Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Van de redactie

Dit jaar is het honderd zestig jaar geleden dat het tiende deel van het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden werd uitgegeven. Een beschrijving van alle steden, dorpen, gehuchten en wijken, "bijeengebragt door A.." Van der Aa". Een werk, dat iedere genealoog zondermeer wel eens ter hand zal hebben genomen. Hoewel alle 13 delen? Wij blijven bij deel 10, waarin Soest(dijk) en Soesterberg worden vermeld. Wie was Van der Aa?

Tussen 1836 en 1851 werd door Jacobus Noorduyn in Gorinchem het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden uitgegeven.
Soest/Soesterberg wordt in het tiende deel van de reeks beschreven en dat deel is in 1847 verschenen. De letterlijke tekst van de beschrijving van onze gemeente is al eens een keer in Van Zoys tot Soest vermeld. We "schakelen" in het verband van deze beschouwing wel hier en daar tussen verleden en heden. Wie was A.J. van der Aa?

Abraham Jacob van der Aa wordt op 6 december 1792 in Amsterdam geboren.
Hij koos er voor om arts te worden. Aan de universiteit van Leiden studeerde hij enkele jaren tot in 1812 toen zijn vader overleed.
Mede daardoor kwam er een einde aan zijn studie, maar dat niet alleen. Hij werd in dat jaar ook ingeloot voor de krijgsdienst.
Omdat hij hoopte als scheepsarts te worden opgeleid koos hij voor de zeedienst. Vervelend voor hem was, dat in 1813 het fregat "Wezer", waarop hij voer, in 1813 door de Engelsen werd veroverd en hij in krijgsgevangenschap raakte. Niet lang echter, want enkele maanden later kreeg hij het verzoek dienst te nemen in het leger van de prins van Oranje.
Hij keerde terug naar de Nederlanden na de val van Napoleon, werd bevorderd tot cadet en nam deel aan de slag bij Waterloo in 1815.
In 1817 verliet hij definitief het leger maar is geen arts geworden..
Om in zijn onderhoud te voorzien werd hij eerst boekhouder en later onderwijzer in Leuven. Daarna verhuisde hij naar Brussel. Ook daar was hij onderwijzer. Van 1825 tot omstreeks 1830 was hij secretaris van de auditeurmilitair in Antwerpen.
Het moet in die tijd zijn geweest dat hij met het Aardrijkskundig Woordenboek is begonnen.
Hij verhuisde via Breda naar Gorinchem waar hij op 21 maart 1857 overleed.

Het Aardrijkskundig Woordenboek

De "VanderAa" is in een periode tussen 1836 tot 1851 als een 13-delig woordenboek (plaatsnamenboek) verschenen. Daar moet een enorme hoeveelheid tijd en energie in gestoken zijn. Er waren geen schrijfmachines of computerprogramma's en daarom werd alles "met de hand opgetekend". Het moet overigens wel zeer onwaarschijnlijk worden geacht, dat hij zelf alle informatie heeft aangedragen. Ongetwijfeld heeft hij hulp van derden gekregen. Maar het blijft een geweldig werk. Ook het Nieuw Biographisch,antholisch en critisch woordenboek van Nederlandsche Dichters (1846), Beknopt Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden (1855) en Ons Vaderland en zijn bewoners uit 1847, zijn enkele voorbeelden van zijn enorme inzet.
Alle steden, dorpen en wijken worden in zijn Aardrijkskundige Woordenboek beschreven, maar wat moet je in 2007 eigenlijk met een zo verouderd woordenboek? Elk zich respecterende gemeente heeft een eigen website. Een simpel straatnamenboek of een geavanceerd systeem levert tegenwoordig veel meer informatie.
Toch is het de moeite waard om zo af en toe te lezen en je dan te verplaatsen in het Soest van in de eerste helft van de 19e eeuw.

De boeken behelzen een inventarisatie van bijna niet te tellen vermeldingen van gemeenten, steden of dorpen, maar vooral delen daarvan (buurtschappen, gehuchten en wijken). Niet alleen de plaatsen in Nederland maar ook die in onze toenmalige koloniën. Vóór de gemeente Soest wordt als voorbeeld Soesoeroe vermeld. Dat was 1? eeuw geleden een oud dorp in Oost-Indie op het Sundasche eiland Java!

Veel van de in het "woorden"boek voorkomende gemeenten in Nederland bestaan als zodanig niet meer. Maar desondanks blijft het interessant eens te lezen hoe gemeenten in Nederland zo'n anderhalve eeuw geleden er uitzagen. Een kleine beschrijving van het aantal inwoners en hun werk, de kerkgenootschappen, de scholen, natuur, enige geschiedenis en zelfs de beschrijving van het wapen van een gemeente komen aan de orde. We beperken ons tot enkele zaken uit Soest.

Soest, een gemeente in Eemland, in het noorden "palende" aan de gemeente Baarn, in het oosten de Eem, "die haar van de gem. Hoogland scheidt" en de gemeente Amersfoort en in het zuiden en westen "de gemeente Zeyst".
Niet slechts het dorp Soest maar ook de gehuchten "den Berg of de Soesterberg, de Birkt en Isselt" en de polders Middelwijk en Isselt worden vermeld.

Het is al een oud dorp "waarvan men reeds op het jaar 1012 gewag vindt gemaakt in eenen brief van Keizer Coenraad." (Een bron uit 1028 van Keizer Koenraad vermeldt villa's en hoeven in Hees en Soest red.). Het werd, zo schrijft van der Aa in die tijd Soyse, Zoys en Suys genoemd en in het Latijn Zuzatum.

Soest was in die tijd een welvarend dorp en vermaard. Groot in verhouding met het heden was Soest zeker niet: 542 huisgezinnen, die woonden in 420 huizen, in totaal 2800 inwoners. (In 2007 ruim 45.000 inwoners)
Maar de inwoners "waren beroemd wegens hunne dapperheid en vaardigheid in het boogschieten, zoodat men er zelfs een schuttersgilde van St. Agatha vond, welke van eene zeer oude instelling was" zeggen we Van der Aa na. Het gilde kan' al vóór 1356 zijn opgericht. De brand van Soest in 1356 zou dan de aanleiding zijn geweest Sint Agatha te kiezen als patrones omdat zij vereerd wordt als beschermster tegen brandgevaar.

Maar de plaats "onderging reeds vroeg zware rampen". Het woordenboek geeft wel enige duidelijkheid. Wat te denken van de burgeroorlog binnen het Sticht in 1481. Na een overval van de Utrechters en de Amersfoorters op Naarden nam de Hollandse stadhouder wraak en brandde Soest de dag voor Kerstmis plat. En wat er na enkele weken nog stond werd toen alsnog in brand gestoken. En in 1528 werd Soest weer verbrand. En minder dan 25 jaar later werd Soest opnieuw geplunderd. We kunnen nog doorgaan.

Kennelijk was de brand in Soest in 1833 waarbij 5 woningen, een smederij en een herberg in vlammen opgingen van zodanige betekenis dat dit in de beschrijving van het dorp moest worden vermeld.

"De rapen, die er men teelt, zijn om hunne aangenaamheid, onder den naam van Soesterrapen , algemeen bekend en gezocht." aldus het woordenboek. Of de schrijver is niet helemaal geïnformeerd of de naam van de rapen is in de loop der tijd gewijzigd. Wij spreken nu toch van Soester Knollen.
"Vroeger was het katoenspinnen er onder de landlieden, in algemeen gebruik, waardoor de vrouwen en de vrouwelijke dienstboden in het winterseizoen van 60 tot 70 guld. konden verdienen. Het haarspinnen wordt nu nog slechts door enkele arme gezinnen voor een klein loon gedaan."

"Voor eenige jaren bestond er te Isselt nog eene glasblazerij, doch deze is, in het jaar 1834, afgebroken." In "Voorouders en hun werk", uitgegeven door de Nederlandse Genealogische Vereniging geeft onze plaatsgenoot de heer E. Heupers een beeld van de glasindustrie in die tijd. Hij schrijft: "Een drietal zakenlieden, met een voor die tijd, bijzondere grote dosis voortvarendheid, ondernemingsgeest en initiatief besloot in 1731, ondanks de neergaande curve in de glasindustrie te Isselt, op het grondgebied van Soest, doch pal onder de rook van de stad Amersfoort, een glasblazerij op te richten. Hierover lezen wij: Willem Coopzen heeft gekocht van Gerrit C.Meyer 1 1/2 morgen met schuur en huizinge geapprobeerd tot 'n glasblazerij in 't gericht Isselt voor f 4000,- De akte is van 6 januari 1731." De glasblazerij heeft ruim 100 jaar bestaan.

"Behalve het oude kast(eel) Hamelenberg, hebben in vroegere eeuwen in de parochie van Soest gestaan, het Brigittenklooster Mariënhof en de abdij De Birkt." aldus Van der Aa. Wat was Hamelenberg eigenlijk:
De gebroeders Hilhorst in hun al eerder aangehaald boek: "De bisschop noemde in 1394 het huis als des heren hoffstede van Abcoud daer syn huis te Zoes nu staet en dat tegenover de uitmonding van het Oude Grachtje in de Eern lag. Onder het begrip huis moest toen een als stenen woontoren gebouwd versterkt huis verstaan worden waarin men zich tegen eventuele vijanden kon verdedigen. Het huis stond er in 1394 nog niet en het is zeer wel mogelijk dat het door Willem van Abcoude werd gebouwd tijdens de vernieuwing van de Slaagse Dijk in 1393.
Hij koos daarvoor de veiligste plaats, namelijk het rivierduin dat in de Slaagse Dijk was opgenomen. (
Ongeveer tegenover de Grote Melm, red)
Dit bezit erfde Jacob van Gaesbeek toen zijn oom Willem in 1407 overleed. Nadat in 1427 de Kabeljauwse Philips van Bourgondie tijdensde strijd Amersfoort niet had weten te bezetten, maar de mond van de Eem afsloot met een groot schip, moet de stad Amersfoort alle Kabeljouwse versterkingen tussen de stad en de Eemmond verwoest hebben, waaronder het huis Hamelenberg. Daarbij kon Amersfoort teruggrijpen op een oorkonde uit 1300 waarin het kerspel Eembrugge beloofde de stad Amersfoort bij te staan tegen elk huis dat tussen de zee en de stad stond.
"
Het genoemde "kasteel Hamelenberg" heeft ruim dertig jaar bestaan.

"In het jaar 1818 is in de gem. Soest eene inrigting van weldadigheid door Hare Majesteit de Koningin ingesteld, uit welk fonds alle behoeftige zieken en gekwetsten te Soest geboren en woonachtig, geneeskundige hulp wordt verleend, bejaarden van levensonderhoud voorzien en een getal van 140 kinderen ter school gaan, van welke de meisjes in alle vrouwelijke handwerken worden onderwezen. Des winters wordt aan behoeftige daghuurders ook arbeid of hulp verleend."
De naaldvakschool aan de Burgemeester Grothestraat uit 1893 herinnert aan deze Koninklijke hulp.

En: "De kermis te Soest valt in den 19 October doch is van weinig betekenis." En dat is zo gebleven, zij het dat het tijdstip is gewijzigd.

Ook Soestdijk, als gehucht, wordt genoemd. Een deel er van ligt in Baarn (10 huizen en 70 inwoners) en in Soest (8 huizen en 30 inwoners). "Ook heeft men er het koninklijk lusthof van dien naam, benevens onderscheidene buitenplaatsen en aanzienlijke hofsteden. Dit gehucht ontleent zijn naam aan eenen dijk, welke in eene noordelijke rigting van Soest naar Gooiland loopt, en is een veel bezocht uitspanningsoord, met drie logementen."

"Aan het begin van den weg naar Den Dolder met den rug naar het slot, staat een houten monument, ter nagedachtenis van een militair in den jare 1787 aldaar op zijne post gesneuveld."

Op de fotosi is de oude en enige opstelling van het eerste Chistoffel Pullman monument genomen, vanaf de Biltseweg gefotografeerd. De foto is gemaakt in 1937 naar aanleiding van de 150ste sterfdag van Pullman.

Later is dit gedenkteken vervangen door een beeld van brons van Cristoffel Pullman in uniform. Dat is nog te bezichtigen.
Soesterberg wordt wat uitgebreider beschreven onder het woord den Berg. Wel geeft Van der Aa onder Soesterberg aan dat de kerk daar is toegewijd aan de H.Karel Borromeus.
"Dit gebouw is in den Gothische stijl met zware ijzeren ramen voorzien, heeft een bevallig uiterlijk en maakt met de pastorie een geheel uit." De parochie "telt 400 zielen, onder welke ook eenige uit de burgel. gem. Zeyst mede gerekend worden".
Ook wordt nog vermeld dat Soesterberg een begraafplaats heeft.

En tenslotte: "Het d. Soest ligt 1 u. W van Amersfoort, aan den straatweg op Naarden, rondom van hooge bouw- ongeveer 7 kilometer van Amersfoort. landen en akkers omgeven ". Volgens Men moet flink doorstappen om dat in de laatste gemeentegids ligt Soest op een uur te doen.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto