Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Homo Ludens (de spelende mens); Ben v.d. Pol, de Rietpluim, de windhond en een geile pastoor.

Wim de Kam

In de jaren dertig van de vorige eeuw schreef de bekende cultuurhistoricus Huizinga o.a. het interessante boek 'Homo Ludens' of wel 'De spelende mens'. In de inleiding schreef hij: "Sinds lange tijd ben ik steeds stelliger tot de overtuiging gekomen dat menselijk beschaving opkomt en zich ontplooit in spel, als spel."
Als je dat op je laat inwerken dan lijkt het erop dat 'spelen', 'het spel' sterk gebonden is aan de mensenwereld. Gelukkig wijst Huizinga er al op de eerste bladzijde van zijn boek op dat spel ouder is dan cultuur en al bestond voordat er sprake was van menselijk samenleven. 'De dieren hebben niet op de mens gewacht om te spelen'. Huizinga schreef ter toelichting o.a.: "Men behoeft slechts jonge honden bij hun spel gade te slaan, om in hun lustig ravotten al de grondtrekken van het spel waar te nemen. Ze nodigen elkander uit door een soort van ceremoniële houdingen en gebaren. Zij nemen de regel in acht dat men zijn makkers oor niet doorbijten zal. Zij stellen zich aan alsof ze vreselijk kwaad zijn. En vooral: bij dit alles ondervinden zij klaarblijkelijk een hoge graad van pret of aardigheid".
Volgens Huizinga is het spel reeds in zijn eenvoudigste vormen, en in het dierlijke leven, meer dan een fysische activiteit en worden de grenzen van het zuiver biologische overschreden. Er is iets van`geest' in het spel, dat wezenlijk is. Of dit al dan niet waar is, laat ik nu maar rusten want het voert te ver om daarop verder in te gaan. Wat wel duidelijk is dat het spel zich uitstrekt over dierenwereld en mensenwereld samen en dat het spel als zodanig niet in een rationeel verband is gefundeerd, aangezien een gegrond zijn in de ratio (de rede) haar tot de mensenwereld zou beperken. 'Het bestaan van het spel is aan geen trap van beschaving verbonden'.
Omdat wij zogenaamd redelijke wezens zijn, is het goed om het vorenstaande nog eens goed te beseffen alvorens in te gaan op het spel als cultuurverschijnsel dat als een gegeven grootheid is en wordt ingezet voor diverse doeleinden, waaronder het schaven aan de kwaliteit van het menszijn en de omgang met elkaar. Er zijn volgens Huizinga vele kenmerken aan het spel verbonden. Een tweetal wil ik noemen. Het eerste kenmerk is dat het spel niet het 'gewone' of 'eigenlijke' leven is. Het is een uittreden daaruit in een tijdelijke sfeer van activiteit met een eigen strekking. Het is 'alsof' mawvoor de grap','maw zogenaamd' enz.
Een ander kenmerk van spel is het element van spanning en het streven naar ontspanning. Die beide kenmerken in samenhang kunnen aan het spel schoonheid verlenen, een esthetisch genoegen bieden.
Vorig jaar werd uitgegeven het prachtige boek 'Het gevleugelde woord' van Herman Pleij over de geschiedenis van de Nederlandse literatuur in de periode 1400 tot 1560. Daarin wordt beschreven hoe onder het gewone volk in de volkstaal belangrijke zaken v ia het toneel onder de aandacht werden gebracht. Dat gebeurde door in het toneel de wereld op z'n kop te zetten met de bedoeling om te laten zien: zo hoort het dus niet in het gewone leven. Bij vele feesten en gelegenheden trok men zowel op stadsniveau als in buurten en wijken alle registers open met boertige kluchten, zotternijen enz. Schutterijen, gilden en rederijkers wedijverden met elkaar in het tonen van hun toneelen voordrachtskunsten. Volgens Pleij steeds met het oogmerk om via komische situaties te laten zien dat het eigenlijk anders hoorde. De figuur van 'de wereld op z'n kop zetten' heeft ook in de daarop volgende eeuwen nog volop gestalte gekregen met daarop afgestemde prenten.
Overigens zal Herman Pleij de eerstvolgende Jac. Van Looylezing verzorgen op zondagmiddag 21 september a.s. in de Oude Kerk. Schrijf deze datum alvast in uw agenda want hij is een boeiend verteller die voor ons het Jaar van de traditie (2008-2009) zal inleiden. Toneeluitvoeringen op wijk- en buurtniveau zijn feitelijk tot aan de komst van de televisie in de jaren vijftig van de vorige eeuw een belangrijke bron van vermaak en lering gebleven door de eeuwen heen. Dat geldt ook voor Soest ook al zijn daarover weinig gegevens bekend uit de periode tot 1900. Van de vorige eeuw weten we in dat opzicht meer. In de eerste helft van de vorige eeuwen vonden tal van toneeluitvoeringen plaats en waren diverse toneelverenigingen actief. De meeste zijn inmiddels opgeheven.


Een nog betrekkelijk jonge vereniging (zestig jaar), die nog bestaat is de toneelvereniging De Rietpluim. In die vereniging is geruime tijd de onlangs overleden rietdekker Ben v.d. Pol actief geweest. Zijn vader was mede-oprichter van de wijk/buurtvereniging Kerkebuurt waaruit deze toneel vereniging is voortgekomen. Ben v.d . Pol en zijn vader wisten als geen ander dat de mens niet alleen een homo Faber (makende mens) kan zijn — in hun situatie: rietdekker, maar ook behoefte had om te spelen (homo ludens). In een interview dat is opgenomen in het archief mondelinge geschiedenis in 2000 vertelde Ben dat er altijd werd geoefend achter het huis aan de Eemstraat en dat daar de naam De Rietpluim vandaan komt. Het bestaan van de Rietpluim mag wat mij betreft ook worden gezien als een eerbetoon (een pluim) op de alpinopet van Ben, die ook volop geïnteresseerd was in de lokale historie.
De Historische Vereniging heeft in haar bestaan ook diverse malen het spelelement ingezet om aandacht te vragen voor de cultuurgeschiedenis van Soest. Recent gebeurde dat op 10 en 17 mei ter gelegenheid van de opening van de nieuwe molen De Windhond op de Eng. In samenwerking met de toneelvereniging De Rietpluim en met medewerking van de Boerendansgroep, de z.g.Hofslotgroep en het shantikoor van Apollo werd een klucht gepresenteerd rond de molen, die gesitueerd was in het midden van de 18e eeuw (toen de vorige Windhond werd gebouwd).
De presentatie van de klucht gebeurde primair ter vermaak, maar ook in dat stuk werd lering aangeboden. Zo werd aandacht gegeven aan de tegenstelling tussen katholieken en gereformeerden mede omdat het molenaarsgeslacht van protestantse huize was in het overwegend katholieke dorp Soest. Ook aan de positie van de ambachtsheer (de prins van Oranje ) werd aandacht gegeven. In het stuk kwam o.m. voor een bevalling in de molen, waarbij gesuggereerd werd dat het kind verwekt zou zijn door de pastoor. Iemand stelde me de vraag of dit niet een beetje ver gezocht was. Hoewel ik als mede-auteur dat fragment niet bedacht heb (mijn collega-auteur Ton Hartman is veel beter thuis in de katholieke levensfeer) is het fragment heel goed verklaarbaar. Herman Pleij schrijft in zijn al genoemd boek op bladzij de 185:
"De priester is in de literatuur een geliefd model voor ongebreidelde geilheid. Die verbergt hij ook nog eens op huichelachtige wijze door zijn parochianen voor te houden geen gevolg te geven aan de ongeremde en buitenechtelijke lusten, die hem onder alle omstandigheden vreemd zou zijn. Zo'n houding maakt hem aantrekkelijk voor vrouwen die zijn lusten aan den lijve mochten ervaren — door de biecht kon hij zich immers voortdurend met hen afzonderen".
Ook voor deze passage is van toepassing de stijlfiguur van de wereld op z'n kop zetten en geenszins wordt ermee gesuggereerd dat in die tijd in Soest in het gewone leven een pastoor actief was met extra ordinaire 'pastorale' bezigheden. Hoe het werkelijk was in de 18e eeuw? Wellicht dat een tipje van de sluier over de geschiedenis van die periode kan worden opgelicht als over een paar jaar het nieuwe boek over de geschiedenis van Soest in de 17e en 18e eeuw verschijnt waaraan hard gewerkt wordt door o.a. ons lid Gerard Derks.
Het spel met en over de geschiedenis zullen we als Historische Vereniging voortzetten op velerlei wijze met als serieuze inzet conform onze doelstelling: het bevorderen van de kennis over de geschiedenis en de aandacht en zorg voor het culturele erfgoed van Soest. Dat er inmiddels ook weer volop genoten kan worden van het spel met de wind en de lucht van De Windhond maakt duidelijk dat inspanningen van diverse generaties om het verleden en de toekomst met elkaar te verbinden de moeite alleszins waard zijn.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto