Ton Hartman
Inleiding
Onderlaatst stond in dit blad een artikel met bovengenoemde titel geschreven door dhr. Gerard Raven. Hij is in het dagelijkse leven conservator van Museum Flehite. Nu wordt de schrijver van dit artikel in dat verhaal als een van de deskundigen opgevoerd. Wat is mooier voor een vrije tijds historicus om als deskundige benoemd te worden? Niets toch. Helaas is er in de communicatie tussen de verschillende deskundigen wat misgegaan en zijn er wat foutjes in het artikel geslopen. Daarom hier wat aandachtspunten om het bovengenoemde artikel nog wat meer te verduidelijken.
De aquarel van Cornelis de Kruijff
Op de achterzijde van de aquarel staat veel informatie geschreven. Het handschrift is onmiskenbaar van dominee J.J. Bos. Als geen ander was dominee Bos geïnteresseerd in de geschiedenis van Soest. Zijn lijvig manuscript wordt onder de goede zorgen van dhr. Piekema bewaard in het archief in het gemeentehuis van Soest. Degene die werkelijk de tekst aan een kritische blik onderworpen heeft moet tot de conclusie komen dat het indrukwekkend is wat dominee Bos geschreven heeft maar ook dat er hier en daar nuances aangebracht moesten worden. Ditzelfde geldt ook voor het geschrevene op de achterzijde van de aquarel. Dominee Bos heeft meer dan veertig jaar tegen het schilderij aangekeken en heeft niet kunnen uitstaan dat hij de afgebeelde personen niet bij naam kon noemen. Bij zijn zoektocht is hij van de voor de hand liggende gedachte uitgegaan dat het een collega dominee zou zijn. In dat geval zou dominee Van den Broek de meest waarschijnlijke zijn. Voor deze dominee was Soest zijn eerste predikantsplaats na zijn studie. Maar om een 'broekie' van een dominee met een waardevolle aquarel te belonen terwijl hij maar amper drie jaar de hervormde gemeente gediend heeft is onwaarschijnlijk. Maar het is nog onwaarschijnlijker dat dominee Wouterus Gijsbertus van den Broek een gegeven cadeau laat hangen in de dienstwoning. Het zou toch het toppunt van ondankbaarheid zijn. Ook de suggestie van huwelijkscadeau is niet reëel, op je huwelijksportret vereeuwigt worden met je schoonmoeder op gelijke grootte afgebeeld zou toch wel voor gefronste wenkbrauwen zorgen. De conclusie uit voorgaande gegevens moet toch wel wezen dat de afgebeelde personen onbekend zijn.
Is met deze conclusie de betrouwbaarheid van het levenswerk van dominee Bos aangetast? Natuurlijk niet, elke historicus — beroeps of amateur — heeft de intentie om een waarheidsgetrouw verhaal te schrijven, maar iedereen weet dat er altijd een verkeerde inschatting gemaakt kan worden. Onze dorpsgeschiedschrijver heeft voor meer dan 100 jaar terug een bijna wetenschappelijk werk gemaakt, zeker zonder de moderne hulpmiddelen zoals computer en Internet is het een gigantische klus geweest. Helaas is de leesbaarheid wat minder, de 19e eeuwse schrijfstijl wordt tegenwoordig als langdradig beschouwd.
Terug naar het aquarel, als we de afgebeelde personen als onbekend beschouwen is ook de datering weggevallen en kan de aquarel op elk moment in het werkzame leven van Cornelis de Kruijff gemaakt zijn. Cornelis leefde van 1774 tot 1828. Zoals dhr. Raven scherp opmerkte is het middelpunt van het schilderij de enigszins opgeblazen pastorie en ook het uurwerk staat prominent afgebeeld. Ook over de tuinaanleg is al geschreven, het is volgens de Franse stijl met rechte lijnen en zichtassen aangelegd. Maar tegelijkertijd wordt al opgemerkt dat deze tuinvorm in 1817 al uit de mode is. Het zou voor de kunstschilder een kleine moeite wezen om aan de tuin op het schilderij een Engels accent te geven, een enigszins slingerend wandelpad in de plaats van de kaarsrechte weg en de opdrachtgever zou in zijn nopjes zijn. Misschien is de aquarel nog wel 10 tot 20 jaar ouder dan tot nu toe aangenomen is?
De verschillende boompjes en struikjes zijn ook mooi geschilderd. In het meermalen genoemde artikel is de link gelegd met de grafsteen van Isaak Inssen. Een andere grafsteen die mogelijk ook verband met de aquarel zou kunnen hebben is die van Constantinus Webber. Constantinus was boomkweker en zijn derde echtgenote was afkomstig uit de woonplaats van Cornelis de Kruijff namelijk Amsterdam.
Over deze Cornelis is nog wat meer bekend, in het "Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1950" onder redactie van Pieter A. Scheen staat dat hij schilderde en aquarelleerde landschappen en stadsgezichten in de trant van Jan van der Heyden. Bij zijn beroep staat echter vermeld; houtzaagmolenaar. Zou Cornelis de Kruijff tijdens het schilderen ook een bezoekje aan de Oude Kerk van Soest gebracht hebben? Zou hij op het koor van de kerk zijn ogen nederig op de vloer gericht hebben? Dan zou hij misschien wel de grafsteen met de inscriptie Cornelis Guertsen de Cruijft 1658 gezien hebben? Zou hij dan het wapenschild, met daarop de molenwiek als schuinlcruis geplaatst, ook herkend hebben? Zou er enig familieverband bestaan tussen deze twee Cornelissen hoewel er wel 150 jaar tussen zit?
Het anonieme schilderij
In het artikel wordt ook nog een ander anoniem schilderij van de Kerkstraat ten tonele gevoerd. Helaas is bij de beschrijving van de afgebeelde panden enige verwarring ontstaan.
Het is een mooi landschappelijk tafereel met een vrouw die een koe en drie schapen voor zich uit jaagt. Ze gaat richting de Birkt maar met welk doel is weer een veronderstelling. Het is niet waarschijnlijk dat het een dagelijks tochtje is, de vrouw lijkt haar beste jurk aan te hebben. Het is wel in de morgen geschilderd, de schaduw van de koe is aan de zuidwestzij de geprojecteerd, de bomen staan volop in het blad dus is het zomerseizoen. Er lopen geen lammeren bij de schapen, waarheen zullen ze op weg zijn?
In het vorige artikel werd vermeld dat het gebouw met de trapgevel het pand "De Pol" zou zijn. Oudere inwoners van Soest zullen nog weten dat op die locatie de bakkerij Van derFliergevestigd was. Het opvallende pand met de witte gevel is in juli 1945 afgebrand en niet meer opgebouwd. Dit pand was bekend onder de naam "De Posthoorn". De ouderdom van het pand is niet bekend maar weer een andere grafsteen in de Oude Kerk vermeld het volgende; YSACK. AERTSZ. IN DE. POST.HOORN 1658. Ysack Aertsz was landbouwer en herbergier in dat gebouw. Bij sommige Soester historici heerst het hardnekkige misverstand dat er zelfs een bierbrouwerij in het pand gevestigd was. Deze verwarring is wel verklaarbaar, het pand behoorde in de tweede helft van de 17e eeuw tot het eigendom van een Amersfoortse bierbrouwerfamilie. De brouwerij in Amersfoort, hoe kan het ook anders, was genaamd "De Posthoorn". In de eerste helft van de 18e eeuw kwam de herberg "De Posthoorn" en de in de onmiddellijke nabijheid gelegen herberg "De Drie Ringen" bij dezelfde eigenaar terecht. Deze besloot om De Posthoorn om te vormen tot bakkerij.
Op het schilderij zijn ook de kenmerkende steunberen aan de witte gevel te zien, op de foto's die van het gebouw bewaard gebleven zijn komen ze ook voor. Maar op de foto's is er geen sprake van een trapgevel, het heeft er wel alle schijn van dat er aan de gevel gerommeld is. Waarschijnlijk is de trapgevel in de loop der jaren wat bouwvallig geworden, het metselen gebeurde vroeger meestal met kalkspecie, en zijn de uitstekende delen er afgehaald. Het riet is er overheen gedrapeerd en het bleef binnen weer droog.
In het vorige artikel wordt vermeld dat links boerderij "t Hoogje" te zien zou zijn, wat we op het schilderij zien is het achterhuis van De Posthoorn. Rechts zien we dus eerst de inrit van het predikantshuis en daarachter het schuine dak van "De Pol". Dit pand is nu bekend als de vroegere bakkerij Van Brummelen. Voordat de familie Van Brummelen meer dan 150 jaar hun bakkerij daar uitoefende was de familie Fluijt al een honderd jaar bewoner van het gebouw.
Het meest fascinerende gebouw wat te zien is op dat schilderij is het op de achtergrond gelegen 'huis'. Zou dit huize "Bleijendaal" geweest kunnen zijn?
In het artikel van dhr. Gerard Raven wordt vermeld dat er verder geen 18e eeuwse of oudere afbeeldingen bekend zijn aan die zijde van de Kerkebuurt. In het boek van de gebroeders Hilhorst; Soest, Hees en De Birkt staat ook een mooie afbeelding. Deze is vanuit ongeveer dezelfde positie geschilderd als de voornoemde. De gebroeders Hilhorst hebben deze aquarel ontdekt in Dresden in Duitsland. De kunstenaar heeft een mooie plek gevonden om het schilderij te signeren; op de hefboom waarmee de emmer uit de waterput wordt gehaald staat A. Borssom. Op Internet vinden we de kunstschilder Anthonie van Borssom, deze leefde van 1629 of 1630 tot 1677 en is geboren en overleden te Amsterdam. In verschillende musea hangen werken van deze Anthonie van Borssom die zich voornamelijk met landelijke taferelen bezig hield. Qua tijdsbeeld zou het heel goed kunnen dat hij de schilder is, de Posthoorn bestond immers al in 1658, het min of meer bouwvallige pandje aan de rechterzijde zou een voorganger van "De Pol" geweest kunnen zijn. "De Pol" is gebouwd in 1737.
Volgend jaar wordt vrijwel zeker het aangekochte aquarel van Cornelis de Kruiff nog wel een keer in Soest tentoongesteld, bekijkt u het maar eens goed en eventuele aanvullingen zijn altijd welkom.
GERAADPLEEGDE BRONNEN;
- CORRESPONDENTIE METMW.M. VULSMA-KAPPEAS, DHR. GERARD DERKS EN DHR. GERARD RAVEN.
- GEBR. HILHORST, SOEST, HEES EN DE BIRKT, HILVERSUM 2001.
- DS.J.J. BOS, NEDERDUITSCH-HERVORMDE GEMEENTE.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.