Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Gezondheidszorg in Soest (4); een tweede dokter

Ton Hartman

Aan het einde van de negentiende eeuw komt er wel wat ruimte voor een tweede arts. Deze moet het dan hebben van de 'kruimels' die dokter Batenburg laat liggen. Begrijpelijk dat deze dokters het dorp Soest alweer gauw verlaten om zich te vestigen in een plaats met meer mogelijkheden. Inderdaad krijgen de kort in Soest werkzame artsen navenant meer aandacht, hun weerslag in de archieven is meestal groter.
Door Ton Hartman

Docter Bax
De eerste dokter die het probeert als vrije vestiging was Dirk Bax (1864-1937). Zijn vader was predikant, onder andere in StadDelden, de geboorteplaats van Dirk. Docter Bax vestigt zich vanuit Utrecht (waarschijnlijk net afgestudeerd) op 13 maart 1895 te Soest, hij gaat inwonen bij Hendrik Ebbenhorst en Cornelia de Ruijter op de Brinkweg B 90. Volgens de interpretatie van Gérard Derks is dat in de huidige situatie ter plaatse van het appartementencomplex Beverstein aan de Korte Brinkweg. Hij plaatst een advertentie in de krant "Het nieuws van de dag: kleine courant" van 8 april 1895. Als promotie laat hij zich fotograferen voor zijn woonadres en dankzij de Stichting Groene Graf is een fotokaart bewaard gebleven.

In de levensbeschrijving van dokter Batenburg (1846-1912), gepubliceerd in het winternummer 2014 van dit blad, wordt het fatale `comazuipen' bij de oplevering van de boerderij van Kraaikamp op 3 juni 1996 al gememoreerd. Volgens enkele kranten was dokter Batenburg de reddende engel voor drie drinkebroers, maar volgens De Standaard van 10 juni 1896 was het juist dokter Bax die het leven gered had van de onfortuinlijke drinkers. Voor Jacobus van 't Klooster (24 jaar) en Gerrit Westerveld (22 jaar) mocht de hulp van de dokter niet meer baten. De jenever die rijkelijk gevloeid had is nog wel op de kwaliteit onderzocht.

Op 31 augustus 1896 wordt Dirk Bax benoemd tot gemeente geneesheer van de Wieringerwaard, daar vond hij ook de ware liefde. Er verschijnt een ingezonden brief in "Het nieuws van de dag: kleine courant" van 19 september 1896 waarin in bedekte woorden betreurd wordt dat de gemeente Soest geen financiële vergoeding aan de vertrekkende dokter wil geven. Uit een reactie op deze ingezonden anonieme brief in dezelfde krant van 5 oktober 1896 wordt iets meer duidelijk. Ongeveer 50 gezinnen maken al langere tijd gebruik van een dokter uit Baarn (dat zal Sytze Greidanus zijn). Voor de overige 800 gezinnen is er misschien wel werk genoeg, maar er zijn te weinig draagkrachtige gezinnen die de kosten kunnen opbrengen. Verder wordt opgemerkt dat niet elke bevolkingsgroep zijn eigen dokter kan hebben, vrijwel zeker doelt degene die reageert (ook zijn of haar identiteit wordt niet vermeld) op de geloofsovertuiging. Betalingstermijnen werden vroeger nogal ruim genomen, de oproep om de laatste zaken te regelen verscheen pas op 21 augustus 1897 in de Gooi en Eemlander.

Dokter Vermeij
Jan Albertus Wouter Vermeij (1851-1939) is geboren in het Friese Wonseradeel. Waarschijnlijk was zijn vader daar Hervormd predikant in de kerk van Exmorra. In 1877 trouwt hij in Amsterdam voor de eerste maal, zijn beroep is dan officier van de gezondheidsdienst. In 1887 huwt hij te Maastricht met Cecilia Henriette de Waal (1864-1938). Vermeij was de eerste dokter met tropenervaring in Soest, zijn 2de vrouw was teBataviageboren. Ook de twee oudste kinderen zijn te Ambonia geboren, een van de Molukse eilanden.
Via Arnhem is hij naar Soest gekomen. Bij het raadplegen van het bevolkingsregister van Soest komen we regelmatig mensen tegen die teruggekeerd zijn uit de koloniën, voor hen zal het zeker vertrouwen gegeven hebben dat dokter Verweij daar ook ervaringen had opgedaan. Drie kinderen zijn in Nederland geboren, waarvan twee in Soest. Het huis van dokter Vermeij aan het Kerkpad ZZ (ter hoogte van nr. 25) huis, dat het gezin Vermeij bewoonde, had al meer dokters gehuisvest, als eerste de heelmeester en accoucheur Romijn (zie het herfstnummer 2014 blz. 32 ) en ook dokter J.C. Kuiper voor een kortere periode (zie het zomernummer 2014, blz. 40). Het huis stond aan het Dorpsvoetpad, het huidige Kerkpad ZZ, en had verschillende namen. In de Tweede Wereldoorlog is het zodanig beschadigd dat ervoor gekozen is om te slopen.

De ziekte tuberculose (tering) heeft Nederland eeuwenlang in de greep gehad en voor de bestrijding werden sanatoria opgericht. Elke Soester kent nog wel Zonnegloren, maar voor dat het opgericht was, was er al veel water door de Eem gestroomd. Vermeij was een van de ondertekenaars die in Baarn voor de gemeenten Soest, Baarn en Eemnes een afdelingscomité gevormd hadden voor de vereniging tot stichten van volks-sanatoria voor behoeftige longlijders.
Soms wordt de dokter wel erg uitgebreid bedankt, zie de advertentie uit de Gooi en Eemlander van 13 maart 1897. Besselsen, een brievenbesteller die aan de Wijksloterweg woonde en zijn vrouw Jannetje van Ginkel plaatsten een advertentie. Vermeij ambieerde de armenpraktijk van Soesterberg, het is wel duidelijk dat zijn praktijk nog wat patiënten kon gebruiken, vanaf 1899 was hij officieel aangesteld als genees-, heel- en verloskundige voor het Soesterbergse gedeelte van de gemeente, dr. J.G.A. Batenburg bleef belast met de lijkschouwingen. Ook voor dokter Vermeij bleek Soest geen vetpot, hij hield het begin 1902 alweer voor gezien en vestigde zich op 27 maart met gezin in Bussum. Daar is hij nog ruim 30 jaar huisarts geweest tot op hoge leeftijd. In 1934 legde hij zijn praktijk neer. Helaas heeft een zoektocht naar een portretfoto van deze dokter nog geen resultaat opgeleverd, zelfs het gemeente archief Bussum en de Historische Kring Bussum konden ons daarbij niet helpen.

Dokter Schoonenbeek
Hendrik Pieter Schoonenbeek (1872 -1952) is in Amsterdam geboren, zijn vader was koffiehuishouder aan de Kalverstraat bij de Dam. De eerste vermelding die we tegenkomen is dat hij zich gevestigd heeft in Baarn. De pas afgestudeerde arts heeft een reis naar Zuid-Amerika gemaakt (G&E 10-2- 1900). In de Gooi en Eemlander van 2 maart 1901 wordt vermeld dat hij benoemd is tot gemeentegeneesheer in de gemeenten Usselmuiden, Wilsum en Grafborst. Voordat dokter Schoonenbeek benoemd wordt, worden zijn gegevens nog nagetrokken, bij de burgemeesters van Baarn en Waddinxveen (hij was daar tijdelijk werkzaam) wordt gevraagd naar bijzonderheden. Wat de precieze reden van zijn kortstondige carrière in de drie Usselgemeenten is geweest zal niet meer achterhaald kunnen worden, maar een combinatie van factoren zal meegespeeld hebben.

Dokter Vermeij was vertrokken, dokter Greidanus in Baarn was wethouder geworden, zijn moeder en zus woonden nog in Baarn. Mogelijk was de landelijke omgeving te rustig voor de geboren stadsjongen. Per 1 mei 1903 verkrijgt hij op eigen verzoek eervol ontslag in de Usselgemeenten, vermoedelijk was verhoging van de jaarwedde niet mogelijk. Hij vestigt zich in Soest op 5 mei 1903 en wordt op de gemeentelijke lijst van medici in 1904 voor het eerst genoemd. Zijn eerste woning in Soest stond aan de latere Van Weedestraat, aan de polderzijde, ongeveer ter hoogte van de latere F.C. Kuijperstraat. Ook in zijn Soester tijd bleef hij betrokken bij de Baarnse samenleving, hij werd daar bestuurslid van de plaatselijke afdeling van "Toonkunst" (G & E 30-9- 1905). Toen dokter Batenburg met zijn praktijk stopte (eind 1910) kwam ook het gemeentelijk geneesheerschap vrij. Aangezien dokter Schoonenbeek al aardig ingeburgerd was, vonden verschillende inwoners van Soest dat deze functie wel aan hem toebedeeld mocht worden. De gemeenteraad moest daarin de beslissing nemen en koos met 7 stemmem voor en 4 tegen voor de nieuwkomer J.H.A.Rupert.Er waren nog wat ingezonden brieven in de kranten die het opnamen voor hem, maar dat mocht niet meer baten. Wel verkreeg hij de betrekking als arts voor de Commissie van Weldadigheid voor de minder bedeelden per ingang van 1 januari 1911.

Moderniteit
Schoonenbeek was een dokter die met zijn tijd meeging, hij was de eerste dokter in de gemeente Soest die zich met een eigen automobiel ging vervoeren. In december 1909 verkreeg hij zijn rijbewijs en de 'kentekenplaten', zal ooit nog achterhaald worden welk automerk met nummer L 1032 rond reed? Vooruitziende op deze wijze van vervoer doet hij al op 21 maart 1908 een adres (verzoek) bij de gemeenteraad van Soest om verbetering van de weg langs de `Wijksloot' (G & E 21-3-1908).

Werkzaamheden
Enkele bijzondere gevallen waar dokter Schoonenbeek bij betrokken was hebben de krant gehaald. De vergiftiging van de kinderen van A.J. Heins (handelaar in kunstmeststoffen en werktuigen) is daar een voorbeeld van. Het gezin had zich in april 1914 tegoed gedaan aan boterhammen met kaas, waarna de jonge kinderen van 6 maanden, 1 1/2 jaar en 2 1/2 jaar ernstig ziek werden. Het oudste kind was zelfs bewusteloos, maar gelukkig is het gehele gezin weer hersteld. De Rijkspolitie ging de kaas onderzoeken. Nu er volop aandacht is voor de herdenking van de Belgische vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog, is deze vermelding toepasselijk. Nadat de eerste maanden de Belgische militairen streng geïsoleerd waren (wat tot de opstand op 3 december 1914 in Kamp bij Zeist leidde) kwam er meer vrijheid. Dit had tot gevolg dat het aantal geboorten in Albertsdorp (waar de gezinsleden van de soldaten ondergebracht waren) toenam. Bij de bevalling van Madam Poncelet op 19 april 1916 werd dokter Schoonenbeek ontboden, achteraf was er kritiek dat de (goedkopere) vroedvrouw het ook wel had kunnen redden.

HillGrove
Als we de geslaagdheid van de carrière afmeten aan de grootte van de woning, dan kunnen we van Schoonenbeek zeggen dat hij succesvol was. Rond 1916 verhuist hij naar Hill Grove, dit was een van de imposante buitenplaatsen in Soestdijk. De realiteit lijkt anders, dokter Schoonenbeek had uit dat oogpunt gezien de juiste bruid gekozen. Hij betrok dat huis na zijn huwelijk op 25 april 1916 met ElisaCarolinade Kat (1877- 19??), geboren in Mijnsheerenland en Westmaas, waar haar vader burgermeester was. Overigens stond in de kadastrale leggers het huis op haar naam. Elisa de Kat woonde in huize "Groenhof", ook al een imposante buitenplaats die bij de lezers nog bekend is als het "Oranje hotel" (gesloopt in 1989).

Zij woonde daar met haar suikeroom Arnoud Marie de *Ore Kat (1857-1916). Evenals dokter Schoonenbeek was hij een van de eerste automobielbezitters in Soest. Gezien haar latere carrière zal zij weleens vaker in de ernaast gelegen huize"Hill Grove" geweest zijn, want daar woonde W.J.Th. Naessens. Deze was samen met zijn compagnon de eigenaar van de "Amsterdamsche Piano en Muziekhandel Duwaer en Naessens". Naessens liet zich door een chauffeur rijden tot op de fatale dag in januari 1915, bij een ernstig ongeluk werd hij dodelijk verwond. Zijn echtgenote vertrok op de dag van de begrafenis uit het landhuis. Notaris Prillevitz kreeg de opdracht een veiling te organiseren om de buitenplaats te verkopen. Blijkbaar was Elisa de Kat erg geïmponeerd van Hill Grove, dat zij onderhands het complex kocht, waarbij zij ook gedacht zal hebben dat het een representatieve dokterswoning voor hen kon worden.
De tuinen van Groenhof en Hill Grove werden gekoppeld tot een park. Schoonenbeek was niet de eerste dokter die in dit pand ging wonen, dokter D.F. van der Pant heeft er tussen 1826 en 1832 met zijn gezin gewoond. Maar alle voorbereidingen leken voor niets gedaan te zijn, dokter Schoonenbeek werd ziek en hij schreef daar later over: de heer Schoonenbeek nl. werd in Febr. 1916 zoo ernstig ziek ten gevolge van een infectie na eene operatie, dat alle hoop op zijn behoud werd opgegeven, lets verder vervolgt hij: de patient keerde gezond terug. Ook de krant (G & E 5 april 1916) berichtte hierover. De wittebroodsweken werden nogal ruw verstoord door het overlijden van de protegé van Elisa: A.M. de Kat. Hij was op 9 mei 1916 in het diaconessenhuis in Utrecht geopereerd en overleed op 11 mei. Het kersverse echtpaar had vermoedelijk een huwelijksreis gemaakt en betrok op 10 mei huize Hill Grove. Daar Arnoud Marie de Kat ongehuwd was, kwam binnen enkele maanden de buitenplaats "Groenhof" in de verkoop. Het echtpaar Schoonenbeek krijgt in juni 1917 een zoon, de namen van het kind: Arnoud Marie geeft duidelijk weer aan wie ze veel te danken hadden.

Einde aan de Soester periode
Hoewel Nederland buiten de Eerste Wereldoorlog is gebleven, waren de gevolgen wel merkbaar. Dokter Schoonenbeek ziet zich genoodzaakt om aan de Commissie van Weldadigheid zijn ontslag als geneesheer aan te bieden. Hij schrijft daar zelf over: De Europeesche oorlog, die 1 augustus 1914 begon en zoo veel ellende alom veroorzaakt [hij zal dit geschreven hebben voor het einde van die oorlog], had ook een noodlottigen invloed op een deel van den werkkring van de Corn. v.Weld. Dr. H.P. Schoonenbeek [hijzelf] zag zich verplicht, den 24 augustus 1917 een schrijven te richten aan het Bestuur met verzoek om ontslag uit zijn functie, daar le benzinegebrek hem verhinderde zijn uitgebreide pracbjk naar behooren te vervullen en 2e de lagere kosten aan apotheekbenodigheden en middelen van vervoer van dien aard waren, dat het salaris, na aftrek van die onkosten geen behoorlijke vergoeding bleek voor de geleverde arbeid. Erg sympathiek klinkt het allemaal niet, om louter alleen vanwege de centen de minstbedeelden hun gezondheidszorg te onthouden. Er zijn nog wel pogingen gedaan voor benzine toewijzing maar dat is niet gelukt zodat dien geneesheer onder dankbetuiging eervol ontslag te verleenen. H.M. de Koningin Moeder (Emma) besloot daarop om de Commissie van Weldadigheid te reorganiseren en de geneeskundige hulp over te dragen aan het gemeentebestuur van Soest. Volgens Schoonenbeek waren er 170 gezinnen afhankelijk van deze hulp. Dokter Schoonenbeek doet zijn praktijk over aan Karel van Dongen, maar per 1 januari 1919 is voor het gedeelte Soesterberg dokter Breen uit Huis ter Heide benoemd tot gemeente geneesheer op een jaarwedde van 600 gulden.

Naar Den Haag
In de gemeenteraadsvergadering van 7 februari 1919 vraagt dokter Schoonenbeek ontslag aan, hij was gemeentegeneesheer van Soesterberg en bediende de armenpraktijk aldaar. Samen met zijn gezin vertrekken ze naar Den Haag, hij gaat daar verder als arts. Na hun vertrek uit Soest gingen ze wel van het leven genieten, aan het einde van 1920 begonnen ze aan een rondreis langs verschillende steden zoals Wenen, Rome, Napels, Soirente (Sorrento?),Meran en Bozen. Thuisgekomen na zes maanden mochten ze een medaille voor de opvang van Oostenrijkse kinderen in ontvangst nemen. Gezien de vermelding in de Soester Courant van 11 juni 1921 zal deze hulp nog betrekking hebben op de Soester periode. Mij is wel bekend dat er sommige Oostenrijkse kinderen, die hier mochten aansterken na de Eerste Wereldoorlog, definitief in Nederland gebleven zijn. Zijn vrouw ambieert een zangcarrière. Niet geheel onverdienstelijk, want ze treedt zelfs op in Wenen, met een 'sonore goedgeschoolde altstem en haar artistieke voordracht' in de katholieke Augustinerkirche (Het Vaderland van 22 mei 1923). Verder verleent ze in Nederland medewerking aan concerten en is zij ook op de nog prille radio te horen.

Manuscript dominee Bos
Voor onze Historische Vereniging Soest — Soesterberg is Schoonenbeek ook van betekenis geweest: hij heeft van de erfgenamen van dominee Bos (1817- 1913) diens manuscript over de geschiedenis van Soest aangekocht. Dokter Schoonenbeek heeft daar nog het een en ander aan toegevoegd, met name zijn eigen gezondheidstoestand en de gebeurtenissen rond de buitenplaatsen Groenhof enHillGrove. Niet overal heeft hij zijn toevoegingen gemerkt. Welke omzwervingen dit lijvige geschrift daarna nog gemaakt heeft is mij niet bekend, maar nu ligt het veilig in het gemeentehuis van Soest. Digitaal kunt u dat inzien via onze website: www.hvsoest.n1 en dan in de tweede regel (onder de oude kerk) de button Hist.bronnen aanklikken, dan kunt u de scans van ruim 570 beschreven pagina's lezen, enige ervaring van het oude handschrift en de verouderde termen is wel vereist. Maart 1931 vernemen we nog het een en ander over de ervaringen van dokter Schoonenbeek in zijn vroegere standplaats Soest, de Baarnse schoolmeester en historicus Pluim verhaalt over de toverheks van Soest naar aanleiding van een brief van dokter Schoonenbeek. Aan de Birkstraat zou 'manke Geertje' het een en ander uitgespookt hebben: kinderen werden onverklaarbaar ziek en de koeien zouden `zwarte melk' hebben gegeven. De beweringen lijken sensationeel, kwalijker is de conclusie van H.P. Schoonenbeek dat nog een groot gedeelte van de Soester bevolking in het volkse bijgeloof heil ziet. Verschillende kranten nemen de verborgen reclame voor het tijdschrift "Eigen Volk" serieus en zette Soest weer een eeuw terug in de tijd.

K. van Dongen
Karel van Dongen (1897-1956) is geboren in Nederlands Oost-Indië. Voordat hij de dokterspraktijk overnam, had hij al eerder kennis gemaakt met Soest, specifiek met een Soester meisje. Op 13 april 1917 treedt hij in het huwelijk met Eva Titia Vlaanderen, een dochter van kunstschilder Johan (J.J.L.) Vlaanderen en Eva Titia vanGelder.Hij komt daarmee in een milieu wat zijn latere loopbaan mede zal bepalen. Zijn schoonmoeder overlijdt op te jonge leeftijd, en zijn schoonvader huwt met de zus van dokter Schoonenbeek. Daarmee lijkt wel aangetoond dat de overname van de praktijk enigszins geregisseerd was. Toch zal de start voor dokter Van Dongen niet geheel gladjes verlopen zijn, de armenpraktijk van Soesterberg was naar dokter O'Breen gegaan. Dokter De Vos had zich vrij gevestigd als derde dokter en speelde de verzuiling ook mee? De bevolking van Soest was voor 2/3 Rooms-katholiek, deze zouden dan volgens de logica van de verzuiling voor dokter Rupert moeten kiezen. De overige 1/3 van de inwoners had twee dokters om uit te kiezen. Het is te hopen dat de Rooms-katholieken een goede gezondheid hadden of hun principes niet te nauwkeurig namen. Wel nam de bevolking in die tijd snel toe, zodat er wel ruimte voor drie artsen kwam. Dokter Van Dongen dient zelf voor een dokterswoning te zorgen, hij gaat aan de Middelwijkstraat wonen. Vanaf 1919 tot in 2014 is de woning bewoond geweest door de achtereenvolgende dokters Van Dongen, Donker en het artsenechtpaar Kuipers. Vrij onverwacht vertrekt Karel van Dongen in 1928 uit Soest, waarschijnlijk is de echtscheiding daarvan de oorzaak. Zijn laatste woonplaats is Driebergen-Rijssenburg. Zijn opvolger is dokter Donker die later behandeld wordt, hij mag nog even in de wachtruimte plaatsnemen.

Geraadpleegde bronnen
* De heer André Westendorp van de Historische Vereniging Jan van Arkel, die de IJsseldelta als werkgebied heeft, is mij behulpzaam geweest met tal van gegevens uit die gemeente.
* De heer Gérard Derks met aantekeningen over eigenaren en bewoners van buitenplaatsen en herenhuizen.
* Gemeente archief Soest, bevolkingsregisters enraadsnotulen, met dank aan J Akker en A. Geers.
* Het Utrechts Archief, rijbewijs en nummerbordregistraties.
* Websites Koninklijke Bibliotheek, krantenarchief Wiewaswie, beeldbank Soest, Stichting Groene Graf Baarn.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto