Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Brieven schrijven tijdens mobilisatieperiode 1914-1918 deel 2

Wim de Kam

In het eerste artikel over de brieven ( Van Zoys tot Soest 31e jaargang nr. 2 herfst 2010) is met name aandacht geschonken aan de brieven die Antoon Veldhuizen in de periode augustus t/m december 1914 schreef aan zijn broer Gerrit, die gelegerd was in Noord Brabant. Het artikel eindigde met een brief van 17 december 1914 waarin aan het slot de groeten worden overgebracht van zijn grootmoeder. Nu het vervolg op de briefwisseling in 1915 en een deel van 1916.

Pijnenburg, 7 januari 1915

Waarden broeder,

Met dezen wil ik u berichten dat wij allen nog al goed gezond zijn en met Grootmoeder gaat het ook nog al .Ze is de eenen dag wel beter als de anderen en wij hoopen het van u ook weer gauw te hooren en wij hebben u brief ontvangen en Marinus zijn anzichtkaart ook en wij hoopen dat u verkauwenthijd maar weer gauw beter mag worden en je moet wat katjes koopen dat help nog wel eens en verder kan ik u schrijfen dat ouden Brouwer vandaag ook begraafen word en Joop Van Molen is nu ook weer erg ziek en verder dat Jan en Aart en Mengs Hars kamp gaan allen naar Duitschland toe voor een maand of drie, en komen zij weer terug en het blijft nu allen dag maar even nat tenminst het is overal zoo smerig dat je kan niet droogvoets loopen en verder weten wij niet veel nieuws meer en wij hoopen dat je eens gauw over komt kijken en dat het maar spoedig afgeloopen mag zijn, en houdt je maar goed zoo lang. 
En verder gegroet van ons allen en ook van Grootmoeder.

A. Veldhuizen. Schrijf nu maar eens terug.

 

Pijnenburg, 13 januari 1915.

Waarden broeder

Met dezen laar ik u weten al dat wij nog al goed gezond zijn en nu moeten wij een treurigen tijding van Grootmoeder want ze is gisteren middag dood op de stoel blijfen zitten. Ze was voor de middag nog goed vluch want er waten ujit Maartensdijk er nog geweest en toen had ze de hele voormiddag nog gepraat en die waren nog niet thuis of ze was uit de tijd. En nju wordt ze zaterdag begrafen . en we hebben in u brief gelezen dat je weer verplaatst ben en weer op de grenzen aan en wij hoopen toch dat je eens gauw overkomt en je moet nu nog maar eens een stuk tropkoopen en de jongens van Harskamp hebben het nog veertien dagen uitgesteld om naar Duitschland te gaan nu hebben ze weer werken in de kamp van Zeist en daar hebben ze riksdaalder op de dag dus dat is aardig geld. en nu zal ik maar eindigen met schrijfen en zijnen al de kameraads nog bij je, dat moet he maar schrijfen en verder de groette namens ons allen. Veldhuizen. Schrijf nu maar eens terug. Van Zoys tot Soest 31-3 Pijnenburg, 15 januari 1915. Waarden broeder, Met dezen bericht ik u dat wij nog al gezond zijn en je heeft de treurige tijding van Grootmoeder zeker al wel ontvangen want wij hebben al twee maal geschreeven en oomen Joch ook een rouwbrief gestuurd. Het was nu nog onverwachts gedaan met Grootmoeder. Ze wordt zaterdag begrafen wij j hebben u brief ontvangen en gelezen dat je keel nog niet beter is en dat ju nu weer zoo veel verder van huis af ben. Het is te hoopen dat het toch gauw beter mag worden en wij verlangen zoo hard naar u dat je toch eens thuis mag komen verder kan ik u meedelen dat juffrouw Staal van morgen is ook overleden want er zijn neen kwak zieke menschen en het is toch te hoopen dat het toch spoedig mag veranderen en wij hoopen nu het besten van u en het is allen dag maar regen en wind, dus broeder komt maar spoedig over en verder de groette van ons allen.

A. Veldhuizen. Schrijf nu maar eens terug hoe of het me je keel is.

Op 17 januari 1915 schreef zus Elisabeth de volgende brief aan haar broer. 

Het is opvallend dat in deze brief op geen enkele wijze aandacht wordt gegeven aan de begrafenis van grootmoeder. Het overlijden van mej. Staal lijkt meer indruk te hebben gemaakt en met name de verdeling van de nalatenschap. Mejuffrouw Sophia Staal was de eigenares/ bewoonster van het pand Staalwijk aan de Biltseweg. In voorbereiding is een publikatie van dhr.Meerts over de geschiedenis van Laag Hees waarin aandacht wordt geschonken aan de historie van dit pand en de eigenaren/bewoners. Met zijn toestemming citeer ik het een gedeelte dat betrekking heeft op de nalatenschap van mejuffrouw Staal. In artikel 6 van van haar testament stond omschreven het legaat

A. Van alle onroerende goederen in eigendom en vruchtgebruik onder de gemeente Soest;
B. 2 banken in de kerk der Vuursche
C. Mijn landerijen onder Eemnes en Bunschoten

aan Nicolaas Dorresteijn, haar koetsier en tuinman en aan zoon Hendrik Dorresteijn voorzover Nicolaas overleden was. In artikel 7 van het document stond verder nog vermeld dat aan Nicolaas Dorrestijn werden nagelaten de rijtuigen, stalbenodigheden, paarden en alle vee op het erf, en daarbij een kapitaal groot 5000 gulden voor onderhoud van het vee. Het totale vermogen bedroeg blijkens de aangifte successierechten 365.959,-- gulden.

 

Pijnenburg, 5 februari 1915.

Waarden broeder

Met dezen laat ik u weten als dat wij nog al goed gezond zijn en hoopen van u hetzelfden weer te gaan hooren. Wij hebben uw mooien kaart en brief ontvangen en verder kan ik schrijfen dat het heel bar is zoo veel als er om de boerderij lopen van oome Jochem. Hij wordt 16 Februari verhuurd en de appelboomen moeten ze over nemen en verder kan ik u meedelen dat de zog gekuit hee ftmaar hij had maar 3 keutjes dus dat is weinig en op Soest is de ton gblaar uitgebroken en er is bij een boer in de birk 70 stuks vee is er afgemaakt en kippen en katten en hond is alles dood gemaakt. En het is bar zoo duur als alles wordt en roggebrood bakken ze niet meer . nu bakken ze mik brood en Teus Meerveld is al 8 dagen thuis geweest . die had het ook zoo in zijn keel en de sneeuwrommel is nog al gauw weg. Nu is het allen dag nog al mooi weer. Meer nieuws is hier niet, van oomen Toon hooren wij ook niets en je word bedankt voor je feliciteeren en nu de hartelijken groet van ons allen.

A. Veldhuizen. Schrijf nu maar gauw terug. houd je maar goed.

 

Pijnenburg, 25 maart 1915.

Waarde broeder,

Met dezen laat ik u weten als dat wij nog al goed gezond zijn en dat hoopen wij van u hetzelfde weer te hooren en wij hebben u brief ontvangen en morgen over drie werken is er erfhuisbij oom Jochem en die heeft het huis van Janus van de Brink gekocht en die er met Mei naar het hard toe daar zal hij wel een huis huren. En de koetsier is een maandagavond al weg gegaan dus die was weer gauw beter en Gijs van Garderen is gisteravond thuis gekomen tot aan zondagavond en een dinsdagavond zijn de soldaaten in Utrecht zoo aan het vechten geweest dat ze hebben omtrent een hoogen dood gemaakt. En verder weten we hier geen nieuws meer. Je moet nu maar eens gauw komen kijken . en verder de hartelijke groetten van ons allen.

A. Veldhuizen.

Dit was de laatste brief van Antoon Veldhuizen aan zijn broer die bewaard is gebleven. In de brief wordt gerefereerd aan een vechtpartij onder militairen. Tijdens de mobilisatiejaren worstelde men met het probleem hoe een leger op volle oorlogsterkte rustig te houden in een relatief vredige periode. Er was regelmatig een uitbarsting van ontevredenheid onder de militairen. Behalve de soms slechte huisvesting gaf ook de toepassing van de verlofregeling daartoe aanleiding. Naar aanleiding van de soldatenrelletjes in Utrecht op 21 maart 1915 werden twee bataljons overgeplaatst. De kranten werden door de autoriteiten berispt omdat er melding was gemaakt van de ongeregeldheden..In de loop van 1915 werd een afdeling in het leven geroepen die de verveling onder de soldaten moest gaan bestrijden.. Er werd ook opdracht gegeven tot het samenstellen van een zangbundel voor het leger. Er werd volop gezongen in het leger maar het repertoire beviel de legerleiding niet. Zo ergerden men zich aan het veel gezongen lied.

"Die z'n vader heeft vermoord.
En z'n moeder heit vergeven,
Die is nog veel te goed
Voor dat soldatenleven.
Maar eenmaal komt die tijd,
Da 'me die rotzooi gaan verlaten,
Vervloekt zij 't regiment
Lang leven de soldaten.
Binnen deze muren moet ik versmachten
Voor mijn bestaat geen vrijheid meer!.

Of Gerrit Veldhuizen zich ook verveelde weten we niet maar wel kunnen we uit de reactie op de brieven die hij heeft geschreven af en toe afleiden dat hij het niet plezierig had. Wellicht dat de brieven van het thuisfront in dat opzicht hem toch afleiding bezorgden en in ieder geval betrokken hielden bij wat zich in de omgeving van het ouderlijk huis afspeelde. Zo ontving hij ongeveer gelijk met de hiervoor genoemde laatst bekende brief van zijn broer Antoon ook een brief van zijn zus Elizabeth in maart 1915.

Pijnenburg, 21 maart 1915.

Waarde broeder.

Met deze laat ik u weten dat wij alle nog al gezond zijn en dat hopen wij van u hetzelfde. Wij hebben u brief ontvangen. Wij hebben de kaart van de week ook ontvangen en die van gisteravond ook. En van de week is het slecht weer geweest maar nu vandaag is het nog al mooi weer. En ouwe vrouw Meerding is van de week ook overleden. En die koei van oome Joch die verleden jaar aan de melk gelegen het die heeft er van de week ook weer aan gelegen maar Hendrik Kok is er geweest en nu knapt die weer op. En mevrouw Treur is bevallen van een tweeling en allebei de kindjes zijn dood. De koetsier is donderdagavond thuis gekomen tot zaterdag maar hij was niet goed en nu hebben ze de dokter laten komen en nu mag hij nog niet weg. En Hendrik Dorresteinis vrij van de dienst. Meer nieuws weet ik nu niet maar wij hopen dat je maar eens gauw weer komt kijken. En wij feliciteer je woensdag met je verjaardag. Nu zal ik maar eindigen met schrijven. En verders de Hartelijke groette van ons alle en ook die zich noemt

Elisabeth Veldhuizen.

De enige brief van vader Jan Veldhuizen aan zijn zoon Gerrit die bewaard is gebleven dateert van 2 april 1915. De inhoud is als volgt:

Pijnenburg, 2 april 1915.

Waarde zoon,

Met dezen neem ik de pen op om u een lettertjen te schrijfen. Dat wij allen nog goed gezond zijn en hopen van u het zelfden. Wij hebben u brief ontvangen. Vader emoomen joch zijn gisterenavond naar janus geweest en daar hebben zij het een en ander overgenomen en gijs van garderen kwam vandaag ook weer thuis tot maandagavond toe en meheer tegelberg was vandaag ook weer thuis die heeft de hee/en dag zoo gewerk of het een daghuurder was. Meer nieuws weet ik niet, ik wens je een plijsierige Paassen. Kwam je weer maar thuis met die zondagen. ik hoop dat je maar weer gouw komen mag. Nu de hartelijke groeten van ons allen en ook van u Moeder.

Schrijf nu maar terug.

Er is ook een fragment bewaard gebleven van een brief van de moeder van Gerrit. Het fragment is niet gedateerd maar op basis van de inhoud is het vermoeden dat die brief ook in 1915 is geschreven.

Ja gerrit wij hebben u brief ontvangen en oome Joch was net bij ons die zij ik zou der maar geen werk meer van maken want je zult het maar zien dat je het toch niet krijg want het bewijs was toch goed. Het spijt ons wel erg wij haden er heel opgerekent. Met velen groeten . u moeder.

De kwestie van het verkrijgen van het al dan niet verkrijgen van verlof om te helpen bij het werk op het land speelde dat jaar meerdere keren zo blijkt uit de navolgende brieven van Elisabeth, waarbij het de ene keer wel lukte en de andere keer niet.

Pijnenburg, 1 juni 1915.

Waarde broeder,

Met dezen dag wil ik de pen ook nog even opnemen om u ook weer een lettertje te schrijven. Dat wij allen nog al gezond zijn en hopen van u hetzelfden.Wij wij hebben u brief in den besten welstand ontvangen. En hopen dat u dezen ook in den besten welstand mag ontvangen. En verder kan ik u mededeelen als dat Teus Dorrestein en Gijs van Garderen hebben het ook nog niet maar wij hebben gehoord als dat ze gisteren vergadering over gehouden hebben en ze dachten wel dat ze het wel krijgen zouden. Want hier op Soest het niemand het nog. Wij zullen ook maar hopen als dat je het ook maar krijgt. De koetsier van meheer Tegelberg is gisteren morgen weer vertrokken want hij had al een telegram gehad als hij half loopen kon dat hij komen moest. En de nieuwe boer is ook niet makkelijk want de jongens hebben nu al eens bij de boerderij geloopen en hij zij als ze er weer liepen sloeg hij ze de benen kapot. En Jan is bij Vervat voor Toon een fiets wezen kopen voor 35 gulden. En zondag zijn ze er van oome Toon nog geweest. Nu zal ik maar einde gen met schrijven meer nieuws weet ik niet. Nu verders de Hartelijke groette van ons alle en ook van mij die zich noemt

Elisabeth Velduizen.

 

Pijnenburg, 10 juni 1915.

Waarde broeder,

Met dezen dag wil ik de pen nog even opnemen om uj ook nog even een lettertje te schrijven. lk wil u daar mede berichten al dat wij u brief inden besten welstand heb ontvangen. En hoop als dat u dezen ook in den besten welstand mag ontvangen. Het spijt ons veel dat je maar tien dagen krijgt maar wij hadden het van Teus Dorrestein ook al gehoord. En Vader heeft het kalf verkocht voor 33 centen en over veertien dagen gaat hij weg.. Het heeft van den week al een paar keer geonweerd met dat warme weer. En nu onweerd het weer op het oogenblik. Ge goed zal ook wel erg zwart worden met dat he eten weer. Of willen we soms schoon sturen dan moet je het maar schrijven. En oome Joch is op het 00 genblik bij de Gier aan het werk. Maar wij hopen dat je maar eens spoedig over mag komen want wij beginnen ook al weer erg te verlangen dat je weer eens gauw komt. Meer nieuws heb ik niet meer. Nu zal ik maar einde gen met schrijven. Nu verders de Hartelijke groette van ons allen en van mij die zich noemt Elisabeth Veldhuizen.

 

Pijnenburg, 7 augustus 1915.

Waarde broeder.

Met dezen dag wil ik de pen Enz. enz.

En Cornelis was ook blij dat hij vrij was. Wij hadden het gisteren ook juist gehoord als dat er zoon opstoot in Tilburg geweest is. En vrouw Brouwer is ook erg ziek. EnNeel Groenestein is gisteren ook getrouwd. Ze hebben bij ons het wagentje nog gehaald. En Teus Dorrestein heeft nu ook weer veertien dagen gekregen.En Gijs van Garderen is van de week ook weer thuis geweest hij moet morgen avond weer weg. En de koetsier van meheer Tegelberg is nu ook weer thuis. Het is nu een paar dagen mooi weer geweest. Het was een donderdag ook mooi weer met het Zendingsfeest in het Baarsche Bosch en er is zoon boel volk geweest. Nu wij hopen dat je aanstaande week komen mag. Nou meer nieuws weet ik niet meer nu zal ik maar einde gen met schrijven. Nu verders de Hartelijke groete van ons alle en van mij E. Veldhuizen

 

Pijnenburg, 31 October 1915.

Waarde broeder,

Met dezen dag wil ik de pen ook nog even op nemen om u even een lettertje te schrijven, ik wil u daar mede berichten als dat wij u brief in den besten welstand ontvangen heeft. En hoop als dat u dezen ook in gezondheid ontvangen mag. En het is geen blijden tijding dat wij je sturen want Cornelis is al twee maal naar Soest geweest de eerste keer zijde zij hij moest een briefje mee brengen waarom en toen hebben wij een briefje mee gegeven dat Vader niet veel meer kan doen en dat de rog er in moest maken maar daar hadden zij niets aan zij zijde toen hij moest het zelf maar vragen en oome Joch zij je moest het maar een hoogen vragen want dat heeft Gijs van Garderen ook gedaan en Tienus van den Broek en Jan van tante Juut die hebben alle 8 dagen en Teus Dorrestein dach het ook te krijgen. Wij hopen het wel dat je het ook krijgt. Maar Teus Dorresteindie zij dat boerenzoons het naast niet kunnen krijgen. Maar je moet je best maar doen want hullie hebben het ook allemaal aan de luitenant gevraagd. Meer weten wij er niet van maar wij hopen wel dat je het krijgt. Schrijft nu maar eens gauw terug dat of je het krijgt. Nu verders de Hartelijk groette van ons allen en van mij die zich noemt Elisabeth Veldhuizen.

 

Pijnenburg, 3 november 1915.

Waarde broeder,

Met dezen dag wil ik de pen nog even opnemen om u even een lettertje te schrijven. ik wil u daar meede berichten als dat wij u brief in den besten we/tand ontvangen heeft. En hoop als dat u dezen ook in gezondheid ontvangen mag. Zoo wij lezen ben je erg ongelukkig geweest met je portomonee en daarom zullen wij maar een rijksdaalder er in doen. Want zonder geld kan je toch niet wezen. En Kees Dorrestein is ook al twee maal bij de Burgemeester geweest maat Teus had het ook nog niet en die had nog wel een bewijs van de dokter. En het spijt ons erg al dat ge geen verlof krijgt

Elisabeth Veldhuizen.

Hoewel de soldaten tijdens de mobilisatieperiode vele grieven hadden ,had verreweg de meest gehoorde klacht betrekking op de verloven. Ook op hoog niveau verschilden daarover de meningen. Er was een verlofregeling opgesteld door de opperbevelhebber van het leger generaal Snijders.. De minister van Oorlog (Bosboom) was weinig te spreken over de verlofregeling die zonder zijn instemming was opgesteld. Zijn departement werd al spoedig overstroomd met speciale verlofaanvragen. Bovendien kwam minister Bosboom onder druk te staan van zijn collega-ministers op de economische departementen. Bosboom was best genegen gehoor te geven aan talloze verzoeken om speciaal verlof maar de opperbevelhebber weigerde alle medewerking. Om een einde te maken aan het voortdurende gekibbel en de confrontaties met Snijders werd in juni 1915 binnen het departement van Oorlog het bureau Verloven aan Dienstplichtigen opgericht. Dit bureau zou voortaan alle speciale verloven behandelen; de gewone periodieke verloven bleven de verantwoordelijkheid van de opperbevelhebber. Met deze truc leek minister Bosboom een kleine slag te hebben gewonnen in zijn competentiestrijd met de opperbevelhebber, maar in 1916 moest deze zwakke minister , die ook in politiek opzicht geen gelukkige hand had, alsnog het veld ruimen. De toenmalige minister-president Coil van der Linden ( waarover de volgende keer meer )was beter in staat tegenspel te bieden aan de niet gemakkelijke generaal Snijders.

De uit 1915 bewaard gebleven brieven zijn zoals uit het vorenstaande al kan worden afgeleid veel afkomstig van Elisabeth Veldhuizen. In een brief van 14 november 1915 maakte zij voor het eerst melding van problemen met haar gezondheid.

In de daarop volgende brieven van november en december 1915 rept zij daarover niet meer. Er zijn echter ook een aantal brieven uit december 1915 bewaard gebleven van Jochem aan zijn broer Gerrit waarin melding wordt gemaakt van de ziekte van zus Elisabeth.

 

Pijnenburg, 13 december 1915.

Waarde broeder.

Met dezen neem ik de pen op om u een lettertje te schrijven dat wij noch al gezond zijn maar zus is onder doktershanden want zij kan heel niet loopen entanten Hanna kan ook heel niet loopen ze liggen allebij te bed. Wij hebben vanmorgen allebij je kaarten ontvangen wij hadden verleden week Woensdag al een briefje geschreven dan komt hij zeker wel niet terecht want anders had je hem al wel gehad en Jan is al een beetje gewend want het is overal wat en klaas gaat donderdag dag en met Cornelis van tanten Aaltje gaat het goed bij bossevijn hij verdient al 3 gulden per week. Het is alles niet dat je daar alle dagen zoo aan het water zit. Wij hopen dat je maar weer eens gouw thuis mag komen en het is nu al weer een beetje winter. Nu zal ik maar eindigen met schrijven. Nu de hartelijke groeten van ons alle.

J. Veldhuizen.

In een brief van 28 december 1915 schreef Jochem: "...Met zus blijft hetnoch hetzelfden ze word niet erger maar beter ook niet veel ".

Op 1 januari schrijft zus Elisabeth op speciaal papier een nieuwjaarswens. "...

In deze brief schreef ze:

"...Ik ben nu nog al aardig opgeknapt nu mag ik weet op zitten nu hoop ik dat het maar vooruit gaat. En met tante Hanna gaat het ook nog al aardig vooruit. En wij hebben gelezen als dat je ook niet veel aan de Nieuwjaar heeft. En wij wenschen je veel geluk en zegen in het Nieuwjaar en dat er toch gauw een einde aan mocht wezen. En het is vandaag zoo nat.....?

Dan volgen er in de eerste helft van januari 1916 een aantal brieven van Elisabeth vrij snel na elkaar.ln een brief van 5 januari 1916 schreef ze:

"..... en Vader heeft de rooieveersverkocht aan Peter en Stam voor 125 gulden en hij gaat vrijdag weg. En Marinus ( een jonger broertje van Gerrit en Elisabeth) was nieuwsgrierig of hem kaartje niet overgekomen was om dat er niets van in de brief stond en of het onze ook niet overgekomen is. En Jan van Garderen heeft er weer een jonge zoon bij. Een Aalt van Ginkel is vandaag ook begraven. En ik heeft van nacht weer zoo in mijn beenen gekregen als dat ik bijna niet loopen kan en het is te hopen als dat er het er weer gauw uit mag gaan."..."

Op 8 januari het vervolg:

"....wij zijn alle nog al gezond maar ik heeft het nog in mijn rug als dat ik bijna nog niet loopen kan en zoo erg aan de kou en dat komt er dan ook nog bij."..."

Op 11 januari 1916:

"... en Oome Joch heeft in de krant gelezen dat ze van de grenzen hier op aan komen en dat ze hier vandaan naar de grenzen zouden moeten heb je er ook iets van gehoord.was je ook maar zoo gelukkig dat je dan maar hier op aan kwam. En ik heeft het zoo in mijn linkerarm en mijn heele hand is dik en ik kan er niets mee doen en het is alle dagen maar even nat....".

Daarna lijkt er verbetering te komen want op 24 januari schreef ze:

"En met mij gaat het aardig vooruit"

Die vooruitgang heeft niet lang geduurd want in een brief van 1 februari 1916 van broer Jochem staat:" ... met zus gaat het noch niet erg vooruit..."

In de laatst bewaard gebleven brief van zus Elisabeth van 11 februari 1916 is geen enkele mededeling opgenomen over haar gezondheidstoestand. Op 25 februari 1916 is zij overleden. Zij was op 21 februari 18 jaar geworden.

De volgende keer volgt het laatste deel in deze serie over de brieven tijdens de mobilisatie 1914-1918.

Noot. De brieven en foto"s werden mij beschikbaar gesteld door de heer J. Veldhuizen te Soestduinen die ze weer had gekregen van zijn neef de heer C. Nieuwenhuizen. Als u alle bewaarde brieven die geschreven zijn in het jaar 1915 en de eerste twee maanden van 1916 wilt lezen dat moet u kijken op de website van de historische vereniging ( www.oudsoest.n1) onder de button: historische vereniging en/of de button: Van Zoys tot Soest. Voor de algemene informatie over de mobilisatie tijdens de eerste wereldoorlog is gebruiik gemaakt van het boek "Buitenschot- Nederland tijdens de eerste wereldoorlog"van Paul Moeyes

Verschenen over dit onderwerp:

- Deel 1 Brieven schrijven tijdens mobilsatieperiode 1914 - 1918
- Deel 3 Brieven schrijven tijdens mobilisatieperiode 1914 - 1918

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto