Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Dokter Frans Kuijper (1808-1878) en zijn nakomelingen

G.J.M. Derks

De geschiedenis van de familie Kuijper in Soest begint in 1832 wanneer Frans Kuijper wordt aangenomen als geneesheer van de gemeente Soest en van de in 1818 ingestelde Commissie van Weldadigheid. Zijn nakomelingen wonen tot op heden in Soest, maar hebben zich vandaar uit verspreid over de rest van Nederland en in een enkel geval ook daarbuiten. Tot de nakomelingen langs vrouwelijke lijnen behoren onder andere taken van de Soester families Van Hofslot (Birkt, de Willem van Gart-tak), Mets (wijnhandel Joh. Mets, Van Weedestraat) en Van Thienen (Burgemeester Grothestraat, uitgestorven).
In Soest herinnert de FC. Kuijperstraat aan deze familie. Deze straat is niet vernoemd naar dokter Frans Kuijper zoals wel eens wordt gedacht, maar naar zijn zoon, de Soester wethouder Franciscus Cornelis Kuijper (1839-1912).

Familienaam en herkomst
Ondanks veel moeite is het niet gelukt om de stamreeks verder terug te voeren dan tot de grootvader van dokter Kuijper. Die grootvader was een zekere Bernardus Harmensz Kuijper (ca 1700-1779).
Deze woonde in Baarn en was daar hoogstwaarschijnlijk kleermaker, zoals ook kan worden afgeleid uit zijn bijnaam "Berend de Snijder". In een notariële akte van 3 september 1727 wordt hij Beernd Hermansz Brouwer genoemd. Hij ondertekende deze akte overigens met een kruisje omdat hij de schrijfkunst niet machtig was. Onduidelijk is of Brouwer wellicht de oorspronkelijke familienaam is. Dat is goed voorstelbaar want deze familienaam komt in Baarn meer voor, net als in Hilversum en LarenNHwaar later enkele kinderen van Berend Hermansz Kuijper woonachtig zijn. Door de jaren heen werd de familienaam afwisselend gespeld als Kuijper en Kuyper.

Berend Kuijper was maar liefst vier maal gehuwd. Zijn eerste vrouw was Mechteld Wouters Strijdhorst, met wie hij in 1726 in Baarn in het huwelijk was getreden. In 1732 hertrouwde hij met Susanna ofwel Sannetje Hendriks uit Eemnes en in 1737 met Gijsbertje Hendriks. Uit het eerste en derde huwelijk werden in totaal vier zoons geboren. Zij zijn vermoedelijk allen reeds op zeer jonge leeftijd gestorven.

Cornelia Aarts ter Woert uit Eembrugge werd in 1739 zijn vierde vrouw. Uit hun huwelijk werden in Baarn dertien kinderen geboren, waarvan er vermoedelijk maar zeven volwassen zijn geworden. Van zijn dochters waren er waarschijnlijk slechts twee getrouwd, namelijk: Jannetje Kuijper (1745-1798), gehuwd met Jan Willem Evers en woonachtig in LarenNH en Susanna of Sannigje Kuijper (1756-1806), gehuwd met Hendrik Dirksz Andriessen en woonachtig in Hilversum. De oudste zoon was Harmen Kuijper (1741-1787), woonachtig in LarenNH; hij was tweemaal gehuwd, doch bleef kinderloos. De tweede zoon was Dirk Kuijper (1753-1827), net als zijn vader kleermaker in Baarn. Uit zijn huwelijk met Grietje Jordens van Schaffelaar werden alleen vier dochters geboren.

De jongste zoon was Arnoldus of Aart Kuijper (1762-1829), kleermaker en winkelier aan de brink te Baarn, vermoedelijk naast het latere hotel Velaars. Hij trouwde in 1804 in Baarn met Betje Nepshagen (of Nipshagen), geboortig van Neuenhaus in het graafschap Bentheim. Het gezin van Aart Kuijper telde slechts twee kinderen: dochter Cornelia, geboren in 1806 en vernoemd naar Cornelia Aarts ter Woert, de grootmoeder van vaderszijde en zoon Frans, de latere dokter, geboren in 1808 en vernoemd naar Frans Nepshagen, zijn grootvader van moederszijde. Elisabeth Nepshagen overleed in mei 1817; Frans was toen nog maar acht jaar oud, zijn zusje elf. Cornelia Kuijper (1806-1874) trouwde in 1830 met de Eemnesser timmerman en landbouwer Cornelis Hoogeboom (1800-1863) en bleef vermoedelijk aanvankelijk in het ouderlijk huis wonen, doch vertrok later naar Eemnes.

De jonge dokter Kuijper
Het zal altijd wel een raadsel blijven hoe Frans Kuijper - als kleermakerszoon toch van betrekkelijk eenvoudige komaf- in de gelegenheid werd gesteld om te gaan studeren. Op 18 september 1826 werd hij als student in de medicijnen ingeschreven aan de Universiteit van Utrecht. Zijn studie verliep voorspoedig. Op 28 mei 1832 promoveerde hij op het onderwerp "de hydropepectoris" (vocht in de borstholte). 
Na zijn studie - ten tijde van het ontstaan van de onlusten waaruit de Belgische Opstand voort kwam - meldde Frans zich vrijwillig aan als "aide chirurgijn majoor in 'slandsdienst" en werd te werk gesteld bij een van de militaire hospitalen van het rijk te Amsterdam. Voor de Nationale Militie - waarvoor hij in 1827 in Baarn was ingeschreven - werd hij nooit opgeroepen. Door deze inschrijving is wel zijn signalement bekend: lengte 1 el, 7 palmen, 4 duimen en 3 strepen (= bijna 1,75 m), ovaal aangezicht, rond voorhoofd en ovale kin, bruin haar, blauwe ogen, gewone neus en kleine mond.

Vestiging in Soest
Vanuit Amsterdam solliciteerde Frans Kuijper naar de functie van Medicinae Doctor en Heelmeester bij de in 1818 ingestelde Commissie van Weldadigheid in de gemeente Soest, waarvan Prinses Anna Paulowna beschermvrouwe was. De commissie was in het leven geroepen ter ondersteuning van zieken, gekwetsten of noodlijdenden, weduwen en wezen, behoeftige kraamvrouwen en alle hulpbehoevende ingezetenen van de gemeente, zonder onderscheid van godsdienstige gezindheden. De commissie had middels een advertentie in de Staatscourant van 7 april 1832 kandidaten voor de functie opgeroepen om te solliciteren. Behalve met het traktement van 400 gulden, en nog eens 100 gulden traktement als Medicinae Doctor van de gemeente Soest, werden geïnteresseerden gelokt met het argument dat "de aangenaamheid van het kwartier en eene volkrijken bewoning" de "besten uitzigten" gaven op een solide praktijk.

De nog maar 23 jaar oude Frans Kuijper werd aangenomen en begon op 1 juli 1832 aan zijn nieuwe, gewichtige taak. De bewaard gebleven instructie geeft enige indruk van de te verrichten werkzaamheden. De nieuwe dokter was verplicht met geduld en zachtmoedigheid de aan zijn zorg toevertrouwde behoeftigen te behandelen, hen dagelijks op gepaste uren te gaan zien en van medicijnen of andere noodwendigheden te voorzien, en op de spoedigsten wijze te trachten te genezen. De dokter diende voorts een goed ingerichte apotheek te houden, alle arme personen of kinderen gratis te vaccineren en kraamvrouwen na de bevalling geneeskundige hulp te verlenen. Ook de bewegingsvrijheid van de dokter werd ingeperkt: hij mocht de gemeente niet langer dan één dag verlaten zonder daarvan de commissie op de hoogte te stellen en zonder voor de belangen van de zieken te hebben gezorgd!

Huwelijk en gezin
In februari 1833, nog geen jaar na zijn aanstelling, trad hij in het huwelijk met Elisabeth Francisca Pen, dochter van Harmen Pen, landbouwer en logementhouder te Soestdijk, en Maria Elisabeth Schimmel. Als dorpsgenote was zij geen onbekende voor hem. Bovendien was zij een nicht van zijn zwager Cornelis Hoogeboom, wiens moeder Neeltje Hoogeboom-Pen een zuster was van de vader van Elisabeth! Uit het huwelijk van Frans en Elisabeth werden tussen 1834 en 1841 vijf zoons geboren, waarvan de tweede zoon maar ruim een jaar oud is geworden. Blijkens de geboorteakten van hun kinderen woonden zij aan het zogenaamde Lange Eind. Mogelijk huurden zij daar de woning en praktijk van zijn voorganger dokter Dirk Frederik van derPant,die naar Rotterdam was vertrokken. In ieder geval had Frans met het tekenen van zijn contract ook de verplichting op zich genomen om zich zoveel mogelijk in het centrum van de gemeente te vestigen.

Kerkpad Nz 37 en Lindenheuvel
Frans Kuijper kocht voor 1400 gulden op een publieke veiling van 18 september 1834 van de erfgenamen van Teunis Janse Driest een boerderij aan het Kerkpad. Deze boerderij met als huidig adres Kerkpad Nz 37 is sindsdien altijd in het bezit gebleven van de familie Kuijper, even afgezien van de jaren tussen 1851 en 1859. Onduidelijk is nog of dokter Kuijper zelf op deze boerderij is gaan wonen. Zo dat al het geval is geweest, dan was dat maar voor korte tijd, want nog in de dertiger jaren kocht dokter Kuijper van Hendrik Ebbenhorst en Teunis Hassing enig bouwland aan de straatweg, in de hoek tussen de huidige Van Weedestraat en Lindenlaan.
Op dit land liet hij een riante villa bouwen met een afzonderlijke koetsierswoning, koetshuis, stalling, schuur en hooiberg.


Deze villa - genaamd "Lindenheuvel" - was voorzien van diverse woon- en slaapvertrekken, alsmede een keuken, mangelkamer, kelder, studeerkamer, apotheek en zelfs een `billardkamer'. Het koetshuis bood onderdak aan een drietal groen geschilderde barouchetten, lichte luxe-rijtuigen waarmee dokter Kuijper zich naar de op grotere afstand wonende patiënten liet rijden. Bij de villa hoorde een grote tuin, beplant met allerlei gewassen en voorzien van broeibakken. De tuin werd onderhouden door de tuinman Nicolaas Sukel, die vermoedelijk tevens koetsier was en een klein agrarisch bedrijfje had.

Opmerkelijk is nog een advertentie in de Opregte Haarlemsche Courant van 19 april 1838, waarin dokter Kuijper een huis te huur aanbiedt. Dit huis was gelegen te Soest, nabij Soestdijk, voorzien van een moestuin beplant met fruitbomen en "tot zomerverblijf voor eene fatsoenlijke Familie geschikt". Wellicht was de bouw van villa Lindenheuvel destijds bijna gereed en gaat het hier om de oude woning van dokter Kuijper. Helaas is niet bekend waar dit huis precies was gelegen.

Een gooi naar het burgemeesterschap
Dokter Kuijper was in de loop der jaren zeer geliefd geworden onder de inwoners van Soest. Het vertrouwen in de dokter ging zelfs zover dat aan het begin van het jaar 1849 een aantal Rooms-Katholieke ingezetenen -waaronder de raadsleden Teunis Kuijer, Peter van den Breemer, Arie van den Hoed en Anthonie van 't Klooster - hem graag als de nieuwe burgemeester van Soest benoemd zagen. Daar kwam echter niets van terecht, want op 30 januari 1850 werd niet dokter Kuijper maar Pieter Gallenkamp Pels benoemd als nieuwe burgemeester van Soest.

Een tweede huwelijk
In de zomer van 1851 werd dokter Kuijper weduwnaar; zijn echtgenote Elisabeth Francisca Pen overleed, na een langdurige ziekte, op 12 juli 1851. Met behulp van de uit Den Haag afkomstige huishoudster Louise Christina Antoinetta Rippens bleef het gezin draaien. Zij vertrok naar Ommen toen dokter Kuijper ruim acht jaar later op 27 oktober 1859 in Amsterdam in het huwelijk trad met de 34 jaar oude Charlotte Woldina Maria Slaghek. Zij was in 1825 in Amsterdam geboren als dochter van de wijnkoper Egbertus Rudolphus Slaghek en Maria Theodora Schuppen. Charlotte was weduwe van de muzikaal zeer begaafde toondichter Lambertus Johannes Alberdingk Thijm (1823-1854). Haar zwager was Prof. dr. Josephus Albertus Alberdingk Thijm (1820-1889), de bekende Nederlandse dichter, prozaïst, estheticus en vurig strijder voor de culturele emancipatie der katholieken. Hij schreef een huwelijksgedicht ter gelegenheid van het hertrouwen van zijn schoonzuster Charlotte met dokter Frans Kuijper.

Onduidelijk is hoe dokter Kuijper in deze kringen verzeild was geraakt.
Aangezien vele gefortuneerde Amsterdammers een zomerverblijf in Soest hadden, is het zeer wel denkbaar dat zich daaronder goede kennissen van de families Slaghek of Alberdingk Thijm hebben bevonden. Wellicht is er een verband met de Amsterdamse families Smithuijsen en Laarman waarvan leden op Soester buitenplaatsen woonachtig waren. Voorts was Antonia Francisca Dorothea Maria Smithuijsen, dochter van makelaar Petrus Joannes Smithuijsen en diens vrouw Elisabeth Maria Anna Laarman, in 1856 in Amsterdam gehuwd met de wijnkoper Johannes Egbertus Slaghek (1829- 1868), een jongere broer van Charlotte. Het echtpaar Slaghek-Smithuijsen woonde enkele jaren op de Soester buitenplaats "Den Heuvel", het latere "Sleeswijk Heuvel" aan de Burgemeester Grothestraat - tegenover de Heuvelstraat - afgebroken omstreeks 1937.

Bij Charlotte Slaghek - die de vier dochters uit haar eerste huwelijk mee naar Soest bracht - kreeg dokter Kuijper in 1860 nog één zoon, die de namen Lambertus Johannes kreeg, naar de overleden eerste echtgenoot van Charlotte.
Nog datzelfde jaar kwam de 20-jarige Antoinetta Kool vanuit Amsterdam naar Soest om als gouvernante in het gezin van dokter Kuijper te komen werken; voor een goede opvoeding en opleiding van de kinderen werd wel gezorgd!

Overlijden
Het tweede huwelijk van dokter Kuijper heeft ruim 18 jaren geduurd. Over deze periode is behalve het overlijden van zijn oudste stiefdochter Maria Theodora Alberdingk Thijm in 1865 weinig te melden. Na ruim 45 jaren gewerkt te hebben in dienst van de Commissie van Weldadigheid en de gemeente Soest kwam een einde aan het arbeidzame leven van dokter Kuijper.
Op 18 februari 1878, 's avonds om half negen, overleed dokter Kuijper, 69 jaar oud. Hoewel hij al lange tijd ziek was, kwam zijn overlijden toch nog onverwacht aldus de advertentie die zijn weduwe op 22 februari liet plaatsen in het Algemeen Handelsblad en op 23 februari in het godsdienstig en staatkundig dagblad "De Tijd".

Van de doden niets dan goeds ...
Laatstgenoemd dagblad had twee dagen eerder al uitgebreid aandacht besteed aan het overlijden van dokter Kuijper, waaruit de volgende wetenswaardigheden.
De "zoo bekwame als gevierde" dokter Kuijper was ongeveer twee jaar eerder hevig ziek geweest, welke ziekte nadien slepend was geworden en hem belette zijn praktijk voort te zetten. De "werkzame en liefderijke man" gaf echter aan hen die hem aan huis kwamen raadplegen nog "menigen nuttigen wenk". Wie hem in zijn geneeskundige loopbaan kende, moest uit eigen ervaring hem eren en hoog achten. "Waardig en deelnemend naderde hij de lijdenssponde zoo van armen als rijken, en niet slechts zijne schitterende bekwaamheden als geneesheer, maar ook zijne liefdevolle verpleging en milddadigheid waren alom gekend en hooggeschat. Eigenbelang was hem geheel vreemd; de studie en zijne zieken waren zijne wereld. Godbonehem voor het vele goede, hier in de gemeente en omstreken, aan zoo vele lijdenden en vooral aan zoo vele behoeftige lijdenden, zoo onbaatzuchtig bewezen! Dit is de bede, welke ongetwijfeld alle bewoners van Soest c.a. hemelwaarts richten."

Een lot uit de loterij
Het leven van dokter Kuijper had vooral in het teken gestaan van de ondersteuning van de behoeftige en zieke mens. Geheel in deze geest werden zijn kleren na zijn dood door zijn weduwe en zoons geschonken aan de armen.
De na zijn overlijden opgemaakte inventaris van de boedel bracht nog een wetenswaardigheid aan het licht. De dokter en zijn vrouw speelden mee in de staatsloterij! Dit feit was vermoedelijk nooit vastgelegd, ware het niet dat vlak voor de dood van Frans Kuijper op zijn lot een prijs was gevallen van maar liefst 837 gulden, voor die tijd een aanzienlijk bedrag. Hij heeft er zelf echter niet meer van kunnen genieten.

De weduwe Kuijper-Slaghek en zoon Lambertus Johannes Kuijper
Na het overlijden van dokter Kuijper lieten zijn weduwe en zoons op 15 november een deel van de inboedel verkopen. De verkoop van de diverse goederen bracht 2696,65 gulden op. Ook werd een deel van het onroerend goed bezit verkocht; de op 5 december in veiling gebrachte en verkochte landerijen waren samen goed voor een bedrag van 14.300 gulden. Enkele maanden later, op 19 april 1878, vond een boedelscheiding plaats tussen de weduwe en haar zoons. Daarbij werd de villa Lindenheuvel toebedeeld aan Charlotte KuijperSlaghek, overeenkomstig het legaat van haar man bij testament van 15 februari 1876 opgemaakt voor notaris WillemCollardte Baarn. Charlotte moest daartoe een bedrag van 12.000 gulden inbrengen. Zo kon zij met haar zoon en de drie nog in leven zijnde dochters Lindenheuvel blijven bewonen. Zij overleed er op 4 augustus 1901. Een tiental jaren eerder had zij de villa nog laten verbouwen.
Zoon Lambertus Johannes Kuijper (1860-1907) bleef ongehuwd. In 1881 - hij was toen nog minderjarig - werd hij firmant van de te Bussum gevestigde firma Van Veen, Fock & Kuijper, opgericht "tot de uitoefening van een fabriek van houtskool-briquetten en het drijven van handel in dat met al hetgeen daarmede in verband staat, alsmede tot het malen tegen loon van cacao, specerijen en verfwaren" zoals het destijds zo mooi heette.

De brikettenfabriek (een stenen ketelhuis en enkele houten loodsen) stond in Bussum langs het spoor in de hoek tussen de Nieuwe Spiegelstraat en Spoorstraat, daar waar later de Bensdorp cacao- en chocoladefabrieken waren gevestigd. De fabriek kon eerst in 1883 worden gebouwd aangezien de gemeente Bussum de vergunning had geweigerd vanwege de te verwachten schade en hinder. De Hoge Raad aan wie het geschil werd voorgelegd besliste echter in het voordeel van de aanvrager. De handel schijnt niet voorspoedig te zijn verlopen en ook een grote brand in een van de opslagloodsen op 12 januari 1888 was een tegenslag. Medio 1895 stopte de productie en op 21 december 1897 werden de gebouwen verkocht aan Louis Francois Bensdorp. Onbekend is waarmee de jongste zoon van dokter Kuijper zich de laatste tien jaren van zijn leven mee bezig hield; hij overleed in Soest op 21 augustus 1907, nog maar 46 jaar oud.
Hij was de laatste bewoner van Lindenheuvel. Zijn twee oudste halfzusters Alberdingk Thijm waren reeds overleden, een derde halfzuster was naar Utrecht vertrokken. Zijn jongste halfzuster Maria Egberta DorotheaJoannaAlberdingk Thijm (1854-1931) - roepnaamBerta- was reeds in 1879 naar België vertrokken na haar huwelijk met de Belgische postdirecteur Nicolas André Gustave de Caritat de Peruzzis (1850-1920). Beiden zijn in Elsene bij Brussel overleden.

De zonen van dokter Kuijper uit zijn eerste huwelijk
De vier zoons uit het eerste huwelijk van dokter Kuijper kregen allen een goede opleiding. De oudste zoon Dr. Arnoldus Hermanus Kuijper (1834-1903) volgde net als zijn vader een medicijnenstudie aan de Universiteit te Utrecht, legde de nodige examens cum laude af en promoveerde op 9 juli 1859 op "onderzoekingen betreffende de kunstmatige verwijding van den oogappel".
Hij bleef ongehuwd en was achtereenvolgens arts in Utrecht, Eemnes, Laren NH en in het Groot Zieken Gasthuis te 's-Hertogenbosch.

De tweede zoon Dr. Hermanus Franciscus Kuijper (1837-1913) werd doctor in de wis- en natuurkunde, was leraar aan de HBS te Zwolle en bracht het uiteindelijk tot hoofd-inspecteur van de arbeid in Den Haag. Hij trouwde in 1866 met de Nijmeegse notarisdochter Elise Christine Henriëtte Courbois (1845-1933). Zij kregen twee zoons, namelijk de militair Frans Rudolf Kuijper (1867-1946) en de pionier van de marxistische sociologie in Nederland Prof.RudolphKarel Herman Kuijper (1874-1934. Van beide zoons zijn nakomelingen.

Ook de jongste zoon Dr. Johannes Cornelis Kuijper (1841-1929) trad in de voetsporen van zijn vader. Na zijn medicijnenstudie te Utrecht, werkte hij als arts o.a. in Soest, Helmond, LarenNH, Amersfoort en tenslotte vanaf 1880 als gemeentegeneesheer te Gernert.In 1879 was hij gepromoveerd op een proeve van verklaring der verschijnselen van loodvergiftiging bij de mens. In Soest woonde hij enkele jaren in Huize Engwijk, een villa aan het Kerkpad Zz die hij in 1872 kocht van de naar Harmelen vertrokken dokter Anthonie Marinus Romijn. De villa was later bekend onder de naamAidaRieta en als pension Zonnehof. In Gemert had dokter Kuijper een nog veel rianter onderkomen - Villa Polder - dat hij in 1884 had laten bouwen. Johannes Cornelis Kuijper trouwde in 1871 in Haarlem met Carolina Joanna Sormani. Uit dit huwelijk zijn vier kinderen bekend, waarvan de twee oudste op Engwijk in Soest zijn geboren. De tweede zoon Elise Arnold Johannes Kuijper (1874-1956) werd burgemeester in Valkenswaard. In Gemert is er een Dr. Kuijperstraat en in Valkenswaard een Burgemeester Kuyperlaan.

De op één na jongste zoon uit het eerste huwelijk was Franciscus Cornelis Kuijper (1839-1912). Hij bleef in Soest, was landbouwer aan het Kerkpad Nz en later onder meer wethouder. Hij trouwde met Petronella van Roomen van de Groote Melm. Aan dit echtpaar en hun Soester nakomelingen hopen we in een volgend nummer nader aandacht te besteden.

Alle afbeeldingen zijn afkomstig uit de collectie G.J.M. Derks

Bronnen:
- G.J.M. Derks. Frans Kuijper (1808-1878), geneesheer. In: Utrechtse biografieën, Het Eemland, deel 2, pp 133-137. Utrecht 1999. (De tekst van dit artikel is een voor dit doel aangevulde en hier en daar gecorrigeerde versie van deze eerder in de reeks Utrechtse biografiën verschenen levensbeschrijving van Dr. Frans Kuijper)
- Doop-, Trouw- en Begraafboeken van Baarn, Hilversum en Laren NH. 
- Burgerlijke Stand en bevolkingsregisters van de gemeente Soest en andere gemeenten.
- Kadastrale leggers gemeente Soest.
- Katholiek Documentatiecentrum Nijmegen, archief Familie Alberdingk Thijm 
* 2741 Gedicht "Bij 't hertrouwen van Charlotte. 21 Okt. 1859", bestemd voor "Klimop en rozen" 1859.
- Inventaris van de archieven van de gemeente Soest 1812-1928
* inv.nr. 1287, Stukken betreffende de sollicitatie naar de vacature van arts van de commissie, 1832.
* inv.nr. 1288-2, Instructie voor de Medicinae Doctor, Heelmeester en Apotheker, F. Kuijpers, 1832, met aanvulling 1849.
- Archief Eemland, Notarieel Archief Baarn, notaris Harmanus Pen, inv.nr. 452 (1878) -
* akte 6111, Boedelinventaris d.d. Soest 14.09.1878 betreffende de nalatenschap van Franciscus Kuijper. 
* akte 6140, Verkoop inboedel d.d. 15.11.1878 
* akte 6153, Veiling vaste goederen d.d. 05.12.1878
- Archief Eemland, Notarieel Archief Baarn, notaris Harmanus Pen, inv.nr. 453 (1879)
* akte 622, Boedelscheiding d.d. 19.04.18

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto