Wim de Kam
In de Soester Courant van 22 april 2009 stond boven de kop van een artikel:
"SEC moet weer SEC worden".
Die kop heeft zowel betrekking op het verleden, heden als toekomst van deze club. Als HVS zijn we met name geinteresseerd in de historie en daarop zullen we ons dan ook richten. We werden mede geïnspireerd daartoe omdat tijdens een bijeenkomst in het Museum Oud Soest in maart van dit jaar een drietal leden van SEC (waaronder de in historie ook zeer geïnteresseerde Jan Veldhuizen) wegens hun verdienste voor de club het erespeld van de KNVB kregen opgesteld. De genoemde Jan Veldhuizen is al sedert de jaren veertig van de vorige eeuw actief voor de club. Wij gaan echter verder terug in de geschiedenis om de primaire vraag te beantwoorden: Hoe en wanneer is SEC ontstaan. Laten we maar met de deur in huis vallen. SEC is opgericht op 1 augustus 1938. Op die datum fuseerden de twee voetbalverenigingen "Soest" en "ESVAC'", die beide waren opgericht in 1923. De naam SEC betekent: Soest Esvac Combinatie.
Omdat de wortels dus in de jaren twintig liggen zullen we eerst even stilstaan bij de beide clubs waaruit SEC is ontstaan. ( overigens waren er in de periode voorafgaande aan het ontstaan van SEC nog een aantal voetbalclubs actief. Zo was er in 1923 al de club DOSKO, die speelde op een terrein aan de Koudhoornlaan; deze club is vermoedelijk in 1926 opgeheven. Wellicht werd die opheffing mede veroorzaakt omdat in 1926 werd opgericht de r.k. voetbalclub De Ploeg, die later (1932) als naam kreeg Be Quick en na de fusie met de in 1934 opgerichte vereniging DIOS (de r.k. voetbalvereniging in Soestdijk) in 1945 is opgegaan in BDC (Be Quick Dios Combinatie). In 1970 werd de naam omgedoopt tot S.O.Soest. Eind jaren twintig en begin jaren dertig was er ook nog de voetbalvereniging Soestdijk. De verdwijning van deze club heeft mogelijk mede te maken met de komst van de al genoemde r.k. voetbalvereniging Dios. De voetbalclub Soestdijk werd ook wel aangeduid als de club van Gart van Dijk en speelde op een terrein aan de Kostverlorenweg. Op S.O.Soest (en de voorgangers), alsmede op voetbalverenigingen Hees en VVZ zal later in deze serie over de verenigingen aandacht worden gegeven; dat geldt ook voor de voetbalvereniging in Soesterberg die in 1922 was opgericht.)
Voetbalvereniging Soest
De voetbalvereniging Soest is ontstaan op 1 januari 1923 in wat toen het buurtschap DeBuntheette en tegenwoordig wordt aangeduid als Soest Zuid. Voordat de club officieel werd opgericht voetbalden de jongens uit de buurt op een trapveldje gelegen achter de Vondellaan en Soesterbergsestraat (waar nu de P.C.Hooftlaan loopt achter de woning Soesterbergsestraat 103 waar de heer Toon Roest woonde, één van de mede-oprichters van de club Soest). Toch wordt als eerste 'officiële' clubterrein in de bronnen een andere lokatie genoemd. Zo staat in het boekje "SEC 1923-1978" vermeld: "Het eerste voetbalterrein lag aan de Schoolstraat bij mijnheer de Jong. Met Schoolstraat werd bedoeld de Insingerstraat, waar de door dhr. Insinger bekostigde school was gevestigd. In een krantenpublikatie uit die tijd noemde een oud-speler van die club (Heinhuis) als eerste veld een terrein gelegen aan de Blieklaan (52a), waar tot 1997 was gevestigd de dierenhandel van Van den Brink. Dat terrein ligt niet zo ver af van de Insingerstraat aan de noordzijde van de Blieklaan schuin tegenover de ingang van het 1e Heeserlaantje.
Volgens diezelfde bronnen zou vervolgens gespeeld zijn op een terrein waar thans de Staringlaan,en BilderdijIdaan zijn gesitueerd met een ingang aan de kant van de Birkstraat naast het hotel De Schouw. Vóór de 2e wereldoorlog werd het pand aangeduid als 'De Passage". Hotel-pension De Schouw is in 1968 afgebroken en op dezelfde plek (Birkstraat 47-49) is een qua vorm enigszins gelijke bebouwing teruggekomen. Thans is er het vleescentrum gevestigd. Een restant van het veld achter dit pand is nog steeds aanwezig en de laatste gebruiker was de korfbalvereniging De Eemvogels.(vóór de oorlog in de jaren dertig heeft ook de vereniging Be Quick op dat terrein gespeeld en na de oorlog de voetalvereniging VVZ). Overigens heeft men (de voetballers van de voetbalvereniging Soest) daar niet lang gespeeld want als volgend speelveld wordt genoemd een terrein aan de Soesterbergsestraat hotel De Boschvijver op de hoek Hildebrandlaan-Soesterbergsestraat. Later vestigde zich op die plek het restaurant 'La Grand Boeuf', dat in 1991 door brand is verwoest. Nu zijn er woningen gebouwd. Overigens is hotel De Boschvijver ter plekke pas ontstaan in het midden van de jaren dertig. In 1920 is op de betreffende plek gebouwd een bungalow, die later (begin jaren dertig) in gebruik is genomen als pension Dennenhof en in 1935 na een aanzienlijke aanbouw is uitgebreid tot hotel De Boschvijver. Het is niet geheel duidelijk geworden of dit terrein (dus het terrein nabij het latere hotel De Boschvijver) hetzelfde terrein was als het trapveldje waarop men in 1922 al voetbalde, maar het lijkt er wel op. In een interview met een oud-speler van die club in 1988, Renger Jansen, stond het volgende vermeld:
"aan de Vondellaan, achter een eikenwal huisde de voetbalvereniging "Soest" op een veld met molshopen dat niets met een echt voetbalterrein te maken had".
In het boekje 'Kent u ze nog de Soestenaren' staat vermeld dat men voetbalde op een terrein genaamd "Boslust', gelegen tussen de Vondellaan en Bartolottilaan (en dat was waarschijnlijk hetzelfde terrein als nabij het latere hotel De Boschvijver), want de eigenaar van het terrein Boslust woonde op het adres Soesterbergsestraat 25c (nummering van destijds). In 1927 vroeg het bestuur aan het college van burgemeester en wethouders toestemming om De Harmonie te laten optreden op het terrein, ter opluistering van een groot kinderfeest. De toestemming werd geweigerd omdat het gemeentebestuur het terrein ongunstig vond liggen. Wel werd toestemming verleend om een bescheiden collecte te houden ter financiering van het kinderfeest. Sportief werd het seizoen 1926 /1927 wel een succes want de club promoveerde op dat terrein naar de 2e klasse.
Men heeft er niet lang gezeten, want vervolgens verhuisde de club naar de Koudhoornweg (nu Bosstraat) naar de plek waar nu ongeveer het hoofdveld van SEC is gelegen (nabij café Bosch en Duin). Waarschijnlijk is het terrein Boslust in 1927 verkocht voor woningbouw. In ieder geval heeft de eigenaar (Wijburg) toen de gemeente verlaten.
In het boekje 'Kent u ze nog de Soestenaren' is een foto opgenomen van het elftal dat in het seizoen 1926/1927 van de 2e klasse van UPVB (Utrechtse Provinciale Voetbal Bond) promoveerde naar de eerste klasse. Een paar jaar later volgde promotie naar de 4e klas van de KNVB, waarbij Coen van der Tak volgens het getuigenis van oud-spelers de sterren van de hemel speelde in een beslissende wedstrijd tegen Elinkwijk. Op de foto staan verschillende personen die aan de wieg van de voetbalvereniging hebben gestaan, o.a. Toon Roest, Bas Vermeulen, de gebr. Veenendaal en Willem van de Hoek(voorzitter). Laatstgenoemde staat een beetje op de achtergrond omdat hij volgens oud-speler Jo de Rijk "door de KNVB voor een kleinigheid was geschorst en daarom niet op de foto mocht". Hoewel hij niet op de foto staat werd in krantenpublicaties als drijvende kracht van de voetbalvereniging Soest ook vermeld Gerrit Egdom.
Na de promotie na de 4e klas KNVB ging het wat minder met de club en kostte het moeite om in die klasse te blijven. Dat kwam mede omdat een aantal belangrijke spelers van de club (de gebr.Veenendaal) de club hadden verlaten. In 1934 vertrok volgens de gegevens uit het bevolkingsregister de sterspeler Coen van der Tak uit Soest naar Arnhem. Of hij toch nog een tijd bij Soest is blijven voetballen is niet geheel duidelijk, maar in De Koerier van 20 september 1978 is een foto opgenomen, ingezonden door J.J.Abbel (de man van de Soester IJzergieterij) waarop een elftal van het seizoen 1937/1938 staat afgebeeld met daarop volgens het bijschrift "de legendarische Coen van der Tak en volgens Jan Abbel de man waarom het gehele team draaide". In de eerste helft van de jaren dertig werd de voetbalvereniging Soestdijk die speelde aan de Kostverlorenweg opgeheven en ging een groot deel van de spelers over naar de voetbalclub Soest.
Voetbalvereniging ESVAC
Nu dan de andere wortel van SEC, en dat was de Eerste Soester Voetbal en Atletiekclub (afgekort ESVAC). Deze club is opgericht op 3 oktober 1926 in lunchroom "Zonneheuvel". In het boekje "SEC 1923-1978" staat over de oprichtingsvergadering o.a. het volgende vermeld:
"Wel bestaan in deze gemeente reeds twee voetbalverenigingen, doch beide kwijnen door gebrek aan orde en goede leiding. De voorlopige commissie deelde mee, dat het doel was, alhier op te richten een goed georganiseerde, sterke voetbalclub met beschaafde manieren, waarbij o.a. het vloeken streng geweerd zal worden. Daar een goed voetballer moet beschikken over algemeen ontwikkelde spieren , is de beoefening der atletiek onmisbaar".
U kunt uit dit citaat proeven een zich afzetten tegen de voetbalclubs Soest en DOSKO en de "nette heren" tegenover "de ruwe arbeiders". Het standsverschil werd niet overbrugd en het boekje vervolgt het verslag over de oprichtingsvergadering dan ook met de mededeling: "Daar de leden van de reeds bestaande voetbalclubs voorlopig niet konden besluiten om tot eene fusie over te gaan, noch zich eventueel aan te sluiten, verlieten zij de vergadering". Vervolgens werd ESVAC opgericht , waarbij enigszins arrogant deze club in de naamgeving werd aangeduid als "Eerste" voetbalclub.
Voor de club werd beschikbaar gesteld een terrein door dhr.Wijburg achter zijn woning Soesterbergsestraatweg 25c. Dhr.Wijburg was zoals hiervoor reeds is vermeld eigenaar van het terrein Boslust. Het lijkt er op dat dit hetzelfde terrein is dat hiervoor al is aangeduid als het terrein nabij hotel de Boschvijver en mogelijk zelfs hetzelfde terrein als het trapveldje achter de woning waar de woning van de heer Roest zichbeyond, waar de voetbalvereniging Soest onofficeel in 1922 nog voetbalde. Als dat zo is dan zou dit verklaren waarom de voetbalvereniging Soest in de beginfase van haar officiële bestaan daar niet meer voetbalde maar op het terrein aan de Blieklaan. De vraag doet zich dan echter wel voor of de voetbalverenigingen Soest en ESVAC toch gedurende een bepaalde periode op hetzelfde terrein hebben gevoetbald want zoals reeds opgemerkt is de voetbalvereniging Soest op een gegeven moment gaan spelen op het terrein bij De Boschvijver en heeft ESVAC tot 1928 gevoetbald op het terrein van Boslust. Hoewel er al in 1924 pogingen werden gedaan tot samenwerking tussen beide clubs bleken de cultuurverschillen te groot en was er onderlinge concurrentie. Dat pleit tegen de veronderstelling dat ze samen een terrein gedurende een bepaalde periode hebben gedeeld, maar als die veronderstelling niet juist is dan moeten de terreinen waarop de clubs in 1926 hebben gevoetbald heel dicht bij elkaar hebben gelegen. In ieder geval moesten de gebruikers na het vertrek van de eigenaar omzien naar een ander terrein.
Het ging ESVAC op het eerste terrein aanvankelijk niet direct voor de wind. In 1924 brak er brand uit in het clubgebouwtje ( een schuur die door Wijburg ter beschikking was gesteld) op een moment dat de vrijwillige brandweer daar in vergadering bijeen was. De brandweerlieden konden niet verhinderen dat het gebouwtje volledig afbrandde.
Ook in sportief opzicht maakt de club in de eerste periode geen grote vooruitgang. Men bleef steken in de 3e klasse van de Utrechtse bond en men zag dat de spelers van de voetbalvereniging Soest tot tweemaal toe in korte tijd promoveerden. Door tegenstanders werd ESVAC in die tijd ook wel smalend aangeduid als 'de eliteclub' of de witte boordenclub' . Beter was het wellicht te spreken over een club van middenstanders want die waren in ruime mate vertegenwoordigd. En van de oprichters was kapper Wiersma van de Torenstraat. Een andere drijvende kracht uit de beginperiode was de heer Clements. Na de in sportief opzicht matige start vond men later de weg omhoog. Er werden nogal wat 'buitenlanders' (niet Soesters) aangetrokken en promotie vond plaats naar de eerste klas van de Utrechtse bond ( wat nog altijd lager was dan de 4eklas KNVB waarin Soest voetbalde).
Wellicht dat tot de weg omhoog ook heeft bijgedragen de nieuwe accommodatie die op 5 augustus 1928 in gebruik werd genomen in het Van Lenneps sportpark (later het Dekethpark naar burgemeester Deketh genoemd) aan de Schrikslaan. Voorzitter van de club in de jaren dertig was o.a. de bekende mr.J.H. van Doorne, advocaat en een tijdlang raadslid van de gemeente Soest. Later werd hij benoemd tot erevoorzitter.
In de loop van de jaren dertig werd de roep om samenwerking tussen de clubs Soest en ESVAC steeds luider. Wellicht dat de concurrentie veroorzaakt door de heropleving van de voetbalclub Be Quicken de komst van de voetbalclub DIOS daartoe ook hebben bijgedragen. Bovendien waren de jaren dertig in economisch opzicht natuurlijk moeilijke jaren. Ook toen was het echter geen gemakkelijke klus om gelet op de cultuurverschillen tussen beide clubs om samenwerking te bereiken.
Uiteindelijk lukte het een commissie van goede diensten bestaande uit de heren Donker, Lisee en Zadelhoff (de latere wethouder) om de beide clubs bij elkaar te brengen.
SEC
Op 1 augustus 1938 kwam in een bovenzaal van het toenmalige hotel Ockhuijzen (hoek Heuvelweg-Burg.Grothestraat) de fusie tot stand en kwam de Soest Esvac Combinatie (SEC) tot stand. Dhr. Donker werd de eerste voorzitter. In sportief opzicht was er een uitstekende start voor de nieuwe combinatie, want het eerste elftal behaalde in het seizoen 1938/1939 de kampioenstitel van de vierdeklasse KNVB. Promotie naar de 3eklas vond echter niet plaats omdat de promotiewedstrijden in concurrentie met andere regionale kampioenen niet met succes konden worden afgerond.
Oorlogsjaren
Tijdens de beginjaren van de oorlog ging het voetbal gewoon door. In het seizoen 1941/1942 werd het eerste elftal van de club opnieuw kampioen, maar opnieuw lukte promotie niet.
Spannend in de competitie waren vooral de wedstrijd tegen Quick uit Amersfoort en dat het ook toen niet altijd pais en vree was bij voetbalwedstrijden kan worden afgeleid uit een gebeurtenis uit 1943. Na afloop van de strijd tegen Quick vond er een grote kloppartij plaats op het Quickterrein `Dorrestein".
De voorzitter Donker werd o.a. geveld. De SEC-supporters lieten zich bepaald niet onbetuigd en werden door de KNVB verantwoordelijk gesteld voor de voetbalrel. SEC werd veroordeeld om twee wedstrijden zonder publiek te spelen. Dit had echter weinig effect want de bewoners van de woningen aan de Beetzlaan stelden het pad achter hun huizen ter beschikking van de supporters van SEC. Er werd zelfs entreegeld geheven dat na afloop van de wedstrijd aan SEC werd overgedragen. In sportief opzicht nam SEC wraak op Quick Amersfoort want tijdens die wedstrijd werden de Amersfoorters die met 3-0 voorstonden alsnog verslagen met 4-3. Tijdens die wedstrijd dreigde ook een razzia van de Duitsers. Als gevolg daarvan rende de SEC speler Cees Reijers, die was ondergedoken in Amsterdam maar door het Sec-bestuur was overgehaald om deze belangrijke wedstrijd toch mee te spelen, het veld af om een veilig heenkomen te zoeken. Aan het eind van de oorlog speelde SEC in een noodcompetitie.
Na de oorlog
Van de jaren na de oorlog staat voor ouderen in de SEC-gelederen nog heel goed in het geheugen gegrift, de ontmoeting met Engelse voetballers en met name de reis die het SEC-elftal met aanhang in 1948 naar Engeland maakte is velen bijgebleven. In 1947 en 1948 werd het eerste elftal kampioen maar wist geen promotie te realiseren. Ook de junioren A werden tweemaal achter elkaar kampioen. Er was dus perspectief op een weg omhoog.
Inmiddels was er in bestuurlijk opzicht een wisseling van de wacht. Voorzitter Donker werd opgevolgd door dhr.Zimmermann.Die trachtte een uitbreiding bij de gemeente te bewerkstelligen van het aantal velden, maar ving voorlopig bot. Een noodoplossing werd gevonden op het terrein aan de Kostverlorenweg (op een terrein nabij de boerderij van Manus Verwoerd waar vroeger ook de voetbalvereniging Soestdijk had gevoetbald. Daar gingen de lagere elftallen en de jeugd spelen nadat het terrein weer geschikt was gemaakt voor voetbal.
Op voorstel van voorzitter Zimmermann (directeur van TBS) werd besloten terug te keren naar het voormalige terrein aan de Bosstraat waar de voetbalvereniging Soest in de jaren dertig had gevoetbald.
Daar gingen wel een aantal emotionele ledenvergaderingen (in restaurant De Schouw en café Royal,bij de autokluis van Alblas) aan vooraf. Op 30 september 1951 werd door burgemeester Bentinck de opening verricht van de nieuwe accommodatie aan de Bosstraat. In de periode daarna was er een grote opbloei van de jeugdafdeling. In sportief opzicht ging het echter in die periode met het eerste elftal toch iets minder.
In 1954 kwam er in bestuurlijk opzicht een einde aan de periode Zimmermann.
De voorzittershamer werd toen overgenomen door dhr. Wilhelm, die voordat hij zich in Soest vestigde voorzitter was geweest van de voetbalvereniging PEC in Zwolle. De start van het nieuwe bestuur was echter moeizaam en in 1955 werd het bestuur versterkt met leden van de actieve jeugdcommissie, waaronder de al genoemde Jan Veldhuizen en Roeymans. Daarmee werd de basis gelegd voor een in bestuurlijk opzicht stabiele periode.
In het seizoen 1957/1958 werd het eerste elftal van Soest weer kampioen en slaagde er vervolgens ook in te promoveren naar de 3e klas KNVB. Een ware triomftocht volgde door Soest vanaf het toenmalige hotel Trier naar het toenmalige café-restaurant De Gouden Ploeg
De zestiger en zeventiger jaren.
In de zestiger jaren ontwikkelde SEC zich voorspoedig. Op 1 september 1960 werd in hotel Eemland de SEC honkbalafdeling opgericht (later is die afdeling in goed overleg verzelfstandig tot een eigen vereniging ( de Knickerbockers). In 1965 werd gestart met een zaterdagafdeling en het eerste SEC elftal dat in die competitie speelde werd al na 2 jaar kampioen van de klasse waarin ze waren ingedeeld.
Een hoogtepunt was ook de realisering van het eigen clubhuis in 1966 naar een ontwerp van architect Dik Renooy (een keeper van één van de SEC-elftallen). De bouw werd gecoördineerd door Henk Tuenter en sterk gesponsord door het SEC-lid Willem Uijland van het bouwbedrijf gebr. Uijland. De opening werd verricht door wethouder Klaas de Haan.
Waar in het voorgaande vele horecagelegenheden zijn genoemd waar vergaderd of bijeengekomen werd, kwam met een eigen clubhuis daaraan een einde en werd de horecavoorziening in eigen beheer verzorgd en een bron van mede-financiering van het clubleven.
Het clubleven werd flink bevorderd en ondersteund door tal van evenementen, met als drijvende krachten Roel ten Hove, Wout de Bruijn en Fred Spijker vaak samen met hun vrouwen. Vóór de jeugd werden trips georganiseerd naar het buitenland terwijl ook buitenlandse verenigingen gastvrij werden ontvangen voor een tegenbezoek. Teyens zorgde men voor deelname aan de KNVB jeugdkampen.
Toch verliep niet alles crescendo in de jaren zestig. Het slot van de competitie 1967/1968 verliep voor het zondagelftal dramatisch. Men dacht de plek in de derde klasse van de KNVB veilig te hebben gesteld na een overwinning op Zeist met 3-2. Zeist tekende echter protest aan tegen het feit dat SEC na rust twee invallers in het veld had gebracht terwijl er maar één was toegestaan. Hoewel inderdaad de regel was overtreden beslist de KNVB aanvankelijk dat de wedstrijd niet behoefde te worden overgespeeld. Na een protest van Zeist kwam de KNVB terug op haar besluit en besliste dat de wedstrijd toch moest worden overgespeeld. SEC spande een kort geding aan tegen de Bond, maar de rechter stelde op 7 juni 1968 de KNVB in het gelijk. SEC verloor vervolgens de beslissende wedstrijd en degradeerde naar de 4eklas. En daar is men een hele tijd gebleven.
Hoewel in 1978 volop het 55 jarig bestaan van de club werd gevierd werden de daaraan voorafgaande jaren toch aangemerkt als de magere jaren.
De laatste decennia
Anders dan de beginperiode zullen we de ontwikkelingen in deze decennia slechts kort belichten omdat de afstand historisch gezien tot deze periode nog zeer kort is. Vermeldenswaardig is dat gestart werd in de jaren tachtig met zaalvoetbal, terwijl voor het veldvoetbal de zaterdagafdeling meer floreerde dan de zondagafdeling. Weliswaar slaag de zondagafdeling er in 1985 opnieuw in derdeklasser te worden, maar het werd in de daarop volgende tien jaar toch een beetje heen en weer varen tussen de derde en vierde klas. Nadat in 1991 een succesvolle reünie was georganiseerd, werd bij het zeventig jarig bestaan van de club in 1993 opnieuw feest gevierd, waarbij o.a. acte de présence werd gegeven door de oud-keepers Nico van Zoghel en Piet Schrijvers, die in hun jeugd in de SEC-kleuren hadden gespeeld alvorens door te dringen naar het nationaal niveau.
Toch werden de problemen voor de club in de jaren negentig groot. Een groot gebrek was er aan leidinggevend kader. Een discussie ontstond over de integratie (fusie) van de voetbalverenigingen S.O.Soest en SEC. De uitkomst van die discussie was echter voor SEC onbevredigend en de ledenvergadering besliste zelfstandig verder te gaan. In 2008 was er opnieuw discussie over een fusie, ditmaal tussen de voetbalvereniging Hees en SEC, maar uiteindelijk vond ook die geen doorgang omdat naar het oordeel van SEC door de gemeente onvoldoende medewerking werd verleend aan de wensen ten aanzien van de accommodatie. En dan zijn we weer terug bij het begin waar we melding hebben gemaakt van een bericht waaruit blijkt dat opnieuw een aantal mensen klaar staan om SEC verder de toekomst en dus ook de geschiedenis in te dragen. Op een reclamebod bij binnenkomst van Soest lezen we: "Een rijke historie is een bron van inspiratie voor de toekomst".
BIJ DE SAMENSTELLING VAN DIT ARTIKEL HEB IK DANKBAAR GEBRUIK GEMAAKT VAN EEN SERIE ARTIKELEN DIE IN 1978 VERSCHENEN IN HET WEEKBLAD DE KOERIER EN IN 1991 IN DE SOESTER COURANT. OOK HET JUBILEUMBOEKJE 'SEC 1923-1978" HEB IK GERAADPLEEGD. DIE WAREN ME TER BESCHIKKING GESTELD DOOR JAN VELDHUIZEN HIJ HEEFT ME OOK IN ANDER OPZICHT DE NODIGE INFORMATIE VERSTREKT .WAARVOOR IK HEM HARTELIJK DANK WIL BEDANKEN. OMDAT DE FEITELIJKE GEGEVENS IN DE BRONNEN NIET ALTIJD MET ELKAAR IN OVEREENSTEMMING WAREN KOSTTE HET 'RECONSTRUEREN' VAN DE GESCHIEDENIS DE NODIGE MOEITE. DHR. PIEKEMA VAN HET GEMEENTE-ARCHIEF WIL IK OOK BEDANKEN VOOR ZIJN HULP BIJ HET ZOEKEN VAN DE NODIGE GEGEVENS.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.