Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Dominee Jacobus Johannes Bos II

In het lente-nummer 1983 stelde onze secretaris, de heer P.J. van den Breemer Dominee J.J. Bos en diens echtgenote aan onze leden voor.
Noch de voorsteiler, noch de redactiecommissie van "Van Zoys tot Soest" had op dat moment een inzicht in de rijkdommen die het manuscript van Dominee Bos bevat. Niet alleen de nauwkeurige wijze waarop deze geschiedschrijver de door hem verzamelde gegevens heeft opgetekend, maar ook de door hem gebezigde taal en de grote woordenschat maken het lezen van:

"Soest, gemeente in de Provincie Utrecht" tot een feest voor de geest.

Het zomer-nummei dat thans voor u ligt is het begin van de vierde jaargang van ons tijdschrift. Als een hommage aan Ds. Bos, die op 1 maart 1913 - dus dit ]aar juist 70 jaar geleden - overleed, stellen wij ons voor deze vierde jaargang bijzondere aandacht aan deze eenvoudige maar tevens eminente amateur-historicus te besteden door in elk nummer een deel van diens manuscript af te drukken.
Graag blijft de redactie echter ook op de lezers rekenen. Misschien inspireert het werk van Ds. Bos (die toch ook maar een amateur was) iemand een stukje historie van nà 1907 te schrijven. De geschiedenis van een bedrijf, vereniging of andere instelling. Misschien een anecdote rond een destijds bekend persoon m Soest.
Help mee ons blad in stand te houden en stuur uw aantekeningen aan onze redactiecommissie!

In dit nummer treft u de eerste bijdrage aan van Ds. Bos in de door hem gebruikte spelling.

Ds. Bos zou - zo hij nu geleefd had - zeker lid van onze vereniging zijn geweest.

Het voornemen, om al wat mij bekend werd van de geschiedenis der Gemeente Soest, als tot een geheel bijeen te voegen, koesterde ik reeds voor vele jaren, doch ik moest de uitvoering laten rusten, toen mij in 1867 eene kerkelijke betrekking werd opgedragen, die al mijne vrije uren in beslag nam [1]. Toch zijn de jaren, sedert ik dat plan opvatte en weder varen liet, niet. verloren gegaan; ik bleef verzamelen en aanteekenen, al wat maar eeniger mate tot het beoogde doel zou kunnen dienen, alhoewel het bij mij zoo goed als vast stond, dat de tijd voor de uitvoering mij wel niet zou geschonken worden. Dankbaar erken ik nu dat ik gedwaald heb. De dagen mijner rust zijn gekomen, maar hoofd en hand waren nog goed, en bleven goed. Ik regelde eerst eene massa familie-papieren; nam daarna wat anders, van kleinere omvang, onder handen; en toen ik zag dat mij nog tijd over schoot, haalde ik (het kan omstreeks het jaar 1900 geweest zijn), de portefeuille met het verzamelde over Soest, weder voor den dag, en begon met de Naamlijst der Predikanten; vervolgde met de geschiedenis van de Kloosters Marienburgh en Marienhof, en ging alzóó langzamerhand verder, naarmate het laatst-begonnene voltooid was. Het werk geheel te zullen kunnen voleinden, durfde ik ook toen nog niet hopen. Toch werd de stapel, van wat àf was, al hooger en hooger, en nu, aan het eind van 1907, heb ik er niets meer aan te voegen, dan misschien nog eene of andere gaping in te vullen, en hier of daar eene kleine verbetering aan te brengen.
Want, al durf ik beweren dat ik mij vele moeite gegeven heb om volledig en nauwkeurig te zijn, toch verwacht ik dat men later ontdekken zal dat ik mij in het een of ander heb vergist. Is alle menschenwerk gebrekkig, hoe zou het dan mogelijk zijn een werk van dezen aard feilloos en volledig af te leveren. Er zal nog wel eens het een of ander ontdekt worden, dat mij verborgen bleef; men vergeté dan niet dat aanvullen en verbeteren gemakkelijker taak is dan opsporen en aanvangen.
Het toeval, dat mij zoo vaak gediend heeft, moge ook anderen gunstig zijn.
Wat de beteekenis der geschiedenis van deze ééne plattelandsGemeente van ons Vaderland betreft, ik schat die niet te hoog, maar ook niet te laag. Soest behoort al mede tot een der oudste Gemeenten van Eemland; ja, is misschien de oudste na Leusden, (Lisiduna); en Eemland en Goyland behooren tot de oudste Gouwen van NoordNederland. De bodem is diluvium, slechts voor eene smalle strook, langs wat nu de Eem is, alluvium. Daardoor is ze mede eene van de vroegst bewoonde plekken van ons vaderland geweest, en is het niet onbelangrijk de opkomst en ontwikkeling van deze bevolking, in maatschappelijken en geestelijken zin, na te gaan. Al zijn er dus aan deze bloeiende Gemeente geene herinneringen van schokkenden aard verbonden, zij verdient, behalve om het reeds opgenoemde, ook om natuurschoon, gezonde lucht, hoog ontwikkelde landbouw en veeteelt, in de volste mate de aandacht van eiken Nederlander, wien de geschiedenis van zijn land en zijn volk niet onverschillig is, inzonderheid als hij met mij overtuigd is, dat in het kleine het groote zich afspiegelt, en dat eene goede kennis van de onderdeelen, het verstaan van het geheel bevordert.
Hem dankende, die mij boven zoovele duizenden bevoorrechtte, richt ik tevens een woord van erkentelijkheid tot allen, ook in Baarn en Amersfoort, die mij hunne gewaardeerde hulp verleenden, en met name tot de Heeren Mr. C.J.W. Loten van Doelen Grothe, Burgemeester, en D.P. Brans, Predikant bij de Nederl. Hervormde Gemeente, beiden te Soest.

Volgens het Groot Utrechtsch Placcaatboek besloeg de Gemeente Soest, in het begin der 17de eeuw, met De Birckt, een oppervlakte van 819 Morgen, 725 Roeden, en Isselt 132 Morgen; alzoo samen 951 Morgen, 725 Roeden.
En volgen het kaartje in den Gemeente-Atlas van Utrecht, in 1865 en 1866 door J. Kuyper naar officieele bronnen bewerkt, is die Gemeente groot 4683 Bunders, of 4682.93 H.A.
Zij wordt naar het N.Oosten begrensd door Hoogland, of liever, door de Rivier de Eem, die tusschen beide Gemeenten doorloopt; naar het Z.Oosten door Amersfoort, naar het Z.Westen door Zeyst; en naar het N.Westen door Baarn, waarvan zij grootendeels gescheiden is door de Pijnenburgrift, de Praamgracht, en den straatweg van Soestdijk naar De Bilt.
Eene kleine helft van die oppervlakte, 1834 Hectaren, was in 1890 nog heide, waarin hoogten voorkomen van 64 meter boven A.P., en eene gansche rij duinen van stuifzand. Reeds sedert ongeveer 50 jaren tracht de Gemeente die duinen vast te leggen, door ze te beplanten met dennen, alsmede met eiken- en berkenhakhout, en doet dat met uitstekend gevolg. De leiding van, en het toezicht over dezen belangrijken arbeid, had zij in den aanvang opgedragen aan Matthijs Muts, Lid van den Gemeenteraad, en in de nabijheid der duinen woonachtig; maar nà diens overlijden, in November 1884, vertrouwde zij dat werk aan des overledenen zoon, Adrianus Muts, die er zich op zulk eene uitstekende wijze van gekweten heeft, dat de Heer M. Brinkgreve, Redacteur van het Utr. Prov. en Stedel. Dagblad in een feuilleton in de Utr. Couranten van 2 en 3 juni 1890, er met den grootsten lof over spreekt. Hij zegt, o.a.:
"Wie zich overtuigen wil van 't geen de taaie volharding van den mensch in den kamp tegen de natuur vermag, wie versterkt wil worden in het geloof aan de mogelijkheid, om al onze heidevelden in bosschen te veranderen, hij ga naar Soest, en zie! Dââr is niet enkel heidegrond, dââr is grootendeels stuifzand, bewegelijk als de barenderzee, wanneer de wind er in speelt. Is men in Soest dan dwaas?, dat hebben er meer gevraagd; ten onrechte, men is in Soest heel verstandig; men doet er een goed werk met veel overleg. Daar op dien Soester bodem, wordt een strijd gestreden, waar in geen eer en roem te behalen is, maar waar groenende bosschen een reusachtigen lauwerkrans zullen vlechten om de slapen dergenen, die hier den vreedzamen kamp aanvingen, en daarin volhardden met echt Nederlandsche taaiheid, met oud-vaderlandsch geduld, voetje voor voetje den vijand terugdringende, tot men hem geheel buiten zijne landpalen zal gedreven hebben.
- Zij hebben wel schooner bosschen, - wij hebben op dit gebied nooit schooner, nooit stouter, nooit verstandiger onderneming gezien".

Een klein vierde deel der Gemeente is weiland en hooiland, (maten), namelijk al wat er ligt tusschen De Eem, den Zwarteweg, en den Brinkweg, ruim één uur gaans lang van Noord tot Zuid.
Een grooter vierde deel is bouwland, laag veen, bosch, en ontginning. Een belangrijk deel van het bouwland is sedert eeuwen in gebruik, en van uitnemende hoedanigheid; ik bedoel "De Engh", zooals men oudtijds schreef, maar nu "De Eng", een heuvel midden in het meest bewoonde deel der Gemeente, ruim een half uur gaans lang, en iets minder breed. Deze heuvel is, aan alle zijden, door grootere en kleinere boerenwoningen omringd; midden op den Engh staat maar ééne woning, namelijk die van den molenaar, en de steenen molen staat er los naast. Deze Engh ligt tusschen het weiland en het lage Veen. Dat laatste is in vorige eeuwen van heel wat meer beteekenis geweest dan thans; het is nu zoo goed als uitgeput, zoodat er reeds tot droogmaken besloten is, en men bij de Staten der Provincie de vergunning heeft gevraagd om dat veen tot een polder te maken, wat door het verbreeden en verdiepen van eenige afwateringslooten die er nu reeds zijn, gemakkelijk geschieden kan.
Vooral aan de westzijde van het veen, vindt men de ontginningen van lateren tijd, hoofdzakelijk in bosschen bestaande zooals die van Pijnenburg, Staalwijk, De Paltz, en Soesterberg.

Noot:
[1] Welke kerkelijke betrekking hier wordt bedoeld is niet duidelijk. Immers reeds in 1847 werd schrijver predikant te Soest. Het zou een functie in de classis of ring kunnen zijn, of een schrijffout (red.).

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto