Rene van Hal
Archief 1683 — 1907 van het Soester gilde gedigitaliseerd
René van Hal
De auteur is oud-ouderman van het Groot Gaesbeeker Gilde of Sint Aechten Schuttersgilde van Soest en een van de leden aan wie de opbouw en onderhoud van het gilde-archief is toevertrouwd.
De geschreven geschiedenis van het Groot Gaesbeeker Gilde of Sint Aechten Schuttersgilde in Soest gaat terug tot de 14e eeuw. Al voor 1400 is in akten beschreven dat het Soester gilde landerijen in bezit had. Verder is vanaf die periode tot 1683 weinig bewaard gebleven. Wel is de tekst bekend van de oudst bekende Caert (fundatiebrief), gedateerd 3 juni 1560. De artikelen van de Fundatiebrieflcomen voor in het werk van de bekende schrijver Antonio Mattheo "Jure Gladii Tractatus" uitgebracht in 1689. De in het archief van het gilde aanwezige geschreven afdruk van de Caert uit 1560 is van later datum.
Over de periode 1683 tot 1907 bezit het gilde nog twee authentieke gildeboeken, waarin op basis van uitgaven en inkomsten verslag wordt gedaan van veel gilde-activiteiten. Gezien de ouderdom en de historische waarde van deze beide boeken, en de afdruk van deCaenuit 1560, bevinden deze archiefstukken zich in het gemeentearchief van Soest, waar ze op verzoek zijn te raadplegen. Het levert zo toch een behoorlijke drempel op om hiervan kennis te nemen. Bovendien zijn de letters en de taal, zeker in het oudste boek dat loopt tot 1788, moeilijk te lezen. Om dit te verbeteren heeft het gildebestuur zich aangesloten bij een initiatief van de Historische Vereniging Soest/ Soesterberg om enkele oude archiefstukken over Soest te laten digitaliseren. Alleen is dat een prijzige klus. Gelukkig werden daarvoor subsidies verworven van Provincie Utrecht en van de gemeente Soest, terwijl ook de eigen verenigingen, zoals het gilde, een behoorlijke financiële bijdrage hebben geleverd. Daarbij was de opdracht ruimer dan alleen maar het digitaliseren van de gildeboeken. Tegelijkertijd is namelijk een transcriptie gemaakt die de tekst omzet in leesbare karakters. De daarmee beschikbaar komende zoekfunctie vergemakkelijkt het raadplegen aanzienlijk.
De oude gildeboeken
De twee oude gildeboeken beschrijven de financiële gang van zaken in de periode 1683 — 1788 en van 1789 - 1907. De boeken omvatten resp. 335 en 210 pagina's met verantwoording. Het zijn in het gemeentearchief de oudste archiefstukken van een vereniging uit Soest, De archieven van de gemeente Soest (ofwel de Gerechten die in Soest actief waren), gaan weliswaar verder terug. Alleen deze archieven maken onderdeel uit van Het Utrechts Archief. Daarnaast bestaan er vele acten over personen, organisaties, verenigingenetc. uit Soest (Zoys). Deze gaan terug naar de 11e eeuw.
Welke informatie bevatten deze gildeboeken?
De boeken bevatten alle financiële transacties inclusief een korte toelichting. De opbrengsten van de landerijen door de eeuwen heen zijn per perceel zichtbaar, plus alle namen van de gildebroeders die zich in die periode hebben ingekocht en wat ze daarvoor moesten betalen. Daarna volgen de uitgaven, een groot gedeelte daarvan is voor het teren van de gildeleden met een duidelijke beschrijving van de plek (de herberg) waar het teren werd gevierd, de waard/herbergier waaraan het gegund was en wat hij daarvoor allemaal moest serveren, uiteenlopend van het benodigd aantal slachtvee, hoeveelheid bier en andere drank tot soms zelfs het aantal sigaren. Onderaan de rekening worden de namen van ouderman (voorzitter) en raden (bestuursleden) van het gilde van dat jaar vermeld, terwijl ook getekend wordt door de secretaris, tevens verantwoordelijk voor het optekenen van het geheel.
Daarnaast is er veel meer te weten te komen over het gildeleven, zoals de kosten voor aanschaf en onderhoud van het vaandel, de trom en andere attributen, maar ook de bedragen die aan derden werden afgedragen, zoals de plaatselijke kerk, waaronder een behoorlijke niet aflosbare lening voor de bouw van een parochiekerk in 1853.
Voor wie is dit interessant?
Vanuit de initiatiefnemer was een voorname interesse het geneaologisch aspect, de gildeleden zijn een afspiegeling van de "autochtone" Soesters, in een tijd dat er steeds meer "nieuwkomers" in het sterk groeiende Soest neerstreken. Welke voorvaderen waren lid van het gilde, wanneer zijn zij lid geworden en was hun echtgenote ingekocht en wanneer? Nog steeds moet een gildebroeder in Soest geboren zijn en daar ook woonachtig zijn en dus kan het gildelidmaatschap uitsluitsel geven over een onbekende geboorte- of woonplaats.
Vanuit het gilde en met name de redactie van het verenigingsblad "De Gildepraot" is nog veel meer interesse naar de namen van de bestuursleden (raden/ouderman), maar ook naar hoe het teren en andere activiteiten van het gilde verliepen. Omdat er niet elk jaar een rekening opgemaakt werd, maar meestal een voorgaande periode van 2, 3 of 4 jaar wordt beschreven en er elke rekening maar eenmaal teren wordt verantwoord, kunnen we daaruit bijvoorbeeld ook voorzichtig afleiden dat het teren niet in een vaste frequentie plaats vond, maar mogelijk afhankelijk was van de financiële toestand van het gilde.
Gildeboeken niet altijd in bezit geweest van gilde
Voor zover bekend zullen de gildeboeken tot 1907 zeker in het bezit zijn geweest van het gilde zelf. Daarna is het wat onduidelijk. Na wat zoekwerk en misschien wel door wat geluk werden de gildeboeken in 1948 teruggevonden in het archief van het Aartsbisdom Utrecht dat toen nog in Culemborg was gehuisvest in het aldaar gevestigde kleinseminarie. De geslaagde zoektocht was opgestart omdat in 1948 de gemeente in Soest een bijzondere Historische Tentoonstelling wilde organiseren rondom het 50-jarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina. De gildeboeken werden geleend om in te brengen in de tentoonstelling. In het verslag van de Jaarvergadering in 1948 is te lezen dat de leden vonden dat de gildeboeken weer in het bezit van het gilde (en dus naar Soest) moesten komen. Dat is gelukt waarbij ze wel in 1949 in bruikleen zijn gegeven aan het gemeentearchief omdat de risico's voor een goed beheer bij een van de leden thuis te groot waren.
Waarom ze niet in Soest waren, wordt verklaard doordat rond 1919 pastoor Reymer vond dat de teerdagen van het gilde niet pasten binnen de voor hem geldende normen en waarden. De braspartijen van de gildeleden gingen hem maar ook vele andere geestelijken te ver (Vele gilden zijn in die periode slapend geworden omdat zij in hun activiteiten werden beperkt). Pastoor Reymer nam zelfs het gilde-archief "in beslag". Een deel van het archief uit de periode 1907 tot 1930 is niet meer teruggevonden, de oude gildeboeken gelukkig wel.Met de digitalisering die in 2011 is afgerond zijn beide gildeboeken voor een breed publiek toegankelijk.
Het resultaat van het digitaliseringproces
• Van elke pagina uit de twee gildeboeken is een gescande foto beschikbaar, alsof men zelf de boeken onder ogen heeft.
• Van beide boeken is een PDF-bestand beschikbaar.
• Van beide boeken is een transcriptie gemaakt die volledig toegankelijk is. De tekst uit de gildeboeken is leesbaar gemaakt in hedendaagse letters inclusief de vaak overduidelijke schrijffouten van de schrijvers. Deze transcripties zijn inmiddels voor een breed publiek toegankelijk via de website van het Soester gilde www.gildesoest.nl maar ook via de website van de Historische Vereniging Soest/Soesterberg.
Het gildebestuur hoopt dat met dit digitaliseringproces veel meer mensen het gilde-archief inzien.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.