Ton Hartman
Helaas is het onmogelijk gebleken om van elk monument een individuele beschrijving te maken. Daarom een samenvattend verhaal wat verre van volledig is.
De oude kerk en de toren
Qua bouwwerken is de Oude Kerk met gemak het oudste gebouw, eigenlijk onvoorstelbaar dat met de kennis en materialen uit die tijd zo een solide bouwwerk uit de grond gestampt is. Omstreeks 1350 werd deze kerk gesticht, u zult begrijpen dat bijna 700 jaar geschiedenis niet samen te vatten is. Daarom wordt in grote stappen een schets gegeven van de geschiedenis van dit gebouw.
Rond de eerste millenniumwisseling zal de ontginning in de Soester contreien op gang gekomen zijn. Bij de vestiging van de eerste kolonisten zal de kerstening ook volop aandacht gekregen hebben. De moederkerkbeyondzich te OudLeusden (de toren staat nog fier overeind) en weldra zullen er kapelletjes verschenen zijn waar de geloofsverplichtingen gedaan konden worden. Voorbeelden zijn de kapelletjes op Coelhorst en Isselt welke beiden in de 14de eeuw ontstaan zijn. Mogelijk heeft er als voorganger van de huidige Oude Kerk ook een kleinere voorganger gestaan. Het schip van de kerk schijnt het oudste gedeelte te zijn, bij de bouw van de toren zou het schip met twee traveeën verlengd zijn. Voor de bouw van het (priester)koor zou het altaar westelijk gestaan hebben, dan zou er een mooie lichtval zijn vanuit het gotische raam in de toren. Dubieus want het altaar diende oostwaarts gericht te zijn, priester en volk keken dan die richting uit.
De toren
Bisschop David van Bourgondië schijnt de initiator te zijn voor de bouw van de toren, met de 46 meter hoogte zijn de pretenties van deze magistraat duidelijk, het tonen van macht. Voor de beklimmers geldt dat de 182 treden ook een machtig gevoel geven, zeker in de benauwende wenteltrap. Maar bovengekomen is het uitzicht dan ook prachtig over de weidse omgeving.
De oudst bekende tekening van kerk en toren dateert rond 1652, de maker is Guillam DuBois(1625-1680). Hij heeft de schets gemaakt met zwart en rood krijt en afgewerkt met penseel in grijs. De prent is 23 bij 19,8 cm groot en wordt bewaard in het Rijksprentenkabinet (Rijksmuseum Amsterdam).
De Franse tijd
Napoleon besloot dat alle kerktorens als militair object in overheidshanden moesten komen, zo dus ook de toren van Soest. Rond die tijd was er ook gesteggel of de kerk weer terug moest naar de katholieken, in dorpen zou de grootste geloofsgroep de originele dorpskerk tot hun beschilcking krijgen. Ook in Soest ontbrandden een machtsstrijd om de kerk, dankzij traineren bleef de kerk behouden voor de Hervormden. Wat verder nog eens uitgezocht moet worden is het gebruik van de Oude Kerk in die eeuwen, er zijn signalen dat de katholieken op sommige momenten wel de kerk konden gebruiken. Onder de grafstenen die zich nog in de kerkvloer bevinden lijken ook katholieken namen te herkennen te zijn.
Tweede helft 19de eeuw
Dankzij het testament en de daaruit voortvloeiende financiële steun van de overleden dominee Onink kon er ingrijpend onderhoud en wijzigingen plaatsvinden rond 1850. Als vanouds kon na de renovatie de kerk weer bezocht worden door weer door de toren te lopen, dat was enige tijd niet mogelijk geweest.
Bij een brand in 1875 is het interieur van de kerk grotendeels uitgebrand. De oorzaak was een omgevallen stoof met gloeiende kooltj es (steenkolen zullen toen nog wel een luxe product geweest zijn). Van het orgel bleef niet veel over maar gelukkig was Prins Hendrik (de broer van koning Willem III)bereid een nieuw Baz orgel te schenken. Waarschijnlijk zijn er toen wat wapenborden aan het vuur ten offer gevallen. Gelukkig zijn er een tiental gespaard gebleven en deze vertellen een stuk familiegeschiedenis. Daarvoor verwijzen we u graag naar de publicatie "Soest in de zeventiende en achttiende eeuw" van Gérard Derks en Mieke Heurneman.
Restauraties
In vroeger tijd zal het groot onderhoud geheten hebben maar in de 20ste eeuw raakte het woord restauratie in zwang. Rond 1905 werd de toren in de steigers gezet en onder leiding van rijksbouwmeester Pierre Cuypers is er ingrijpend gerenoveerd. Cuypers is onder andere bekend van het rijksmuseum in Amsterdam en kasteel De Haar in Haarzuilens. Of hij er een persoonlijke noot wilde aanbrengen of andere redenen had is niet bekend maar de wijziging van de bevestiging van de wijzerplaten is wel beeldbepalend geweest. De kerk en toren zijn vaak decor geweest voor vele prachtige tekeningen, schilderijen en fotografieën, voor de datering is de plaats van de wijzerplaten een goed hulpmiddel. Was deze wijziging de macht van de architect?
Bij dezelfde restauratie is een unieke beeldenvondst gedaan. Mijn inschatting is dat in eerdere tijden de beelden ook wel opgemerkt zijn door timmerlui of de koster maar dat die altijd gedacht hebben; "laat die ouwe meuk maar onder het stof liggen, het ligt niemand in de weg". Dat P.J. Cuypers als kunstkenner en met name kerkelijke kunst daar anders over dacht is maar gelukkig, anders waren ze misschien wel een keer weggegooid. Naderhand is de toren in 1991 weer in de steigers gezet en opnieuw opgekalefaterd.
H. Familiekerk
In de dertiger jaren van de vorige eeuw is de roomskatholieke bevolking in de gemeente Soest (inclusief Soesterberg) zodanig gegroeid dat er behoefte is aan een vierde kerk. Dat de locatie in SoestZuid gezocht werd is aannemelijk, in deze wijk zijn toen verschillende bouwplannen gerealiseerd. De omliggende parochies moesten 'beminde gelovigen' inleveren en van deze nieuwe parochianen wordt een geldelijke bijdrage verwacht. Ten gevolgen van de crisisjaren kan pas in 1938 begonnen worden met de bouw, de bouwgrond is verkregen van het echtpaar Evert Hilhorst en Jarmetje van 't Klooster. Als dank en ter herinnering is door Abram Stokhof de Jong hun huisje afgebeeld in de wandschildering op het priesterkoor. De wandschildering stelt de triomferende kerk voor, centraal het kruisbeeld met daarom heen verschillende heiligen, helaas is de identiteit van niet alle heiligen te achterhalen. In de sterk verzuilde samenleving die voor en na de oorlog in Nederland heerste was het de bedoeling dat er bij geloofsgenoten gewinkeld werd. Vaak wordt dan het voorbeeld van de bakker aangehaald. Voor Soest was dat zeker geen goed voorbeeld, Gijs van Brummelen (hervormd) was blij met zijn katholieke klanten, want daar was de gezinsgrootte aanmerkelijk groter, dus ook de omzet. Het toeval wil ook dat het aantal bakkers in Soest van protestantse huize aanzienlijk groter was, maar de katholieke inwoners een ruime meerderheid vormden.
Met de bouw van de kerk werd wel geëist dat de uitvoerenden de katholieke godsdienst belij den, protectionisme was in die tijd niet vreemd. Mocht een van de timmermannen op zijn duim slaan was het wel gewenst dat hij zijn verwensingen bij de juiste Vader liet horen. Binnen de katholieke kerk was het fenomeen bouwpastoor een bekend gegeven, aan hem de taak om alles wat met de bouw te maken had te regelen, tot aan de financiering toe. Voor deze kerk werd de eerwaarde heer Rut Lommerse (1895-1968) aangesteld.
Klokken
In de toren hangen een drietal kerkklokken waarmee de kerkgangers naar de kerk geroepen kunnen worden. De oudste klok (voor klokbegrippen niet erg oud) dateert uit 1939 en is genaamd "de H. Familie". De klok weegt 625 kilo en is geschonken door RudolphusSchneider,een textielfabrikant uit Delden. Voordat bouwpastoor Lommerse naar Soest-Zuid kwam was hij kapelaan in Delden. Tijdens de klokkenroof in de Tweede Wereldoorlog is deze klok gespaard, op de door de Duitsers gebruikte lijst was de klok niet aangemeld. Zodoende kon tijdens de meidagen van 1945 de bevrijding in Soest dan toch nog met deze klok ingeluid worden. Later, in 1953, zijn er nog twee klokken bijgeplaatst; St. Joseph met een gewicht van 1025 kilo en Maria, deze weegt 750 kilo, ook werd toen het handmatig luiden beëindigd.
Carolus Borromeus kerk Soesterberg
Gelegen aan de Rademakerstraat, toepasselijk want zonder Ludovicus Rademaker was de kerk in die tijd nooit gekomen. Enerzijds was het een pastoor die zijn hele ziel en zaligheid in het kerkgebouw en gemeenschap stak, anderzijds LL was het een man die het conflict I H H H zeker niet schuwde. Nu is het oorspronkelijke kerkgebouw allang verdwenen en dateert de huidige kerk uit 1953. Ook het alleenheerserschap uit de tijd van Rademaker is verdwenen, er zijn geen dorpspastoors meer en de zeggenschap is veel meer verdeeld in de geloofsgemeenschap. Netals de H.Familiekerk straalt deze kerk door de traditionele bouw nog het gevoel van het 'Rijke Roomse leven" uit.
RK kerkhof
Aangelegd in de tijd van pastoor Rademaker zo rond 1840. Ook hijzelf is op dit kerkhof begraven, helaas is de originele zerk niet meer aanwezig. Het stoffelijk overschot ligt nu onder een steen uit de jaren 50 van de vorige eeuw. Het is een kerkhof van uitersten, de prachtige graven van de toen nog machtige familie Bosch van Drakensteijn tegen de eenvoudige graven van de gewone dorpsbewoners. Of de wellicht wat bombastische grafornamenten van de bewoners van Beukbergen tegenover de gesneuvelde Franse en Belgische geïnterneerden uit de Eerste Wereldoorlog en het Interbellum.
Museum Oud Soest
Onder welke naam moeten wij dit gebouw omschrijven? Gebouwd als Sint Josephgesticht maar inmiddels meer bekend als Museum Oud Soest. Het gebouw toont de macht van de plaatselijke katholieke bevolking in de tweede helft van de negentiende eeuw. Nadat pastoor Steenhoff eerst een groots kerkgebouw met bijbehorende pastorie gesticht had heeft hij luttele jaren later ook de aanzet gegeven tot de bouw van dit voormalige klooster. Pastoor Steenhoff kan dan wel als de grote animator gezien worden, de plaatselijke bevolking diende toch de pecunia daarvoor bij elkaar te schrapen. Het grootste gedeelte van de inwoners van Soest was werkzaam in de landbouw en veeteelt, gezien de prestatie die met deze bouwwerken geleverd is was het landbouwbedrijf zeker geen achterlijke bezigheid. Inmiddels zijn we zover dat de principes van een klooster niet meer bij iedereen bekend zijn. Het is een leefgemeenschap van broeders of zusters die hun leven in dienst stellen van God en maatschappij. Naast gebed betekent dat zorg voor jeugd en/of ouderen zoals onderwijs en verpleging. Tot de Tweede Wereldoorlog zijn deze doelen nagestreefd. Tijdens de bezetting is het gebouw op een gegeven moment opgeëist door de Duitsers en gebruikt als onderkomen voor soldaten. Na de oorlog is het nog even gebruikt voor internering van NSB'ers en andere foute mensen.
Even later is het gebouw weer voor het oorspronkelijke doel in gebruik genomen maar veranderingen in de ouderenzorg en secularisatie hebben ertoe geleid dat het gebouw in de jaren zestig van de vorige eeuw een andere bestemming kreeg. Welke organisaties of instellingen dat waren is een beschrijving waard. Naast het Gildehuis en Artishock is nu Museum Oud Soest de gebruiker van het monumentale pand. Ook voor onze Historische Vereniging Soest — Soesterberg is het de thuisbasis van waaruit de vereniging aangestuurd wordt. Ondanks dat het gebouw meer ingebouwd is blijft de pracht herkenbaar.
Cenakel
Een uitgebreide beschrijving met veel achtergrondinformatie van de hand van Coby van Esseveld heeft u in de vorige Zoys kunnen lezen.
Geraadpleegde bronnen
• Een stukje geschiedenis van de "Oude Kerk" in de kerkebuurt te Soest, voor de reformatie de "St. Petrus en Pauluskerk", Elias de Bree, gepubliceerd in dit blad lste jrg. Nr. 2 herfst 1980.
• Proces verbaal, auteur onbekend, gepubliceerd in dit blad 5de jrg. Nr. 1 zomer 1984.
• De Oude Kerk van Soest in de zeventiende eeuw. H. Bronkhorst, gepubliceerd in dit blad 10de jrg. Nr. 3 winter 1989/1990.
• Restauratie van de toren van de Oude Kerk, J.E.J. Hilhorst, gepubliceerd in dit blad 12 jrg. Nr. 1 zomer 1991
• De klokken van de H.Familiekerk Soest-Zuid, A.G. Hartman, gepubliceerd in dit blad 13de jrg. Nr. 3 winter 1992/1993
• Familieparochie, J.E.J. Hilhorst , gepubliceerd in dit blad 18de jrg. Nr. 1 zomer 1997
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.