Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Op zoek naar Huis Bleyendaal

P.J. van den Breemer

"Een halven steenen camere met allen haren toebehoren met halff die "hofstede ende hoff genaempt Blij endaal ende voorts die helfte van alsulcke Timmeringe, bepotinge ende geboomte als op de selffde hofstede staet, gelegen tot Soest, onderdeylt daer den Brenck oostwaarts, die Costerse Goet westwaarts, die Gaesbeeckersteegh suydwaarts ende d'erffgenamen ofte nacomelingen van heer Johan van den Berch noortwaarts naestgelandt ende gelegen sijn."
(1617-9 augustus, R.A.U., Rechtarchief nr. 1905).

Dat is toch een vrij nauwkeurige aanwijzing van de plek waar het adellijke goed Bleyendaal heeft gestaan. Ten oosten de Brink, ten westen het huis van de Koster, die tevens schoolmeester was, (het huis wordt thans bewoond door de familie Bouwens) - ten zuiden de Gaesbeeckersteegh (thans de Eemstraat) en ten noorden Johan van den Berch, bewoner van de plaats die later "Middelwijk" wordt genoemd. In een van de vele opstellen welke hij over Soest heeft geschreven, geeft ook Ds. J.J. Bos nauwkeurig aan waar Bleyendaal was gevestigd. Hij heeft het huis nog gekend en geeft een beschrijving van de ligging (met het front naar de Brink). Deze situatie klopt geheel met de opgave van 1617.

Bij het kadaster is nagegaan of nog oude kadastrale gegevens bekend waren; en inderdaad kon ook hier worden vastgesteld, precies, waar het huis moet hebben gestaan.

Met zoveel gegevens trok de archeologische werkgroep van onze vereniging het veld in. De eigenaar van de grond - de Heer van de Riet leefde geheel mee, zodat op zaterdag 25 september jl. de spade in de grond ging. Stenen, scherven, beenderen, maar geen fundering. Zwaarder graafmateriaal werd ingezet. De firma B. Strumpel B.V. kwam met een trekker met grondknijper en zo werd een lange sleuf gegraven van ca. 2 meter diep en plm. 10 meter lang. Nog meer schervenmateriaal, maar ... geen fundering. Dit was ergens toch wel een teleurstelling. De grond was tot bijna 2 meter vergraven en bevatte weliswaar allerhande scherven die gedateerd konden worden van de 15e tot de 18e eeuw, maar er was niets van het oude adellijke huis over. Of was de plaats waar werd gegraven net naast het huis, b.v. in een sloot of gracht die om het huis heeft gelopen? Of is wellicht het huis na verkoop tot de laatste steen gesloopt? Het zal voorlopig een raadsel blijven.

Volgens Ds. Bos (Utr. Bisdom II) bezat een kanunnik der Utrechtse Kapittelen reeds in 1377 "eene villa" te Soest, die hij "Tuinenburg" gedoopt had. Deze villa zou later in handen zijn gekomen van Jacob, Heer van Gaesbeeck, Putten en Strijen. Deze Jacob bezat meerdere kastelen in Utrecht en Holland, en zijn bezit te Soest, zowel van een kasteel maar ook van veel landerijen, staat vast. Waarschijnlijk zijn deze goederen afkomstig van Willem van Abcoude, een oom van Jacob. (Vossius-Hist. Jaarboeken). Jacob van Gaesbeeck was een nationaal bekend figuur die zich in de tijd van de Hoeken en Kabeljauwen volop in de strijd mengde. Hij was betrokken bij de vele verwikkelingen die zich rond 1400-1450 afspeelden tussen edelen, bisschoppen en keizers.

Na zijn dood in 1459 vervalt het leen aan de bisschop van Utrecht en lange tijd wordt er over Bleyendaal niets meer vernomen; totdat in 1565 de Sint Paulusabdij te Utrecht het goed in leen uitgeeft. Er volgt dan een lange rij bewoners:
1565 Evert de Wijs
1601 Geertruid Evertsen de Wijs, zijn dochter
1604 Johan van de Berg, domheer van het kapittel te Utrecht
1610 Meester Elias van den Berg, neef van Johan
1617 Meester Baltazar van de Berg, neef van Elias
1634 Jonker Hendrik van den Berg, neef van oom Baltazar voor 1645 Johan Cardoso
1668 Isaac Cardoso, zoon van Johan
1668 Isaac Govertsen de Weth, gehuwd met Jacomijntje Denijs voor 1692 Meester Gerard Hamel
1696 Juffrouw Susanne Veselaer, gehuwd met Jan Jacobse Schipper, uitgever van boeken
Zij overleed 17 november 1699 en werd te Soest begraven.

Dan valt er weer een stilte rond het huis Bleijendaal en zijn bewoners, totdat in 1810 Anthonie Jacob Schutter, geboren te Zutphen, met zijn vrouw Jacoba Schuit woonden "aen de plaets Blijendaal". De hofstede, de boerderij ernaast dus, verhuurden zij aan Willem Jorisse Kok.
Anthonie Schutter was "Maire van Soest" in de tijd van Napoleon. Hij overleed op 44 jarige leeftijd op "Bleijendaal". Hij werd opgevolgd door Gerrit Steyn van Hensbroek, de eerste burgemeester van Soest. De vrouw van Schutter, Jacoba Schuit, hertrouwde met Hendrik Philip Snouckaert van Schauburg, sinds 1812 ontvanger der directe belastingen in Soest en Baarn.
Hendrik Philip overleed in 1844 zoals het rouwbord in de N.H. kerk te Soest aangeeft, en zijn weduwe Jacoba in 1853. Jacoba had in haar kwartierstaat ook de naam Veselaer, zodat daaruit kan worden aangenomen, dat tussen 1696 en 1810 het huis Bleijendaal toch in dezelfde familie is gebleven.

In 1854 wordt Bleijendaal publiek verkocht. De koper is Frans Pieter Muysken, die reeds eigenaar was van huize Middelwijk. Hij begon met het rooien van de vele eiken, beuken en lindebomen. Het huis wordt tijdelijk verhuurd totdat het in 1875 in publieke veiling verkocht wordt en daarna gesloopt. De grond wordt veranderd in bouwland, aardappelland en moestuin voor de omwonenden, aldus Ds. Bos.
Intussen was in 1846 de nieuwe openbare school in de Kerkebuurt in gebruik genomen.
De oude school met woning aan de Eemstraat werd door Mevrouw de weduwe Snouckaert aangekocht en bij Bleyendaal getrokken als tuinmanswoning met bergplaats.
Na de veiling in 1875 werd dit pand bewoond door een paar jonge mensen, die er een winkel in aardewerk dreven.
Tot slot wil ik u een ontboezeming van Pieter Pijpers, dichter van "Eemlandsch Tempe" niet onthouden:

" Blijdendaal; hoe trots, hoe schoon,
  Staat gij voor ons oog ten toon,
  Met uw donkergroene kruinen,
  Kijkende over korenduinen! 
  Blijdschap zit hier op haar troon
  'k Hoor een heir van boschchoraalen
  Zingen in uw blijde dalen:
  Ceres, wen het goudgeel graan
  Rondom u, in zomers weder,
  Als een ligt bewogen veder,
  Of een zee, golft op en neder,
  Ziet u als haar tempel aan."

Bron:
Werkgroep Genealogie van de Hist. Ver. Soest
Nog onbewerkt manuscript van Ds. J.J. Bos
Zuid Hollandse Studiën: "Zweder en Jacob van Gaesbeeck (een uitgave van de Hist.Ver. "Holland")

Toelichting:
De naam "Bleijendaal" werd evenals de namen van de verschillende bewoners (van den Berch, van den Berg, van de Berg e.a.) op verschillende manieren geschreven. Steeds is door mij de in elk geval gebruikte spelling overgenomen.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto