Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Gezondheidszorg in Soest

Ton Hartman

In het vorige nummer van dit blad hebben we een start gemaakt met de beschrijving van de gezondheidszorg in Soest en Soesterberg.

De cholera in 1832
Schreven we de vorige keer nog dat het niet bekend was of de cholera ook in 1832 daadwerkelijk in Soest geheerst heeft, via een archiefstuk (raadpleegbaar via internet) kunnen we dat bevestigen. Burgemeester Steijn van Hensbroek stuurde op 29 september een missive naar de Commissaris van de Koning in de provincie Utrecht met de mededeling dat er in het buurtschap Isselt een geval van cholera was geconstateerd. De lijder was een medewerker van de glasblazerij van de heer Stork. Dit archiefstuk is door Het Utrechts Archief op internet gezet voor scholieren om een werkstuk te maken, andere archiefstukken geven nog wat meer informatie prijs. Amersfoort was een van de plaatsen die wel zwaar getroffen waren door de cholera, in september 1832 waren daar 28 mensen overleden aan de Aziatische buikloop. Opmerkelijk is dat in de notulen van de gemeenteraad van Soest er verder geen vermelding is gevonden, waarschijnlijk hebben de burgemeester en dokter Kuijper besloten om geen aandacht op dat geval te vestigen: Isselt was een afgelegen buurtschap onder de rook van Amersfoort en op paniek zaten ze in Soest niet te wachten.

Medische beroepsbeoefenaren in de jaren 1850-1880
In de vorige editie van dit blad heeft u al kennis gemaakt met dokter Frans Kuijper en zijn zoon Johannes Cornelis Kuijper. Elders in dit nummer treft u het verhaal van Sytze Greidanus. In de periode 1876-1877 is er ook nog een dokter Muller actief geweest, we weten niet meer dan dat het al een wat oudere man was. Hieronder de andere gezondheidwerkers in de periode 1850-1880.

Willem Frederik van Bouwdijk Bastiaanse
Naast dokter Kuijper was ook de heer Willem Frederik van Bouwdijk Bastiaanse (1820-1880) actief als geneesheer en heel- en verloskundige. Aangezien hij niet als gemeente geneesheer aangesteld is geweest, zijn er geen vermeldingen in de notulen van de gemeenteraad gevonden. Via de site www. wiewaswie.nl is gevonden dat hij op 24 juli 1850 in Schiedam in het huwelijk treedt. De oudste zoon Jan Hendrik was nogal een 'vroeggeboorte', hij kwam op 7 januari 1851 ter wereld. Het gezin woonde toen aan het Lange Eind A112. Dankzij de vriendelijke medewerking van de heer Ruud Hopster uit Hoogland zijn we onderstaande gegevens te weten gekomen. Van Bouwdijk Bastiaanse had in 1847 al gesolliciteerd in Hoogland naar de functie van gemeentelijk geneesheer, maar daar werd zijn plaatsgenoot Johannes de Roth aangenomen (beiden waren gestationeerd in Mijdrecht). Johannes de Roth overleed al op 28 juni 1851 en vrijwel onmiddellijk vertrok Van Bouwdijk Bastiaanse naar Hoogland. Hij woont eerst even in het "Oude Huys" naast de molen, maar koopt al op 7 juli 1851 Huize Groot Weede. Gelet op de kommervolle omstandigheden waarin de weduwe De Roth beland was, bood Van Bouwdijk Bastiaanse het gemeentebestuur van Hoogland aan zonder gemeentelijk traktement te beginnen en behield de weduwe drie maanden de vergoeding. Slim als ze in Hoogland waren besloot de gemeenteraad na de drie maanden dat de genees-, heel-, en verloskundige het verder wel zonder traktement kon doen, hij had dat immers aangeboden! Op voorspraak van de pastoor van Hoogland krijgt Van Bouwdijk Bastiaanse in 1853 toch een traktement van wel 75 gulden. Het lijkt erop dat Van Bouwdijk Bastiaanse al snel uitkijkt naar een nieuwe vestingplaats, ondanks dat de vergoeding oploopt naar f180,--. Toen hij een aangevraagd ontslag wilde annuleren kon dat als de vergoeding weer teruggebracht werd naar honderd gulden per jaar. In januari 1864 vertrekt hij en zijn gezin naar Montfoort, hij had wel in Hoogland willen blijven als de gemeenteraad zijn vergoeding naar 300 gulden verhoogde.

In Montfoort behoort hij al snel tot de notabelen van het dorp, hij wordt tot gemeenteraadslid gekozen. Bij zijn herverkiezing in 1869 wordt hij zelfs wethouder en ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Toch komen daar al spoedig problemen, in juli 1870 wordt een zaak betreffende zijn raadslidmaatschap bij de Raad van State behandeld. Als lijkschouwer wordt hij door de gemeente bezoldigd en dan is volgens de gemeentewetten van Thorbecke een functie als raadslid onverenigbaar. Hij komt in 1880 te overlijden in Laren(NH)waar hij inmiddels geneesheer was.

Anthonie Marinus Romijn
Als opvolger van W.F. van Bouwdijk Bastiaanse mogen we Anthonie Marinus Romijn (1823-1873), geboren in Bodegraven, beschouwen. Tot nu toe zijn er geen vermeldingen in de gemeenteraadsnotulen gevonden, ook in de krantenarchieven komt hij niet echt naar voren. Romijn treedt op 21 april 1853 in Gouda in het huwelijk met Petronella Christina ten Kate (1829-1915). Hij wordt als heel- en vroedmeester voorgesteld bij de geboorte van zijn zoon Pieter Gijsbertus in 1854 in de Burgerlijke stand van Soest. Met een regelmaat van elke twee jaar worden er zes kinderen geboren, als vroedmeester kon hij dus thuis al zes keer aan de slag. En voor die tijd met hoge zuigelingensterfte, er zijn geen overlijdensakten op die naam gevonden. Opvallend is het grote verschil in beloning door de Commissie van Weldadigheid. Terwijl dokter Frans Kuijper per drie maanden een vergoeding kreeg van 81,25 moest heelmeester Romijn het met 18,75 gulden per drie maanden doen. Hij woonde met zijn gezin in huize Engwijk, een villa die aan het huidige Kerkpad ZZ was gelegen. Hij vertrok in 1872 met gezin naar Harmelen maar overlijdt een jaar later al in zijn toenmalige woonplaats Utrecht. Een van zijn dochters: Hendrica Johanna keert terug naar Soest, en is overleden op 4 april 1932.

Dirkje Bosboom-Hilhorst
Dirkje Hilhorst wordt gedoopt met de naam Theodora Hilhorst in 1824. Zij is een dochter van Jan Hilhorst en Jannetje Staal. Zij treedt op 20 november 1852 in het huwelijk met Hannes Bosboom (1822-1875). Waarschijnlijk trekt Hannes bij haar in en woonden ze aan het Lange Eind in het pand wat nu bekend is als het restaurant "Bauers", Burgemeester Grothestraat 55. Bij de geboorte van hun eerste kind wordt nog vermeld; zonder beroep, maar bij het tweede kind staat bij haar beroep 'vroedvrouw'. Daarmee zal zij een van de weinige vrouwen zijn die in de Burgerlijke Stand van de negentiende eeuw niet 'zonder beroep' was. Het is niet bekend waar zij een opleiding heeft genoten.

Op 4 juli 1876 verzoekt Dirkje verhoging van salaris voor de verlossingen van kraamvrouwen die ondersteund worden door de Commissie van Weldadigheid. Zij dient dit verzoek in bij Prins Hendrik der Nederlanden. De motivering is wel wat wonderlijk, dat haar man overleden is en dat zij alleen voor het gezinsinkomen moet zorgen is begrijpelijk, maar om te vermelden dat de oudste van haar zeven kinderen al ruim twintig jaar oud is en ook nog afhankelijk van moeder is in die tijd niet normaal. Voor elke verlossing verkrijgt zij twee gulden, maar "somwijlen moet ze daarvoor wel twee dagen en nachten heeft te vertoeven in hutten waar de grootste armoede heerst" (bron GAS oud archief 1292). Haar verzoek is wel gehonoreerd, in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw werd de toelage drie gulden per bevalling

In eerdere publicaties is opgemerkt dat zij vanwege haar belabberd handschrift weleens wat minder ontwikkeld zou kunnen zijn. Misschien moeten we deze conclusie wat nuanceren en vermoeden wij dat ze gewoon dyslectisch was, de fonetisch geschreven nota's lijken dit te bevestigen. Meer informatie betreffende haar en haar gezin kunt u vinden in het zomernummer 2012 (33e jrg. nr. 1) en het herfstnummer 2012 (33e jrg. nr. 2)

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto