Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Gezondheidszorg in Soest in de periode 1880-1910

Ton Hartman

Met het aantreden van dokter Batenburg in mei 1880 brak er een periode van stabiliteit aan in de professionele geneeskundigen die de inwoners van Soest ter beschikking stonden. Als verloskundige was Dirkje Bosboom-Hilhorst nog steeds actief Dokter Batenburg bekleedde het gemeentelijk geneesheerschap en verzorgde de armen namens de Commissie van Weldadigheid. Daarnaast mogen we ervan uitgaan dat Greidanus vanuit Baarn ook nog wel wat patiënten onder zijn hoede nam. In Baarn, dat toen wel wat meer inwoners dan Soest had, waren er twee artsen actief namelijk Greidanus en Voorthuijsen. Alleen al uit dankbaarheid zou Greidanus zijn Soester sympathisanten wel doktershulp moeten blijven verlenen.

Dokter J.G.A. Batenburg
Dit is de eerste dokter wiens naam vereerd wordt met een straatnaam in de gemeente Soest, dat deze weg in Soesterberg ligt toont het historisch besef van de toenmalige straatnaamcommissie. Want Batenburg is dan wel 30 jaar huisarts geweest, Soesterberg was niet zijn geliefde buurtschap. In het vorige nummer hebben we kunnen lezen dat hij min of meer bedankte voor de armenzorg van de Rooms-katholieke armen. De enkele buitenplaatsbewoners die medische zorg nodig gehad zullen hebben, maakten makkelijker contact met dokter Snellen, die woonde aanzienlijk dichterbij. Trouwens, het is nog maar de vraag hoeveel inwoners van Soest(erberg) de naam Batenburg associëren met de dokter. De naamsbekendheid van zijn gelijknamige zoon J.G.A. Batenburg (1888-1955), die meer dan 30 jaar gemeentesecretaris in Soest is geweest, is vele malen groter.

Terug naar onze dokter, bij het schrijven van een korte levensschets wordt meestal begonnen met de personalia. Daar komt een opmerkelijk gegeven bovendrijven, dokter Batenburg is in Oegstgeest geboren op 31 januari 1846. Op papier heeft hij geen gelukkige start gemaakt, zijn moeder Maria Margot Wilhelmina Hubertine Josephine Clementine Stallenberg (1815-1895) was niet gehuwd, dus begon Johannes Gerardus Arnoldus als Stallenberg zijn leven.
De keuze van de gelijknamige voornamen bevestigen min of meer dat vader Batenburg (1819-1864) zijn vaderschap en verantwoordelijkheid erkende. In hetzelfde jaar, op 23 september 1846 huwen zijn ouders in Groenlo, zijn vader heeft zich aldaar gevestigd als dokter. De voorbereiding voor het huwelijk verliep niet vlekkeloos, er waren wat problemen. Mogelijk is de rivaliteit met de familietak Van Basten Batenburg daar debet aan.
De broer van de grootvader van 'onze' Soester dokter Batenburg voegde zijn moedersnaam Van Basten toe aan zijn achternaam. Dat deed hij niet alleen om wat gewichtiger te lijken maar ook om een eeuwenoud studiefonds"Sancti Nicolai" te claimen. Dit familiefonds (afkomstig uit de in mannelijke lijn uitgestorven familie Van Basten) werd gevuld met opbrengsten van verschillende landerijen 44 en besteed aan leden van de familie voor studiedoeleinden. Het oudste mannelijke familielid van de generatie, de collator, mocht bepalen wie recht had op een studiebeurs. J.G.A. de eerste (de dokter die in Oegstgeest vader werd) was de oudste zoon van de tweede generatie, met de wettiging van J.G.A. de tweede zou deze direct de oudste zoon van de derde generatie zijn. Maar de oudste neef was qua leeftijd ook wel aan het vaderschap toe en de volgende kinderen van het echtpaar Batenburg/Stallenberg konden wel dochters zijn! Dat de pastoor van Groenlo bang was voor zedelijk verval is achteraf geheel onterecht gebleken, in kerkelijk opzicht is deze familie Batenburg van grote waarde geweest. Uit het gezin van Batenburg/Stallenberg kwam een priesterzoon voort die plebaan van de Metropolitaankerk te Utrecht werd, ongeveer de rechterhand van de aartsbisschop. Maar ook de andere zonen van dit gezin kregen de kans om te studeren, opmerkelijk zeker gezien het vroegtijdige overlijden van de vader.
'Onze' Jan was pas 18 jaar toen zijn vader overleed, zijn jongere broers voltooiden hun studie ook en werden respectievelijk notaris, arts en pastoor. Zijn enige zusje zal in die tijd geen kansen op een studie geboden zijn. De studie van de twee artsen in dit gezin zijn grotendeels bekostigd uit de vicarie Sancti Nicolai. In tegenstelling tot hun vader studeren de zoons Jan en Michael aan de Universiteit Utrecht geneeskunde, Jan rond zijn studie af in 1872. Hij vestigt zich als arts in de plaats waar hij opgegroeid is en waar zijn vader al een dokterspraktijk had. Eind 1876 wordt hij tevens benoemd tot stadsgeneesheer van Groenlo, aantrekkelijk vanwege het honorarium daaraan verbonden. Jan trouwt op 24 oktober 1877 met Anna Maria Kolfschoten, een notarisdochter geboren te Wamel, wonende in het nabij gelegen Gendringen. Waarschijnlijk was hij niet de enige arts in Groenlo, na het overlijden van zijn vader was er immers een geneesheer nodig, dit zal ook de reden geweest zijn om op zoek te gaan naar een vacante plaats. Wie hem getipt heeft over Soest is niet bekend, er is zelfs geen aanwijzing te vinden. Het jonge gezin vestigt zich volgens de interpretatie van Gérard Derks in het pand dat het laatst bekend was als Van Weedestraat 37-39-41.

Delicaat puntje bij zijn benoeming in de gemeenteraad van 20 mei 1880 was dat hij werd voorgesteld als J.G.A. van Basten Batenburg, voor de toenmalige familieverhoudingen zoiets als kat en hond. Gelukkig werd de correcte naam wel aan de media doorgegeven. De Commissie van Weldadigheid doet de eerste betaling op 31 maart 1882, van deze Commissie ontvangt hij een jaarwedde en een bedrag voor medicijnen. Verschillende familiepapieren worden bewaard in het Gelders Archief te Arnhem, daaronder een reprimande van de Commissie van Weldadigheid gedateerd 2 september 1896. Blijkbaar berust alles op een misverstand, want op 7 september is de brief met excuses vanuit deze Commissie gedagtekend.

Onze inschatting dat Soest voldoende inwoners had om een arts aan het werk te houden blijkt misplaatst toen we deze advertentie ontdekten in de Gooi en Eemlander van 15 januari 1887. Als de reistijden aan de patiënt doorberekend werden kon het aardig in de papieren gaan lopen. Toen in 1894 de gemeenteraad van Eemnes voor tijdelijk een gemeente arts moest benoemen werd ook voor de sollicitant Batenburg gekozen, waarschijnlijk was hij daar toch vrij bekend. (Gooi en Eemlander 3 februari 1894).

De arts in praktijk
De vereniging Eerste Hulp Bij Ongelukken werd pas opgericht in 1893, maar ook dokter Batenburg verleende natuurlijk al 'eerste hulp'. In De Gooi en Eemlander van 12 maart 1892 een mooi voorbeeld wat onder Baarn plaatsvond. Gevarieerd kun je de werkzaamheden van Batenburg wel noemen, in een geruchtmakende vechtpartij met een dubbele doodslag, die op 9 februari 1896 op de Rijksstraatweg (de huidige Birkstraat) te Soest plaatsvond, wordt de dokter als deskundige bij de rechtbank opgeroepen. Als lijkschouwer had hij de slachtoffers moeten onderzoeken (Algemeen Handelsblad 24 maart 1896). Mocht er gedacht worden dat `comazuipen' iets van deze tijd is, dan berichtten de kranten enkele dagen na 3 juni 1896 allemaal dat ten gevolge van de 'eerste steenlegging' van de boerderij van Kraaikamp te Soest er twee mannen slachtoffer waren van teveel jenever. Ook hier werd Batenburg om hulp geroepen maar hij kon alleen nog de dood constateren. Wel baatte zijn hulp bij een drietal andere drinkebroers die er ook slecht aan toe waren. En bij de geboorte van Prinses Juliana kreeg dr. Batenburg te maken met een `vuurwerkslachtoffer', nadat de dokter het verband gelegd had werd de jongen naar het ziekenhuis in Utrecht gebracht.

In dit artikel is eerder opgemerkt dat dokter Batenburg niet bijster veel interesse in Soesterberg had, maar in de functie van lijkschouwer bezocht toch hij het buurtschap. Hij constateerde de dood door hartverlamming van Piet Claessens, bijgenaamd Pieter de Wilde, een rondreizende stoelenmatter zonder bekende woonplaats. Volgens de Gooi en Eemlander is hij door de politie op de algemene begraafplaats begraven, gebeurde dit door de politie omdat hij nog twee dagen gevangenisstraf moest uitzitten?

Huis en Haard
Met het gestaag groeiende gezin en de benodigde praktijkruimte kreeg dokter Batenburg behoefte om een respectabele dokterswoning te laten bouwen. Omtrent de architect Gerhardus te Riele Wm. en de aanbesteding heeft u meer kunnen lezen in een artikel van FrankRupertin het zomernummer 2014 van dit blad. Veertien aannemers hadden belangstelling om te bouwen, daarvan was R. v.d. Spoel uit Deventer de laagste inschrijver voor een bedrag van 16475 gulden, volgens Het Algemeen Handelsblad van 30 mei 1893. Met het betrekken van het nieuwe huis was er de mogelijkheid om ook de 'dienstmeid' intern te laten verblijven. Maar om onder hetzelfde dak te overnachten moesten ze wel van hetzelfde 'houtje' als de familie zijn. In oktober verschijnt dezelfde advertentie opnieuw, maar nu is noodhulp ook welkom. Ook met de keuze van het personeel komen de historische banden weer tot uiting: de kindermeisjes Bernadina C.M. Tangelder en Dorothea Kleinegris komen uit Wisch en Gendringen en de keukenmeid Hendriksen uit Zevenaar.

Soms wordt de dokter zelf patiënt, voor Batenburg gebeurde dit in juli 1901. Het paard voor de tilbury struikelde en de koetsier en Batenburg werden van de bok geslingerd. De dokter was bewusteloos en moest een nabij huis binnengedragen worden. Dit zou weleens zijn eigen huis geweest kunnen zijn, want het incident vond plaats bij de spoorhalte Soestdijk. Maar ook in het gezin van hem waren er tragische gebeurtenissen, in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 25 juli 1888 stond het volgende bericht:

Betrokken bij de Soester samenleving
Maatschappelijk gezien was Batenburg ook betrokken bij de Soester samenleving, bij de oprichting van de Soester Brandverzekering in 1885 was hij commissaris. Ook bij de Soester Paardentram Maatschappij bekleedde hij een commissariaat. Of het als tussenpersoon optreden voor een min ook onder maatschappelijk werk valt moet u zelf maar beoordelen. Deze advertentie komt uit de krant "Het nieuws van de dag : kleine courant" van 12 juni 1886. Natuurlijk was Batenburg nauw betrokken bij de R.K. parochie, bij het 40 jarig priesterfeest in 1896 van pastoor Van Peer was hij de voorzitter van 2-I anustus. 7912 het feestcomité. Ook werd hij lid van de Commissie tot wering van schoolverzuim die in maart 1901 door de gemeente Soest opgericht was en door de mede commissieleden tot voorzitter benoemd. Toen de 'Openbare Teekenschool' in oktober 1902 opgericht werd was hij bijna vanzelfsprekend lid van de commissie van toezicht.

Zaterdag 15 juli 1905 werd voor de dokter en zijn gezin een feestelijke dag, er werd gevierd dat hij 25 jaar gemeente geneesheer in Soest was. In de kranten wordt hij bejubeld tot in de zevende hemel en van de bevolking krijgt hij uit handen van de heer A.G.Wilkens een boekenkast met album. De boekenkast was van eikenhout met koperen beslag en in houtsnijwerk de jaartallen 1880 en 1905 aangebracht, het album was door de nonnen van het St. Josephsgesticht samengesteld. Onder de feliciteerders was de weduwe Bosboom, de vroegere vroedvrouw. De dag werd afgesloten met een concert van Patientia (PVO). Bij het 30 jarig jubileum verschijnt PVO weer, de dokter maakt bekend dat hij 1 januari 1911 stopt met de praktijk. Bij het bespreken van zijn opvolger blijkt weer dat Soesterberg niet door Batenburg bediend werd. Toch gingen de doktoren Batenburg en Rupert op een van de laatste dagen van december 1910 gezamenlijk naar Soesterberg, onderweg op de Paltz bleek de hulp voor een omgevallen fietsende Rijksambtenaar te laat. Naast dokter was Batenburg natuurlijk vader, gezien de drukke werkzaamheden is het toch waarschijnlijk dat het grootste gedeelte van de opvoeding door moeders gebeurde, bijgestaan door een kinderjuffrouw. Wel gingen de zonen om te studeren algauw intern. In het bevolkingsregister staat onder andere Katwijk (seminarie Warmond) en Kerkrade (Rolduc) genoemd.

Na de beëindiging van zijn werkzame leven kwam er iets meer tijd voor ontspanning. Op een dag in augustus 1912 ging het gezin (waarschijnlijk alleen de thuiswonende kinderen) een dagje naar Apeldoorn. Vermoedelijk hebben ze een automobiel gehuurd en met zoon Jan aan het stuur, die 26 februari 1912 zijn rijbewijs gekregen heeft, zijn ze afgereisd naar de Veluwe. Zouden ze daar Paleis "Het Loo" bezocht hebben? Maar na afloop van een gezinsuitje liep het verkeerd af, zie het krantenbericht. Zou de automobiel aan de dokter toebehoord hebben en was hij de chauffeur? Negen dagen later is hij overleden op 28 augustus 1912.

Tenslotte een overzicht van de dertien kinderen van dit echtpaar, opvallend is dat deze kiezen voor beroepen die veelvuldig in de familie Batenburg voorkomen.
• George 1878-1947 bouwkundig technicus, overleden te Soestdijk.
• Bernard 1879-1960 pastoor, plebaan van de kathedrale kerk Utrecht, overleden te Soestdijk.
• Theresia 1880-1968 gehuwd met een notaris, overleden te Soestdijk.
• n.n. levenloos geboren 1882-1882. • Frits 1883-1884.
• Herman 1885-1965 pastoor.
• Toon 1886-1957 huisarts in Amersfoort, volgens De Eembode van 2 december 1913 is hij geslaagd voor het artsexamen te Utrecht, te laat om zijn vader op te volgen, de geschiedenis herhaalt zich.
• Maria Margaretha Wilhelmina Hubeitina 1887-1888 uit het raam gevallen en overleden.
• Jan G.A. 1888-1955 gemeentesecretaris van Soest, uitgebreide levensbeschrijving door Wim de Kam in het herfstnummer 2000 21e jaargang nummer 2 van dit blad.
• Michael 1890-1963 bouwkundig technicus.
• Melchior1891-1971 pastoor.
• Ida 1894-1942 gehuwd met een tandarts.
• Karel 1895-1967 notaris. Zijn zoon Karel J.J.F. Batenburg (1923-1999) nam de praktijk over van zijn oom Toon en was ook huisarts te Amersfoort. Bij de achterkleinkinderen zijn ook alweer twee artsen gesignaleerd: Josefine Batenburg is revalidatiearts en de in Soest geboren René Batenburg is huisarts in Huizen.

Dokter Batenburg wordt opgevolgd door dokter Rupert,ook als gemeente geneesheer. Over deze bekende doktersfamilie zal Frank Rupert het een en ander beschrijven in een volgend nummer van dit blad

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto