René van Hal en Ton Hartman
Binnenkort is de abdicatie van H.M Koningin Beatrix als koningin van Nederland, daarnaast heeft zij ook de titel Vrouwe van Soest. In dit artikel even iets over deze titel en de traditie van de `koningslinde'. Verder wordt even gememoreerd aan de bezoeken van Beatrix aan Soest.
Ambachtsvrouwe
'Vrouwe van Soest' is nog een relict uit de landsheerlijke tijd waarin de ambachtsheer — in enkele gevallen de ambachtsvrouwe - de machtigste persoon in een plaats of gebied was. Op bijna feodale wijze was hij of zij gemachtigd om alle bestuurders, predikanten en belastinginners te benoemen. Dit wordt het zogenaamde collatierecht genoemd.
De eerste ambachtsheer uit de familie van Prinsen van Oranje was Prins Willem III, hij werd als stadhouder de redder van de Republiek gezien. Voor zijn verdiensten schonken de Staten van Utrecht niet geheel vrijwillig de hoge heerlijkheid van Baarn, Soest en de beide Eemnessen aan WillemIII.Het gerechtsbestuur werd ook samengevoegd. Na zijn overlijden in 1702 verviel deze heerlijkheid weer terug aan de Staten van Utrecht. Om financiële redenen verkochten de Staten in 1714 weer deze heerlijkheden maar het afzonderlijke gerechtsbestuur van Soest bleef gehandhaafd. Soest werd gekocht door de weduwe van stadhouder Johan Willem Friso, namelijk prinses Maria Louise van Hessen Kassel,ook wel bekend als "Marijke Meu". Daarmee hadden we dus de eerste 'vrouwe' van Soest.
Wapenschild
Het Oranjecomité van Soest en het toenmalige gemeentebestuur vonden het een goed streven om deze titel wat meer zichtbaar te maken. Daarvoor is in de Nieuwe Kerk in Amsterdam in november 1991 een wapenschild onthuld waar deze titel op vermeld staat. De onthulling vond plaats in aanwezigheid van burgemeester Hans de Widt (en zijn echtgenote) tezamen met de voorzitter van het Oranjecomité Wim Hilhorst. De herinnering daaraan is al gedeeltelijk vervaagd dus mocht er een Soester uitverkoren worden om de inhuldiging bij te wonen, of hij/zij ook even een foto van dat wapenschild wil maken.
Gedenkbomen
Lindebomen hebben al eeuwenlang een bijzondere betekenis voor de bewoners van Soest (net als elders). Zo moesten de eerste boeren van Soest hun tijns (een soort pacht) onder de lindeboom op de Brink in Baarn aan de vertegenwoordiger van de landheer betalen. Ook de plaatselijke rechtspraak vond vroegtijds in de geschiedenis plaats onder de lindeboom. Dat de nagespeelde historische rechtszitting in 2004 onder de lindeboom in de Kerkebuurt plaatsvond was dus geheel terecht. Bij buitenplaatsen, boerderijen en andere bebouwing stonden de leilinden vaak op een prominente plaats. Het veelvuldig aanwezig zijn van linden rondom boerderijen en buitenplaatsen is ook te verklaren doordat de linden een extra aantrekkingskracht hebben op bliksem waardoor de opstallen worden beschermd tegen deze bijzondere weersomstandigheden.
Gedenkbomen zijn vaak ook lindebomen. De eerste boom waarvan we weten dat deze opgedragen is ter ere van iets is vrijwel zeker de Gildeboom. Mogelijk heeft er al een Gildeboom gestaan bij de vroegere herberg De Swaen op de hoek van Kerkpad NZen de Korte Melmweg. De Gildeboom die ouderen zich nog kunnen herinneren stond op de kruising van de F.C. Kuijperstraat en de Korte Brinkweg. Vanwege de toegenomen verkeersdruk bleek deze boom een 'sta in de weg' en is in 1952 omgezaagd. De vervangende boom is geplant op de kruising Grote Melmweg en Lange Brinkweg en daar wordt door de leden van het Groot Gaesbeeker Gilde eens in de 4 jaren omheen gedanst als opening van het teerjaar.
Wilhelminaboom
Wanneer de Wilhelminaboom geplant is hebben we nog niet kunnen achterhalen, maar het meest waarschijnlijk is bij haar aanvaarding van de troon in 1898. In het krantenarchief wordt de boom enkele malen genoemd, bijvoorbeeld in juli 1913, november 1921 en januari 1931. De laatste keer was vandalisme aan het beschermende hekwerk het onderwerp, met dank aan de jeugd van toen! De boom staat duidelijk herkenbaar (nu zelfs opgefleurd met een breiwerkje uit het 'breicafé') op het kruispunt Korte Brinkweg en Van Weedestraat wat toch de meest prominente plaats is ten opzichte van de andere gedenkbomen.
Beatrixbomen
In Soest zijn ter gelegenheid van de 50"e verjaardag van Koningin Beatrix in 1988 wel drie Beatrixbomen geplant (Nieuwerhoekplein, Soesterbergsestraat hoek De Beaufortlaan en aan de Kampweg in Soesterberg). Bij gelegenheid van haar 25-jarig huwelijk met Prins Claus is er op 20 maart 1991 in het Park Klein Engendaal een BeatrixClausboom geplant door de Commissaris van de Koningin jhr. P. van Blokland. Opmerkelijk is dat deze gedenkbomen zijn geplant naar aanleiding van privé gebeurtenissen van de Koningin en Prins terwijl zij begrijpelijkerwijs haar privéleven voor zichzelf houdt. Ter gelegenheid van het 25 jarig regeringsjubileum heeft het Oranjecomité in 2005 nog een tulpenboom aangeboden die nu ook een Beatrixlinde genoemd wordt. Deze kunt u vinden aan het Nassauplantsoen. Vluchtig onderzoek ter plekke gaf geen aanwijzing hoe het deze bomen vergaan is. Heeft de boom op het Nieuwerhoekplein het loodje gelegd bij de reconstructie van de rotonde? De andere bomen staan in een boomrijkere omgeving maar zijn niet of niet erg duidelijk gemarkeerd, volgens de Soester Courant was vlak voor het planten bovendien niet bekend welk soort aangeplant zou worden. Navraag in het gemeentehuis levert op dat er wel een registratie is, Soest telt 18 officiële herdenkingsbomen. Onze veronderstelling over de oudheid van de Wilhelminaboom blijkt te kloppen. Daarna komt de Juliana-Bernhardlinde die ter gelegenheid van hun huwelijk in 1937 aan het Dorpsplein in Soesterberg gepoot is, volgens diezelfde administratie is deze niet gemarkeerd. De andere niet hierboven genoemde bomen zijn van latere datums en hebben geen relatie met ons Koningshuis. Misschien is het een idee om een Willem Alexanderboom midden in de kroon op het Nieuwerhoekplein te planten.
Geschenk voor de kleine Beatrix
De na-ijver tussen de gemeenten Baarn en Soest zal ook hier wel een rol gespeeld hebben, maar ter ere van de lste verjaardag van Prinses Beatrix wilde de Soester schooljeugd (lees hier de vereniging Soest Vooruit) een pop aan de jarige aanbieden. Maar om met 1500 kinderen naar Paleis Soestdijk op te trekken werd geen goed idee gevonden. Op 6 februari 1939 mocht een delegatie van vier kinderen naar het paleis. De kinderen waren Piet van de Broek van de R.K. lagere school te Soesterberg, Aardje Fortuyn Harreman van de Van de Huchtschool, Ernst Vermaas van de Kerkebuurtschool en Beppie Hilhorst van de R.K. meisjesschool aan de Steenhoffstraat. (het lijkt wel erg veel toeval dat twee bestuursleden van Soest Vooruit Vermaas en Fortuyn Harreman heten). Een van de kinderen van toen is opgespoord, de nu 87 jarige mevrouw Vos-Hilhorst, ze woont nog steeds in Soest. 'Het was een onvergetelijke dag, maar wat waren wij verlegen. We durfden nauwelijks• om ons heen te kijken. Enkele dagen daarvoor was in de zevende klas geloot wie ernaar toe mocht, toen de naam Beppie Hilhorst genoemd werd wist ik niet of mijn klasgenoot of ik de gelukkige was. Op de dag zelf met mijn mooiste jurk aan naar school en toen met de auto naar het paleis; dat was ook al een belevenis. We werden binnengelaten in de bibliotheek waar even later Koningin Juliana en de kleine Beatrix ook binnenkwamen. Na het overhandigen kregen we nog wat te drinken en werden weer teruggebracht.'
Zij boden daar een "Soester boertje" aan, Prinses Juliana had een half jaar eerder op de Soester Landbouwtentoonstelling al een boerinnetje gekregen, deze was overhandigd door Nel Kok (1916?-2005). De poppen waren gekleed door kleermaker Jan van Hees en mej.Ch.Flapper, de pet was geleverd door dhr. Zijtveld en de klompjes door klompenmaker Van de Kant.
De ponywagen voor prinses Beatrix en haar zussen.
Vlak na de Tweede Wereldoorlog kreeg de wagenmakerij van Jan van den Dijssel (1889- 1970) - overigens kunt u over deze familie nog het een en ander nalezen in het lente en het zomernummer 1999 van dit blad - een belangrijke opdracht; het fabriceren De prinsessen gezeten inde ponywagen, gemaakt door van een ponykar voor het Koninklijke gezin van Prinses Juliana en Prins Bernhard. Terecht was en is de familie trots dat zij dit werk hebben mogen klaren. Maar zoals bij elk bedrijf zal ook daar de schoorsteen moeten roken en zal het niet Pro Deo gedaan zijn. In het bovengenoemde artikel wordt ervan uitgegaan dat het Koninklijk Huis opdrachtgever was. Dankzij een ongedateerd krantenknipsel dat we van de familie Van den Brandeler mochten ontvangen weten we nu dat het iets anders lag. De schenkers waren de `kinderen van Baarn', natuurlijk konden de `kinderen van Soest' daar niet bij achterblijven. De ponykar is niet compleet zonder ingespannen pony dus de `kinderen van Soest' schonken een Shetlander. Mochten er onder onze lezers kinderen van toen zijn die een gift gedaan hebben dan horen we dat graag, maar de grootste bijdrage zal wel gekomen zijn van jhr. Carel Herman van den Brandeler (1894-1953), directeur van de N.V. Olie- en Benzine Importmaatschappij (OBIM). Op een foto zien we een nog jonge prinses Beatrix met twee zusjes met zichtbaar genoegen in de kar zitten, toch een mooi cadeau van de Soester en Baarnse kinderen.
wagenmakerij Van den Dijssel, midden Jan rechts Anto en links Carel
Prinses Beatrix bezoekt Soest incognito
Dankzij Hans Kruiswijk is er nog een mooi verhaal bekend, het gehele verhaal is gepubliceerd in de AD/Amersfoortse Courant van 25 november 2011. We beperken ons tot een samenvatting. Hans heeft contact gehad met Lies van der Goot (1937), zij is opgegroeid aan de Verlengde Talmalaan. Lies is lid geweest van de Soestdijker Kabouterkring, een groepje padvindsters die in mei 1946 opgericht was. Na aanmelding bleek dat het een bijzonder clubje was, ze moest eerst gescreend worden. Prinses Juliana wilde haar kinderen zoveel mogelijk een 'normale' jeugd geven, dus ook met scouting.
Dat ze daarvoor Soestdijkse kinderen koos was eenvoudig omdat ze dan via de achteringang, gelegen ter hoogte waar de Koningsweg op de Biltseweg aansluit, naar het paleisterrein konden komen. Met 15 andere meisjes, waaronder ene Trix, vormden ze de "Totemkring" (genaamd naar een houten vliegenzwam paddenstoel) onder leiding van `Chouette' wat stond voor wijze oehoe. Dat de selectie van de meisjes zich niet beperkt had tot de 'gegoede stand' bleek enige tijd later, Lies was uit haar uniformpje gegroeid en er was thuis geen geld. Juliana zorgde toen voor een nieuw uniform. Dat er soms toch standsverschil was bleek bij de ontmoeting met Lady Baden Powell op 1 oktober 1946, Lies en de andere meisjes aten hun boterhammetjes op het bordes op, Beatrix moest binnen met de ouderen lunchen! Tegen de Kerstdagen van 1948 bracht de patrouille een bezoek aan het kindertehuis Trein 8.28 aan de Kolonieweg. Verkleed als Kerstmannen, opgevuld met kussens en al, lazen ze een spannend kerstverhaal voor. Niemand heeft de hoofd-Kerstman (Trix) herkend, maar de wangen van de meisjes stonden in brand van de aangeplakte baarden.
Een oudere Soesder over Beatrix
Jan Grift, nu 88 jaar, heeft vroeger als bosarbeider/tuinmedewerker bij Paleis Soestdijk gewerkt, in die functie heeft hij het genoegen gehad om haar meerdere malen te ontmoeten. 'Het was een gewone spontane prinses die echt niet uit de hoogte tegen ons deed. Als we haar tegenkwamen groette ze gewoon en sprongen wij echt niet in de houding. Toen ze in Drakensteyn ging wonen hebben we nog wat helpen verhuizen. Het was een winterdag en er lag sneeuw dus konden we buiten niet zoveel doen. Beatrix kon nog wat meubeltjes gebruiken toen ze op `kamers' ging wonen en in haar ouderlijk huis stond nog het een en ander Toen we op Drakensteyn met een kast in onze handen naar binnen wilden lopen hoefden we niet eens ons schoeisel uit te doen, de sneeuw viel er binnen vanaf Nou, dat hoef ik thuis bij mijn vrouw niet te proberen, dan heb je de poppen aan het dansen! ' Zij kijken elkaar vergoelijkt aan, ze kennen elkaar al wat langer.
Jan is vroeger vele jaren hulp-Sinterklaas geweest, niet alleen in Soest, maar ook bij het personeelsfeest van het Paleis, zelfs in het Paleis op de Dam in Amsterdam. De echte Sint Nicolaas maakte geen tijd vrij voor de weledelgeboren prinsenkinderen dus mochten zij ook gezamenlijk met de kinderen van het personeel het Sinterklaasfeest vieren. Buitengewoon aardig was dat oma — toen nog Koningin Juliana — niet liet merken dat Jan maar gewoon de tuinman was.
Jan heeft het grootste gedeelte van zijn leven aan de Wieksloterweg gewoond, in die buurt heeft ook het kunstenaarspaar Ben Joosten en Emmy Eerdmans een tijdje gewoond. Prinses Beatrix, ook geïnspireerd door beeldende kunst, heeft het stel daar thuis bezocht. Haar kinderen hebben zich daar kostelijk vermaakt met de aanwezige bokkenkar, waarbij misschien de Kroonprins de rol van bok wel gespeeld heeft.
Bezoeken van Prinses Beatrix aan Soest
Zij was een trouw bezoekster van tentoonstellingen die door Artishock werden georganiseerd in het Sint Jozefgebouw aan de Steenhoffstraat (het huidige Museum Oud Soest). De tentoonstelling van werk van beeldhouwer Wessel Couzijn en graficus Maurits Escher lokte het echtpaar Van Amsberg op 9 mei 1970 naar Soest. Nog geen maand later was er een expositie van het werk van kunstschilder Jan Verburg die haar op 28 mei 1970 weer naar Soest bracht. Bovendien was zij een van degenen die het initiatief ondersteunde om in Soest een kinderboerderij in te richten genaamd; "De Vrije Teugel". Niet alleen zat ze in het Comité van Aanbeveling, ze heeft ook enkele financiële giften gedaan en zelfs dieren (dwerggeitjes) geschonken aan deze kinderboerderij. Ze was samen met Prins Claus en hun drie zoontjes ook aanwezig op de openingsdag op zaterdag 17 november 1973. Opvallend detail uit het verslag in de Soester Courant; het prinselijk gezin arriveerde in een door Prins Claus bestuurde stationcar.
Het laatste bezoek als Kroonprinses Beatrix aan Soest was op vrijdag 5 oktober 1979. Zij opende toen het nieuw gebouwde dorpshuis "De Borg". Een multifunctioneel gebouw wat nu alweer de derde naam draagt sinds de oprichting, na "De Borg" werd het "C-drie". Deze letters stonden voor Cultureel Creatief Centrum, en nu is dit het huidige"Idea" aan de Willaertstraat 49.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.