In het Rijksarchief te Utrecht ligt een schat aan wetenswaardigheden met betrekking tot de gemeenten in deze provincie opgeslagen; zo ook betreffende Soest.
Bij het herstel van Nederlands onafhankelijkheid, na de franse overheersing, is op last van Koning Willem I een inventarisatie gemaakt van elke gemeente. Aan de hand van een vragenlijst kon zodoende een voor die tijd goede indruk van de grootte, middelen van bestaan, religie, maar vooral ook van de mogelijkheden om bij een onverhoopte nieuwe vreemde overheersing verdedigende maatregelen te kunnen nemen, worden verkregen.
De gegevens voor de provincie Utrecht werden vastgelegd in "De Utrechtse gemeenten in 1815, antwoorden op vragenlijsten van het departement van oorlog".
Voor wat Soest betreft willen wij u de door onze vroede vaderen verschafte gegevens niet onthouden.
Op vraag 1 zou per 1 januari 1983 als antwoord zijn vermeld: 40.3 57 inwoners.
Vraag 2 laat weten, dat er 290 woningen (incl. hutten) waren, trekt men daar het antwoord op vraag 6 betreffende de agrarische "wooneenheden" vanaf, dan resten 87 behuizingen.
De gemiddelde woningbezetting bedroeg 5,38 personen, tegen 2,87 per 31 december 1982.
Dat Soest - met name de laatste kwart eeuw - sterk van karakter veranderde, blijkt uit het teruglopen van het aantal boerderijen tot 52 in 1983.
Het antwoord op vraag 4 toont aan, dat wij ook in die jaren een goede burgemeester hadden. Ook hij klaagt nl. over het kleine en bouwvallige gebouw dat als raadhuis diende, doch zijns inziens ingeval van nood tot een magazijn van fouragiën gebruikt zou kunnen worden. (Met nadruk wordt de term "geschikt zijn" vermeden!).
Vraag 17 laat een puzzeltje open voor onze leden. Welke molen wordt hier bedoeld?
1. Bevolking in zielen
Vijftienhonderd zestig personen
2. Getal van woonhuizen, daaronder ook begrepen de buitenplaatsen onder de gemeenten behoorende
Tweehonderdnegentig, onder welke eenige hutten begrepen zijn
3. Voorname buitenplaatsen of bijzondere gestichten, hetzij kasteeien, kloosters, enz.
Drie buitenplaatsen, genaamd Blij endaal. Middelwijk en Storenberg. Voormalige geestelijke gestichten drie: thans genaamd: het Klooster, het Lange Huis en het Mopperthuis, de twee eerstgenoemde gewezene kloosters, het laatstgen. oudtijds gebruikt tot een zomerwoning van geestelijke zusters te Amersfoort verblijf houdende. Deze drie geestelijke gestichten worden heden door landbouwers en dagloners bewoond en leveren niets meer dan eenige uitwendige tekenen op
4. Publieke gebouwen, welke des noods zouden kunnen worden geoccupeerd voor magazijnen, kazernen of hospitalen
Publieke gebouwen worden alhier niet gevonden; alleen het raadhuis, dat een klein en bouwvallig gebouw is, zoude ingeval van nood tot een magazijn van fouragien kunnen dienen
5. Getal der kerken van onderscheiden gezindheden
Twee, een Gereformeerde en een Roomsche kerk, benevens noch een kleine kapel onder het gehucht Isselt gelegen, welke tot particulieren dienst van de familie van Van Dam, Heeren van voorschreven heerlijkheid gestrekt heeft. Deze heerlijkheid had voormaals deszelfs eigen gerecht, doch wordt nu gecombineerd met Zoest bestuurd.
6. Getal van groote boeren-, kleine boeren- en keuters of arbeiders-woningen
Vijf en dertig boerderij.
Agt en veertig kleine dito.
Honderd en twintig arbeiders wooningen
7. Kazernen, hospitalen en stallingen aan den lande of de gemeente toebehoorende, met derzelver capaciteit respectivelijk
Worden binnen dezen gemeente niet gevonden
8. Welk getal van manschappen geschikt kan worden ingekwartierd, gerekend dat de meestvermogenden met zes, en de minstvermogenden met één man bezwaard worden
210 paarden, 260 manschappen. De Burgemeester dezer gemeente vermeend echter alhier te moeten doen observeeren, dat zes paarden tot zelfs bij de grootste boeren binnen deze gemeente, wegens de plaatsing van de paarden aan te groote inconveniëntie is bloot gesteld, als zijnde hunne stallingen meest voor drie a vier paarden ingericht
9. Welk getal van paarden kan 9. worden gestald, buiten de stedelijke of 's lands stallingen in de gemeente aanwezig
Buiten de bovenstaande opgaven zijn er geen stallingen voor handen
10. Getal en soort van 's lands 10. magazijnen in de gemeente aanwezig
Magazijnen worden hier niet gevonden
11. Civiele en militaire gevangenissen, en voor welk getal gevangenen, zoo correctioneel als crimineel geschikt
Een vertrek en de dorps toren geschikt voor correctionele straffen van vier a vijf gevangen
12. Getal van gewone beurtschepen en trekschuiten, behoorende tot elk der veeren op de naburige plaatsen, en derzelver capaciteit, met betrekking tot het getal manschappen of lasten gewigt, die dezelve kunnen laden
Aparte beurtschepen of trekschuiten waren op dezen gemeenten niet, ofschoon met de rivier den Eem eene vrije toegang tot de Zuiderzee hebbende. Wordende alle goederen met de Amersfoorder beurtschepen van Amsterdam en vice versa varende aangebragt
13. Getal en soorten van voorname fabrijken en trafijken, of die een gedeelte van het bestaan der inwoners uitmaken, met opgave van de kwantiteit ongeveer van jaarlijksch debiet
Een glas of flessen fabriek, debiterende 's jaarlijks circa 500.00C flessen van groen glas, waaronder ook alle soorten van kelder flessen begrepen zijn. In vredestijd beliep het getal wel tot 800.000 dito
14. Getal van onderscheidene soorten van ambachtslieden, als timmerlieden, wagemakers, smeden, koperslagers, metselaars, bakkers, kleedermakers, schoenmakers
Een molenmaker, vier timmermans, een metzelaar, twee wagenmakers, een schilder en glazenmaker, twee hoefsmits, twee rietdekkers, zes schoenmakers, tien kleerenmakers, zes broodbakkers, twee koekenbakkers en een zadelmakersbaas
15. Kwantiteit van wagens met twee paarden, of karren met één paard, welke in de gemeente gevonden worden
100 boerenwagens voor twee paarden, 40 karren voor een paardt
16. Kwantiteit van slagtvee, als van ossen, koeijen, schapen en varkens, welke het eene jaar door het andere uit de gemeente geleverd worden
Ossen geen. Koeien 25 a 30 stuks. Schapen vijftig stuks. Varkens drie honderd stuks.
17. Soorten en getal van onderscheidene molens, zoo van wind-, als water-korenmolens, pelmolens, houtzaagmolens, kruidmolens en oliemolens
Een wind koren molen met een omgang
18. Gemiddelde lengte en gemiddelde breedte van het terrein tot de gemeente behoorende, in uren gaans ongeveer
Circa twee uren gaans in de lengte en anderhalf uur breedte
19. Namen der polders of bedijkte gronden onder de gemeente behoorende
Er zijn geen bedijkte polders binnen deze gemeente, ofschoon sommige door zomer kade zijn gedekt, waardoor de landerijen aan de rivier den Eem gelegen bij noordwestelijke stormen aan overstromingen zijn blootgesteld. Men vindt onder Zoest de volgende afdelingen als Isselt, de Hoge en Lage Birk, den Berg Hees, de Heeser Engh, de Zoester Engh, Middelwijk, Langeeindt, de Maaten en Zoestdijker akkers
20. Ligging der polders of ingedijkte gronden, beneden de ordinaire zeevloeden of beneden het ordinair boezemwater
Isselt, de Lage Birk, Middelwijk, Langeindt, de Maaten en Zoestdijker akkers
21. In welke rivieren of kanalen de boezemwateren zich ontlasten
In de rivier den Eem, welke beneden Eemnes buiten dijks in de Zuiderzee valt
22. Getal van uitwaterende sluizen en van watermolens tot het drooghouden der ingedijkte landen, met onderscheiding van een of meer molengangen
Watermolens zijn er binnen deze gemeente niet. Voorts alleen duikers met slagluiken om de opzetting van het rivier of zee water naar binnen tegen te gaan
23. Tot welke hoogte die rivieren in den wintertijd, boven de ordinaire zomerstand kunnen opzwellen
In den winter bij gewoone tijen en hoogten een tot anderhalf voet. En bij storm twee à drie voeten
24. De onderscheidene soorten van gronden, als bouwland, weiland, hooiland, bosschen, heide-, veengrond, ongeveer in derzelver proportien, gelijk ook de evenredige grootte van meeren of plassen
De laage lande kleiachtig. De hooge gronden grof zandig met kleine keien van marmer en gewoone straat steen gemengd. Ook ligte veen en heigronden. De weilanden of hooi en weilanden bedragen 920 morgen. De bouwlanden circa twaalf honderd morgen. De bosschen honderd morgen. De veengronden twee honderd morgen. De heigronden duizend morgen. Meeren of plassen zijn er niet dan die door verveening zijn ontstaan, en van geen belang is.
25. Voornaamste soorten van granen of andere producten, in derzelver proportien tot elkander
Rogge, boekweit, haver, aardappelen, knollen, welke laatst genoemde door de voortreffelijkheid in smaak, alom gedebiteerd worden
26. Voornaamste soorten van houtgewassen, in welk soort de meeste handel bestaat, het zij tot timmerhout, rijswerken of brandhout
Eiken, beuken en berken hakhout. Meest alles tot brandhout gedebiteerd wordende. Het eikehout wordt eerst geschilt, vervolgens wit aan bosschjes gebonden verkogt, en meestal naar Amsterdam en Noordholland vervoerd
27. Bijzondere producten van delfstoffen, hetzij pijp- of tegel-aarde, ijzer-erts, gelijk ook turf, met de kwantiteiten die gewoonlijk jaarlijks worden opgeleverd
Deze gemeente geeft een zoort van leem, welke gedroogd een geel achtige couleur aanneemt, en zeer geschikt is voor het metzelen van bakovens. Edoch wordt niet of zeer wijnig buiten de gemeente vervoerd. Ook graaft en zoekt men in de hei groote en kleine straat steenen. Voorts wordt alhier een ligte kwantiteit turf gestoken en gebaggerd, als ook plaggen gemaaid, zoo wel om te branden als ter mesting. Van de turf wordt jaarlijks een zes a zeven duizend tonnen gebaggerd en gestoken en naar elders vervoerd
28. Jaarlijksch product van koren en hooi in ordinaire tijden, het koren in mudden, het hooi in voeren of ponden
Aan rogge elf duizend twee honderd en vijftig schepel of 2812 mudden. Aan boekweit 8000 schepel of 2000 mudden. Aan aardappelen 22000 schepel of 5500 mudden. Aan haver 1760 schepel of 440 mudden. Hooi 504000 pond, alles Amsterdamsche maat.
29. Wegen, strekkende naar de naast omliggende plaatsen en derzelver aard en gesteldheid in onderscheidene saizoenen, alsmede door welk soort van gronden, het zij bouwland, weiland, enz. Derzelver gemiddelde breedte in voeten, en lengte in uren gaans
Naar Utrecht, Naarden, Amersfoort en de nabij gelegen dorpen als Hilversum, Eemnes, Baarn, de Vuursche, het Hoogeland, Zeist, de Bilt en Maartensdijk. De weg naar Utrecht legt grootendeels door heidevelden, gelijk ook die naar Naarden. Die naar Amersfoort is langs bouwhoeven wei-, bouw- en boschlanden; is in den zomer zwaar en zandig, in den winter nat en met gaten, en een gedeelte van dezelve, de Neerweg genaamd, veenachtig. De gemiddelde breedte is 3 a 4 roeden. De wegen naar Utrecht en Naarden met uitzondering daar dezelven door de dorpen lopen, in de hei van een te onbepaalde breedte om hier iets van op te geven, in den zomer zwaar zandig, in den winter vochtig en hier en daar met gaten. Utrecht legt van deze gemeente circa vier uren, Naarden drie en Amersfoort anderhalf uur gaans
30. Communicatie te water met de naast omliggende plaatsen, en voor welk grootste soort van schepen, gerekend naar de capaciteit van bruggen en sluizen
Met Amsterdam en alle de steden plaatsen gelegen aan de Zuiderzee. Ook met Amersfoort langs de rivier den Eem, welke rivier voor geen zware schepen bevaarbaar is. De smak schepen, en de gewoone Zwolsche en Amersfoorder beurt schepen, welke de rivier den Eem kunnen bevaren.
31. Hoe diep op de rivieren, kanalen of bevaarbare griften of beeken geladen kan worden, of tot welke zwaarte in lasten of ponden bij het droogste van het jaargetij of gewoon laag water
Men rekent dat de schepen op de rivier den Eem vier en een half voet diepte kunnen laden. Er is echter langs de grenzen dezer gemeente onder de jurisdictie van Baarn in de nabijheid van het paleis van de Kroon Prins eene stromende beek, de Praamgraft genaamd, welke waarschijnlijk door het stellen van goede schutdeuren, en het uitdiepen en verbreeden van gemelde beek een zeer goed kanaal zoude vormen tot het Paleis of tot Zoestdijk, als zijnde niet langer dan een groote drie kwartier uur gaans van den Eem en hebbende in den zomertijd circa anderhalf voet water, iets 't welke voor 't paleis het grootst gemak zoude opleveren, en voor het debiet van het hakhout dat jaarlijks in dezen bosschen valt zeer belangrijk zoude zijn.
32. Hoe veel moet worden op- of af geschut op de kanalen, of bevaarbare rivieren of griften tot naar de naast omliggende plaatsen bij ordinair zomerwater, en door welk getal en soort van sluizen
Van gene applicatie voor deze gemeente
33. Welke dezer rivieren, vaarten of kanalen van een jaagpad voorzien zijn
De rivier den Eem heeft bijna van hare uitwatering tot aan de stad Amersfoort een jaagpadt, gedeeltelijk aan hare rechter, gedeeltelijk aan hare linker oever
34. Aan welke plaatsen, groote of kleine veeren om de rivieren over te trekken, gevonden worden, en van welke middelen men zich bedient
Aan de Groote Melm legt een pondt tot het overzetten van paarden en koeien, en een kleinder roeischuitje voor voetgangers. Idem aan de Kleine Melm heeft men insgelijks een roeischuitje voor voetgangers om zich de rivier den Eem te doen overzetten
35. Op welke plaatsen de rivieren des zomers doorwaadbaar zijn
Op twee a drie plaatsen als onder Isselt, en in den omtrek v^ii de plaats genaamd Hogerhorst en onder Middelwijk.
36. In plaatsen, waar kanalen of beken haren uitloop hebben, in zee of andere rivieren, of en hoedanig dezelve aldaar zijn afgesloten
De rivier den Eem heeft een vrijje uitwatering in de Zuiderzee. Sommige tocht slooten hebben valluiken om de vloed van het buiten water te beletten, en bij laag boezem water de lossing naar buiten te bevorderen.
37. Aan de plaatsen, waar eb en vloet gaat, het verschil tusschen dezelven. Alsmede het uur op hetwelk de getijden invallen, bij nieuwe en volle maan
Gewoone ebbe en vloed wordt binnen deze gemeente niet genoegzaam opgemerkt om daar van opgave te doen.
38. Hoogte der hoogstbekende stormvloeden boven de ordinaire vloeden, met het jaargetijde van dien vloed
In de jaren 1775 en 1776, doch die van 1791 heeft deze beiden eenigzints overtroffen, en zoude volgens aantekeningen van dat jaar wel vier a vijf voet boven de ordinaire vloeden gestaan hebben.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.