Gerard Raven (conservator van museum Flehite)
Gezicht op de hervormde pastorie en kerk door Cornelis de Kruijff, 1817
Onlangs verwierf Museum Flehite een prachtige aquarel, met steun van de gemeente Soest en de Oudheidkundige Vereniging Flehite. Rechts zien we de Oude Kerk, met vooraan het koor en achteraan de toren. Links de zijkant van de pastorie; de voorgevel staat naar de Peter van den Breemerweg (nu is het adres echter Kerkstraat 15, de witte villa van de familie Klomp). De afbeelding is van grote historische betekenis voor Soest. Er zijn maar weinig oudere dorpsgezichten bekend en de eerstvolgende kleurenprent is van 1860.
Soest is zeer karig bedeeld met dorpsgezichten van vóór 1820. Naast de hier afgebeelde gravure van de Oude Kerk zijn er alleen twee achttiende-eeuwse gezichten op Soestdijk bekend: een aquarel en een pentekening (Paleis Soestdijk in Baarn is overigens vaker geportretteerd).
Af en toe te zien
De aquarel is gemaakt door Cornelis de Kruijff (1774-1828). Hij is bekend om zijn stads- en dorpsgezichten in olieen waterverf, meestal uit zijn woonplaats Amsterdam. Museum Flehite heeft ook twee verschillende gravures van Paleis Soestdijk die naar een tekening van hem zijn gemaakt.
De schildering van de pastorie is gevat in een 19e-eeuwse lijst met getrokken glas van 46x56 cm, die er een bijzonder fraai geheel van maakt. Het kunstwerk heeft te lijden gehad van de tand des tijds, maar dit is nergens storend. Jammer is alleen dat door lichtwerking de groene partijen zijn verkleurd. Groen is nu eenmaal een vluchtige kleur in waterverf; dit zien we wel vaker bij oude aquarellen. Om verdere verkleuring te voorkomen bewaart het museum de aquarel in het donker in zuurvrij karton, geklimatiseerd en apart van de lijst. Het werk zal dus slechts af en toe en voor relatief korte perioden tentoongesteld kunnen worden.
Wie staan er op de schildering?
Op de voorgrond zien we een tuinman en bij het huis nog drie personen. Achterop is vermeld dat dit ds. Wouterus Gij sbertus van den Broek, zijn vrouw en zijn schoonmoeder zijn. Van den Broek werd in 1788 geboren in Barneveld, als zoon van Hermanus van den Broek en Maria van Ramshorst. Na zijn studie werd Wouterus in 1813 proponent (nu zouden we zeggen kandidaat) te Leiden. Hij werd als predikant te Soest bevestigd op 2 oktober 1814. Ik vond zijn huwelijk terug in de burgerlijke stand van Amersfoort. Op 25 februari 1817 trouwde hij met Margaretha Hondius, die daar in 1793 was geboren uit het huwelijk van Gerrit Hondius en Petronella van de Water. Op de achterzijde van de aquarel staat de moeder echter vermeld alsLucretiavan de Water (geboren Amsterdam 1763). Doordat Van den Broek maar drie jaar in Soest stond is de aquarel vrij nauwkeurig te dateren op 1814-1817. Maar het lijkt onwaarschijnlijk dat hij zich in zijn verkeringstijd liet vereeuwigen; het ligt veel meer voor de hand dat deze aquarel een huwelijkscadeau was. Daarmee hebben we een exacte datering! Deze wordt nog eens bevestigd door het feit dat het jonge echtpaar nog datzelfde jaar verhuisde, omdat Wouterus een beroep aannam naar Scherpenzeel. Hij was trouwens ook daarna geen man om ergens lang te blijven. In 1817 vertrok hij naar Scherpenzeel, 1822Edam,1823 Hilversum, 1829 Hattem, 1834 Fijnaard en Heiningen, 1837 Zwartsluis, 1840 Harderwijk, 1844 Veenendaal, 1845 's-GrevelduinCapelle en Vrijhoeven, 1856 Otterloo. Zelfs voor een predikant was dat een rusteloos bestaan. In 1858 ging Wouterus met emeritaat en hij overleed te Hilversum op 19 januari 1861, 72 jaar oud.
De pastorie
De woning van de predikant bestaat nog steeds in de vorm van een fraaie villa. We weten er meer van dankzij enkele andere afbeeldingen in het Gemeentearchief Soest en een historisch overzicht van ds. J.J. Bos van ca 1900.
Het terrein was 0,82 ha (8200 m2), van de straatweg (nu de Kerkstraat) naar het toenmalige Korte Eind of Achterweg (Ferdinand Huycklaan). De pastorie was blijkens de eerste steen gebouwd in 1755. Het geld daarvoor was geschonken door een gereformeerd gemeentelid, Isaak Inssen (1662-1756), zoals ook vermeld staat op zijn grafsteen in het koor van de kerk. De gevel keek destijds naar het noorden en stond aan de Peter van den Breemerweg (tot 1935 Zwarteweg genoemd). Van die weg leidden drie hardstenen treden en een dito stoep naar een draaihek met twee vaststaande vleugels en een dubbele haag: een lagere van meidoorn en daarachter een hogere van beukenheesters. Op de aquarel is ook iets van oplopend gewas te zien. In 1816 stonden de nog ongehuwde Wouterus en de prins van Oranje (de latere koning Willem II)op deze stoep. Van hieruit volgden zij een boerenwedstrijd van paardenrennen, waarvoor Willem prijzen beschikbaar had gesteld. Hij had zijn arm toen nog in verband als gevolg van verwondingen tijdens de Slag bij Waterloo vier jaar eerder, waarbij Napoleon definitief verslagen werd. Als beloning had hij Paleis Soestdijk gekregen, dus hij had zijn buitenverblijf dichtbij.
Op de aquarel zelf is de zijkant van de pastorie op het oosten afgebeeld, met volgens Bos zes ramen beneden en evenveel boven, die uitzien op de tuin. We zien ook nog een zolder met twee schoorstenen. De afbeelding geeft de indruk dat de pastorie vrijwel naast de kerk staat, maar een tekening uit 1855 geeft de afstand beter weer. Opvallend is dat de pastorie dicht aan de Kerkstraat is afgebeeld. Bos veronderstelde echter dat het verder van de weg was dan de middeleeuwse pastoorswoning en ook tegenwoordig staat het huis verder van de Kerkstraat. Van de pastorie zien we de achtergevel. Deze klopt met de beschrijving van Bos: beneden drie ramen, dat van de keuken wat kleiner. Op de verdieping twee ramen en daarboven een groot zolderraam.
De voorgevel is te zien op een foto van ca 1880. De beschrijving van ds. Bos klopt ook hier: een voordeur uit twee delen, met links daarvan twee en rechts één raam; op de verdieping drie ramen. Daarboven een groot zolderraam met houten luiken en aan weerszijden een ovaal raam in de muur, zoals toen vaker gebeurde. De stoep is in ieder geval verdwenen, omdat de ingang is verplaatst. Verder zijn de gevelsteen en rechts een aanbouw te zien. Die aanbouw was volgens Bos van later datum dan de pastorie; het materiaal was van lagere kwaliteit en met veel minder zorg afgewerkt. Hij veronderstelde dat het eerst een bergplaats voor turf, hout e.d. is geweest. Rechts daarvan is vervolgens een koetshuis verrezen die de bergplaats verving, waarna de aanbouw in gebruik is genomen als woonruimte. Aan deze zijkant waren volgens Bos twee ramen en een deur van de keuken; verder een half raam en twee ramen van het kamertje naast de voordeur.
Na de bouw van het koetshuis is de ingang van het perceel verplaatst naar de Kerkstraat. Wanneer dat precies is gebeurd wist Bos niet, maar het zal in de eerste helft van de negentiende eeuw zijn geweest. Deze ingang is te zien op een anoniem schilderij zonder vindplaats, waarvan alleen een foto bekend is. Het is rond 1955 beschreven als waarschijnlijk 17e-eeuws, mogelijk op grond van de trapgevel van boerderij De Pol (later broodbakkerij Van Brummelen). Links daarvan boerderij 't Hoogje, nu Kerkstraat 10. Het schilderij als foto heeft weinig aanknopingspunten voor datering, maar voorlopig houd ik het bij diezelfde eerste helft van de 19e eeuw. Rechts zien we een hek, misschien wel het oude draaihek met twee vaststaande vleugels. Daarachter zien we een huis met rieten dak en schoorsteen en een puntje te zien van en ander pand; dit zal Kerkstraat 13 zijn. Van het koetshuis en de pastorie is dus niets te zien. Rond 1900 is van dit schilderij een ingekleurde prentbriefkaart uitgegeven door Van der Kolk's papierhandel te Soest, die ook in de collectie van het Gemeentearchief voorkomt.
Jammer dat Bos niets zegt over het interieur; was dat te privé voor het predikantengezin? De pastorie is sterk gewijzigd bij een verbouwing van 1893. De predikant is in 1924 verhuisd naar Kerkstraat 2 (hoek Torenstraat); deze pastorie is in 1968 gesloopt. Op de internetpagina van het Gemeentearchief zijn er foto's van te zien. De villa aan Kerkstraat 15 is kort vóór de Duitse bezetting gehuurd door premier jhr D.J. de Geer (1870-1960). Omdat hij niet geloofde in de geallieerde overwinning werd hij in Londen afgezet, waarna hij in 1941 naar neutraal Lissabon vertrok op weg naar Indië. Vandaar keerde hij echter naar zijn huis in bezet gebied terug, een kolossale klap in het gezicht van de regering in ballingschap. De Geer kocht het huis later en overleed er ook.
Franse tuin
Op de aquarel is een tuin te zien met hagen en dennebomen. Dat was exclusief, want dennen kwamen van nature niet voor in Nederland. Rechts zien we enkele planten uitspringen, vooraan een soort enorme lelie. De Franse landschapsstijl met haar rechte zichtlijnen was toen al bijna ouderwets, maar geeft een goed beeld van de achttiendeeeuwse situatie. Wie geld had liet begin 19e eeuw graag een Engelse tuin aanleggen, waarin de rechte lijnen juist doorbroken werden door romantisch kronkelpaden, zoals te zien is op de aquarellen van het landgoed Eemlust in de collectie van Museum Flehite.
In de tuin liep rond het huis een wandelpad tussen een dubbele rij platgesnoeide lindebomen. Eén zo'n boom lijkt rechts van het pad bij het huis te staan; zulke bomen waren handig als zonwering en staan nog steeds rond monumentale boerderijen. Iets verderop lag de moestuin en daar achter een boomgaard met meer dan zeventig vruchtbomen. Aan het eind was een bosje met eiken en berken voor hakhout, ook met wandelpaden.
De tuin bestaat nog steeds, maar heeft uiteraard de nodige wijzigingen ondergaan. Aan gebouwen is er alleen een rietgedekte paardenstal bijgekomen, te zien vanaf de Peter van den Breemerweg.
Lotgevallen
De aquarel zelf heeft een merkwaardige geschiedenis gehad. Tot dusver was deze afbeelding uitsluitend bekend in de vorm van een foto in de collectie van het Gemeentearchief Soest (invnr 2410.0072). Deze foto was in 1959 gemaakt, toen het werk in bezit was van PH. Bransaan Kerkpad ZZ 82. Hij was een zoon van ds. D.P. Brans,de plaatselijke predikant tijdens de verhuizing van de pastorie in 1924. Hieruit kunnen we concluderen dat de aquarel sinds 1817 in de pastorie is blijven hangen, maar daarná zijn functie verloor en door de zoon van de predikant werd beschouwd als diens eigendom. Maar juist het feit dat de schildering al die tijd in de pastorie is gebleven brengt mij tot een nieuwe hypothese: ds. Van den Broek heeft het werk niet meegenomen naar zijn nieuwe standplaats, omdat hij het bij zijn huwelijk cadeau kreeg van de plaatselijke hervormde gemeente(leden).
Ton Hartman reageert daarop dat de gemeente daarvoor te arm was en meent dat de aquarel eerder betaald zal zijn door een rijke familie, bijvoorbeeld de familie Pembroek. Isaak Inssens schoonzoon was schout Doekes, wiens zus met Pembroek was getrouwd. Die gedachte is nog zo gek niet, omdat op Isaaks graf staat: "Heeft bekostigd het nieuwe predikantshuys en het uurwerk'. Dat uurwerk bevindt zich nu nog op de kerktoren, inmiddels ook aan de noordzijde waar toen nog geen bebouwing was. Toen ik daarop weer naar de aquarel keek zag ik in het midden de pastorie én het uurwerk. Dat is voor een kunstenaar niet toevallig: dat is waar hij de aandacht op wilde vestigen, niet op het tot poppenfiguren gereduceerde bruiloftspaar. Waarschijnlijk kreeg De Kruijff de opdracht om het zo te doen. Dit zou dan meteen verklaren waarom zo'n wonderlijk perspectief is gekozen, waarbij de kerk aan de pastorie lijkt vast te zitten, iets wat de gemiddelde Soester nu niet herkent en toen voor een Soester ook niet voor de hand heeft gelegen. Heeft de familie Pembroek met dit huwelijkscadeau de eigen glorie willen benadrukken? En heeft ds. Van den Broek het daarom laten hangen toen hij vertrok?
De familie Brans heeft de aquarel vermoedelijk na 1959 van de hand gedaan, want Museum Flehite heeft deze aangekocht van iemand die niets met deze familie van doen heeft.
Beeldbank Soest
Museum Flehite heeft zijn prenten en tekeningen van Amersfoort al beschikbaar gemaakt voor het publiek via www.museumflehite.nl/collectie. Daarop vindt men foto's en beschrijvingen via een zoekmachine. Momenteel worden voorbereidingen getroffen om de exemplaren van Soest en andere gemeenten van het Gewest Eemland toe te voegen. Dit sluit aan bij de collecties foto's en prentbriefkaarten van Gemeentearchief Soest en Archief Eemland.
GERAADPLEEGDE LITERATUUR
J.J.. BOS, UIT DE GESCHIEDENIS VAN SOEST DEEL I. NEDERDUITSCH-HER VORMDE GEMEENTE (SOEST 1984). DE REST VAN BOS' GESCHIEDENIS (GESCHREVEN 1892-1907) IS NIET GEPUBLICEERD, MAAR ALS MANUSCRIPT OPGENOMEN IN HET ARCHIEF VAN DE GEMEENTE SOEST 1812-1928, INVNR 1317.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.