Ton Hartman
Door de archeologische dienst van Amersfoort is onderzoek gedaan naar de bodem van de toekomstige bouwlocatie aan de Staringlaan. Bij de presentatie van de gevonden gegevens was naast andere media ook de Historische Vereniging present. De foto's bij dit artikel zijn afkomstig van het Centrum voor Archeologie of de auteur. Er is onderzoek gedaan in het Gemeente Archief Soest met dank aan de archief assistent Joop Akker.
Onderlaatst zijn er sporen gevonden van de eerste inwoners van Soest, niet hun stoffelijke resten maar artefacten van hun aanwezigheid. Aan de hand van hun gereedschap dateren de deskundigen dat de gevonden microlithen (werktuigjes) afkomstig zijn uit het Mesolithicum, in begrijpelijke taal Midden Steentijd. Deze Midden Steentijd strekte zich uit van 8800 tot 4900 voor Christus, recent is op de Maasvlakte bij Rotterdam een stukje schedel van een mens uit deze tijd gevonden. Misschien is deze nomade ook wel in Soest geweest. Voor onze beeldvorming is het wel van belang te weten dat de zeespiegel ongeveer 20 meter lager lag dan nu, de Noordzee was nog niet gevormd. De mensen van toen leidden nog een rondzwervend bestaan, het waren nog geen boeren maar meer jagers en verzamelaars. In een vuurkuil zijn wat kleine vuurstenen werktuigjes gevonden zoals een pijlpunt, steker, weerhaakje, schrabber, boortje en een kling. De in Soest gevonden voorwerpen zullen te zijner tijd in het Museum Oud Soest tentoongesteld worden.
Hoe is deze voor Soest unieke historische vondst zo ongeschonden bewaard gebleven? Het gebied aan de Staringlaan ligt op de rand van de vijf meter hoogtelijn NAP, enerzijds in de luwte van de Eng, anderzijds aan de rand van de nattere Eemvallei. Aan de noordkant van het onderzoeksgebied is zelfs wat veen gevonden, helaas is nog niet bekend welk soort veen dit betreft. Zou dit weer een aanvullend puzzelstukje zijn in de oeverloze discussie of 'Amersfoort aan zee lag'?
Minder bijzonder is de vondst van wat karrensporen in de ondergrond. Volgens de deskundigen is het geen intensief gebruik geweest en zeker geen verbindingsweg. Zouden de voorouders van de familie Van den Dijssel de kar gemaakt hebben? De karrensporen liggen nu meer dan een halve meter onder het maaiveld, dus is de dekzandlaag naderhand erop gekomen. Het fenomeen zandverstuiving mag bekend zijn, maar dat in pakweg een paar honderd jaar zoveel zand door de wind verplaatst wordt, verklaart ook het verdwijnen van het buurtschap Hees.
De Nieuwe Tijd
Vanaf 1500 wordt het de Nieuwe Tijd genoemd, maar voor dit gebiedje hebben we de eerste bronnen pas in de negentiende eeuw gevonden. Op den 1e van de wintermaand (december) van 1810 heeft de landmeter J. Glirnmerveen het perceel opgemeten,ArentTesselhoff heeft het opgeschreven, geassisteerd door de gerechtsbode Johannis Staal. Het bedoelde perceel was driehoekig van vorm en liep met de langste zijde evenwijdig aan de latere Birkstraat. Toen was het perceel groot 5 morgen en 128 roede (ca. 4,47 ha.), het behoorde toe aan Hendrik Jansz van Nummerdool of Nummerdool, waarschijnlijk wordt bedoeld de Amersfoorter Hendrik Jansz van Nimmerdor (overleden 1822). Bij de invoering van het kadaster in 1832 staat het op naam van de rentenier Anthonij Veldhuizen, en het `bosch' is dan 2,21.90 hectare groot. Uit de kadastrale leggers blijkt dat Hendrik Bosch de erfpachter is. Later wordt de weduwe Maria Voorburg als vruchtgebruikster genoemd, merkwaardig want haar man Toon Veldhuizen (waarschijnlijk een oomzegger van de eerder genoemde) was nog niet overleden.
De volgende eigenaar was landbouwer Teunis de Kruiff uit Baarn, bij elke verkoop werd er weer een stukje afgesplitst waar vermoedelijk weer een huis werd gebouwd. Ook Johannes Fortuin, hovenier uit Stoutenburg, wordt als eigenaar genoemd. De laatste naam die we tegenkomen in de 'oude' kadaster boeken is Aart van Doorn (1858- 1939). In het inmiddels historische boekwerkje "Kent u ze nog, de Soestenaren" wordt hij bij zijn foto genoemd als bekende Soester, samen met zijn tweelingbroer Piet. De jongens zijn geboren 'op Hees onder Koudhoorn'. Rond 1886 is er een boerderijtje gesticht ter plekke van Links Aart van Doorn (1858-1930) Rechts Piet de huidige Bilderdijklaan waar Aart van Doorn (1858- 1945) in 1890 met zijn bruid neerstreek. Zijn beroep was aanvankelijk arbeider maar werd gewijzigd in koopman. Op de foto is te zien wat zijn handelswaar was: koeien. Mogelijk ging het soms wat minder met de handel en heeft Aart de bewuste grond aan de gemeente verkocht, daar is nog geen akte van gevonden.
Voor de laatste periode is de heer Aart van Doorn onze informant, geboren en getogen aan de Van Lenneplaan liep hij geregeld naar het boerderijtje van zijn grootouders. Dit boerderijtje stond ter hoogte van de huidige Bilderdijklaan en had de uitweg op de Henriëtte Blaekweg. Hij herinnert zich dat het toen (voor de oorlog) nog een braakliggend stukje ruigte was waar hij weleens speelde. Tussen dat terrein en het land van zijn grootvader lag een sloot, bij het slootje springen verwondde hij zijn knie waar hij 75 jaar later nog een zichtbaar litteken aan overgehouden heeft. Daarna is het een voetbalveldje geweest, eerst van een clubje genaamd "De Ploeg". Later van de Voetbal Vereniging Zonnegloren (VVZ), dat zal omstreeks 1949 geweest zijn.
Dat het laatste gebruik korfbalveld geweest is, sluit mooi aan bij het eerste gebruik, de mensen zullen hen schamele bezittingen wel in een korf bewaard hebben.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.