Jan de Mos
Tammer is al bijna 250 jaar een bekende familienaam in Soesterberg. De eerste die zich hier (in 1770) vestigde was Jan Willemsz Tammel. Er zijn sindsdien natuurlijk meerdere takken en vele zijtakken ontstaan. De twee bekendste takken zijn echter die van bakker-Tammer en die van de zand- en grindhandel-Tammer. Aanvankelijk waren het eenvoudige daghuurders, een enkele landbouwer, maar daarna startten velen een eigen bedrijf vanaf 1920 inspelend op de bloei van Soesterberg als bakermat van de luchtvaart. Dat gold in het bijzonder voor het ondernemersgezin Tammer-Middelman, waarvan alle acht zonen op jonge leeftijd een eigen bedrijf begonnen. Daar gaat dit artikel over. Maar waar kwamen zij oorspronkelijk vandaan? Een overzicht van deze ondernemende familie.
Oorsprong van de familie Tammer in de Achterhoek
De stamreeks voert terug naar de Achterhoek. De oudste te traceren stamvader is Jan (op) Krejenbrinck, geboren ca 1615 in Breedenbroek (Varsseveld). Zijn zoonArentJansz Krejenbrinck (ca 1642-1692) trouwde in 1667 in Aalten met Maria Aelberts, weduwe van Willem Tambel. De achternamen in die tijd verwijzen in deze regio vaak naar de boerderij waar zij woonden. DezeArentwas dus geboren op de boerderij Krejenbrinck, maar trouwt zich nu in op de boerderij Tambel en noemt zich hiernaArentTambel. Het waren dus landbouwers. In de buurtschap Lintelo bij Aalten waren twee hofsteden met de naam Tambel: Groot Tambel en Klein Tambel, beide leengoederen van de oude adellijke familie Nagell van Ampsen, bewoners van kasteel Ampsen in Lochem. Via Arents zoon Lubbert Tambel (1675-??) wordt de naam verbasterd in Tammel. Diens zoon Willem Lubbertsz Tammel (1715-1790) verlaat de Achterhoek en trouwt in 1740 te Doom met Willemptje Wulphertsdr Overeem. Hij was eerst daghuurder, later pachter van de boerderij Strubbelenburg in Woudenberg. Via hun zoon Jan Willemsz Tammel (1745-??) wordt de naam verder verbasterd in Tammen en Tammer. Hij trouwt in 1771 te Zeist met Adriana Teunissen van den Berg, geboren op Den Bergh (1748-1795). Dit is de stamvader van de Soesterbergse tak Tammer, toen nog als eenvoudige daghuurder.
De volgende generatie in de stamreeks is Hendrik Jansz Tammer (Tammel) (1779-1845). Hij trouwde in 1799 te Soest met Jannetje van Werensteijn (1774-1858), ook al een bekende Soesterbergse familie. Hendrik Jansz Tammer, boerde kennelijk goed, hij liet begin 1800 een boerderij bouwen aan de Postweg nummer 3, door de latere eigenaar de familie Stalenhoef "Ouders Vrucht" genoemd.
Hendrik was na de oprichting van de Carolusparochie in Soesterberg in 1837 de eerste penningmeester van het Kerkbestuur. Zij kregen 13 kinderen. De jongste zoon Kornelis Tammer (1818-1898), was de eerste ondernemer in de familie.
Kornelis Hendriksz Tammer, beginnend ondernemer
Kornelis Hendriksz Tammer (1818-1898) trouwde in 1860 te Soest met Maria Bernardussen (1827-1907). Hij woonde op hetzelfde adres als zijn vader, boerderij Ouders Vrucht aan de Postweg 3 (nu van de Griendtlaan 11). Hij was naast landbouwer ook vrachtrijder. De eerste ondernemende activiteit vinden we in 1854. Samen met collega landbouwer Evert Wijnen plaatste hij een tent bij het militaire zomerkamp bij Zeist voor het betaald stallen van paarden. In 1863 richt hij een onderneming op, samen met Evert en Frans Wijnen. Het doel van de maatschap was om een handel in hout te starten. Evert Wijnen was een zwager van Kornelis en in 1860 getrouwd met zijn zus Johanna Tammer (1811), toen nog daggelder. Via Johanna Tammer werd Evert Wijnen mede eigenaar en landbouwer op Ouders Vrucht (geërfd na het overlijden van haar ouders). Frans(je) Wijnen was ook een zwager van Kornelis, getrouwd met zijn zus Johanna Tammer (zelfde doopnaam maar geboren in 1814). Fransje Wijnen was eigenaar van de hofstede Bloemheuvel (van 1867- 1894), koopman in vee en houthandelaar. Hij was de jongste broer van Jan Wijnen de eerste uitbater van Huis ten Halve (1852-1878) en ook koopman in vee en hout. Evert en Fransje Wijnen waren neven. Wellicht zorgde Kornelis Tammer voor het transport van de gezamenlijke onderneming en werd zodoende naast landbouwer ook vrachtrijder, toen nog met paard en wagen. Evert was ook aanwijzer (beheerder) bij houtverkopen van andere grondeigenaren, bijvoorbeeld op Wallenburg.
Een van de belangrijkste afnemers voor hun houthandel in die tijd was het jaarlijkse grote militaire zomerkamp bij Zeist. Zo leverde Frans Wijnen bijvoorbeeld in 1887 een grote partij hout aan het kamp voor fl 3,745 per kubieke meter.
Hendrik Cornelisz Tammer (sr), het ondernemersgezin
De oudste zoon van Kornelis Tammer is Hendrik Comelisz Tammer (1861-1946). Hij trouwt in 1885 te Soest met Maria Middelman (1861-1939), dochter van Gijsbert Middelman en Trijntje Zieltjes, landbouwers op de boerderij van de Paltz. Hendrik was landbouwer en was misschien net als zijn vader ook vrachtrijder, maar dat wordt niet vermeld. Hendrik Tammer woonde in een nieuw huis op de Postweg 2, tegenover de boerderij van zijn ouders. Hij was lid van het Kerkbestuur der Parochie v.d. Heilige Carolus Borromeus in Soesterberg. Zij kregen 12 kinderen, 4 dochters en 8 zonen. Met dit gezin wordt de basis gelegd van de ondernemersdynastie Tammer in Soesterberg. Alle zonen beginnen op jonge leeftijd een eigen bedrijf. Cornelis wordt vrachtrijder net als zijn opa en vader. Hendrik, Antonius, Theodorus, Gerardus en Petrus Adrianus worden middenstanders. Gijsbertus en Adrianus zijn de grondleggers van de Zand- en Grindhandel Gebr. G. & A. Tammer BV. Deze ondernemers profiteerden veel minder van leveringen aan het Kamp bij Zeist dan de vorige generatie, maar van een nieuwe bloei van het dorp. Nadat de particuliere luchtvaartonderneming van Lugard & Verwey failliet ging, werd in 1913 door het ministerie van Oorlog de Luchtvaartafdeling (LVA) opgericht. Dat werd wel een succes en zorgde voor meer werkgelegenheid, burgerpersoneel, toeleveringsbedrijven, met als gevolg daarvan in korte tijd een sterke toename van het aantal inwoners en economische voorspoed. Het gezin Tammer speelde daar voortvarend op in. Een overzicht van deze acht ondernemende zonen.
Cornelis (Kees) Tammer Hsz, voerman en chauffeur
Cornelis Tammer (1891-1961) trouwde in 1919 te Uithoorn met Adriana van Schaik (1893-1981). Hij werd net als opa en vader vrachtrijder, later chauffeur. Het vermelden van adressen in Soesterberg in dit artikel is lastig vanwege het omdopen van straatnamen en het wijzigen van de huisnummering. Eerst liepen de huisnummers op gezien vanuit Soest, later omgekeerd - veel logischer - vanuit het centrum van Soesterberg.
Zij woonden na hun huwelijk in 1919 in de Soesterbergsestraat ZZ 26, dat werd later Banningstraat 26. In 1922 begon hij een geregelde vrachtautodienst Soesterberg-Utrecht. Daarnaast verzorgde hij ook verhuizingen en transporten door heel Nederland. Nadat hij was gestopt met zijn bodebedrijf, werd hij chauffeur bij de busdienst van de Soesterbergse ondernemer Leguit.
Ook twee zoons van Cornelis treden in het voetspoor van hun ondernemende vader. Johannes Antonius Tammer, in 1945 te Soest getrouwd met B. G. Smoorenburg, neemt in 1945 de vracht- en bodedienst over van Firma de Kruyf en begint een besteldienst op Utrecht op dinsdag en vrijdag. Later vestigde hij een BOVAG-garage aan de Batenburgweg 1. In 1982 is er Tammer Truck Serviceby gevestigd, de Hinderwetvergunning hiervoor is aangevraagd door J.A. Tammer zelf, met als ontvanger J. de Ridder bv. In 1985 vestigt J. de Ridder bvop dit adres het constructiebedrijf Redexim BV. De Ridder was de uitvinder van allereerste verticale beluchtingsmachine de Vertidrain, de productie daarvan werd overgenomen door Redexim. De jongste zoon van Cornelis was Franciscus Anthonius Tammer (1936), gehuwd met M. de Graaf. Hij begon in 1982 een automobielbedrijf gespecialiseerd in de in- en verkoop van gebruikte auto's, onderhoud en schadeherstel. Hij was ook een fanatiek parachutespringer, dat liep niet altijd goed af zoals blijkt uit een krantenartikel uit juni 1970: "Wind smakt parachutist tussen publiek: door de krachtige wind kwam zaterdag bij een demonstratie parachutespringen de 34-jarige F.A. Tammer uit Soesterberg op de speelweide in het Zuiderpark te Den Haag tussen het publiek terecht. Drie toeschouwers raakten licht gewond, even als Tammer zelf." Garage F.A. Tammer was lange tijd gevestigd aan de Postweg 58, nu aan de Sterrenbergweg 27.
Hendrik Tammer Hsz (jr), kruidenier
Hendrik Tammer (jr) (1893-1951) trouwde in 1919 te Amersfoort met Hendrika Vennis (1898-1973). Hij startte als eerste van de broers een winkel: kruidenierswaren en comestibles. Vermoedelijk begon het met een handeltje vanuit een kiosk, dat bood hij in januari 1919 te koop aan. Daarna opent hij in dat zelfde jaar zijn winkel aan Zeisterstraatweg 16, toen eigenlijk al officieel Amersfoortschestraat, in 1924 omgedoopt in Rademakerstraat 16.
Vanaf 1920 was het ook het adres in Soesterberg voor abonnementen en advertenties in de Zeister Post. Het assortiment werd in de loop van de jaren uitgebreid, met koffie en thee, en in 1923 ook met wijn: "drinkt nu wijn, de bekende GALLIPOLLI nu verkrijgbaar voor f 1,00." Ook verkocht hij fijne vleeschwaren van Ant.van Hunnik uit Zeist, zoals blijkt uit de advertentie (de 4e generatie van deze kwaliteitsslagerij, sinds 1912, is nu gevestigd aan de Bergweg 56 te Zeist). Hendrik Tammer is lid van het Armbestuur der Parochie v.d. Heilige Carolus Borromeus in Soesterberg.
Na zijn overlijden in 1951 wordt de zaak voortgezet door zijn weduwe H.F. Tammer-Fennis, kruidenierster. Hun zoon Theodorus Tammer wordt ook kruidenier en volgt zijn moeder op, dan gevestigd aan de Rademakerstraat 34 (1953). Deze werd op zijn beurt weer opgevolgd door Van Kooten. Toen zijn zaak sloot was er in het pand nog enige tijd een cafetaria gevestigd van Dirk Goor.
Antonius (Toon) Tammer, bakker
Antonius Tammer (1896-1960) trouwde in j uni 1922 te Amersfoort met Maria Gerarda de Kruijf (1898-1968). Hij ventte eerst brood uit voor een bakkerij uit Amersfoort, maar besloot om voor zichzelf te beginnen. In maart 1922 kreeg hij een Hinderwetvergunning voor de oprichting van een bakkerij in een nieuw gebouwd pand aan de toenmalige Soesterbergschestraat ZZ 27 later nummer 48. Vervolgens omgedoopt in Banningstraat 48 (1927), daarna Banningstraat 106 (1937), in 1945 weer omgedoopt in de Veldmaarschalk Montgomeryweg 106 (1953), tot slot omgenummerd in 3 (zes adressen voor hetzelfde pand!!!). In 1923 besloot hij te stoppen met de broodbezorging met paard en wagen: "Te KOOP: wegens afschaffing zoo goed als nieuw, een vierwielige broodwagen voor hit."
Antonius is een goede bakker en doet regelmatig mee aan bakwedstrijden, zowel nationaal als internationaal. In juli 1929 haalde hij op een nationaal concours een le prijs in de categorie waterbrood. Twee maanden later in Brussel valt hij weer in de prijzen: melk- en waterbrood goud, krentenbrood goud, beschuit goud, tarwebrood zilver. Hij verdiende daarmee het Belgische Diploma met Erekruis. Ook in de jaren daarna sleepte hij vele prijzen in de wacht. Hij is niet alleen een goede bakker maar gaat ook met zijn tijd mee.
De zaken gaan goed en in 1932 werd de winkel verbouwd en werden nieuwe bakovens aangeschaft. Met de nieuwe bakovens kunnen nu in 25 minuten 150- 200 broden worden gebakken. Verder een nieuwe deegmachine, een verdeelmachine (die het vele afwegen overbodig maakt), een amandel draaimachine, een toestel om eieren te kloppen, alles elektrisch. Het 4-man sterke personeel is geheel in het wit gekleed en draagt witte mutsen. Maar dat is nog niet genoeg. Na de vorige verbouwing met nieuwe apparatuur werd twee jaar later in 1934 het exterieur en interieur grondig onder handen genomen: "De ouderwetse koektrommels zijn verdwenen en hebben plaats gemaakt voor laden met blik beklede bergruimten. Alles draagt een voornaam en toch gezellig cachet." De heropening valt samen met het koperen jubileum, zowel van het huwelijk als de zaak.
Vanaf 1936 verkoopt hij ook zelf gemaakte banketbakkersijs. Op 15 november 1940 viel er bom op het pand Postweg 39 van slager Van Lierop, ook de winkel ernaast op nummer 41 van bakker Majoor werd beschadigd. In een advertentie werd gemeld Tammer het bakkersbedrijf P.J. Majoor overnam, maar dat bleek tijdelijk te zijn. Later heeft Majoor zijn winkel aan de Rademakestraat 71. Antonius was door zijn reputatie jurylid geworden bij bakwedstrijden en later ook lid van de examencommissie voor het bakkersvakdiploma (1942). Ook in de oorlogsjaren blijft Antonius een goed product nastreven zoals blijkt uit een advertentie van mei 1944: "Ook in oorlogstijd bakken wij nog goed brood. Dagelijks versch gebakken roggebrood, ook bezorging aan huis, ook Huis ter Heide en Zeist, 96x bekroond." Dat hij 96x bekroond is, draagt hij trots uit, ook op zijn broodfiets.
Foto: broodfiets van A. Tammer, toen nog 92x bekroond.
Op zaterdag 21 juni 1947 viert hij een dubbel zilveren jubileum. Dat wordt gevierd met een druk bezochte receptie in 't Zwaantje. Aanwezig waren ook de burgemeester van Soest, pastoor Welsing van Soesterberg en andere geestelijken, notaris Van 't End uit Amersfoort, vertegenwoordigers van de vakorganisaties, brandweren uit de omtrek, plaatselijke verenigingen en tal van particulieren. "De aanbieding van fraaie bloemstukken was zo overweldigend, dat de feestzaal in een bloementuin was omgetoverd. Zondagavond kwam de Harmonie St Jozef nog een serenade geven. Het werden onvergetelijk dagen voor het zilveren echtpaar en de familie." De aanwezigheid van brandweren op zijn jubileum laat zich eenvoudig verklaren. Hij was vele jaren lid van de vrijwillige brandweer Soesterberg, vanaf 1932 commandant als opvolger van slager en raadslid J. Nooder. Bij zijn afscheid als commandant in 1958 kreeg hij de zilveren eremedaille van de gemeente Soest.
Hij was ook actief in de lokale VVV "Soesterbergs Bloei" en de R.K. Middenstandsvereniging. Zijn zoon Anthonie Everardus Tammer wordt ook bakker en volgt in 1964 zijn vader op. Diens zoon A. Tammer nam zijn beurt de zaak in 1987 over, de derde generatie dus. Na meerdere filialen in het dorp te hebben gehad, die zijn gesloten door de toenemende concurrentie van de supermarkten, is er nu alleen nog de vestiging aan de Veldmaarschalk Montgomeryweg 3 over, waar het in 1922 allemaal begon.
Foto: A. Tammer krijgt van burgmeester S.P. Braon Bentinckk de erepenning in 1958
Petrus (Piet) Adrianus Tammer, elektrotechnisch bedrijf
Na Antonius begon ook zijn broer Petrus Adrianus Tammer een winkel. Hij was elektricien, installateur, ondernemer in radio en tv. Petrus Adrianus Tammer (1901-1969) trouwde in 1927 te Haarlem met Clazina Maria Vreeswijk (1901- 1980). Hij startte in 1922, hij was pas 21 jaar, het elektrotechnisch installatiebureau P.A. Tammer, naast zijn ouderlijk huis Postweg 2. Hij verkocht en installeerde elektrische producten. Hij bleef niet lang ondernemer in Soesterberg.
Na het huwelijk in 1927 verhuisden zij naar de Kleverlaan 178 te Haarlem en hadden daar vanaf 1931 een eigen Radio en TV zaak.
Gerardus (Gerard) Tammer, manufacturen magazijn
Het succes van Toon en Piet stak ook de andere broers aan. In februari 1922 gaven twee broers, Gerardus en Theodorus Tammer, Jac. Dalstra (timmerman metselaar en woningbureau, Soesterbergschestraat 32) opdracht voor de bouw van een dubbel winkelpand aan de Soesterbergschestraat ZZ, in 1924 omgedoopt in Banningstraat (nu Veldmaarschalk Montgomeryweg 5 en 7). Antonius had zijn bakkerswinkel op nummer 48, zijn broer Gerardus Tammer begon op nummer 46 een manufacturenzaak en zijn broer Theodorus (Dorus) op nummer 44 een melkslijterij. Drie broers op een rij.
Gerard Tammer (1897-1969) diende van 19 januari 1918 tot 31 mei 1919 bij de Luchtvaartafdeling te Soesterberg en werkte er later als kazerneknecht en timmerman. Hij trouwde in 1920 te Soest met Cornelia Anna Klasina Boog (1893-1985). Hij opende in juni 1923 zijn manufacturen magazijn "De Duif". In 1925 ook een depot voor de chemische wasscherij Palthe. In dat jaar werd het assortiment ook uitgebreid met een beddenmagazijn. Gerardus bleef niet lang ondernemer. De manufacturenzaak werd in 1929 beëindigd. Gerard werd daarna handelsreiziger in stoffen voor een zaak in Amersfoort. In 1935 verhuisden zij tenslotte naar Gouda. Nu is Veldmaarschalk Montgomeryweg 5 een woonhuis.
Theodorus (Dorus) Tammer, melkslijter
Theodorus Tammer (1900-1962) trouwde in 1923 te Soest met Catharina Maria Hersbach (1898-1952). Na haar overlijden hertrouwde hij in 1954 te Soest met Johanna Apolonia Voerman. Hij begon zijn winkel gelijk met zijn broer Gerardus. Het startadres was Soesterbergschestraat ZZ, daarna omgedoopt in Banningstraat 44 (1927), toen omgenummerd in Banningstraat 102 (1930), daarna weer omgedoopt in Veldmaarschalk Montgomeryweg 102 (1953), tot slot weer omgenummerd in Veldmaarschalk Montgomeryweg 7. In het begin bestond het assortiment uit de klassieke melk-, boter-, eieren- en kaashandel, vanaf 1932 uitgebreid met alle soorten wijnen. In februari 1940 werd Theodorus Tammer veroordeeld tot een boete van f4 voor overtreding Warenwet: kaas verkopen die niet was voorzien van de voorgeschreven stempelaanduiding. Behalve de verkoop vanuit zijn winkel bezorgde hij ook zijn producten per bakfiets. Zijn zoon Theodorus Andreas Tammer werd ook melkslijter, hij woonde op de Generaal Winkelmanstraat 11 a (1953). De zaak van Dorus werd voortgezet door zijn zoon Bart op Dorpsplein 10 als een kleine supermarkt, maar hij hield het niet lang vol. Op het adres Veldmaarschalk Montgomeryweg 7 was later Jagpoint gevestigd, met daar achter een grote garage.
Gebr. G. en A. Tammer, zand-en grindhandel
De oudste en de jongste zoon van Cornelis begonnen samen een zanden grindhandel. De oudste zoon is Gijsbertus Tammer (1889-1960). Hij trouwde in 1916 te Soest met Gerritje Hilhorst (1895- 1970), dochter van Johannes Hilhorst en Maria Reijerse. Hij was als oudste de initiatiefnemer. Hij was aanvankelijk voerman en startte in 1916 een zandbedrijf, een grondstof die in Soesterberg en directe omgeving ruim voorhanden is. Vanuit het winnen en leveren van zand en grind zette het bedrijf vervolgens de stap naar het grondverzetwerk en de afvoer van afval. Zijn bedrijf was eerst gevestigd aan de Postweg 5. Hij bood vanaf dat adres alle soorten tuingrind en zand te koop aan. In 1924 was hij de laagste inschrijver voor het ophalen van vuilnis en asch te Soesterberg, voor f. 149 werd de opdracht door de gemeente Soest aan hem gegund. Ook in de jaren daarna kreeg hij die opdracht, al was de prijs wel wat opgelopen: f. 380 in 1929 en 1930. Die combinatie van zandwinning en ophalen van vuilnis was een lucratieve bezigheid. De gaten die ontstonden door zandwinning werden weer volgestort met de vuilnis die ze ophaalden.
De jongste zoon Adrianus Tammer (1905-1982) trouwde in 1932 te Soest met Alida Geertruida van Doom (1908-1998), dochter van Adrianus van Doom en Grietje Kuijer (landbouwer en veekoopman op Hees onder Koudhoorn). Adrianus woonde naast zijn vader op Postweg 4. Hij was net als zijn oudere broer voerman en expediteur. Waarschijnlijk eerst in dienst van zijn broer maar vanaf 1938 als partner: Gebr. G. en A. Tammer BV, zand-, grind- en leemhandel, dan gevestigd aan de Postweg 23. Samen breidden ze het bedrijf geleidelijk aan steeds verder uit. Naast de traditionele handel in zand en grind ook gespecialiseerd in afvalinzameling, containerverhuur en recycling. Ook zorgden zij in de winter voor het strooien van pekel bij gladheid en het begaanbaar houden van wegen met sneeuwschuivers. Een handelstraditie die ook door de volgende generaties in het bedrijf werd voortgezet. Een ontwikkeling die enigszins vergelijkbaar is met het bedrijf van de Gebr. Beijer in Soest.
De gaten van Tammer
Soesterberg ligt op een hoog gebied van de Utrechtse heuvelrug met schoon zand en grind als ondergrond, dat goed bruikbaar is voor allerlei doeleinden. In de loop van de jaren is Soesterberg en omgeving een gatenkaas geworden. Sommige kuilen zijn nog zichtbaar (voetbal en tennisvelden, Beukbergen, Veldmaarschalk Montgomeryweg) maar de meeste zijn volgestort met afval en puin en afgedicht. Ook de firma Tammer verdiende daar haar geld mee, zand afgraven en verkopen, vuilnis ophalen, storten in hun kuilen en zand erover. Een van de laatste zandwinningsprojecten van Tammer was aan de Amersfoortsestraat 51A.
Vanaf 1971 is deze voormalige zandwinput gebruikt als stortplaats voor afvalstoffen, in dit geval voornamelijk bouw- en sloopafval. In 2000 is ook deze stortplaats gesloten en daarna afgedicht. Over de "Gaten van Tammer" in een volgend artikel in eer.
Het bedrijf van de Gebr. Tammer was op het laatst gevestigd aan de Amersfoortsestraat 7. In 2007 werd het overgenomen doorShanks Groupen ondergebracht bij de Smink Groep uit Amersfoort, die al sinds 2006 deel uitmaakte van deShanks Group. In Soesterberg is alleen nog het Smink Recycling Centrum gevestigd aan de Verlengde Tempellaan 1, aan de "Tammerrotonde" met daarop de Brik.
Bronnen:
- Archief Eemland, Koninklijke Bibliotheek, Geheugen van Zeist: oude kranten:
- Gensdvf.nl, aanvullingen op genealogische gegevens;
- Bep Lensink en Dik Top, Soesterberg Ons Dorp (1 en 2);
- De geschiedenis van Soesterberg en directe omgeving tot de 20e eeuw, Jan de Mos;
- Fotomateriaal: Dik Top. Jan de Mos, Archief Soest en Eemland, en anderen
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.