Ton Hartman
Een kunstenaar waarnaar u tevergeefs zult zoeken in het standaardwerk van de plaatselijke beeldende kunst. Toch is zijn werk nog prominent aanwezig in Soesterberg en wel in het Cenakel aan de Amersfoortsestraat 18. Nu heeft JoanCollettenooit in Soest(erberg) gewoond en dat zal de reden zijn dat hij niet in het Soester kunstlexicon opgenomen is.
Joan Nicolaas Coenraad Collettewerd geboren te Delft, zijn vader was generaal-majoor der artillerie. Na de HBS gaat Joan de onderwijzersopleiding volgen. Zijn verdere opleidingen had hij in Amsterdam genoten: de "Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers" en die van "Kunstnijverheid" en ook nog de "Rijksakademie voor Beeldende Kunsten". Hij was een leerling en ook vriend van Jan Toorop, net als Toorop bekeerde Colette zich tot het rooms-katholieke geloof. Het vormde voor hem een inspiratiebron en daarom was het niet verbazend dat hij een werkverband aanging met de kunstwerkplaats van Jos Cuypers te Roermond. Erg langdurig is deze samenwerking echter niet geweest (vijf jaar), waarschijnlijk waren er wat strubbelingen ontstaan. Volgens de bronnen was hij een allround kunstenaar, bedreven als graficus, grafisch ontwerper, illustrator, monumentaal kunstenaar, kunstschilder, glasschilder, wandschilder, tekenaar, vervaardiger van mozaïek en boekbandontwerper.
Zijn eerste contact met Soesterberg betrof niet het artistieke vlak: hij was getuige bij de doop van het kind van een vriend, in de RK Carolus Borromeuskerk aan de huidige Rademakerstraat. Die vriend was Huib Hoste: een Belgische architect die mede door de Eerste Wereldoorlog in Nederland verbleef. Huib Hoste is bekend geworden als de architect van het Belgenmonument in Amersfoort. Hij woonde met zijn echtgenote te Zeist in huize "Duijnhove" en kerkte blijkbaar in Soesterberg. Ze hebben tenminste drie 'Hollandsche kindjes' gekregen, bij de oudste was de bekende edelsmid Brom de doopgetuige (dit kind is waarschijnlijk te Utrecht gedoopt). Het tweede kindje, het was inmiddels oorlog, werd bijgestaan door de peter en meter huisarts Raymond de Beir en echtgenote Maria Brekman. De Beir was huisarts en kunstliefhebber te Antwerpen en bij de val van deze stad naar Nederland gevlucht. Zijn werk als arts kon hij voortzetten in de vluchtelingenkampen rond Soesterberg. Het derde kindje, zoon Robbrecht Marie Pierre Jean Franciscus Hoste, gedoopt op 27 juli 1917, kreeg dus JoanColletteals peetoom en ene Pauline Day als peettante.Collette is op 19 november 1915 te De Bilt gehuwd met Petronella Henrica Maria Antonia Coebergh (1892-1962) en ging in Blaricum wonen. Uit dit huwelijk zijn vijf kinderen geboren: drie dochters en twee zoons. Al in 1916 was er een tentoonstelling van zijn werk samen met Gustave de Smet (ook een Belgische vluchteling) in de "Villa Mauve" te Laren. Na de Blaricumse periode heeft hij een kortere tijd in Roermond gewoond. Tenslotte was Nijmegen zijn 'echte' woonplaats waar hij meer dan 30 jaar vertoefd heeft.
Productief is Joan Collette wel geweest, bij zijn overlijden werd geschat dat hij meer dan 50 kerken voorzien heeft van muurschilderingen, ramen en mozaïeken. Daaronder dus de fresco's die in het Cenakel zijn aangebracht rond 1940. Fresco's zijn muur- of plafondschilderingen die op de nog natte kalklaag zijn aangebracht. Bij verschillende fresco's heeftCollettegelukkig de naam van de uitgebeelde figuur verwerkt in de schildering; zeker nu de heiligenkennis afneemt heeft hij een vooruitziende blik gehad. De 'roze' zusters (genoemd naar de kleur van hun habijt) hadden deze vingerwijzing vast niet nodig. De zusters van de "Congregatie van de Dienaressen van de Heilige Geest van de Altijddurende Aanbidding" namen hun taak serieus en wilden zo min mogelijk gestoord worden. Maar ook hier had het geloofsverval zijn consequenties, het Cenakel (avondmaalzaal) werd overgedragen aan het Kontakt der Konfinenten. Opmerkelijk is dat in het boek "Geschiedenis en Architectuur Soest" met geen woord gerept wordt over de wandschilderingen. Zal dat verband gehouden hebben met de beperkte toegankelijkheid vanwege de constante bidstonde die er tot de sluiting van het klooster was? Toen de zusters in 1999 verhuisd waren, heeft Jan Visser in zijn beruchte column in de Soester Courant wel enige aandacht aan het Cenakel besteed. Hij heeft de naam van JoanCollette genoemd en dat is volgens het digitale archief van de Soester Courant de enige treffer. Volgens Visser mag er vanaf 1999 twintig jaar lang niets aan het Cenakel verbouwd worden, maar wij hopen dat dit artikel ertoe bijdraagt dat de fresco's ook daarna bewaard blijven.
De fresco's van Soesterberg
Op de voorzijde ziet u de voorstelling "Pinksteren": het neerdalen van de Heilige Geest. U ziet centraal in het midden Maria in haar lichtblauwe gewaad, daarover later iets meer. Maria wordt geflankeerd door de twaalf apostelen met boven hun hoofden het heilige vuur, ook daalt de Heilige geest neer in de gedaante van een duif. Van de twaalf apostelen zijn de twee centrale figuren eenvoudig te herkennen, aan de rechterhand van Maria (dus links voor de kijker) zien we de evangelist Johannes. In de Bijbel wordt beschreven dat Johannes als laatste het evangelie geschreven zou hebben, daarmee implicerende dat Johannes nog erg jong geweest zou zijn tijdens de laatste dagen van Jezus. Hij wordt daarom altijd baardloos afgebeeld. Rechts van Maria zien we natuurlijk Petrus met de sleutels van de hemelpoort. Zoals bekend mag zijn had de apostel Judas Iskariot zelfmoord gepleegd, maar in de week voor Pinksteren werd Mattias ingeloot om twaalf apostelen te behouden. De letters EMITTE SPIRIT VMTVVM staan voor de tekst ZEND of STORT UW HEILIGE GEEST UIT. In de rechterhoek heeft Joan Collette zijn werk gesigneerd, daaronder heeft hij ook nog geschreven ora pro avctore wat ongeveer betekent: bid voor de auteur [kunstenaar], zou hij daarmee doelen op de tijdsomstandigheden? Deze wandschildering bevindt zich niet in de kapel maar in de entree van het kloostergebouw. De wandschilderingen zijn in de loop van 1940 aangebracht, andere bronnen schrijven over 1946.
Hemelsblauwe of puddingroze religieuzen?
De oprichter van de missiecongregrafie "Gezelschap van het Goddelijk Woord", oftewel "Societas Verbi Divini" afgekort tot SVD, was Arnold Janssen. Aan hem is in het huidige "Kontakt der Kontinenten" een groot glas-in-loodraam gewijd. In eerste instantie waren het alleen missionarissen maar al gauw richtte hij ook nog twee congregaties voor zusters op. De eerste congregatie werd de "Missiezusters van de H. Geest" genoemd. Deze `blauwe' zusters werden ook daadwerkelijk uitgezonden naar de verre missielanden. De andere congregatie waren slotzusters die de naam "Dienaressen van de H. Geest van de Altijddurende Aanbidding" kregen, deze `roze' zusters dienden voor de geestelijke ondersteuning van de andere paters en zusters zorg te dragen. De laatste groep heeft dat tot de eeuwwisseling volgehouden in Soesterberg. De individuele heiligen In de voormalige kapel bevindt zich nog een achttal fresco's voorstellende heiligen.
Het zijn:
• S. Michael: de aartsengel wordt vaak met zwaard afgebeeld.
• S. Raphael: ook dit is een aartsengel
• S. Jozef: de (pleeg)vader van Jezus, de linkerhand rust op een nogal grote winkelhaak, daarmee zal zijn beroep en verbondenheid met de timmermannen aangeduid worden. In zijn rechterhand een bloeiende lelie, het symbool voor kuisheid. In Soest(erberg) leefde zijn naam nog voort in het gesloopte verenigingsgebouw St. Jozef en in het St. Joseph gesticht dat nu Museum Oud Soest huisvest.
• S. Joachim: de grootvader van Jezus, hoewel hij kinderloos zou zijn, wordt hij wel als de vader van Maria gezien. De herdersstaf is herkenbaar als zijn attribuut.
• S. Anna: de moeder van Maria. De oudste vernoeming in Soest is ongetwijfeld het nog steeds bestaande Sint Annagilde, bekend als de verpachtende partij van het stukje erfpachtgrond onder de voormalige dorpsschool aan de Eemstraat.
• S. Joannes Evangelist: afgebeeld als schrijver met de ganzenveer en de papierrol. Naast hem de gifbeker met daaruit de slang. De legende is dat Joannes een gebed over de gifkelk uitsprak, waarna de slang tevoorschijn kwam en hij het overige vocht kon opdrinken. Hij zou de enige apostel zijn die een pijnloze dood heeft gehad. Het missiehuis St. Jan in Soesterberg en de H.Joannesparochie zijn wel de bekendste afgeleide namen in Soest.
• S. Maria Magdalena: afgebeeld met een vaas, daarin zou zich mirre of balsem bevinden.
• S. Theresia: gezien de duif boven haar hoofd zou dit de H. Theresia van Avila moeten zijn, de andere H.Theresia (vanLisieux)wordt vaak met rozen afgebeeld. Welke Theresia model gestaan heeft voor de naamgevers van de St. Theresiaschool is niet bekend. De toenmalige straatnaamcommissie heeft bij de keuze van de naam Sint Theresiastraat zich dat ook afgevraagd. Er is door de protestants-christelijke raadsfractie nog aangedrongen op het neutrale Theresiastraat.
• S. Vinc. AP: Sint Vincentius a Paulo, zal afgebeeld zijn als groot voorbeeld voor de missiewerkers. Tegenwoordig zal de afbeelding van een priester met een kind als minder geslaagd worden beschouwd. Natuurlijk is elk geval van misbruik teveel, maar zoals het nu soms voorgesteld wordt dat elke priester in de fout is gegaan, is zwaar overtrokken. Vincentius a Paulo zelf was een priester die dicht bij de armen en behoeftigen stond. Ook Soest heeft zijn Vincentiusvereniging gekend.
De foto's van de fresco's zijn door medewerking van mevrouw Bunskoek beschikbaar gesteld door het Kontakt der Kontinenten, waarschijnlijk zijn deze gemaakt door Wim Lanser. De doopgegevens zijn beschikbaar gesteld door wijlen Wil Po!man-Lensink en Hans Zijlstra. De overige gegevens zijn verkregen van Margreet Janssen Reinen "Regiokunst, een levend lexicon", pastor Wies Sarot van de Willibrordparochie, Jan Derix met zijn boek "Brengers van de Boodschap" en via internet.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.