Hans Kruiswijk
Dat is de stellige opvatting van de 93-jarige mevrouw Fugers-Mineur bij een terugblik op de 16 jaren, dat zij als vroedvrouw de bevolking van Soest diende. De in Amsterdam geboren Soestse kwam op 9-jarige leeftijd in haar huidige woonplaats terecht. Na vijf jaar verhuisde het gezin naar Brabant, waar Christel Mineur op 18-jarige leeftijd startte met de opleiding tot verpleegkundige en die ook afmaakte. Een oudere zus volgde de vroedvrouwenopleiding in Heerlen. Daar voelde Christel ook wel wat voor. Ze bewandelde dezelfde weg en slaagde op 26-jarige leeftijd. De kersverse verloskundige wilde graag terug naar Soest. Dat lukte door in 1946 de praktijk over te nemen van een collega die op de Pelikaanweg woonde. "Toen had ik een eigen praktijk en was ook meteen gemeentelijk vroedvrouw. Bij de gemeente verdiende ik niks, behalve als ik in het woonwagenkamp een bevalling deed. Ik verdiende in de praktijk 17 gulden vijftig. Daar moest ik alles voor doen: een half jaar controle, dan de bevalling en dan nog tien dagen nazorg. Een bevalling deed ik gans alleen. Stuitliggingen en tweelingen hoorden daar ook bij. Ook bevallingen van vrouwen die al een keizersnede achter de rug hadden kwamen voor. Wat een verantwoordelijkheid eigenlijk. Maar ik vond het het mooiste beroep. Telkens was het weer een wonder als er een kindje ter wereld kwam."
Arm
Christel heeft veel zorgen gezien. De armoede in Soest was groot. "Soms moest ik een gordijntje gebruiken om het kindje af te drogen. En als er geen badje was, dan gebruikte je de broodtrommel. Daar past zo'n kindje prima in. Veel arme mensen woonden 'achter Den Engh' Op een koude winternacht hielp ik eens een moeder aan de Wieksloot die haar vijfde kindje kreeg. t' Ging zo snel dat het kindje dampend geboren werd in het onverwarmde slaapkamertje van het simpele huisje. De damp sloeg er af, want er was alleen een kacheltje in de woonkamer. Ik deed op een keer een bevalling, waarbij het laken van de kraamvrouw in de bedstee was vastgevroren aan de muur. Bij nacht en ontij ging ik op pad. Om 24.00 uur ging de straatverlichting uit en dan moest ik in het stikdonker in mijn eentje De Eng over. Wat heb ik geploeterd. In de winter duwde ik mijn fiets door de sneeuw en na een storm moest ik over omgevallen bomen klauteren. Dikwijls was er geen geld. Dan kreeg ik wel eens een stuk spek mee als betaling voor de verleende diensten.
Woonwagenkamp
"Ik moest een keer een bevalling doen op het woonwagenkamp in De Birkt. Dan ging er een agent mee. De kampbewoners vonden dat maar niks, ze voelden zich beledigd. Op een nacht kwamen twee mannen van het kamp me met een auto ophalen. Er zat geen dop op de radiator en er was geen voorruit. In de bocht vloog de deur eruit. Toen moest ik me heel goed vasthouden, anders was ik uit de auto gevlogen." Cluistel ziet het verleden allemaal nog als film voorbij gaan. "In mijn hart ben ik altijd vroedvrouw gebleven. Later kom je de moeders nog eens tegen met hun gegroeide kindje. 'Weet U het nog', krijg ik dan te horen. "Ik denk nu nog wel eens dat er 's nachts gebeld wordt. Maar die tijd is voorgoed voorbij."
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.