Hans Kraal
Gingen we op onze vorige "historische" fietstocht richting Soest Zuid, deze keer zullen we eens "om de noord" gaan kijken, wat daar zo vroeger te beleven viel.
We stappen nu op bij station Soestdijk en gaan de Korte Meiweg in, destijds de Teutsteeg geheten.
Onder 't viaduct door, de Melmweg op. Na een bocht slaan we links de Maatweg in, en we passeren dan al gauw het punt, waar de waterafvoer van het rioolbedrijf onder dit polderwegje doorloopt. Waar dit water onder de spoorlijn Baarn-Amersfoort doorgaat, was vroeger een vrij grote kolk, die uitmondde in een wat smaller gedeelte dat met een brug onder het spoor doorstroomde. Aan de oevers, met hoog riet begroeid, was het daar een geliefd visplekje of "stekje", zoals dat heet. Wij noemden vroeger dat water: "Het gat van Koppen", zo geheten omdat er vlakbij een spoorwachtershuisje stond, waarin baanwachter Koppen woonde.
Wie weet nog, dat er meer van die huisjes stonden? Bij de diverse onbewaakte overwegen had je meer van die kleine woningen. Allemaal in dezelfde stijl gebouwd, met op de zijmuur een wit vlak met een groot nummer er op geschilderd. Bij het huisje aan de kolk was ook een overweg en daar kon je nog een heel eind de polder in kronkelen. De "oversteek" is er niet meer, maar gelukkig bestaat het paadje verder nog wel, en het is ook nu nog druk in gebruik bij de boeren. Halverwege was er vroeger een verbreed gedeelte van een paar sloten en dat was toen ai de aanzet tot ons eerste natuurbad. Dat stukje water heette de Horrei en je kon er zowaar een stukje in zwemmen. Abusievelijk wordt dit weggetje ook Maatweg genoemd, maar het staat op de kaart als "weg in de maten". Het loopt dood bij de Eem ongeveer op de helft van "'t zure end", en die naam komt weer van de dijkweg aan de overkant van de Eem = 't Zuider Eind.
De rivier heeft hier een van de weinige.lange rechte gedeelten. Met de wind vóór, was het een hele pukkel om daar tegenop te schaatsen. Afgelopen winter konden we nog eens van zo'n Eem-schaatsfestijn genieten.
In de mobilisatie winter '39-'40 heeft de Eem weken lang "dicht gezeten" en waren er gezellige "koek en zoopies" op het ijs. Je ging da: op een middag even naar "zee", zoals dat heette.
Terug naar het eigenlijke maatwegje. Dit liep vroeger door naar de Stadshouderslaan en zo kon je mooi met de hond even een rondje Maatweg doen.
Nu is dit uitstapje geblokkeerd door het compostbedrijf, maar het blijft toch een mooi stukje landschap, zolang je richting oost kijkt. Jammer alleen dat de bebouwing van Baarn zo opdringt.
In het voorjaar waren die landen vroeger paars van de pinksterbloemen, een prachtig gezicht. Nu zie je deze bloemen alleen nog langs de slootkant, omdat de moderne polder grasoogst eist, dat van tijd tot tijd het grasland geheel omgezet wordt en opnieuw ingezaaid. In de sloten stikte het van de stekeltjes, die door ons hardnekkig werden gevist met een blikje aan een bezemsteel gespijkerd. Deze visstand is ook al weer minder geworden, door de betere waterbeheersing, waarbij de waterstand door bemaling lager is geworden.
Als we op de Stadhouderslaan uitkwamen, fietsten we deze weg een paar honderd meter af en gingen via de Praamgracht naar de Grote Weg bij het Paleis. Op de hoek had je dan Hotel Trier. Dit was een gerenommeerd hotel, dat stond op de plaats waar nu de Oranje flat is.
Omgeven door grote terrassen en gemeubileerd met van die leuke ijzeren café tafeltjes, was dit etablissement zéér in trek. Voor de oorlog kwam daar de upper ten uit Baarn, Laren en het verdere Gooi. En dan nog wel ouderwets romantisch met koetsjes! De paarden werden afgespannen en vonden hun voer in grote stallen, die te bereiken waren onder een poort door, die onder een uitbouw van het hotel lag. In de voortuin stond een muziektent en daar speelde vaak zondagmiddags een militaire kapel uit Amersfoort. Het was er dan een drukte van belang.
De paardetram liep er vlak langs en die voerde ook koffie- of theedrinkers aan. Het bedrijf was op den duur niet meer in z'n toenmalige vorm te handhaven en is naar ik meen in de vijïtiger jaren gesloopt. Na de oorlog kon het er op 30 april nog zéér druk zijn, velen van u zullen dat nog weten.
Als we bij "Trier" overstaken, fietsten we verder langs de Praamgracht en kwamen dan al gauw bij een echt sluisje. De restanten van dit waterwerk bestaan nog. Alleen het fietspad niet meer. Die taak.is nu overgenomen door de Jachthuislaan.
In het gedeelte Praamgracht tussen Stadhouderslaan en Spoordijk, ligt ook nog zo'n sluisje, maar beide schutplaatsen doen geen dienst meer. Vroeger waren ze in bedrijf, deels voor waterbeheersing, deels als onderdeel van de vaarweg voor de turfpramen, die de toenmalige warmte-energie vervoerden naar de Eem, waar overgeladen werd in grotere schepen.
De oude straatweg richting Utrecht liep vlak langs de "Praam" nog te zien aan de dubbele rij beuken. Het was een zeer smalle klinkerweg, die bij Eikenhorst een bocht had. En op die plek kunt u nu nog het oude tolhuis vinden. Dat was de zogemaamde Veenhuizer Tol, want die lag aan het einde van de Veenhuizerstraatweg, nu zou je daar Koninginnelaan of Koningsweg kunnen noemen.
En hier gaan we nu even aan de kant zitten, om in een volgend artikel weer verder in de historie te fietsen.
De Veenhuizer Tol; foto Prentenkabinet
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.