Kees Floor
Op donderdag 16 juni 1825 reisde landmeter der eerste klasse JB van Zijlmans af naar Soest. Hij had een afspraak met burgemeester G. van Steijn van Hensbroek om de grenzen van zijn gemeente op te nemen en formeel vast te leggen. Ook de burgemeesters van de vier buurgemeenten (vergelijk foto 1) waren naar Soest gekomen om bij het vaststellen van de gemeentegrenzen aanwezig te kunnen zijn. Bovendien had elke burgemeesters twee of meer aanwijzers meegenomen, in aanzien staande inwoners van hun gemeente, die goed op de hoogte waren van het precieze verloop van de gemeentegrenzen.
Regels
Het opnemen van de gemeentegrenzen was een van de activiteiten die in de periode 1812- 1832 in de meeste gemeenten van ons land werden ondernomen ter voorbereiding van de instelling van het Kadaster. De procedure die daarbij gevolgd moest worden, was beschreven in de zogeheten Methodiek Verzameling [1]. Dit document stamde uit de Franse tijd, maar na het vertrek van de Fransen eind 1813 bleven de regels onverminderd van kracht. Alle belanghebbenden moesten bij de vaststelling van de gemeentegrenzen aanwezig zijn, 'ten einden in derzelvers wederzijdsch bijzijn de grensscheiding op te nemen van het grondgebied van de gemeente Zoest'.
Rondgang
Een belangrijk onderdeel van de procedure ter bepaling van het grondgebied van een gemeente vormde een rondgang langs de buitengrenzen. In ons geval begon deze 'groepswandeling' aan de Eem bij het punt waar de `Seldersche Wetering' (Zeldertsche Wetering, thans Wijde Wetering) in die rivier uitmondt en waar de grenzen van het grondgebied van Soest, Baarn en Hoogland samenkwamen; daar moest het bovengenoemd gezelschap dus eerst naartoe. Tijdens de gehele rondwandeling bleef het grondgebied van Soest steeds aan de rechterhand; links lag het grondgebied van achtereenvolgens de gemeenten Hoogland, Amersfoort, Zeist en Baarn. De bevindingen dienden te worden vastgelegd in een proces-verbaal van grensbepaling, bestaande uit vier artikelen, namelijk evenveel als het aantal buurgemeenten. Ook moest er per aangrenzende gemeente een zogeheten figuratieve schets der grensscheiding worden vervaardigd, die als hulp bij het opstellen van de tekst, of later ter verduidelijking ervan kon dienen en als bijlage aan het proces-verbaal werd toegevoegd. De foto's 2-5 geven enkele voorbeelden van dergelijke schetsen of delen daarvan.
De grens tussen Soest en Hoogland liep vanaf het startpunt door het midden van de Eem tot aan een paal die de grens met Amersfoort markeerde. Daar werd artikel 1 van het proces verbaal opgesteld, gesloten en mede namens de aanwijzers ondertekend door burgemeesters A. Smitt van Hoogland en G. van Steijn van Hensbroek van Soest.
Volgens dezelfde procedure werden de grenzen met de drie overige buurgemeenten langsgelopen. Steeds werd bij het bereiken van een volgende gemeente een artikel van het proces-verbaal geformuleerd, genoteerd en mede namens de aanwijzers ondertekend door de burgemeester van Soest en zijn ambtgenoot van de desbetreffende aangrenzende gemeente.
Herkenningspunten
Bij het vaststellen van grenzen maakte men bij voorkeur gebruik van herkenningspunten in het landschap. Een mooi voorbeeld van zo'n in het terrein makkelijk terug te vinden limiet is de ruim 7 kilometer lange gemeentegrens tussen Soest en Hoogland, die eenvoudigweg de Eem volgt.
Dergelijke oriëntatiepunten ontbreken echter vaak. Gemeentegrenzen, die tevens de grens van percelen volgden, konden worden beschreven door die percelen te benoemen. Er waren overigens nog geen kadastrale nummers toegekend aan de verschillende stukken grond. De opmeting ervan vond pas plaats nadat de gemeentegrenzen waren vastgelegd en het grondgebied van een gemeente zonodig was onderverdeeld in secties. Bij de bepaling van de gemeentegrenzen werden de percelen nog aangeduid met de naam van de eigenaar. Zo liep het begin van de 11 kilometer lange grens tussen Soest en Amersfoort in de figuratieve schets der grensscheiding van foto 2 (rechtsboven) vanaf de Eem in een westelijke richting tussen de weilanden door van Willem Scham in Soest en van de Lieve Vrouwe Capel in Amersfoort. Evenzo volgde de bijna 7 kilometer lange grenslijn met de gemeente Baarn in de buurt van de Eem onder andere de scheiding tussen de eigendommen van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje in Baarn en die van de Pastorij van Zoest en het Sint Anna Gildt in Soest (foto 3, rechts).
Ook in het bos- en heidegebied van Zeist, Amersfoort, Leusden en Soest ontbraken kenmerken aan de hand waarvan grenzen in het terrein konden worden herkend. Daarom waren er daar dan ook eerder al talrijke stenen grenspalen geplaatst. Een daarvan stond op het punt waar het grondgebied van Soest, Amersfoort en Zeist samenkwam (foto 4, linksboven); 350 meter verderop stond op het driegrenzenpunt van Zeist, Amersfoort en Leusden een volgende stenen paal. De uitloper van Amersfoort over de heide werd verder aan de Leusdense kant nog gemarkeerd met negen extra palen; om de grens met Soest aan te duiden waren zelfs 10 extra palen nodig. Voor het zichtbaar maken van de ingewikkelde, bijna 9,5 kilometer lange grenslijn met Zeist waren 12 of 13 extra grenspalen nodig, waarvan ook in dit geval de meeste al bij eerdere gelegenheden waren neergezet. Op de dag van het opnemen van de gemeentegrenzen ontbraken er echter nog drie noodzakelijk geachte nieuwe grenspalen. De burgemeesters spraken af dat die later zouden worden bijgeplaatst; in de figuratieve schets der grensscheiding waren ze op voorhand al ingetekend.
Bestaande grenzen
Uit de aanwezigheid van bestaande palen op de hei 'welke in vroeger tijd tot aanduiding der limietscheiding tussen deze twee gemeenten aldaar geplaatst zijn,' konden we al afleiden dat de Soester gemeentegrenzen die in 1825 opgenomen werden niet zomaar uit de lucht kwamen vallen. Er bestonden ook eerder al vage of minder vage oude grenzen tussen de verschillende gemeenten en hun voorlopers, die overigens in de loop der jaren nogal eens gewijzigd waren.
Van recente datum waren de processen-verbaal van grensbepaling van buurgemeenten die in de voorbereidingsfase van het kadaster eerder aan de beurt waren gekomen voor het vaststellen en opmeten van hun grenzen. Zo lagen er beschrijvingen van de grenzen met Hoogland en met Amersfoort (foto 4) uit 1822 en met Baarn uit 1823. Met deze informatie kon men zo weer aan de slag; ze zal op die 16e juni 1825 ongetwijfeld zijn gebruikt.
Het volledige proces-verbaal van grensbepaling werd diezelfde dag nog gesloten en ondertekend door landmeter Van Zijlmans en controleur der Directe BelastingenBudding.Vervolgens ging het document naar de gouverneur van de Provincie Utrecht, J.M. baron van Tuyll van Serooskerken van Vleuten, die het op 15 november accordeerde. Daarmee lagen de grenzen van de gemeente Soest voor het kadaster formeel vast.
Twijfels
De bovenstaande reconstructie van de gang van zaken op 16 juni 1825 bij de grensbepaling van de gemeente Soest is gebaseerd op het daarvan opgemaakte proces-verbaal van grensbepaling [3]. Ook in de meeste andere Nederlandse gemeenten werd bij de vaststelling en opmeting van de buitengrenzen eenzelfde procedure doorlopen en een vergelijkbaar proces-verbaal van grensbepaling opgemaakt [4]. Toch roept het geheel een aantal vragen op. Voor de zekerheid zoeken we eerst nog even in de eerste editie van Van Dale uit 1864 de betekenis op van proces-verbaal: ambtelijk verslag -, acte van feiten en handelingen. Het is echter uiterst onwaarschijnlijk dat het proces-verbaal van grensbepaling van Soest de feiten en handelingen op de aangegeven dag correct weergeeft. Zo is een afstand van 32 kilometer, de omtrek van het grondgebied van Soest, niet voor iedereen even gemakkelijk af te leggen over niet gebaande of slecht begaanbare wegen.
Dubbele afspraak
Er is echter nog meer. Het proces-verbaal van buurgemeente Zeist is namelijk eveneens gedateerd 16 juni 1825 en opgesteld door dezelfde landmeter Van Zijlmans, die ook verantwoordelijk was voor het document van de gemeente Soest. Dat zou bij een letterlijke interpretatie van de processen-verbaal van grensbepaling inhouden dat hij en de burgemeesters van Zeist, Soest, Baarn en Amersfoort een dubbele afspraak hadden: ze zouden op die dag ook nog de 54 kilometer lange gang rond het grondgebied van Zeist hebben afgelegd!
De conclusie is duidelijk: de grensbepalingen van Soest, van Zeist en vermoedelijk ook van talrijke andere gemeenten, vonden niet noodzakelijkerwijze plaats op de in het proces-verbaal genoemde datum en nam ongetwijfeld meerdere dagen in beslag. Van Maartensdijk (U) zijn nog de uitnodigingen aan de buurgemeenten uit 1812 bewaard gebleven om bij de het opnemen van de grens met hun gemeente aanwezig te zijn [5]. De tijden van samenkomst waren gepland op verschillende dagen of dagdelen; het verzamelpunt was niet het gemeentehuis, maar een praktischer locatie dichter bij de plek waar de grenzen moesten worden opgenomen. Landmeter F.J. Nautz, die in augustus 1824 de grenzen van Naarden opnam, was zo eerlijk om in het proces-verbaal gewoon de vier opeenvolgende dagen te vermelden waarop er in het terrein aan de vaststelling van de grenzen was gewerkt [6].
Hanteerbare groepen
De Maartensdijkse brieven laten ook zien dat de burgemeesters van de buurgemeenten niet de volledige rondgang hoefden mee te maken. De groep van langs de gemeentegrenzen wandelende notabelen was dus minder groot dan de processen-verbaal van grensbepaling suggereren. In feite waren alleen de vertegenwoordigers van de te beschrijven gemeente en één buurgemeente bij de vaststelling van het voor hen relevante deel van de grens betrokken. Zij konden hun bevindingen vastleggen in een voorlopig proces-verbaal. Het officiële proces-verbaal van grensbepaling werd op die manier een soort van optelsom van eerder overeengekomen grenzen. Een voorbeeld van zo'n deel-procesverbaal is nog bewaard gebleven in Amerongen; het beschrijft de grens van die gemeente met Leersum [7].
Tot slot
De processen-verbaal van grensbepaling van Soest en andere gemeenten schetsen een tot de verbeelding sprekend, maar onrealistisch beeld van de gang van zaken bij het opnemen van de gemeentegrenzen. De landmeters stelden de documenten op volgens een vast stramien, dat eerder diende om volledigheid en gelijkvormigheid te bereiken dan om een waarheidsgetrouw beeld te scheppen van de activiteiten van de notabelen op de in de aanhef het proces-verbaal genoemde datum.
VOETNOTEN:
[1] Methodique Verzameling der wetten, decreten, reglementen, instructiën en decisiën, betrekkelijk het Cadaster van het Fransche Rijk, eerste deel. Amsterdam 1812. Tevens in: Bijvoegsel tot het Staatsblad, Achtste deel, Eerste stuk, Dordrecht 1821, p 398.
[2] Aan het proces-verbaal van grensbepaling van Amersfoort uit 1822 is slechts één figuratieve schets van grensbepaling toegevoegd. De tekening toont de grenzen met alle buurgemeenten. Het voorschrift om per aangrenzende gemeente een schets bij te voegen is hier dus niet gevolgd.
[3] Het Utrechts Archief, toegang 1294, inv.nr. 3800.
[4] Meer, A.J. van der: Het kadaster en de gemeentegrenzen, Geodesia 21 (1979) 144-164 en Meer, A.J. van der: Gemeentegrenzen in Nederland, proefschrift TU Delft, Amsterdam 2007.
[5] Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, toegang 1019, inv.nr. 27.
[6] Gemeentearchief Gooise Meren en Huizen, OAN 127.6.
[7] Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, toegang 73 inv.nr. 377.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.