Wim de Kam
Op 28 juni 2012 is overleden Piet Ekel, een bekende en markante Soester. Hoewel in de lokale pers volop aandacht is geschonken aan zijn verscheiden wil de redactie ook in dit blad ruimte bieden voor het koesteren van de herinneringen aan het leven van deze Soester De redactie doet dit mede omdat Piet Ekel zelf altijd zeer geïnteresseerd was in en betrokken bij de geschiedenis van Soest. Trouwe luisteraars van Radio Soest zullen zich bijvoorbeeld herinneren hoe hij in de jaren negentig van de vorige eeuw, samen met wijlen Anton van den Dijssel, voor Radio Soest boeiend kon vertellen over historische wetenswaardigheden uit het alledaagse leven van Soest in de `goede' oude tijd. ik zal me in de summiere levensbeschrijving niet primair richten op zijn professionele carrière, hoewel ik daar uiteraard ook niet geheel aan voorbij kan gaan. Het gaat me echter vooral om de relatie en betrokkenheid tussen Piet Ekel en de Soester samenleving. Voor onderstaande biografie heb ik me mede gebaseerd op wat Piet Ekel me zelf heeft verteld in een interview dat ik in 2000 met hem heb gehad in het kader van de mondelinge geschiedenis [1]
Kindertijd
Piet Ekel is geboren op 21 september 1921 in het huis dat was genummerd Nieuweweg 58 (het huis heeft later de naam 'Het Puntdak' gekregen). Voor het huis liep destijds nog een sloot. Het huis was dan ook slechts bereikbaar via een dam. Zijn ouders hadden dit huis in 1920 betrokken na hun trouwen. Vader Ekel werkte als mecanicien bij het vliegkamp in Soesterberg. Hij was geboren in Alkmaar maar als militair gelegerd in Zaandam, waar hij de moeder van Piet leerde kennen. Overigens kwamen zowel de grootouders van vaderskant als van moederskant uit Zaandam. De grootvader van vaderskant was zeilmaker. De grootouders van moederskant zaten in de houthandel. De grootvader van moederskant was door 'onhandigheid' mede een inspiratiebron voor de latere rol van Piet Ekel als 'Malle Pietje' Bovendien deed die grootvader als rederijker ook aan toneel "Voordragen zat dus in het bloed", aldus Piet Ekel.
Van de periode aan de Nieuweweg herinnerde Piet Ekel zich feitelijk niets. In het interview vertelde hij wel over een botsing die zich aan die weg zou hebben voltrokken tussen een rijtuig met leden van het koningshuis en een bakkerskar, maar dat was meer gebaseerd op een overgeleverd verhaal dan op eigen waarneming en ervaring. Zijn herinneringen spitsen zich toe op de Torenstraat en omgeving, waar het gezin naar toe verhuisde. Volgens mededeling van Piet vond die verhuizing plaats omdat vanwege de wereldwijde economische crisis zijn vader op wachtgeld werd geplaatst bij het vliegkamp en toen een zaak voor zichzelf is begonnen in installatietechniek. Deze mededeling klopt echter niet en waarschijnlijk heeft Piet in zijn herinneringen een aantal zaken door elkaar gehaald. Immers de wereldwijde economische crisis ontstond pas in 1929 na de beurskrach in New York, terwijl het gezin zich al aan de Torenstraat vestigde in 1927.
In het adresboek van 1927 is dan ook een advertentie opgenomen waarin de vader van P. Ekel magazijn 'De Toren', Torenstraat 1c, zich aanbeveelt als nieuw gevestigd installatie bureau. Het pand maakte deel uit van een nieuw gebouwd winkelwoonblok, dat geëxploiteerd werd door de exploitatie maatschappij Dolfin en inmiddels al weer geruime tijd is verdwenen. Het is nu plantsoen en parkeerterrein bij de Oude Kerk. Niettemin zullen veel oudere Soesters zich dit winkelblok nog goed kunnen herinneren. Behalve magazijn 'De Toren' vestigden zich in dit blok voor de eerste maal: drogist Mans, sigarenhandel Bakker, manufacturen van Middelman en dranken van Kuiper. In De Soester Courant van 11 maart 1927 werd het winkelend publiek opgeroepen de zaken te komen bekijken en kreeg met een rijmgedichtje elke nieuwe zaak aandacht na een inleidend algemeen rijmgedicht:
Winkelend Soest ga nu eens kijken
In de winkel Torenstraat
Naar de vijf moderne zaken, waar
Keur en keus te pronken staat.
En uitgebreide groot-sortering
Ligt daar voor een ieder klaar
En men helpt daar vlug en netjes
Nergens koopt men beter waar
Het verblijf op dit adres en de uitoefening van de zaak heeft diepe indruk gemaakt op de jonge Piet en de belangstelling voor de radio en het imiteren van stemmen was, zo vertelde Piet, daar ontstaan. Toch was het installatiebureau geen lang leven beschoren. De economische crisis heeft ertoe geleid dat het maar enkele jaren heeft bestaan en begin jaren dertig ging vader Ekel zijn oude beroep van mecanicien op het vliegkamp weer uitoefenen en verhuisde het gezin naar de overkant van de Torenstraat, destijds genummerd Torenstraat 2c. Waarschijnlijk heeft vader Ekel vervolgens in zijn vrije tijd ook op het nieuwe adres nog wel gesleuteld aan radio's en er in ieder geval naar geluisterd.
In de Kerkebuurt kon de jonge Piet zich volop uitleven. In de oude — inmiddels in 2000 verwijderde linde — werd vaak gespeeld. Op een weiland van Peter van den Breemer werd gevoetbald met de jongens van Entrop en de jongens van Van de Kooij (van café 'De Wacht' op de hoek van de Stationsweg). Ook heeft Piet nog gevoetbald bij de aspirantjes van ESVAC. Zijn vader was daar ook enige tijd als bestuurslid en als voetballer actief. Vader Ekel werd als gevolg van het optreden in een lokale derby later ook wel `penantie-Ekel' genoemd (en `penantie' is niet de verkeerde schrijfwijze van 'penalty' maar volgens de jonge Piet de wijze waarop de Soesters het echt qua klank uitspraken).
Piet Ekel bezocht de openbare school naast het café De Gouden Ploeg. Hij had hele goede herinneringen aan de schooltijd. Ook over het onderwijzend personeel sprak hij met warme gevoelens en noemde in dat verband met name mevr. de Ruiter-Kraaikamp en het hoofd van de school de heer Veenstra. Ter gelegenheid van het 25 jarig jubileum van de heer Veenstra in 1933 werden tal van evenementen georganiseerd in en buiten de school. Piet herinnerde zich o.a. dat men met de hele school naar het gebouw Religie en Kunst aan de Rembrandtlaan ging. Daar speelde hij zijn eerste toneelrol als levend beeld. In de Soester Courant van 4 juli 2012 stond een foto van een andere activiteit die t.g.v. dit jubileum werd uitgevoerd. Die foto is, met de namen van de meeste personen die op de foto staan afgebeeld, ook terug te vinden op www.verdwenensoest.nl bij de datum 26 januari 2005.
Latere jeugd
Piet heeft na de lagere school de ULO bezocht en vervolgens de middelbare handelsschool in Amersfoort. Ondertussen was Piet in navolging van zijn vader op sportief gebied actief. Tijdens de ULO-periode maakte hij deel uit van een atletiekclubje genaamd KULOC. Die letters stonden voor Kleine ULO Cracks. In 1937 werd hij lid van de Soester Turn Club, waar zijn vader inmiddels ook bestuurslid was geworden. Eind jaren dertig was het gezin Ekel inmiddels verhuisd naar het adres Kerkpad zuidzijde nr. 31A (omgenummerd naar 49 [2]), waar Piet vervolgens heel lang heeft gewoond.
Het eerste baantje van Piet na zijn schooltijd was als correspondent bij de Gebr. Swager (bouwmaterialen). Dat heeft maar kort geduurd. Vervolgens heeft hij gewerkt bij deNed. Handelmaatschappij in het kantoor op de hoek van de Prins Bernhardlaan en de Van Weedestraat. Daarna — en inmiddels was de oorlog uitgebroken — werd hij ambtenaar bij het Gewestelijk Arbeidsbureau in Amersfoort. Dat duurde tot 1942. Over de beroepsmatige activiteiten gedurende de laatste jaren van de oorlog is Piet altijd wat zwijgzaam gebleven. Wel vertelde hij dat hij winnaar was geworden van een declamatiewedstrijd en als zodanig mocht optreden voor de radio. Hij declameerde het gedicht 'De dijk' van C.S. Adama van Scheltema. Mede als gevolg van die gewonnen wedstrijd werd hij toegelaten tot een kleinkunstopleiding bij de omroep. Vast staat dat Piet in die jaren meer is opgetreden voor de radio in een cabaret- of amusementprogramma dan wel een programma dat als zodanig bedoeld was. Dat heeft bij sommigen aanleiding gegeven tot kritiek omdat de radio volledig werd gecontroleerd door de bezetter. Vermoedelijk is het optreden voor de radio in die periode ook de reden dat Piet Ekel nooit een Koninklijke onderscheiding heeft gekregen. Dat is jammer want naar mijn overtuiging was hij niet fout, ook al heeft hij toen met zijn optreden een foute keuze gemaakt. Zijn inzet voor de gemeenschap gedurende de rest van zijn leven, en dat geldt in het bijzonder ook voor de gemeenschap van Soest, had best met een lintje mogen worden gewaardeerd. Dat geldt te meer nu geruime tijd na de oorlog op een andere wijze wordt aangekeken tegen de vragen "wat is een goede keuze en wat is een foute keuze in die omstandigheden"? We weten inmiddels dat het aantal echt moedige heldhaftigen beperkt was en dat het overgrote deel van de Nederlandse bevolking — en dat is niet bedoeld als een verwijt maar een constatering — daartoe niet behoorde.
Begin artistieke loopbaan
In Soest richtte Piet gedurende de oorlogsperiode samen met een aantal anderen "De Cupido's"op. Er was een toneel, ballet- en muziekafdeling. Met name de muziek werd een groot succes door de band onder leiding van Hans Kraal. Piet bemoeide zich met het toneel. Met de danseresjes werd gerepeteerd in het nabij gelegen café "Driekus-over-de-plank". Opgetreden werd in hotel-restaurant Eemland voor volle zalen. Mede door de adviezen van Klaas van Beek (KRO) en het meespelen op de piano van Dolf v.d. Linden werden "De Cupido's" bijzonder populair. Onder de indruk was Piet Ekel van een bezoek direct na de oorlog aan de ondergrondse bunker op De Eng bij een optreden van het cabaretgezelschap van Benny Vreden [3]. Met name de muurschilderingen van de Larense kunstenaar Wim van Nieuwenhoven vond hij prachtig en uiteraard genoot hij van het cabaret. Later is Piet nog jaren samen met de Soester Ben Roelofsen (want dat was de echte naam van de cabarettierBennyVreden) in het land opgetreden. Na de bevrijding hebben de Cupido's nog met veel succes opgetreden, o.a. voor de Canadese bevrijders. Vervolgens is het groepje na verloop van tijd uit elkaar gevallen. Piet ging na de oorlog werken bij het cabaretgezelschap van Chiel de Boer en bij het platenarchief van de NRU. Bij die laatste instelling leerde hij ook mej. Johanna van Wijnen kennen, waarmee hij op 1 juni 1951 onder grote belangstelling in het huwelijk trad. De Soester Courant meldde op 5 juni 1951 o.a.: "De Soester Turnclub, waarvan Piet Ekel al lange tijd bestuurslid is, was vertegenwoordigd door een erehaag van geilniformeerde leden, die versierde hoepels, knotsen en tamboerijnen en wat dies meer zij hadden meegebracht". In Soest had Piet in de daaraan voorafgaande jaren samen met anderen cabaretrevues georganiseerd ("Tutti Frutti') waarmee geld werd verdiend voor NIKAPROBA. Dat was een organisatie voor het welzijn van de 250 Soester militairen inNed.Indië en het thuisfront. Het is een afkorting van de samenwerkende verzuilde organisaties NIWIN, KAtholiek Thuisfront, PROtestants thuisfront, BAnd Nederland-Indië. De laatste voorstelling in 1951 heette: "De klap op de vuurpijl" en werd opgevoerd in een grote tent aan de Middelwijkstraat. Bij die voorstelling waren ongeveer 2000 mensen aanwezig.
Bij zijn imitaties van stemmen maakte Piet vaak gebruik van een emmer. Veel en lang succes had hij met zijn imitatie van Prins Bernhard. Met instemming van het Koninldijk Huis imiteerde hij hem in het openbaar voor het eerst tijdens een optreden in hotel Eemland voor de personeelsvereniging van de KPS (Koninldijk Paleis Soestdijk).Bij de opening van het theaterseizoen van 't Spant in Bussum in 2000 voerde Piet de act, aangepast aan de omstandigheden, opnieuw op, zoals hij dat al honderden malen had gedaan. Wanneer hij optrad voor het vermaak van de militairen mocht de imitatieact niet worden uitgevoerd. Ondanks zijn toenemende activiteiten bij de diverse omroepen bleef Piet ook in de jaren vijftig en zestig actief in Soest. Nadat hij al heel vroeg bestuurslid was geworden van de STC, de Soester Turn Club werd hij in de jaren vijftig de voorzitter. Later ijverde hij met succes voor een fusie / integratie van deze club met de verenigingen Crescendo en Olympia, waaruit in 1971 De Springbokken ontstond. Ook voor De Springbokken zette Piet zich bestuurlijk in. In regionaal verband blies hij zijn bestuurlijke partijtje mee. Hij werd daarvoor terecht gewaardeerd door zijn benoeming tot lid van verdienste van het Koninldijk Gymnastiek Verbond. Als sportbestuurder maakte hij ook deel uit van de Sportstichting. Onvermeld mag ook niet blijven zijn optreden als Sinterklaas in Soest gedurende tientallen jaren. Met die activiteit stopte hij, toen men vond dat Sinterklaas op een paard moest rijden, want dat zag Piet niet zo zitten.
Landelijke bekendheid
Zoals reeds opgemerkt, zal op z'n beroepsmatige carrière in deze levensbeschrijving niet uitgebreid worden ingegaan. Piet heeft daarover zelf een boek geschreven onder de titel "Een luisterrijk verleden", waarvan het eerste exemplaar werd overhandigd op 21 september 2002 aan burgemeester Koos Janssen tijdens een officiële presentatie in De Speeldoos in Baam, waarbij vele (oud) prominenten uit de wereld van radio en televisie aanwezig waren. Het onbetwiste hoogtepunt in de carrière van Piet was uiteraard zijn optreden als Malle Pietje in de jeugdserie Swiebertje (1968-1975). Toen Piet een aantal jaren later een rol speelde als arbeider in het toneelstuk "Schakels" van Herman Heijerman, dat werd uitgevoerd door het Arnhems theatergezelschap, stelde hij zich aan 'zijn' baas voor als de arbeider Jacob Kul. Vanuit de zaal werd toen geroepen: "Malle Pietje zul je bedoelen" wat uiteraard een lachsalvo in de zaal tot gevolg had. Als een echte professional vertrok Piet in zijn rol van arbeider echter geen spier ("freezen" noemde hij dat), wat hem veel waardering opleverde. Hoewel Piet veel en met liefde optrad als acteur, had hij een voorkeur voor produceren. Als producer is hij minstens zo actief geweest als acteur. En hij verrichtte al zijn activiteiten op freelancebasis. Om gedurende zo'n lange periode voortdurend als freelancer aan de bak te kunnen komen, moet je een hele goeie zijn. En dat was hij in zijn vak. Overigens vertelde Piet dat het bestaan als freelancer impliceerde, dat je gedurende zomermaanden in de WW terecht kwam omdat er dan geen werk was en er enige onzekerheid was of er in het nieuwe seizoen wel voldoende aanbod zou zijn. Piet raakte hierdoor echter niet van slag. Als een echte caravanist trok hij erin de zomermaanden met de caravan op uit en de interesse voor die vorm van vakantie was ook de caravanindustrie niet ontgaan, waardoor hij een reclamecontract kreeg voor de promotie van de caravan.
In rustiger vaarwater
De jaren tachtig brachten veranderingen in het persoonlijk leven van Piet Ekel. In 1986 werd zijn huwelijk door echtscheiding ontbonden. Een jaar later hertrouwde hij met mevr. Gerritje de Bree, die eerder weduwe was geworden. Het woonhuis aan het Kerkpad waar hij jaren had gewoond werd verlaten en intrek werd genomen in een woning aan de Thorbeckestraat. Weer een aantal jaren later verhuisde het inmiddels AOW-gerechtigde echtpaar naar Honsbergen aan de Wiardi Beckmanstraat. De veranderingen in zijn persoonlijk leven weerhielden Piet niet van zijn inzet en bijdrage aan de Soester samenleving. Met veel plezier vertelde Piet Ekel over het Landjuweel 1987 waar hij samen met Jan Leijendekker en Piet Daalhuisen meewerkte aan de organisatie en presentatie van een belangrijk onderdeel van dit geweldige festijn. Het drietal heeft zich, mede geïnspireerd door dit festijn, vervolgens ingespannen in Soest een evenementenhal op te richten. Die poging heeft echter niet tot resultaat geleid. In 1997 vervulde Piet tijdens het optreden van Thomasvaer en Pieternel nog eenmaal de rol van de Soester praatboer: Bart van de Melm, die hij jarenlang tijdens zijn carrière gestalte had gegeven bij 'De Bietenbouwers' (KRO). Zoals in het begin van dit artikel al is aangegeven, voelde Piet zich sterk betrokken bij de historie van Soest. Hij was dan ook aanwezig op de dag dat in het Museum Oud Soest 'levende geschiedenis' werd uitgebeeld. Ook was hij samen met zijn vrouw gedurende een reeks van jaren een geziene gast op de jaarlijkse klitsavonden van de Historische Vereniging en de stichting Oud Soest. Die instellingen koesteren dan ook warme herinneringen aan deze betrokken Soester. Voor zichzelf gold niet de stelling die Piet Ekel al eens had verkondigd in 1985 tijdens een talkshow over het culturele klimaat: "De mensen die hier alleen maar slapen voelen niets voor Soest omdat ze er niet werken en voor de plaats waar ze werken voelen ze ook niets omdat ze er niet wonen ". In diezelfde show bracht Piet nog een ode aan het werk van genoemde instellingen onder het motto: "Werken aan morgen is denken aan gisteren" Dat lijkt mij een mooi motto om dit artikel mee af te sluiten.
VOETNOTEN:
[1] Het interview met Piek Ekel dat plaatsvond op 16-8-2000 is te beluisteren op de website van de historische vereniging www.hvsoest.nl onder de button 'mondelinge geschiedenis'. Behalve van dit interview is bij de samenstelling van dit artikel mede gebruik gemaakt van de artikelen die over Piet Ekel in de Soester Courant zijn verschenen en in het bijzonder de artikelen in de rubriek "Bij ons op Soest" van Jan Visser die verschenen in de maanden maart en april 1985.
[2] Adresboek gemeente Soest 1970
[3] Aan dit gezelschap is door J. van Steendelaar meer aandacht besteed in dit blad. Zie de 19de jrg. nummer 3 en 19de jrg. nummer 4.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.