
Vervolgens onderscheiden wij namen naar "functies":
Koninginnelaan, Koningsweg, Regentesselaan en Stadhouderslaan.
Tenslotte de namen die naar bepaalde personen zijn genoemd:
Willem de Zwijgerlaan;
Anna Pauwlownalaan;
Sophialaan en Emmalaan;
Wilhelminalaan en Prins Hendriklaan;
Julianalaan en -plein en Prins Bernhardlaan;
Beatrixlaan, Christinalaan, Irenelaan, Margrietlaan en Clauslaan.

Opvallend hierbij is dat er (nog) geen straat is welke rechtstreeks is genoemd naar een van onze drie koningen (Willem I, Willem II en Willem III) .

Ook onze diverse stadhouders zijn niet genoemd, hoewel er enkele zeer nauwe banden hadden met Soest.

De koninginnen zijn goed vertegenwoordigd. Behalve onze drie regerende vorstinnen (Wilhelmina, Juliana en Beatrix) zijn ook een aantal echtgenoten van regerende koningen vernoemd: Anna Pauwlowna van Rusland (echtgenote van Koning Willem II), Sophia van Wurtemberg en Emma van Waldeck-Pyrmont (de beide echtgenoten van Willen III). De echtgenote van koning Willem I moet het doen met een plaatsje onder de koninginne(n).

De kleinkinderen van Prins Bernhard en Prinses Juliana hebben nog geen plaats gekregen bij de Soester straten, tenzij dit aan uw "correspondent te Amsterdam" is ontgaan.

Na de uitvoerige landelijke herdenking van de moord (in 1584) op Prins Willem van Oranje "De Zwijger" en de aandacht die ons Vorstenhuis kreeg bij de 75e verjaardag van Prinses Juliana lijkt een beschrijving van het Koninlijk Huis in ons tijdschrift een doublure. Toch wordt, met de Soester straten als "kapstok", aandacht besteed aan een aantal personen welke van speciaal belang zijn geweest voor Soest en omgeving.

Na Willem de Zwijger traden als stadhouder van de verschillende gewesten op diverse prinsen en graven van Nassau; soms in alle gewesten dezelfde, soms ook (b.v. in Friesland) graven uit een andere tak.

De Prinsen Maurits, Frederik Hendrik, Willem I en Willem II worden hier slechts genoemd.

1. Prins Willem III

De in 1650 geboren prins Willem III werd in 1674 stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. Met hem begint de speciale betrokkenheid met deze omgeving.

Op 26 april 1674 verkocht Mr. Jacob de Graaf, zoon en mede-erfgenaam van Cornelis de Graaf, heer van Zuidpolsbroek, burgemeester en raad van Amsterdam, de hofstede Soestdijck aan Prins Willem III. Deze liet op het terrein een jachthuis bouwen en prachtige tuinen aanleggen.
Enkele maanden later, op 13 september 1674 droegen de Staten van Utrecht aan de Prins op: de hooge heerlijkheid, met inbegrip van middelbare en lage justitie over Soest, Baarn, Ter Eem, Eemnes Binnendijks en Eemnes Buitendijks "met een erffelijck recht om te succederen op alle hoochgemelte Sijne Hoogheijts wettige descendenten ofte Nacomelingen."
In de ordinantie op de justitie en politie in de genoemde heerlijkheden, van 16 mei 1675, bepaalde de Prins dat er in de regeringswijze geen verandering zou worden aangebracht, "voor soo veel aangaet de borgemeesters, raeden ende gecommitteerdens, maer sullen alle deselve de saecken ende affaires van de dorpen waarnemen, gelijck noch toe is geschiet."
Een grote verandering was echter de instelling van één gerechtsbank voor alle dorpen gezamenlijk, welke te Baarn door de drost of zijn substituut zou worden gespannen met negen schepenen, namelijk een uit Ter Eem en twee uit ieder der overige dorpen (Soest, Baarn en de beide Eenmessen).

Dit nieuwe gerecht had competentie in alle zaken van hoge, middelbare en lage justitie, echter behield elk dorp zijn schout-gaardermeester.
De Prins stelde over zijn hoge heerlijkheden een drost aan die, in plaats van de maarschalk, de regeringspersonen verkoos. Deze keuze werd gedaan uit dubbeltallen, welke door burgemeester, schepenen en raden aangeboden werden.
Aan lieden van de Gereformeerde religie diende de voorrang te worden verleend, tenzij het dorpsbelang anders vereiste. De Rooms-Katholieken waren dus niet van verkiesbaarheid uitgesloten.

Precies op zijn 27e verjaardag (14 november 1677) trouwde Willem III te Londen met de 15-jarige Mary Stuart, dochter van James (Jacobus) Stuart, hertog van York.

Toen Mary 20 jaar oud was (op 26 oktober 1682) bracht zij een bezoek aan de Molen op de Soester Eng.
Samen met Constantijn Huijgens Jr., de secretaris-geheimschrijver van de Prins, beklom zij de molen om door "de verrekijcker de clock van Uytrecht te sien".

In 1685 volgde Mary's vader zijn broer Karel II van Engeland op, na diens dood. In 1689 werd Jacobus II afgezet en zijn dochter Mary werd Koningin.
Prins Willem III ging toen de geschiedenis in als de Koning-Stadhouder.

2. Prins Johan Willem Friso en Maria Louise

Na het kinderloos overlijden van Willem III in 1702 werd zijn 14-jarige neef Johan Willem Friso universeel erfgenaam. Hij ontving dus ook Soestdijck.
De Staten van Utrecht namen echter de in 1674 verleende jurisdiction heerlijkheden van Soest, Baarn en Ter Eem weer tot zich. De toestand op het gebied der rechtsbedeling werd hersteld op de wet als vóór september 1674.

Voor degenen die de historie van Soest en omgeving bestuderen (en dus ook voor de genealogen) is de periode 1674-1702 een "donkere" periode aangezien in deze interim-fase van het Hooggerecht van Baarn veel minder stukken (bewaard gebleven?) zijn dan b.v. van het gerecht van Soest voor én na deze jaren!!
Johan Willem Friso is dus nooit heer van Soest etc. geweest; zijn weduwe Maria Louise van Hessen-Kassel kreeg op 17 november 1714 door de Staten van Utrecht de ambachtsheerlijkheden van Soest en de Birkt opgedragen. Zij overleed op 9 april 1765.

3. Prins Willem IV

Op 16 juli 1749 verkreeg Prins Willen IV, haar zoon, de hoge, middelbare en lage justitie van Baarn, Soest en Eembrugge en op 27 augustus 1750 het hoge rechtsgebied (zonder middelbare en lage) van de Eenmessen, Duist, de Haar en Zevenhuizen.
De Prins bleef (gelukkig voor ons?!) in gebreke een hooggerecht in te stellen en het "hof 's Lands Utrecht" bleef, zoals sinds zijn oprichting onder Karel V (met uitzondering van 1674-1702) met de criminele rechtspraak belast. Hij overleed 22 oktober 1751.

4. Prins Willem V

Bij het overlijden van zijn vader was Willem V slechts 3 jaar oud. Als zijn voogden traden op zijn moeder, prinses Anna van GrootBrittanië en Lodewijk Ernst, hertog van Brunswijk.
Ten gevolge van de Franse inval moest de Prins naar Engeland vertrekken.- Zijn bezittingen werden in beslag genomen en tot nationaal bezit verklaard.

5. Koning Willem II

Op 8 juli 1815 werd door de nieuwe Nederlandse regering bij wetsbesluit het Paleis en Domein Soestdijk ten geschenke gegeven aan de Prins van Oranje, de latere Koning Willem II, kleinzoon van Prins Willem V.
Deze schenking was bedoeld als dank voor zijn aandeel bij de slag bij Waterloo.
Door een inwendige verbouwing en het aanbouwen van vleugels werd het Paleis, voorheen hoofdzakelijk jachthuis, tot intensiever bewoning geschikt gemaakt.
Kort na de voltrekking van het huwelijk met grootvorstin Anna Pauwlowna van Rusland betrok dit paar het paleis.
De eerste telg uit het huis Oranje die op Soestdijk werd geboren was hun tweede zoon, Willem Alexander; ook de derde zoon Willem Frederik Hendrik werd daar geboren.

6. Prins Hendrik

Na het overlijden van Anna Pauwlowna (1 maart 1865) gingen Paleis en Domein over in eigendom van hun derde zoon, de hierboven genoemde (Willem Frederik) Hendrik.
Zijn beide huwelijken bleven kinderloos; hij overleed 14 jan. 1879 en zijn oudste broer, Koning Willem III werd erfgenaam.

7. Koning Willem III

Bij de scheiding van diens nalatenschap kwam Soestdijk aan zijn weduwe, Koninging Emma van Waldeck-Pyrmont.

8. Koningin Emma

Na het overlijden van Koningin Emma (1934) heeft het Paleis enige jaren leeggestaan, totdat haar kleindochter het Paleis betrok.

9. Koningin Juliana

Sinds haar huwelijk met Prins Bernhard in 1937 werd het "Witte Huis" woonplaats van het Koninklijk Gezin.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto