Mw. C.A. Luitwieler
In 838 komt Hees in schriftelijke bron al voor, veel eerder dan Soest. Hees heeft een eng bezeten, in 1400 vermeld, ten oosten van de tegenwoordige spoorweghalte Den Dolder; de oude Soester vuilnisbelt.
De namen Hezer Eng, Grote en Kleine Eng komen in het begin van de 19e eeuw nog voor als namen van zgn. hofsteden, die geheel of gedeeltelijk door heide omringd werden. De Grote Eng ontwikkelde zich tot het landgoed "de Paltz".
De tegenwoordige Soester Eng ("Den Eng" of "Neng"; elders Es of Nes), is bouwland, dat in de loop der tijden is opgehoogd door potstal. Potstal zijn heideplaggen, doortrokken met de mest van schapen en ook koeien.
Aan het begin van de winter stonden de dieren in de stallen laag en tegen het voorjaar stonden ze hoog, de stallen werden dan uitgemest en de potstal werd voor het bouwland gebruikt, waardoor de Eng in de loop der eeuwen steeds hoger werd. Dit kan men goed zien op het doorgetrokken stuk Dalweg, waar door afgraving een bres geslagen is in onze landschappelijk zo mooie Eng. Deze Dalweg was vroeger een holle weg, evenals de Prins Bernhardlaan en Kolonieweg, die vroeger "Bunts Holleweg" heette.
Behalve holle wegen, kende men ook postwegen, turfwegen en hooiwegen. Ook komt men nu nog deze namen tegen zoals Buntweg, Postweg, Hooiweg (in de Eempolder, vanwaar een mooi uitzicht op de oude dorpskern van Soest) en de Turfweg in Pijnenburg gelegen, vlakbij de Oude Utrechtseweg, een oude postroute van Amersfoort naar Utrecht. De naam Oude Utrechtseweg duikt nog een tweede maal in Soest op, nl. midden in Soest-Zuid vlakbij de Buntweg en Kolonieweg.
We keren nu weer even terug naar onze Soester Eng, die hoofdzakelijk uit zand bestaat en omringd is door venen en de rivierlaagte van de Eem, die vóór de afsluiting van de Zuiderzee, vaak buiten zijn oevers trad, vandaar dat de Oude Kerk op een verhoging staat en men het trapje, tot waar het Eemwater kon komen, moet afdalen naar de Eemstraat. Om deze Eng sluiten als een krans (vandaar krans-esdorp) het oorspronkelijke oude dorp Soest zich aaneen met de secundaire nederzettingen: Soestdijk, "'t Hart" (niet Hartje Zuid, maar bij de Koninginnelaan), "De Bunt" en "Het Veen".
Op het hoogste punt van de Soester Eng stond een molen "De Windhond". Hij werd in 1927 afgebroken en stond aan het "Meulespoor", de huidige Molenstraat. Het was een achtkantig torenmodel, een type, dat in ons land weinig voorkwam. Voor deze molen stond op dezelfde plaats een standerd- of stendermolen.
Bij de afbraak van "De Windhond" kwamen de 4 steunen te voorschijn, waarop de standermolen had gestaan. In 1640 had Soest reeds 3 molens, waaronder de Korenmolen "De Vlijt".
Oorspronkelijk stond deze molen in de buurt van Alkmaar en deed dienst als watermolen. In 1852 werd hij herbouwd aan de Kerkstraat. Het eerste grote gebouw op de Eng werd het Herstellingsoord en Kinderhuis "Trein 8.28" (spreek uit: "trein acht-acht en twintig"), genoemd naar de trein, die om 8.28 u vertrok van Amsterdam en waarin de vaders zaten van de bleekneusjes uit Amsterdam, die vanaf 1920 tot na de oorlog verbleven om bij te kleuren in de gezonde bossen.
Op het initiatief van deze vaders werd dit witte gebouw, versierd met een groot rood kruis, aan de voet van de Eng, aan de Kolonieweg neergezet.
Vlak achter het terrein van deze vakantiekolonie, nu een zwakzinnigentehuis, bevindt zich "Het Engenberghje", een grafheuvel uit het Neolithicum, + 2000 jr. voor Chr., deze werd in 1931 onderzocht. Er zijn besprekingen gaande om in goede samenwerking tussen de R.O.B, te Amersfoort, de gemeente Soest en onze historische vereniging tot een verantwoorde restauratie van dit monument te komen. Ook nu nog gaat het verhaal, dat 's nachts omstreeks 12 uur, daar een witte ridder te paard ronddoolt. Evenals het Engenberghje is de Lazarusberg, vroeger "Lasenberg" geheten waarschijnlijk een grafheuvel geweest. Beide plaatsen golden vroeger als griezelige oorden.
De Lazarusberg ligt 29 meter boven AP, een hoge "berg" voor Nederland. Vóór 1922 behoorde de Lazarusberg tot de Koninklijke Domeinen van "Soestdijk", daarna werd dit terrein eigendom van de gemeente Soest. De berg stond vroeger hoog in het Soester landschap en was van verre al zichtbaar.
Langs zijn voet liep een oude Postweg, nu de Beetzlaan. In 1905 werd verhaald, dat men van hieraf een mooi vergezicht had over de Soester Eng, bedekt met het groen der korenvelden en het sneeuwwit van de bloeiende boekweitakkers. Daarachter stak het bos van Paleis "Soestdijk" (in Baarn gelegen), als een donker silhouet af.
Naar het zuiden kijkend zag men de Dom van Utrecht en links zag men over de Eng en de heide heen tot Soesterberg. Op de Eng bevindt zich een Limburgse boerderij, gebouwd in de tweede wereldoorlog (in 8 mnd. tijd). Wit met zwarte bandering en gele raamkozijnen. Een a-symmetrische combinatie van trap- en tuitgevel met bovenop een pilaster versierd met windvaantje.
Ook ziet men smeedijzeren ornamenten op het gebouw aangebracht.
Evenals deze boerderij eigenlijk niet thuis hoort in deze streek, is dat nog minder met z'n buurman het geval, dat is nl. een russisch kasteeltje, gebouwd door een wit-rus in- de eerste wereldoorlog. Het landschap met zijn golvende rogge leek toen net op zijn geboorteland, waaruit hij vluchten moest.
Geraadpleegde literatuur:
1. Jaarboek Oud Utrecht
2. Wandelingen door Gooi- en Eemland, van prof. J.A. de Rijk, 1905
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.